19 18 tot verhoging van het krediet voor ziekenhuis en ver pleegtehuis met 4,8 miljoen. Dit is een verhoging van ruim 10% in twee jaar en het zal natuurlijk een aan merkelijke verhoging geven van de kosten per bed. Ik zou graag van de Wethouder wilen weten, welke nu de kosten per bed van het ziekenhuis zullen zijn. Ik wil een enkel onderdeel van dit krediet aan een nadere beschouwing onderwerpen. Allereerst dan de polikliniek. Dat zal het College misschien niet verbazen, omdat ik in april 1967 al heb gevraagd: Moet de kliniek niet worden uitgebreid? De Wethouder heeft toen geantwoord, dat hij daar, ge zien de adviezen, geen bevestigend antwoord op kon geven. Nu staat er in het voorstel, dat op de tekening indertijd al met een stippellijn was aangegeven, waar de eventuele grotere polikliniek zou moeten komen. Ik heb dat niet kunnen vinden. Ik vind het erg jammer, dat we nu pas horen, dat die voorziening moet worden aangebracht, want dat zou indertijd in 't overleg met de specialisten daar veel meer helderheid in gegeven heb ben. Als ik goed zie, dan kost de uitbreiding van de polikliniek nu 4,7 ton. Dat is dus voor een aantal van vier specialisten méér, als ik dat goed zie. Ik wil niet becijferen, hoeveel dat is per specialist. Ik begrijp, dat deze extra kosten ook niet aan deze specialisten in het bijzonder via huur in rekening gebracht kunnen worden. Dat zal natuurlijk omgeslagen moeten worden over alle andere specialisten. Ik neem aan, dat dat redelijk is. Ik zou wel willen weten, of er in de bui tenmuur nu gebroken moet worden of dat er al be gonnen is en op welke manier dit nu moet worden bijgebouwd Ik zou ook willen vragen dat zag ik zo gauw niet op de tekening waar de radiologen komen. Komen er ook een reumatoloog en een kinderarts? Ik zou me kunnen voorstellen, dat een reumatoloog in het ver pleegtehuis kwam, gezien de aard van zijn activitei ten. Dat de apparatuur 2,3 ton duurder met worden is natuurlijk jammer. Ik kan me dit enigszins voor stellen, gezien de ontwikkeling op het gebied van rönt genapparatuur; de toestellen worden veel mooier en groter en er worden in het algemeen meer röntgen foto's genomen dan enkele jaren geleden. Wat me eigenlijk nog het meest verbaasd heeft, is wat er volgens bijlage F aan aanloopkosten bij komt. Maar nu kom ik op glad ijs, want dat is een post, die meer op technisch gebied ligt, en ik weet niet, of de Wethouder daarop kan antwoorden. Daar staat f 150.000,voor het proefdraaien van de verwarmings installatie en het droogstoken daarvan, wat niet was geraamd. Mijn lekenverstand begrijpt niet, hoe dat IV2 ton kan kosten. Een andere post op bijlage F: de voor bereidingen en het toezicht, wat 4 ton meer moet zijn. Daar zit dan in een loonstijging wegens het toezicht. Ik vind dat ook een ontzaglijk bedrag hoger. En dan ten slotte dit: Ik vind het jammer, dat niet waren geraamd de beton- en staalconstructies. Daar wordt nu f 120.000,voor gerekend. Dit alles zal natuurlijk op een of andere manier gedekt moeten worden, hetzij met de verpleegprijs, hetzij op een andere manier. Het College zegt, dat het nu niet die verpleegprijs wil gaan becijferen. Ik kan daar wel in komen, want men zit nog met een paar imponderabilia en, gezien deze grote verandering, kan ik me voorstellen, dat men er voorlopig van af ziet. Maar het zal dus ook betekenen een hogere ver pleegprijs of een jaarlijkse last op de Gemeente, zoals de drie grote gemeenten ook al hebben op hun ge meenteziekenhuizen. Dat zijn heel formidabele bedra gen. Ik moet wel een heel diepe zucht slaken bij dit voorstel en dus ook wel eindigen met de vraag: Wat heeft het College gedaan om dit te voorkomen? Heeft het College alles gedaan en heeft het beide diensten: Openbare Werken en G.G.D. en hun adviseurs op hun huid gezeten om dit tijdig te weten? Ik weet van te voren, welke antwoorden ik zal krijgen (Gelach) i.z. factoren, die het College niet kan beïnvloeden; het B.T.W.