12 13 bij de bureaus van de P.S.G.V. (Protestantse Stichting ter bevordering van Verantwoorde Gezinsvorming); bij apothekers en drogisten; b. B. en W. te verzoeken zo spoedig mogelijk een ontwerp-besluit terzake aan de Raad ter vaststelling aan te bieden." Dit voorstel is mede ondertekend door de heren Mie- dema en Visser. Wij hebben in ons voorstel bepaalde verkooppunten genoemd. Dat hebben we gedaan om te voorkomen, dat er gevraagd zou worden: Wat acht U geëigende plaatsen? Ik wil tot slot nog opmerken, dat we natuurlijk niet aan deze plaatsen zijn gebonden. De Voorzitter: Het voorstel vormt mede onderwerp van discussie. De hear Klomp: Hwat ik sizze wol is ek in stim- forklearring. Ik bin it mei Weth. De Jong iens, dat it pleatsen fan kondoomautomaten buten bislctten rom- ten alhiel forbean wurde moat en dêrom sil ik ek net stimme foar dit amendemint. De heer Heidinga: Aan hetgeen de heer Kingma gezegd heeft heb ik mij een beetje gestoten. Ik zal er niet zoveel van zeggen. Ik geloof, dat het dat eigen lijk niet eens waard is. Hij had het over geboortebeper king in ons overvolle land, maar dat is zo'n gecompli ceerd vraagstuk, dat hij het misschien zelf niet door heeft. Ik mag hem er aan herinneren, dat we Turken, Spanjaarden, Joegoslaven enz. ons overvolle land bin nenlaten; ik zou me dus stil houden over ons overvolle land. De heer Kingma vindt, dat de gereformeerden nodig in aanraking moeten komen met geboortebeper king; hij wil misschien verschrikkelijk graag dat er minder gereformeerden komen. Ik zou hem de historie in herinnering willen brengen. Lees de geschiedenis, mijnheer Kingma; lees hoe het volken is vergaan, die ondergingen aan decadentie en zedeloosheid. Eerdere beschavingen zijn juist hieraan ten ondergegaan. Dat hoeft U niet van mij aan te nemen, maar U kunt de geschiedenis er op nalezen. De heer Kingma: Zonder de opmerkingen van mevr. Visser en de heer Heidinga zou ik geen behoefte ge had hebben aan een tweede instantie. De opmerking, die ik heb gemaakt, was eigenlijk niet serieus bedoeld, maar ik neem haar geheel voor mijn rekening. Hoewel ik het voorstel niet zal doen, vind ik het naar voren brengen ervan helemaal niet erg. Ofschoon ik graag zie, dat er minder gereformeerden komen, dat is het punt beslist niet, dat mag de heer Heidinga van mij aannemen, maar ik zou wel graag zien, dat wij ons kleine landje zolang mogelijk leef baar houden. Ik geloof, dat een van de punten, die daarbij naar voren komen een geboorteregeling zal moeten zijn; een verantwoorde gezinsvorming. Het bureau van de P.S.V.G. streeft ook al in deze richting en ik kan me niet voorstellen, dat dat het standpunt van het G.P.V. huldigt, mijnheer Heidinga. Dat kan ik me beslist niet indenken. Dit voorstel van B. en W. komt hier in be handeling door het G.P.V. en het komt dus uit de gereformeerde hoek. Nu mag de opmerking, die ik in eerste instantie heb gemaakt vrijzinnig zijn, maar ik neem haar graag voor mijn verantwoording. Ik hoop, dat degenen in deze Raad, die de condoomverkoop wen sen te beperken, zich er goed van bewust zijn, dat de opvattingen van de Ned. Herv. kerk moderner zijn dan die van de drie christelijke fracties in deze Raad. Het is van het grootste belang te bedenken, dat de jonge ren toch al weet hebben van deze dingen. Wanneer con dooms niet openbaar verkrijgbaar zijn, krijgt men ze toch wel van een vriendje of van iemand anders in een of andere koffiebar. Is dat misschien beter? Dan krijgen we alleen maar een schijnheilig gedoe en daar ben ik absoluut tegen! De heer Vellenga: Ik heb met waardering en res pect zitten luisteren naar het betoog van wethouder De Jong. Ik deel zijn opvattingen op dit punt niet, maar ik geloof, dat de waardige en principiële manier, waarop hij over deze zaak heeft gesproken, zeer gun stig afsteekt bij dat wat sommigen daarover vanavond hier in deze Raad hebben gezegd. Hij heeft aangegeven, dat in 1966 het kabinet Cals bepaalde opvattingen over deze zaak had. Drie jaar later is het volgende kabinet met andere voorstellen gekomen, omdat ook wat dit betreft, de tijd niet stil staat. Ik heb