5
niet mogelijk zou zijn de wegenaanleg voorlopig maar
uit te stellen tenminste als dat kan en de zaak
te laten zoals die op het ogenblik is, want er zou ons
eigenlijk niets liever zijn dan dat we een definitieve
oplossing trachten te vinden voor de woonwagenkamp
situatie. De verlegging van het woonwagenkamp drukt
nu op de kosten van het uitbreidingsplan en daarmee
zou f 65.000,gemoeid zijn. We dachten, dat dit op
zichzelf ook wel een aardige aanzet is om een nieuw
woonwagenkamp elders te maken, al zou dat natuur
lijk nog aanmerkelijk meer kosten. We hebben dan
echter het voordeel, dat we in één keer een definitieve
oplossing krijgen. Zoals de zaak nu n.l. komt te liggen,
betekent het, dat we met elkaar broddelwerk leveren.
Wie van ons ter plaatse is geweest in de afgelopen
dagen, moet toch wel geschrokken zijn van de situatie,
waarin het woonwagenkamp dat onze gemeente daar
heeft en dat aan een aantal gemeentenaren plaats
biedt, verkeert. Het is een beschamende en ook een
ontluisterende zaak. Niets zou naar ons gevoelen beter
zijn dan dat we proberen hieraan op korte termijn een
eind te maken. De zaak reconstrueren op de wijze zo
als het College nu voorstelt, betekent, dat er aan zeer
dringend noodzakelijke verbeteringen aan het sanitair
in het woonwagenkamp niets gebeurt. Het betekent ook,
dat het woonwagenkamp opschuift in de richting van
de buurteenheid, met alle gevolgen van dien. Wij heb
ben niet het gevoel, dat die groene zoom, die daar
komt te liggen, inderdaad meteen al in staat is, de
buurteenheid af te schermen van het woonwagenkamp
en we zien de situatie naderen, dat straks opslag van
oude auto's en vodden onmiddellijk aan de openbare
weg plaats vindt. En dat zal de buurt o.i. beslist niet
omhoog halen. We zitten toch al met een probleem
situatie in de Wielenpöllebuurt. Iedereen heeft het ge
voel, dat deze buurt bezig is te declasseren en we me
nen, dat we, als we de woonwagenkampsituatie op
lossen op de wijze, zoals die hier wordt voorgesteld,
bepaald niet een bijdrage leveren tot het verbeteren
van de situatie. Daarom, als het mogelijk mocht zijn
de aanleg van de wegen ter plaatse te verschuiven
naar de toekomst als we dus niet onmiddellijk be
hoefte hebben aan die 1400 m2 grond dan zouden
we eigenlijk vanuit onze fractie aan het College wil
len vragen: Is het niet mogelijk te proberen een betere
oplossing te vinden dan thans wordt voorgesteld?
De heer Weide: Ik kan me voorstellen, dat een ge
deelte van het woonwagenkamp plaats moet maken
voor de werkzaamheden m.b.t. de nieuw aan te leggen
weg. Ik ben mèt de heer De Vries van mening, dat
het bijzonder jammer is, dat deze verplaatsing van het
woonwagenkamp ten koste moet gaan van de speel- en
trapvelden, waarvan we er zo heel weinig in onze stad
hebben. Ik neem aan, dat de voorbereidingen voor dit
plan reeds geruime tijd bekend waren en ik vraag me
af, of men destijds over het hoofd heeft gezien, dat het
woonwagenkamp moet worden verlegd. Ik neem ook
aan, dat er reeds plannen bij het College bestaan tot
het verplaatsen van dit kamp. Ik zou B. en W. wilien
vragen: Zo ja, wanneer kan dit dan worden gereali
seerd? Ik vind de oplossing, zoals die nu is voorge
steld, bepaald minder gelukkig en ik sluit me verder
dan ook aan bij de vragen, die de heer De Vries heeft
gesteld, want ik ben van mening, dat wij zowel de
bewoners van de Wielenpölle als de woonwagenbewo
ners hiermee geen dienst bewijzen.