-argument wordt natuurlijk zeer veel gebruikt. Ik weet dus al, dat dat komen zal, maar de B.T.W. heeft niet alles op haar geweten. Ik weet ook wel, dat de Wethouder zal zeggen, dat de onderhandelingen met de specialisten veel tijd en moeite hebben gekost. Daar ben ik van overtuigd, maar ik ben er niet van overtuigd, dat we vroeg genoeg begonnen zijn. Het is een heel grote stoot, die wij krijgen. Ik zie, dat wij als Raad moeilijk nee zullen kunnen zeggen op wat B. en W. in dit voorstel vragen, maar dit moet mij werkelijk van het hart. (De Voorzitter: En winstpunt is, dat U voor een groot deel de beantwoording zelf al heeft gegeven, mevr. Veder.) De heer G. de Vries: De bouw van het ziekenhuis en de verpleeginrichting betekent op het terrein van de volksgezondheid, zowel voor Leeuwarden als voor de wijdere omgeving, dat er aan een tweetal belang rijke objecten wordt gewerkt. Het zijn ook de duurste objecten die de Gemeente ooit eerder onder handen heeft gehad! Het is duidelijk, dat bij een planning die zich over een reeks van jaren heeft uitgestrekt, be paalde factoren van tevoren niet te voorzien zijn ge weest en dat er om die reden „tijdens de rit" correc ties nodig zijn. Onze fractie heeft begrip voor die si tuatie. Het zou naar ons gevoel bijzonder onverstan dig zijn als wij niet binnen het kader van het plan als totaliteit alles in het werk zouden stellen om er voor zorg te dragen, dat de verbeteringen, die een uitvloei sel zijn van inmiddels gewijzigde inzichten op medisch en verpleegkundig gebied, meteen in de bouw worden meegenomen. Dat is het geval met de vergroting van de ruimten aan dagverblijven, dat is het geval met de uitbreiding van de polikliniek. Dat was enige tijd ge leden ook het geval met de revalidatie-afdeling en de technische apparatuur. Het verschil van toen met nu is, dat de nodige kredieten toen nog gefourneerd kon den worden uit de „meevallers". Die fase hebben wij nu achter de rug. Dat neemt evenwel niet weg, dat de voorstellen van het College onze fractie aannemelijk voorkomen, omdat zij een duidelijke kwalitatieve ver betering van de behandelingsmogelijkheden betekenen. M.b.t. de vergroting van de ruimten aan dagverblijven zouden wij willen wijzen op ervaringen elders, waar men bij mobilisering van de verpleegden in nog nieu we inrichtingen een ernstig tekort heeft aan dagver blijfruimten. Wij hebben hier nog de mogelijkheid om de inrichting aan te passen aan de gewijzigde medische opvattingen. Het kost inderdaad extra geld, maar ge heel afgezien nog van tal van bijkomende bezwaren, in ieder geval aanmerkelijk minder dan wanneer wij binnen een tijdsbestek van een aantal jaren een ver bouwing zouden moeten aanbrengen. Hetzelfde geldt voor de polikliniek. Mevr. Veder heeft ruim 2 jaar ge leden haar twijfel uitgesproken over de grootte van de polikliniek. In dit opzicht heeft zij gelijk gekregen. Wij hebben nu nog de gelegenheid op een verantwoor