14 15 normaliseerd bord is. Elk ander bord of elk ander sig naal heeft het grote risico, dat de verkeersdeelnemer in de war wordt gebracht. Ik attendeer U op de situatie bij het station in Drachten waar inderdaad knipperlich ten waren en er nu niet meer zijn. In de conventie van Genève bestaat overeenstemming omtrent de aard van een bord bij v.o.p. Het enige wat er nog aan ontbreekt zijn de maten. Het departement van Verkeer en Water staat is, in overleg met het departement van Justitie, sinds september-oktober 1968 doende deze maten vast te stellen. Laat men die maar vaststellen op 1 m. bij 1.20 m. Zodra de maat van dat bord is vastgesteld is het College voornemens bij elke v.o.p. zo'n bord te plaatsen. Zolang echter de maten niet zijn vastgesteld, is er geen fabrikant, die deze borden maakt. Dat is het ellendige van deze situatie. Ieder ander heeft met deze situatie te maken, maar de Raad moet zich rea liseren, dat een gemeentebestuur in grote mate afhan kelijk is. Ik geloof, dat ik de woorden, die aan het adres van de initiatiefnemers zijn gesproken, alleen maar dui delijk kan onderstrepen. Betrokkenen hebben niet gesteld dat ze 100% vei ligheid zouden scheppen voor de overstekende wegge bruikers. Die 100% veiligheid is ook niet te bereiken, dat moet ik heel duidelijk zeggen. Een groot aantal van de verkeersongevallen, die zich voordoen, zijn een voudig een gevolg van ons verkeersgedrag. En dat is een heel moeilijke zaak. Een zaak, waar wij, dacht ik, allemaal tezamen voor verantwoordelijk zijn en ik wil met nadruk hier in deze vergadering stellen, dat dat niet alleen betreft het lot van diegene, die met een zodanig verlies wordt getroffen, maar het ook betreft diegene, die op zo'n ogenblik dat ongeluk veroorzaakt. Die ervaring is voor beide kanten even triest. Betrok ken initiatiefnemers hebben zich bij de ontwikkeling van dit initiatief allereerst afgevraagd: „Zouden wij met elkaar in staat zijn financieel en technisch een onge lijkvloerse oversteekmogelijkheid, door middel van een tunnel, te maken?" Zij zijn, net als wij, tot de conclusie gekomen, dat een voetgangers- en zeker een voet gangers- en fietsentunnel een kapitale investering is. Er zijn raadsleden hier in deze zaal, die omtrent de bedragen in feite geïnformeerd zijn. Ik beroep mij niet op dat financiële bezwaar; ik stel alleen maar, dat een uitgave van f 500.000,voor een ongelijkvloerse voor ziening, een kapitale investering is. Er zijn speciaal voor voetgangers tunnels gemaakt in Amsterdam, te genover het Centraal Station, in Arnhem op het Vel- perplein en in de Rondweg te Haarlem. Het blijkt, dat de voetganger van deze voorzieningen een zeer beschei den gebruik maakt. De initiatiefnemers hebben, even als wij, geconstateerd, dat bejaarden en kinderen bij zonder kwetsbaar zijn op gelijkvloerse v.o.p.'s. Wij heb ben niet de illusie dat alle bejaarden en alle kinderen van deze luchtbrug gebruik zullen maken, maar voor degene die maximale veiligheid verkiest boven het risico van gelijkvloerse oversteek, is dan in ieder geval deze voorziening aanwezig. Daar gaat het op dit mo ment om. Meer betekenis hechten de initiatiefnemers er niet aan. De trap van de luchtbrug heeft halverwege een bordes waarop de voetganger even kan rusten. Het is dus geen doorlopende trap. Verder wijs ik U er nog op, dat knipperlichten alleen maar buiten de bebouwde kom zijn toegestaan. Ik ben best bereid om met de initiatiefnemers eens te praten over de plants van de brug, maar de Raad moet zich realiseren, dat juist het bedoelde kruispunt het meest intensief wordt gebruikt. Wij zullen in de verkeerscommissie ons nader beraden over de vraag waar de vervangende voetgangersover steekplaats moet komen als de voetgangersoversteek plaats onder de brug komt te vervallen. Het is vol komen duidelijk, dat als de brug wordt gebouwd zoals zij nu is geprojecteerd, er onder die brug geen v.o.p. kan liggen. De hele situatie op de ringweg heeft al geruime tijd onze aandacht, maar het treffen van voor zieningen is geen eenvoudige zaak en ik neem aan, dat bij de behandeling