De hear Boomgaardt: Ik nim oan, dat it Kolleezje
ek wol wit, dat der in nije Wenweinwet is, dy't liede
sil ta in sintralisaesje, hwertroch der mar in lyts tal
wenweinkampen oerbliuwe sil fan de inkelde hünderten
dy't der nou binne. Yn Fryslan is, foar safier myn yn-
formaesjes rikke, mar ien wenweinkamp pland, mar
dat komt net yn Ljouwert. Ik tink, dat wy dêroan in
ütgongspunt hawwe foar de diskusje fan joun. Ik hie
graech wold, dat B. en W. dêroan oandacht jown hiene
yn harren brief oan de Ried hja wisten dit natuer-
lik wol dan hie de saek daelks al hiel oars lein.
Ik fyn, dat it ütstel fan B. en W. bislist net in gelok-
kige oplossing jowt, om twa redenen net: yn it foarste
plak net, omdat it net to'n goede komt oan de bi-
wenners fan de Wielenpölle, yn it twadde plak net
omdat in wenweinkamp net past oan de nije dyk nei
it yndustryterrein. Op'en dür is it fansels in totael
ünmooglike saek dér sa'n kamp to hawwen. Ik stean
ek op it stanpunt, dat wy B. en W. dit kredyt forliene
moatte, mar allinnich omdat dizze oplossing in tydlik
karakter hat. Wy witte, dat de nije wet foarskriuwt,
dat it kamp dêr wei moat, mar oft der üt Den Haech
wei al biskikkingen west hawwe, dy't düdlik oanwiisd
hawwe, hwer't it nije wenweinkamp yn Fryslan kom-
me moat, wit ik net. Foar safier ik wit, komt it dus
net yn Ljouwert; dat soe my ek net sa gaedlik talykje;
der binne gemeenten, dy't der bettere romten foar bi-
skikber hawwe. Wy kinne mei dit ütstel fan B. en W.
net bliid wêze, mar it sil wol moatte. Ik bin wol bi-
langstellend oft it antwurd fan B. en W. myn ynfor-
maesjes ek bifêstigje sille. En as dat sa is, fyn ik, dat
it Kolleezje syn argumintaesje wol hwat sterker op-
stelle kind hie.
De heer Kingma: Toen we dit voorstel onder ogen
kregen, maakte de rij woonwagens voor de Kurkemeer-
straat niet bepaald een goede indruk op ons. Enerzijds
is het ook enigszins onlogisch er eerst een trapveldje
te plannen en als het net klaar is, er een derde af te
halen en er dan woonwagens te plaatsen. Je houdt op
die manier natuurlijk werk, maar dat is een ander punt.
Ik vind het geen gelukkige oplossing, noch voor de
kinderen van de buurt, die waarschijnlijk het meest
gedupeerd zijn, noch voor de bewoners van de Kurke-
meerstraat, noch voor de woonwagenbewoners zelf. Ik
vraag me af: Was het niet mogelijk geweest om, als
er dan met alle geweld een tijdelijke oplossing waar
ik trouwens een beetje bang voor ben moet komen,
aan de oostkant van de Potmarge-arm een rij woon
wagens te plaatsen en verbinding te zoeken door mid
del van een houten bruggetje? Ik heb de situatie eens
uitgemeten en het zit er zowat in. Het kamp komt dan
wat dicht bij de secundaire weg die noord-zuid loopt,
maar de toegang is er dan ook meteen vanaf die weg.
Dan zou het trapveldje behouden blijven, dan zouden de
bewoners van de Kurkemeerstraat geen rij woonwa
gens voor de neus krijgen. Zou beslist niet gewacht
kunnen worden tot een definitieve oplossing, dan zou
den wij het door mij gesuggereerde prefereren boven
de oplossing, die B. en W. kiezen, waarmee we bepaald
niet gelukkig- zijn.