de wijze aan de behoeftenstijging aan poliklinische ac commodatie tegemoet te komen. Hier verrijzen een tweetal instituten die een belang rijke rol zullen spelen in de gezondheidszorg in onze gemeente en wijdere omgeving. Mevr. Veder heeft een aantal vragen gesteld, waarvan wij met belangstelling de beantwoording door het College tegemoet zien. Enkelen onzer, t.w. zij die deel uitmaken van de ad viescommissie bij de bouw van deze projecten, zijn er mee bekend, dat de zaak zover is gevorderd, dat de definitieve vormgeving zich begint af te tekenen. Het zou de moeite waard zijn te overwegen de gehele Raad eens ter plaatse te laten kijken. (De Voorzitter: „U zei toch de gehele Raad?") (Gelach) Inderdaad, mijnheer de Voorzitter. Het lijkt ons zeer de moeite waard en daarom bevelen wij deze suggestie in Uw aandacht aan. De heer Engels: Ik had erop gerekend, dat mevr. Veder-Smit wel een aantal indringende vragen zou stel len. Ik had al haast de zekerheid, dat het feit, dat zij gelijk gekregen heeft t.a.v. de polikliniek, waarop zij al enige tijd geleden en wel eind vorig jaar geatten deerd heeft, toch haar kritische zin niet zou temperen. Ik kan me dus aansluiten bij de vragen die zij over de verschillende onderdelen heeft gesteld. Wat ik meer in het algemeen zou willen zeggen is dit: dat het nu, financieel gezien, wel duidelijk is, dat we het goed boeren met de aanbesteding zo langza merhand wel weer hebben „ingelopen" in het negatie ve; dat onze fracties van mening zijn, dat het niet abnormaal is, dat er in de ontwikkelingsplannen van dergelijke grote projecten correcties komen; dat de verbeteringen, die het project meer dienstverlenend maken, kunnen worden toegejuicht, maar dat men na tuurlijk toch daarbij een punt kan naderen, waarop de kosten té hoog kunnen worden en een zodanig effect op de verpleegprijs kunnen krijgen, dat er een wan verhouding ontstaat met de verpleegprijs bij de andere twee ziekenhuizen in deze stad. Ik zou daarom in aansluiting en ter beklemto ning van wat mevr. Veder-Smit gezegd heeft toch willen aandringen op een doelmatige kostenbewaking, zonder dat het project daardoor minder goed behoeft te worden. De Wethouder zegt, dat het berekenen van een verpleegprijs niet zoveel zin heeft, dat dit een slag in de lucht is, maar dan was dit zoveel jaren ge leden, toen we voor het eerst deze zaak in de Raad kregen, ook een slag in de lucht. Ik zou graag van de Wethouder vernemen, wat het effect is van de verbeteringen, die nu worden aange bracht, en van de correcties in de berekeningen op de prijs per bed en de verpleegprijs per dag; dat hoeft euht niet op 10 ct., zelfs niet op 25 ct. precies te zijn. Ik zou hem ook willen vragen, of hij, als hij deze getal len bij benadering kent en ik vermoed van wel ons kan zeggen, hoe men in de kringen van ziekenfond sen e.d. tegenover de hoogte en de aanvaardbaarheid van deze verpleegprijs staat en hoe deze verpleegprijs ligt in vergelijking met andere ziekenhuizen, die in soortgelijke omstandigheden bouwen als wij. De heer Ten Brug (weth.): Mevr. Veder heeft te recht ik had het ook niet anders verwacht her haald wat zij indertijd m.b.t. de polikliniek heeft op gemerkt. Wij hebben toen, dacht ik, gezegd, dat wij, voorzover wij het op dit moment kunnen zien en ge zien de onderhandelingen, die er geweest zijn over dit plan van, naar ik meen, 1963 een kleine polikliniek voldoende achten. Mocht blijken in die geest