van ons preadvies m.b.t. het adres van de veiligheidspromotor van de L.T.S. in het Nijlan, deze problematiek ook volledig op tafel komt. De Raad kan zich dan een beter oordeel vormen. De nota die door de heer Vellenga is gevraagd, zal een completer werkstuk moeten zijn. Naar mijn mening zal op een aantal plaatsen, in relatie met verkeerslichten, een grotere beveiliging voor de voetgangers tot stand ge bracht moeten worden. We kunnen niet meer doen dan proberen de veiligheid zo hoog mogelijk op te voe ren, waarbij wij ons moeten realiseren, dat wij met dit verkeer hebben te leven en dat voor een groot deel de risico's van het verkeer worden bepaald door ons eigen gedrag. Die factor zal in het bijzonder de aandacht moeten hebben van allen, die met het verkeer te ma ken hebben. Daar wordt ook veel aan gedaan. Het College is snel met het voorstel gekomen, omdat het College van oordeel was, dat dit lofwaardig initiatief, dat zo spontaan is geboren, ook spontane reacties van het College verlangde. De opmerking van de heer Heidinga over het maken van hellingen, geeft mij aanleiding op te merken, dat we daar buitengewoon voorzichtig mee moeten zijn. Met het klimaat waarin we leven, zullen de hellingen gemakkelijk glad kunnen worden en dan wordt het probleem nog moeilijker. Resumerend zou ik de Raad in overweging willen geven, deze schenking wel te willen aanvaarden. Ik ben bereid in het College en met de initiatiefnemers te bekijken, hoe een gedetailleerde uitwerking en een gelijkvloerse oplossing van de oversteekplaats opnieuw in de Raad kan worden gebracht, maar daar zien we stellig wel een vorm voor te vinden. Misschien wel bij ons preadvies over dat adres van de veiligheidspromo tor. Aanvaardt U vanavond dit geschenk en laat U straks over de gedetailleerde uitvoering hiervan door het College nader informeren. De heer Rijpma: Kan de wethouder mijn vraag ook beantwoorden De heer Tiekstra (weth.): Dit is in theorie moge lijk, dat ontken ik niet. (De heer Rijpma: Zijn daar voorwaarden voor?) Dat zal de heer De Jong U beter kunnen vertellen, dan ik. Waarop ik U attendeer is het feit, dat de betreffende bedrijven zoveel mogelijk trachten met eigen materialen en met eigen werkkrach ten het lijkt niet onmogelijk dat er straks vrijwillige krachten bijkomen deze brug te bouwen. Dat is heel iets anders 3an een schenking in geld. Afgezien van de vraag of de waarde van dat geschenk in geld in staat zou kunnen zijn om een renteverschil te dekken van een leningbedrag op marktvoorwaarde tegen de condities, die voor burgerzinlening gelden. Als U even denkt aan de bedragen die ik m.b.t. tunnelvoorzienin gen heb genoemd. De heer Heidinga: De beantwoording van de wet houder vind ik goed. De wethouder is hier heel serieus op ingegaan; het is natuurlijk ook een heel serieuze zaak. Voor mijn gevoel heeft hij hier en daar de zaak wat afgezwakt t.a.v. het levensgevaar op deze plaat sen. Dat er op die oversteekplaats dodelijke ongelukken gebeuren, baart hem ook zorgen, maar ik heb het ge voel, dat hij daar een tikje te licht over heeft ge sproken. Wat mij persoonlijk betreft zou ik na het betoog van de wethouder wel akkoord kunnen gaan met het plaatsen van deze trap, als de wethouder ons zou kunnen toezeggen, dat daar vlakbij toch nog een v.o.p. blijft. Verder zou ik graag willen, dat die v.o.p. beveiligd zou kunnen worden door stoplichten, stop lichten met drukknoppen. Men komt ze op verschil lende wegen tegen. Iemand, die van de oversteekplaats gebruik wil maken, drukt op de knop en de lichten komen op rood te staan; of dat voor verwezenlijking vatbaar is weet ik niet, maai' ik wil het toch hier in de Raad lanceren. De wethouder heeft gezegd, dat een fiets- en voetgangerstunneltje ruim een half miljoen zal moeten kosten. Tegenover het Emmaplein hebben we onder de spoorlijn een grote rioolbuis geperst. Nu vraag ik mij af, of er niet grote rioolbuizen in de han del zijn, die wij onder de Pieter Stuyvesantweg door kunnen persen. Als we in zo'n buis een vlak stuk leg gen, kun je er gebruik van maken. Het zal natuurlijk een veel