De heer Tiekstra (weth.): De heer De Vries heeft
ingehaakt op een discussie in de raadsvergadering van
17 maart j.l. op dat moment een wat voorbarige
discussie toen ik, in antwoord op de opmerkingen
van de voorzitter van de fractie van de P.v.d.A. dui
delijk er blijk van heb gegeven, dat ik het probleem
m.b.t. het woonwagenkamp, dus ook de plaats waar
het nu gevestigd is, kende en op de hoogte was van
de vraag, welke oplossingen in de gegeven omstandig
heden mogelijk waren. Oplossingen, die men natuur
lijk moet beoordelen in het kader van wat men m.b.t.
deze voorziening - ook voor burgers van Leeuwarden
op den duur wil doen. Ik geloof, dat het goed is, dat
de heer De Vries gevraagd heeft, of de wegenaanleg
naar de Greuns en naar Hemrik zo lang kan wor
den uitgesteld, totdat er een plaats voor het verwezen
lijken van een definitieve oplossing voor het woonwa
genkamp is gevonden. Ik wil de Raad er met nadruk
op wijzen, dat we toch al het grote risico lopen, dat
deze ontsluitingsweg voor het industriegebied Hem
rik niet op tijd klaar komt. De subsidiëring van Eco
nomische Zaken zal het gaat hier om een infrastruc
tuur-verbeterend werk, dat bovendien een weg betreft,
waarmee we een industrieterrein gaan ontsluiten
hopelijk nog in de rijksbegroting 1970 worden ver
werkt, maar het is ook mogelijk, dat ze in de rijksbe
groting 1971 wordt opgenomen. Als we rekenen met
een uitvoeringstermijn van twee jaar, dan komen we
heel krap te zitten met de aansluiting van de beschik
bare industrieterreinen. Op zichzelf is het tempo van
de uitgifte van deze terreinen verheugend, maar dan
moeten wij ook inderdaad bouwrijpe terreinen beschik
baar kunnen stellen aan de geïnteresseerde industrie,
hetzij voor nieuwe vestigingen, hetzij voor uitbouw van
bestaande bedrijven. Ik geloof, dat het risico, dat het
opvolgen van de suggestie van de heer De Vries mee
zou brengen, wel zo groot zou zijn, dat ik dat niet kan
aanbevelen en ik waag de veronderstelling, dat de heer
De Vries dat risico zelf toch ook niet verantwoord acht.
Ik geloof niet, dat wij ons kunnen veroorloven, dat we
terecht komen in de situatie, dat we voor bedrijven,
die zich hier willen vestigen, geen industrieterrein meer
beschikbaar hebben. Op de vraag van de heer De Vries,
of de wegenaanleg hier kan worden uitgesteld, moet
ik dus categorisch „neen" antwoorden. Om te voorko
men, dat een misverstand zou voortleven, wil ik hier
bij nog even opmerken, dat het hier, zoals ik reeds zei,
gaat om een infrastructuur-verbeterend werk; de sub
sidiëring zal vermoedelijk 90% bedragen, misschien
zelfs iets meer. Slechts een klein deel, voor zover het
inderdaad ten nutte van het bestemmingsplan zou kun
nen zijn, komt op dat plan te drukken. De hoofdfunc
tie van deze weg is ontsluiting van het industrieterrein
Hemrik en daardoor wordt dus ook de afsnijding van
de Potmarge veroorzaakt.
De heer De Vries is geschrokken van de situatie ter
plaatse. Ik ben sinds vorig jaar oktober-november enige
malen geconfronteerd met die situatie en ik kan mij
de schrik van de heer De Vries voorstellen; zijn kwa
lificaties „beschamend" en „ontluisterend" passen hier
wel. Ik zou het daarom op prijs stellen, dat voor die
burgers van Leeuwarden, die hier hun woonplaats heb
ben gevonden en diegenen, die hier hun bedrijf uitoefe
nen, een menswaardige oplossing, zij het dan ook een
tijdelijke, kan worden gevonden. Dat is wel het min
ste wat we voor hen kunnen doen.