heb ik toch gesproken dat deze groter moet zijn, dan zul len wij met voorstellen komen. Mevr. Veder heeft er laatst nog over gesproken bij het voorstel tot vergro ting van de revalidatie-afdeling en ik dacht, dat ik toen ook gezegd heb, dat de Raad binnenkort met een voorstel tot vergroting van de polikliniek zal worden geconfronteerd. De opmerkingen van Mevr. Veder gin gen met diepe zuchten gepaard, omdat wij hier te ma ken hebben met een verhoging van 4,8 miljoen. En ik wil niet ontkennen, dat dat een behoorlijk bedrag is. Maar ik dacht, dat, als ik deze cijfers nader analy seer, het nog wel meevalt. Voor die 4,8 miljoen worden een aantal verbeteringen en uitbreidingen tot stand gebracht, dat geldt dan voor de polikliniek en de dag verblijven, waar de heer De Vries over heeft gespro ken, en de röntgenapparatuur, waarvan Mevr. Veder zelf ook heeft gezegd, dat die sterk in ontwikkeling is. Dan ben ik al op een bedrag van bijna 1,2 miljoen. Gezien de gelukkige omstandigheid, dat de aanbeste ding aanmerkelijk meeviel (wij zaten toen in een „werkhonger" bij de grote bedrijven), wordt door deze uitbreidingen van meer dan f 1 miljoen het krediet maar met 5 ton overschreden. Je zou dus ook een zucht van verlichting kunnen slaken en zeggen: We hebben geboft met de aanbesteding, zodat we de ver beteringen, die er, als je bij wilt blijven (daar geef ik de heer De Vries volkomen gelijk in) in de loop van de bouw, soms in mindere, soms in meerdere mate, altijd zullen zijn, voor nog geen 5 ton hebben kunnen realiseren. Een andere belangrijke post van deze 4,8 miljoen is risicoverrekening en doorwerking B.T.W. van ruim f 1.361.000,Dat is een post waar wij nor maliter bij de bouw van dit soort objecten altijd mee geconfronteerd worden, maar meestal gebeurd dat aan het eind van de „rit". Hetzelfde geldt voor het mil joen, dat wij voor de aanloopkosten na de bouw den ken nodig te zullen hebben. Wij hadden indertijd wel een bedrag opgenomen voor verlieskosten tijdens de bouw, maar niet een bedrag voor aanloopkosten na de bouw. Het gunstigste geval is: de aanloopkosten in het eerste jaar voor rekening van ziekenhuis en ver pleegtehuis te nemen en te proberen dit in de ver pleegprijs terug te vinden. Maar als dat niet zou ge lukken, dan zullen we ze ten laste van de Gemeente moeten nemen. In de huidige situatie is het normaal, dat men bij de vaststelling van de verpleegprijs, die in overleg met het ziekenfonds geschiedt, deze jaar lijkse lasten bij de bouwkosten telt en in de verpleeg prijs doorberekent. 2 van de 5 miljoen kredietverho ging is dus al volledig normaal te noemen. De stijging van de kosten van de inventaris van het ziekenhuis en het verpleegtehuis is een aanmerkelijk bedrag, haast een miljoen. Mevr. Veder heeft mij bijna wel verboden, over de B.T.W. te spreken, maar de B.T.W. en de/ prijsverhogingen nemen in dit geval haast al 50% voor hun rekening. De rest betreft in derdaad een uitbreiding van de medische inventaris. En dat is niets nieuws, dat is een situatie, waarmee men overal geconfronteerd wordt. Ik dacht, zoals Mi nister De Block hierover onlangs nog heeft gezegd, dat we te maken hebben met een verpleegprijsstijging, die enerzijds en daar zitten we al jaren mee veroorzaakt wordt door de stijging der personeelskos ten, maar anderzijds ook door een meer moderne me dische aanpak, die op het ogenblik als een golf over de medische wereld gaat. Dan blijft nog over