14 RAADSVERGADERING ik eerst de deuren moeten sluiten en daar is het te laat voor. (Gelach) Ik dacht, dat U eigenlijk niet iemand bent, die graag wil opvallen in de Raad, maar aan de andere kant was en bent U niet een onopval lende figuur. U hebt U als lid van deze Raad gedu rende de periode, dat U in ons miden was, bijzonder ge ïnteresseerd voor de culturele aangelegenheden en ik moet U zeggen en ik ben ervan overtuigd, dat ik hiermee de tolk van de gehele Raad ben dat wij U zullen missen en niet alleen in de Raad, maar ook in verschillende commissies waarvan U lid bent en ook nog op ander terrein. Voor wat U deed voor het cul turele leven in deze stad hebben velen van ons be wondering en vooral ook waardering. Ik dacht, dat het juist is, dat op dit moment, nu U ons gaat ver laten, eens heel duidelijk in deze openbare vergadering aan de orde te stellen. U is altijd duidelijk geweest in datgene wat U graag wilde. U hebt Uw standpunt steeds op een charmante wijze hier in ons midden ge legd en ook dat hebben wij allen gewaardeerd. Ik wil ook nog even wijzen op de taak, die U zich heeft ge steld in Leeuwarden naar betere culturele accommo daties te zoeken. Ik heb het persoonlijk mogen mee maken, hoe U met de volle inzet van Uw persoon aan de discussies van de Raad terzake deelnam !en ik weet ook, hoe U intensief meeleeft op dit gebied en hoe U er mede van overtuigd bent, dat wij in Leeu warden, in het belang van de culturele ontwikkeling in deze stad, aan betere culturele accommodaties toe komen. Het spijt me, dat U weggaat, want mensen zoals U zullen wij nodig hebben in de komende jaren en het zal niet meevallen, voor wie dan ook, Uw plaats in deze Raad en in verschillende commissies in te nemen. Mijnheer Stigter, hartelijk dank voor al dat gene wat U als raadslid in het belang van de ge meente Leeuwarden heeft gedaan. Ik hoop van ganser harte, dat het U en Uw gezin goed mag gaan in Uw nieuwe woonplaats. Het culturele leven in die plaats krijgt, als U zich ook daar ermee gaat bezighouden, een goede steunpilaar en dat is misschien de grootste lof die ik U op dit moment kan toezwaaien. Hartelijk dank voor al datgene wat U deed. (Applaus) De heer Van Balen Walter: Nu wij als Raad tot ons leedwezen hebben gemerkt, dat dit de laatste ver gadering is, die onze collega Stigter meemaakt, geloof ik toch, dat vanuit de Raad een woord van afscheid tot hem op zijn plaats is. Aan de vele lovende woor den, die U, mijnheer de Voorzitter, tot hem hebt ge richt, heb ik niet heel veel toe te voegen. De heer Stigter nam hier een bijzondere plaats in, niet in de eerste plaats als inzamelaar van overheidsgelden, al was dat natuurlijk wel een belangrijke functie in onze stad, maar zodra er „kunsf'-onderwerpen aan de orde waren, sprong de heer Stigter op en met vuur, maar ook op een bijzonder sympathieke wijze heeft hij dan zijn mening naar voren gebracht. Helaas heb ik zijn woorden niet altijd goed kunnen volgen (Gelach), maar dat was niet aan de heer Stigter te wijten; dat had meer een plaatsingsoorzaak. Ik meen hier namens de gehele Raad te kunnen verklaren, dat wij een bijzon der sympathiek mede-raadslid gaan verliezen. Wij brengen hem hartelijk dank voor de prettige wijze, waarop hij hier deze jaren met ons heeft samenge werkt. Net als de Voorzitter wens ik hem en zijn gezin alle goeds in zijn nieuwe standplaats. (Applaus) De heer Stigter: U, mijnheer de Voorzitter, heeft gezegd, dat ik op een zeer bijzondere wijze, o.m. door de televisie, tot dit gemeenteraadswerk ben gekomen. En nu gaan er geruchten, dat ik met mijn 90 kilo heb meegewerkt aan het televisieprogramma „Hadimassa", maar dat is niet waar. (Gelach) Ik heb hier 10 jaar gewoond op één maand na. Het eerste contact met B. enW. was haast wat onaange naam, want toen ik hier amper twee dagen woonde, reed mijn vrow per ongeluk een straat in, waarin ze niet mocht fietsen en daar was een agent, die haar