ook daar met veel respect geluisterd naar hetgeen de heer Dr. Boertien in de Tweede Kamer heeft gezegd. Ik geloof, dat het de wethouder siert door vast te houden aan het standpunt van zijn partij, zoals dat naar voren is gebracht in de Tweede Kamer. Ik meen, dat dit een manier is, waarop wij over deze dingen moeten discussiëren en behalve een enkele uit zondering is dat ook in de Raad vanavond gebeurd. Maar er kunnen natuurlijk standpunten tegenoverelkaar blijven staan. Wanneer mijn fractie meent het niet eens te zijn met het voorstel, dat door mevr. Visser e.a. is ingediend, dan heeft dat standpunt niets te maken met egards. Hier worden gewoon standpunten tegen over standpunten geplaatst. Wanneer ik snerend en ironiserend over haar betoog en over dit voorstel ge sproken zou hebben, dan zou misschien op egards ge wezen mogen worden, maar ik geloof, dat dat niet mag gelden, voor hetgeen ik over deze zaak heb ge zegd. Ik kan me voorstellen, dat de heer Heidinga zich gestoten heeft aan bepaalde opvattingen van de heer Kingma. Of hij die moet weerleggen met een beroep op buitenlandse arbeidskrachten en alles wat daarmee annex is, acht ik op zijn minst twijfelachtig. Maar het feit alleen, dat in de kringen van het Gereformeerd Politiek Verbond anders over deze zaak wordt ge dacht, dan bijv. in de A.R. partij, bewijst hoe subtiel, hoe gevoelig, hoe genuanceerd deze hele zaak kan lig gen en ik geloof, dat we daarmee rekening moeten houden. Mijn fractie is tegen het voorstel van mevr. Visser met alle hoffelijkheid en egards waarover ik op dit moment beschikt. Wij zijn van mening, dat de meerderheid van het College het meeste begrip toont voor de ontwikkeling op dit gebied en vandaar dat wij graag het voorstel van die meerderheid zullen volgen. De Voorzitter: De opmerkingen, die in tweede in stantie zijn gemaakt, geven de meerderheid van het College van B. en W. geen aanleiding om op hun stand punt terug te komen. Wij blijven het voorstel van mevr. Visser c.s. dus ontraden. Overigens heb ik er geen be hoefte aan om te reageren op de opmerkingen, die niet direct op het voorstel betrekking hadden. Het voorstel-mevr. Visser-van den Bos wordt ver worpen met 22 tegen 11 stemmen. Vóór stemmen mevr. Visser-van den Bos en de heren Heetla, Miedema, De Leeuw, Ir. Rijpma, Visser, Wiersma, Reehoorn, Stek, Boomgaardt en Heidinga. Het voorstel van de meerderheid van B. en W. wordt aangenomen met 23 tegen 10 stemmen. Tegen stemmen mevr. Visser-van den Bos en de heren Heetla, Miede ma, De Jong, Visser, Wiersma, Reehoorn, Klomp, Boomgaardt en Heidinga. Punt 24a (bijlage no. 421). De heer Heidinga: Het blijkt, dat de zebra's in de ringweg hoe langer hoe onveiliger worden, dat is een hele nare ontwikkeling. Het is vreselijk voor de ouders een kind te moeten missen, zoals dat kortgeleden op de Pieter Stuyvesantweg is gebeurd. Van bepaalde instanties uit de burgerij is nu het initiatief gekomen de verkeersveiligheid op de Pieter Stuyvesantweg te verhogen. Ik vind het goed, dat der gelijke initiatieven bij de Raad komen. Ik wil daar voor mijn grote dankbaarheid uitspreken. Dit houdt echter niet in, dat ik zonder meer met dit voorstel ak koord kan gaan. Ik heb het idee, dat dit voorstel van het College weinig doordacht is. U stelt voor de schen king te aanvaarden en dat houdt dus in, dat er een brug over de Pieter Stuyvesantweg komt, die onge veer 4 meter hoog zal zijn. Deze luchtbrug is bereik baar via trappen, die in de rozenperkjes beginnen, dus een oploop, die tussen de ventweg en de hoofdrijbaan ter plaatse kan vervallen. Met sneeuwval of ijzel is de trap bijna onbruikbaar en daarom vind ik het jam mer, dat het College van mening is, dat de zebra kan vervallen. De ouden van dagen uit Greunshiem en vrouwen met kinderwagens, die de Pieter Stuyvesant weg moeten oversteken kunnen de luchtbrug niet ge bruiken. Ik dacht, dat de luchtbrug een lange uitloop zou moeten hebben aan de ene kant de Fruitstraat in tot ongeveer de Boomgaardstraat en aan de andere kant tot ongeveer aan de Tjottersrtaat. Hierdoor ont staat dan een helling waardoor vrouwen met