de f 365.000,voor de aanloop kosten tijdens de bouw; die zijn te laag geraamd. Daar zitten dan f150.000,stookkosten in. Ik kan mevr. Veder meedelen, dat op 1 september van dit jaar, ook in het belang van de bouw, met stoken moet worden begonnen. Er is gerekend van 1 september 19691 januari 1971; dat is dus meer dan een jaar. Daar zit ten ongeveer f120.000,„kale" stookkosten in en daar komen dan nog een f 20.000,bij aan kosten voor bedienend personeel. Dat zijn extra kosten, die je nu eenmaal moet maken. Een wat vervelende post ik geef het direct rond uit toe is de belangrijke verhoging (naar ik meen van ongeveer 4 ton) van de kosten van toezicht. Dit geldt het verpleeghuis, niet het ziekenhuis. Het bedrag is inderdaad wat aan de lage kant geschat. Het moet, naar het boekje van de B.N.A., nu worden berekend op het thans genoemde bedrag. Je zou kunnen zeggen: „Dat gaat ons ver genoeg. En Openbare Werken, dus de Gemeente zelf heeft het toezicht", maar dat lijkt me onjuist. Dit bedrag moet m.i. toch weer in de ver- pleegkosten teruggevonden worden. Anders zou een versluiering van kosten ontstaan. Ik vind het dus juist, dat dit bedrag wordt hersteld. Maar ik geef toe, dat dit een foute berekening is geweest. Het is altijd de bedoeling geweest, dat ook een reu matoloog aan de instelling wordt verbonden. Niet elk van de 8 kamers behoeft helemaal gereserveerd te wor den voor één specialist. In het indertijd vastgestelde aantal bedden dit aantal wil de Raad mij wel ten goede houden zijn ook „reumabedden" begrepen. En terecht, dacht ik, gezien de combinatie van dit zieken huis met het verpleeghuis. Mevr. Veder heeft er begrip voor, dat het op het ogenblik moeilijk is de te verwachten verpleegprijs zo wel voor het ziekenhuis als voor het verpleeghuis con creet te noemen. De heer Engels heeft hier ook over de verpleegprijs gesproken. Ik kan wel meedelen, dat de voorzieningen, die de onderhavige 4,8 miljoen vra gen, in de verpleegprijs gemiddeld met een bedrag van f 2,45 per dag doorwerken. De prijs waarvan wij uit gingen was, meen ik, bij het ziekenhuis ongeveer f 64,en bij het verpleeghuis achter in de f 40,Voor het ziekenhuis komt daarbij f 2,40 en voor het ver pleeghuis f 2,50 of f 2,45 per dag. De toerekening van f 2,40 en f 2,45 is uiteraard een theoretische affaire, want er zijn nogal een aantal voorzieningen in dit ge heel, die op beide inrichtingen betrekking hebben. Wij hebben indertijd bij benadering een prijs moeten ver melden, maar op dit moment nog concreter een prijs te noemen, waarop men tenslotte zal uitkomen, is niet mogelijk. Rekening houdende met het percentage van de algemene verhoging der verpleegprijzen sedert 1966, dacht ik, dat wij voor het ziekenhuis in de buurt van een f80,— en voor het verpleeghuis op ruim f50, terecht komen. Daar heeft de Raad op het moment misschien weinig houvast aan, want het is natuurlijk bijzonder moeilijk deze prijzen, die weinig concreet zijn, te vergelijken met de andere prijzen van de hier be staande ziekenhuizen. Wel is concreet, dacht ik: Wat is de verpleegprijs per bed? Daar gaat men ook vaak van uit bij deze beschouwingen. De bedprijs voor het ziekenhuis bedroeg indertijd f 115.500,en voor het verpleeghuis f63.600,Ik dacht, dat wij destijds ook in de discussie hadden aangetoond, dat dat een prijs was die ongeveer overeen kwam met de kostprijs van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1969 | | pagina 10