Wat een definitieve betere andere plaats in de ge
meente betreft, kom ik by it bitooch fan de hear Boom
gaardt torjochte, dy't seit, dat der ien great wenwein
kamp foar hiele Fryslan komme moat, dat dit natuer-
lik net yn Ljouwert komme kin, mar dat der fêst wol
yn in oare gemeente plak foar sa'n foarsjenning is.
Nou is men it der mei elkoar wol oer iens, dat der in
bettere foarsjenning komme moat, mar dan leafst net
op it eigen territoir, net „by üs foar de doar". Ik wil
met nadruk de aandacht van de Raad vragen voor het
feit, dat het hier ingeschreven burgers van Leeuwar
den betreft, die om een voorziening vragen; burgers
die hun beroep of bedrijf in de gemeente uitoefenen,
al mag men dat beroep of bedrijf dan wel eens tussen
aanhalingstekens zetten.
Het zoeken naar een definitieve oplossing betekent,
dunkt mij, ook het via bestemmingsregelingen aanwij
zen van een nieuwe plaats voor het woonwagenkamp.
En laat ik bij de Raad geen illusies wekken; op basis
van de gemiddelde bezetting, rekening houdende met
de reserve, die daar bij behoort, zal dit een project
worden, dat veel geld gaat kosten.
Hwat de kwestje fan de Wenweinwet, dêr't de hear
Boomgaardt it oer hawn hat, oangiet, ik wol der op
wize, dat fan rykswegen allinnich in regionael kamp
subsidiearre wurde sil, mar dat, as Ljouwert foar syn
boargers, dy't yn wenweinen wenje en sa harren wen-
piak foun hawwe, in foarsjenning ta stan bringe wol,
dy't past by de hjoeddeiske opfettingen, de Gemeente
it seis bitelje moat, resp. foar in part fan de minsken
werom barre moat.
De heer De Vries sprak over de groengordel, die
naar zijn verwachting wel eens in beslag zou kunnen
worden genomen door het „oudroest" van onze wel
vaartsmaatschappij, bijv. een auto, die zijn tijd heeft
gehad, heeft gediend als status-symbool en uiteindelijk
bij de sloper is terecht gekomen, de sloper heeft dan
wat van waarde is, er uit gehaald en heeft geprobeerd
de rest op die plaats kwijt te worden. En als hij het
daar niet kwijt wordt, vinden wij het wel elders en dan
kost het opruimen de Gemeente ook geld. Het lijkt mij
logisch, dat, als de Raad vanavond besluit overeenkom
stig het voorstel van B. en W„ het eerste wat wij moe
ten doen is de vergroting tot stand te brengen door
de aanwezige hekken te verplaatsen en de nieuwe be
plantingsgordel meteen aan te brengen (die wordt, zo
als de Raad op de tekening kon zien, buiten het hek
werk geplaatst) en dan pas de overige werken uit te
voeren. Dat lijkt mij een verantwoorde volgorde van
uitvoering en daarmee zal stellig datgene wat de heer
De Vries vreest, n.l. dat er opslag van oude auto's
plaats vindt onmiddellijk aan de openbare weg, wor
den voorkomen. Hoewel, op andere plaatsen in de stad
vinden we die wèl aan de openbare weg.
De heer Weide vroeg eveneens een onderzoek naar
de mogelijkheden voor een nieuw kamp. Ik dacht, dat
ik hem inmiddels wel heb duidelijk gemaakt, dat dat
niet zo'n eenvoudige zaak is, omdat er zeer mense
lijke reacties zouden komen op elke plaats die wij zou
den kiezen. Maar los daarvan moet de heer Weide
zich realiseren, dat in de sfeer, waarin wij nu eenmaal
hebben te werken, zo'n oplossing toch wel vijf a tien
jaar vergt. En wij hopen natuurlijk, dat, vóór die eerste
vijf jaren om zijn, de eerste industrieën op het industrie
terrein Hemrik staan. Daarom heeft deze afsnijding
plaats gehad.