kinder wagens en bejaarden over de luchtbrug kunnen wan delen. Er zitten veel meer aspecten aan deze zaak, dan uit Uw voorstel blijkt. Een luchtbrug met trappen of een luchtbrug met hellingen is uiteindelijk de op lossing niet. Er zal ter plaatse een voetgangerstunnel tje moeten komen. Ik denk, dat dit op veel meer plaatsen aan de ringweg zal moeten gebeuren; daar ontkomen we niet aan. Maar om ons nu te bepalen tot dit punt in de ringweg vraag ik me af, of niet een betere oplossing gevonden kan worden bij de straat, waar de brug over de Potmarge ligt. Kan het College van B. en W. niet met de initiatiefnemers in overleg treden om tot een betere oplossing te komen? Als dit niet mogelijk is dan moeten we de zebra handhaven en voorzien van knipperlichten. De heer Vellenga: Het voorstel wat U ons doet, beeft op twee manieren een incidenteel karakter. In de eerste plaats is het zo, dat nu een oplossing wordt na gestreefd voor dit punt, terwijl het op zichzelf mis schien goed zou zijn, dat van de kant van het College van B. en W. langs de hele rondweg en mogelijk op andere plaatsen de verkeerssituatie nog eens extra goed wordt bekeken. Dit is een tikkeltje buiten de orde, maar ik heb even een aanloopje nodig om U in ieder geval bij dit punt te vragen: Wilt U Uw gedachten daarover nog eens laten gaan en ons mogelijk bij de behandeling van de begroting een nota overleggen, waardoor wij een inzicht krijgen in het totaal en de maatregelen, die moeten worden genomen. Deze nota boeft misschien niet op de begroting te wachten; er ligt ook nog een voorstel van de heer Faber om be paalde voorzieningen te treffen bij de Julianalaan Van Miereveltplantsoen. Misschien kunt U daar ook een bredere beschouwing aan koppelen. In de tweede plaats is dit voorstel min of meer in cidenteel omdat er op één punt op deze weg nare din gen zijn gebeurd, waarover de heer Heidinga zopas even heeft gesproken. Mijn fractie juicht het toe, dat naar aanleiding van deze ongelukken, die daar hebben plaats gevonden, een stuk gemeenschapsgevoel is ontstaan, dat heeft geresulteerd in: a. het samenkomen van een aantal mensen, die verontrust waren door de ongeluk ken; b. de reactie van een gedeelte van het bedrijfs leven in deze stad. We hebben vaak de neiging te zeg gen, dat deze mensen puur commercieel denken. Ik geloof, dat een geste als deze hoog gewaardeerd mag worden. Zonder ook maar iets af te doen aan dit ini tiatief komen er bij ons bepaalde vragen op; vragen, die de heer Heidinga ook al heeft gesteld. Eigenlijk moet naast de luchtbrug ook een zeebrapad worden ge handhaafd op grond van de motieven, die de heer Hei dinga al heeft genoemd. Natuurlijk heeft iedere fractie ook aan knipperlichten gedacht. Het gevaar bestaat, dat we te lang studeren, te lang vragen, te lang dis cussiëren, totdat er weer een ongeluk plaats vindt. Ik dacht, dat wij in die situatie op dit moment verkeren. En daarom geloof ik, dat het zin heeft dat deze vragen aan Uw College worden gesteld. Hopenlijk kan de des betreffende wethouder een aantal verduidelijkende, ver helderende opmerkingen maken. Maar mocht hij daartoe, op dit moment, niet in staat zijn, dan kan misschien overwogen worden deze voorzieningen voorshands een tijdelijk karakter te geven. Dat brengt natuurlijk kos ten met zich mee, maar niets doen of wachten tot mo gelijk een ideale oplossing is gevonden, is levensgevaar lijk. Na beantwoording van de vragen door de Wethou der kunnen wij, in tweede instantie, mogelijk beter ons definitieve standpunt t.a.v. Uw voorstel bepalen. De heer Van Balen Walter: Wij kunnen Uw voorstel zonder nadere toelichting of nadere uitwerking, niet accepteren. Ik geloof, dat de heer Heidinga hier zeer waardevolle opmerkingen heeft gemaakt en voldoende duidelijk heeft gemaakt welke bezwaren aan de uitvoe ring van deze luchtbrug verbonden zijn. Ook de heer Vellenga heeft bezwaren; hij heeft U eigenlijk gesug gereerd om een algemene beschouwing over de ver keersveiligheid van de ringweg te geven. Wij kunnen daarop beslist niet wachten, omdat dit initiatief van de burgerij dusdanig waardevol is, dat