van de fiets afhaalde en haar een bekeuring gaf, maar helaas ik ben wel eens meer wat nonchalant door dat ik me nog niet had laten inschrijven op het stad huis, kreeg ik bijna elke dag een geüniformeerde po- litie-agent met de zwaarste dreigementen aan de deur. En uiteindelijk kreeg ik een brief van B. en W. met het bericht, dat ik me zo snel mogelijk moest laten inschrijven, anders zou ik mijn woning uitgezet wor den. Dat is niet gebeurd, want dan had ik hier nooit gestaan. (Gelach) De zaken zijn echter gelukkig vrij wat veranderd. De woorden van dank, die zowel U, mijnheer de Voorzitter, als de heer Van Balen Walter tot mij ge sproken heeft, waren geloof ik, ook wel terecht, want als er één mens is, die beroepshalve zijn medeburgers naar waarde heeft weten te schatten, dan ben ik het wel. (Gelach) Ik geloof, dat er weinig Leeuwarders te klagen hebben, dat ik ze niet hoog genoeg heb aan geslagen. (Gelach) Ik geef ook toe, dat ik in deze Raad vele woorden heb gesproken, hoewel ik niet van mezelf kan zeggen, dat ik een groot causeur ben. Blij kens de stukken, die ik van het secretariaat thuis ge zonden kreeg, vond ik mezelf meer een zeurkous dan een causeur of meer een soort prietpraat-pantry. Intussen heb ik toch getracht hier wat aan cultuur te doen en ik had graag gezien, dat, als ik hier een maal wegging, Leeuwarden dan een prachtig cultuur paleis had, een fijn cultureel centrum en heel veel an dere dingen op cultureel gebied. Dat is niet gebeurd. Ik ben wel blij, dat we in een paar jaar ik zeg niet dat het mijn verdienste was, integendeel, de tijd was er nu eenmaal stomweg rijp voor in ieder geval hebben bereikt, dat we in Leeuwarden zijn gekomen op een punt, dat alle mogelijke instanties, die parti culier bezig waren en langs elkaar heen werkten, nu de bereidheid hebben samen te werken en dat de eer ste fusies tot stand gekomen zijn. Ik heb dan ook werkelijk wel het idee, dat we op de goede weg zijn. Men kent mijn standpunt over de nieuwe accommoda ties; daar wil ik nu niet op ingaan. Die zijn, dacht ik, buiten deze Raad ook wel bekend. Ik hoop, dat, wat er ook gebeurt, dat voor Leeuwarden zo goed moge lijk zal gebeuren, dat hier een goed cultureel centrum komt; dat is een van mijn stokpaardjes geweest. Ver der hoop ik, dat er veel jeugd komt, want de jongeren zijn diegenen, die in de toekomst dit gehele culturele apparaat zullen moeten bemannen en leiden. Het zijn zeker degenen, van wie in de toekomst de ideeën zul len moeten komen. Ik hoop, dat die in deze stad ge vonden zullen worden en dat ze allen aan het werk gezet kunnen worden. (Applaus) De Voorzitter sluit om 22.35 uur de vergadering. Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 19 mei 19G9 van maandag 19 mei 1969. Aanwezig 35 leden: de dames A. Joustra-Bijker, Mr. E. Veder-Smit en M. M. Th. Visser-van den Bos en de heren Ir. B. C. van Balen Walter, R. Boomgaardt, J. ten Brug (weth.), P. J. Engels, P. Faber, J. Heetla (weth.), O. Heidinga, T. K. Hogendijk, K. J. de Jong (weth.), B. Kingma, A. Klomp, G. van der Laan, W. S. P. P. de Leeuw, Mr. D. Lijzen, W. Miedema, P. W. Pietersen, J. P. Reehoom (voor eerste pauze), Ir. C. L. Rijpma, H. W. Rijpstra, J. A. Schönfeld, H. L. M. Stek, J. Tiekstra (weth.), M. Tjerkstra, Mr. B. P. van der Veen, J. T. Vellenga, J. Venema, L. Visser, C. de Vries (na de eerste pauze), G. de Vries, K. Weide, J. Wier- sma en J. N. van der Zwaard. Afwezig: de heren J. F. Janssen, J. P. Reehoorn (na de eerste pauze) en C. de Vries (voor de eerste pauze) 1 vacature. Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, burgemeester. Secretaris: de heer P. P. de Jong. Te behandelen punten: 1. Vaststellen van de notulen van de raadsverga deringen van 6 en 7 januari 1969 en 24 februari 1969. 2. Mededelingen. 2a. Bekrachtigen aankoop van het pand Achter de Hoven 206, met perceel tuingrond en garage, en aan koop van de panden Achter de Hoven 200 en 200a, met opslagruimten (bijlage no. 184). 