De heer Kingma komt nog met de idee: zet maar
een rij woonwagens ten oosten van de Potmarge. Ik
vertrouw, dat de heer Kingma van mij wil aannemen,
dat, ware dat een reële oplossing geweest, wij dit voor
stel niet zouden hebben gedaan. Ten eerste zit de af
meting er niet in. Ten tweede is de verbinding voor
de woonwagenbewoners over het water bijzonder hin
derlijk (het is overigens ook niet zo'n best stuk water)
en ten derde is het ten oosten van de oude Potmarge
gelegen terrein bijzonder laag en zou het niet anders
dan ten koste van grote bedragen zodanig kunnen wor
den ingericht, dat het inderdaad duurzaam boven water
zou kunnen blijven. Wij hebben op verzoek van de kamp
bewoners de mogelijkheid onderzocht om de Potmarge
te dempen en op deze wijze ruimte te scheppen, maar
dat had ook allerlei waterstaatkundige consequenties en
dat kostte zoveel ik geloof anderhalve ton meer,
dat we daar spoedig van hebben afgezien.
Resumerende, kan ik slechts dit zeggen:
Ten eerste: Er is in deze situatie op korte termijn
geen andere oplossing dan de voorgestelde voorziening
tot stand te brengen, willen we de woonwagenbewoners
niet in de steek laten.
Ten tweede: Wij zullen, dacht ik, het risico moeten
nemen, dat we nog investeringen moeten doen in ver
dergaande improvisoria door het verbeteren van m.n.
de sanitaire omstandigheden op dit terrein en ook door
de zaak er een beetje netter en ordelijker aanzien te
geven. Ik dacht, dat het niet onmogelijk is, dat wij
daartoe in het komende begrotingsjaar de Raad voor
stellen aanbieden.
Ten derde: Er wordt onderzocht, of er op een andere
plaats een definitieve oplossing voor de woonwagenbe
woners kan komen; dat onderzoek en de realisering
daarvan vergen tijd en daarop kan niet worden ge
wacht.
Ik dacht, dat ik hiermee de vragen heb beantwoord
en zelfs uitvoerig ben geweest.
De heer Vellenga is inmiddels ter vergadering ge
komen.
De heer G. de Vries: Het antwoord van de Wet
houder is duidelijk genoeg en het houdt ook wel in,
dat we door verder verzet tegen dit voorstel de oplos
sing niet dichterbij kunnen brengen. We hebben be
grepen van de Wethouder, dat bij het College duidelijk
de wens leeft om t.a.v. de sanitaire voorzieningen van
het woonwagenkamp iets te doen. En als het kan,
laat het dan spoedig het geval zijn. We zouden daar
aan nog wel de suggestie willen verbinden, te over
wegen bij dit geheel het Centraal Orgaan voor Buurt
werk in te schakelen, zodat de woonwagenbevolking,
waarmee de Wethouder schijnbaar al diverse goede
relaties heeft gehad, mee kan inspelen door de ver
langens en wensen die zij zelf koesteren t.a.v. de voor
zieningen, die ze primair nodig achten, naar voren te
brengen.
We zien geen heil in verder verzet; ik geloof, dat we
het voorstel maar moeten accepteren, al blijven we
erbij, dat we het graag anders gehad zouden willen
hebben.
De hear Boomgaardt: Ik mien aerdich posityf to
witten, dat alle pleatslike kampen nei regionale kam
pen ta brocht wurde moatte. Ik wit net op hokker
tiidstip, dat der yn Ljouwert gjin wenweinkamp bliu-
we sil en dat der yn Fryslan in gemeente is, dy't oan-
bean hat it regionale kamp foar Fryslan plak to jaen.
Ik ken de Wet op de wenweinkampen net oars as fia
bipaelde frij algemiene publikaesjes, ik haw de wet
der net op neisjoen, mar ik mien dochs wol to witten,
dat de strekking fan de wet is, dat al dy kampen for-
dwine. Der komt byg. yn in provinsje as Fryslan mar
ien kamp. B. en W. sille alle tiid hawwe om dat nei
to sjen.