de gemeente beslist hier aan op de een of andere manier gehoor moet geven. Ik weet niet wat nu precies de beste op lossing is, maar ik voel eigenlijk het meest voor wat de heer Heidinga heeft gezegd. Leg die luchtbrug bij de brug over de Potmarge, en laat het zebrapad be staan, want een zebrapad afschaffen, dat kan beslist niet. Knipperlichten onder zo'n luchtbrug lijkt mij ook niet een juiste oplossing. Een andere plaats voor die luchtbrug in de nabijheid lijkt me het beste. De heer Ilijpma: Kunnen er op korte termijn niet voldoende financiën worden aangetrokken als er een lening, met een rente onder het landelijk gemiddelde, door de burgerij beschikbaar wordt gesteld Wanneer dit juist is, kan misschien in overleg met betrokkenen worden nagegaan in hoeverre het bedrijfs leven in staat is voor dit object en ik denk m.n. aan een ondertunneling een financieringsmogelijk heid te vinden. De heer Kingma: Er is een paar jaar geleden, toen ik nog aan de Pieter Stuyvesantweg woonde, ook een dodelijk ongeluk gebeurd. Ik heb dat dus van zeer nabij meegemaakt. In die tijd heb ik gezien hoe hopeloos eigenlijk de situatie daar is omdat er vrij veel mensen aan de oostzijde van de Pieter Stuyvesantweg wonen en omdat de scholen bijna (er is nu een kleuterschooltje) allemaal aan de westzijde staan. Aan de westzijde zijn eveneens meerdere winkels, dus het is logisch, dat men daardoor vaak de weg oversteekt. Wanneer een auto weg wordt aangelegd, dan dacht ik, dat het ook logisch was, dat ook zorg werd besteed aan de veiligheid van de voetgangers. Deze voetgangersbrug, laat in derdaad zoals al meer is gezegd, een hiaat. Wanneer men die zebra gaat wegdoen en men maakt daar een brug, die in de rozenperkjes uitkomt, dan weet ik niet of het er beter van wordt. Aan de ene kant is het fantastisch, dat men zo vlug met een plan komt; en aan de andere kant vind ik, dat wij ons als gemeente bestuur moeten schamen, dat het eerst zo ver moest komen voor we er ernstig over gaan denken daar ver beteringen aan te brengen. De Gemeente had ook ver beteringen kunnen aanbrengen door bijv. het aanbren gen van voetgangerslichten; door het aanbrengen van borden „Langzaam rijden!" of „Voetgangersoversteek plaats". Men had de zebra's ook bij nat weer zijn ze vaak slecht te zien kunnen markeren door de z.g. „katteoog'-reflectoren. Dit zijn allemaal mogelijk heden, maar ik geloof, dat we moeten streven naar een tunnel. Een tunnel zou voor de Gemeente toch echt wel een oplossing zijn. Laten we er hier mee be ginnen, want er zijn meerdere punten in de rondweg waar deze tunnels nodig zijn. Ik denk hier m.n. aan een tunnel voor voetgangers en wielrijders. Wij moeten hier heel ernstig over den ken en alstublieft niet te lang. Ik hoop, dat hier een voetgangerstunnel geprojecteerd kan worden, waarbij ook wordt gedacht aan de oudere mensen, die niet zo best meer de weg over kunnen steken. Er moet dus een vrij flauwe helling zijn, zoals hier al eerder is be toogd. Ik hoop, dat als deze luchtbrug er eerder zal komen, dat het dan een zeer tijdelijke oplossing zal zijn en dat men de zebra zal handhaven. De zebra's kunnen zo mogelijk nog beter worden aangegeven, zo dat wij in elk geval kunnen zeggen, dat van gemeente wege het uiterste is gedaan voor de veiligheid van de voetganger op een autoweg. Daar ben ik nu absoluut niet van overtuigd! De heer Tiekstra (weth.): Het is volkomen terecht, dat de onveiligheid op de v.o.p. de aandacht van de Raad krijgt en dat is stellig de verdienste van de geste van deze bedrijven. Deze onveiligheid op de v.o.p. heeft ook al zeer langdurig de aandacht en er zijn op het terrein van het aangeven van de v.o.p., m.n. de bescher mende voetgangersoversteekplaats, allerhande experi menten aan de gang geweest. Ik zeg aan de gang ge weest, omdat de Raad zich terdege moet realiseren, dat er nu eenmaal in het verkeer consequent toege werkt wordt naar uniforme gelijkluidende verkeersbor den. De verkeersdeelnemer moet weten wat de beteke nis van een bord is; dat weet hij, wanneer het een ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1969 | | pagina 7