3. Aankoop van een aantal percelen (bijlage no. 165). 4. Aankoop van een boerderij en een aantal per celen wei-, hooi- en rietland en water, gelegen in het recreatiegebied „De Groote Wielen", van J. F. M. Hepkema, alhier, en van J. J. Wiersma te Roodkerk (bijlage no. 168). 5. Aankoop van een perceel grond, gelegen ten zuiden van de Goutumerdyk, van H. H. P. Koopmans te Colmschate (provincie Overijssel) en aangaan van een pachtontbindingsovereenkomst met R. van de Witte te Goutum (bijlage no. 166). 6. Verkoop van een aantal percelen erfpachtsgrond (bijlage no. 169). 7. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen aan de noordzijde van de Boterhoek, aan de Staat der Nederlanden (bijlage no. 164). 8. Restaureren van het pand Zwitserswaltje 2 (bij lage no. 156). 9. Bouw van een kantoorgebouw ten behoeve van de Gemeentelijke Sociale Dienst (bijlage no. 181). 10. Uitbreiden en verbeteren van de huisvesting van de politie en huren van een gedeelte van het pand Nieuwestad 53 (bijlage no. 180). 11. Aanleggen van een openbare speelgelegenheid op het terrein gelegen tussen de Boerhaavestraat en de Linnaeusstraat (bijlage no. 171). 12. Afbreken van de betonnen opstallen op het oude veemarktterrein (bijlage no. 173). 13. Verhuur van warmwaterapparaten (bijlage no. 179). 13a. Beroep van W. de Vrij alhier tegen de weige ring van een taxivergunning voor vervoer van perso nen vanaf de standplaats bij het station (bijlage no. 183). 14. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 ten behoeve van de Sint Gerardusschoool te Wytgaard (bijlage no. 163). 15. Toekennen van een vaste vergoeding aan plaatsvervangende hoofden van scholen voor buiten gewoon onderwijs (bijlage no. 170). 16. Wethoudersjaarwedden (bijlage no. 167). 17. Verlenen van geldelijke steun voor de bouw van 112 woningen in de Duif en de Fennen (bijlage no. 178). 18. Garanderen van een geldlening voor de stichting „De Nieuwe Leeuwarder Jachthaven" (bijlage no. 172). 19. Wijzigen van de Delegatieverordening onderwijs (bijlage no. 176). 20. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Grondbedrijf, het Woningbedrijf, de Energiebedrijven en de Gemeentelijke Sociale Dienst voor het dienstjaar 1969 (bijlage no. 182). 21. Onderzoek van de geloofsbrieven van het nieuw te benoemen lid van de gemeenteraad, de heer S. Bouma. 22. Benoemen van: a. een directrice van de gemeentelijke opleidingsschool voor kleuterleidsters (bijlage no. 174); b. een directeur van de verpleeginrichting (bijlage no. 177); c. een bestuurslid van de woningstichting „Leeuwar- den-Leeuwarderadeel" (bijlage 175). 23. Vaststellen van de Algemene Politieverordening Leeuwarden (bijlage no. 147). Punt 1. De hear Tjerkstra: Op bis. 16 fan it forslach fan 6 jannewaris 1969 stiet üngefear yn it midden fan de linker kolom: „De Wethouder van Ruimtelijke Orde ning heeft gezegd, dat de vorm van een principe-schets is gekozen om voor de Raad een „massale inbreng" mogelijk te maken. Dat moat wêze: „maximale in breng." De notulen worden vastgesteld, met inachtneming van de wijziging, door de heer Tjerkstra aangegeven. Punt 2. De heer De Jong (secr.): De heer Janssen heeft bericht van verhindering gezonden en de heer C. de Vries heeft laten weten, dat hij iets later komt. De Voorzitter: Ik stel thans aan de orde de rond gezonden mededelingen. Sub A, B, C, D en E. Deze berichten worden voor kennisgeving aangeno men. Sub F. Deze rapporten worden voor kennisgeving aangeno men. Sub G. Deze mededelingen worden voor kennisgeving aan genomen. Sub H. Deze verzoeken worden in handen van B. en W. ge steld om preadvies. Sub I. Deze mededeling komt te vervallen, daar dit stuk thans als agendapunt is opgenomen. Sub J. Dit verzoek wordt voor kennisgeving aangenomen. Punten 2a, 3, 4, 5 en 6 (bijlagen nos. 184, 165, 168, 166 en 169). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1969 | | pagina 1