goedkopere oplossing zijn, die toch bruikbaar kan zijn. De heer Kingma: Ik wil nog wel even een opmer king maken over de hoogte van de leuning van de brug. Deze leuningen zijn 90 cm hoog. Dat is zeker niet te hoog voor de kinderen. Over de voetgangers lichten heeft de heer Heidinga ook al het zijne gezegd. De heer Tiekstra heeft dat, meen ik, niet beantwoord. Hij heeft gesproken over knipperlichten, maar niet over voetgangerslichten. Zeer belangrijk vind ik het markeren van de v.o.p., zodat ze ook goed zichtbaar zijn bij nat weer. Wanneer de borden voor de v.o.p. nog niet internationaal zijn, dan kan de gemeente toch tijdelijk deze borden laten maken. Een gewoon bord van hechthout is beter dan helemaal niets. De ver wachting is, dat door de aansluiting van de weg naar Drachten de Pieter Stuyvesantweg nog intensiever zal worden gebruikt. Het is dus duidelijk, dat betere maat regelen moeten worden genomen. Deze luchtbrug is een tijdelijke oplossing en zal zo spoedig mogelijk ver vangen moeten worden door een voetgangerstunnel. De heer Vellenga: Ik heb met waardering geluisterd naai het betoog van wethouder Tiekstra. Hij heeft een sterk zakelijk betoog gehouden, heel duidelijk gedragen door een groot gevoel van medeleven en van begrip voor verkeersveiligheid en verkeersonveilighied. Dat was voor iedere verstaander wel duidelijk. Hij is ge ëindigd met de zaak zo aan de Raad voor te stellen: Aanvaard dit geschenk. U kunt er dan op rekenen, dat de bijkomende zeer belangrijke dingen, die in de discussie naar voren zijn gekomen, verwerkt zullen worden in het overleg binnen het College van B. en W. We zullen dus op een bepaald moment met een com plex van hier te nemen maatregelen in Uw Raad terug komen. We kunnen dat van de kant van onze fractie zeer waarderen en ik hecht er ook aan, dat hij met een enkel woord heeft gereageerd op mijn suggestie om een allesomvattende nota over dit vraagstuk bij de Raad te brengen. Ik zou dat liever niet incidenteel doen bij het geval van de promotor, de heer Faber. We moe ten een passende gelegenheid vinden, om aan deze totale zaak, eens een goede discussie te wijden. De heer Wiersma: Ik sluit me graag aan bij het geen de heer Vellenga heeft gezegd. Ik wil er nog aan toevoegen, dat op meerdere plaatsen in Nederland der gelijke situaties zijn. Ik rij nog al eens lang de weg en kom o.a. langs Mariaheide. Daar heb ik een derge lijke situatie gekend en daar heeft men het opgelost met een loopbrug, gebouwd door de genie. Sedertdien zijn er geen ongelukken meer voorgekomen. Het initia tief van het bedrijfsleven om hier een voetgangersbrug te bouwen, vind ik bijzonder lofwaardig. Voor de men sen, die nabij de Pieter Stuyvesantweg wonen, is het bijzonder belangrijk, dat hier snel beslissingen worden genomen. De heer Tiekstra (weth.)Ik heb met erkentelijk heid genoteerd, dat de heer Heidinga overtuigd is van mijn zorg voor de verkeersveiligheid; ik probeer mijn antwoord zo beknopt mogelijk te houden, maar die be knoptheid betekent niet, dat ik zonder zorg zou zijn voor de verkeersveiligheid. Ik ben bereid te zoeken naai een vervangende plaats voor de bestaande v.o.p. Met de deskundigen zullen we bekijken, of een extra beveiliging door stoplichten gewenst is. Daar kom ik straks stellig op terug. De heer Kingma heb ik wel volledig beantwoord. Ik heb er n.l. duidelijk op ge wezen, dat verkcersaanduidingen, die niet uniform zijn, alleen maar onduidelijkheden opleveren: vragen voor ie weggebruikers. Een weggebruiker moet zich niet afvragen wat er aan de hand is, die moet meteen I weten, wat er aan de hand is. Ik heb verder verteld, lat de afbeelding van het bord in de conventie van Senève is vastgelegd. De gemeente is niet verantwoor delijk voor het feit, dat de maten voor deze borden nog niet door de betreffende Departementen zijn vast gesteld. Zodra die maten vast liggen zullen wij stellig met deze borden gaan werken. Dat heb ik in eerste nstantie gezegd en ik aanvaard niet het verwijt, dat k niet zo heb geantwoord. Met de heer Vellenga ben ik van mening, dat de totale problematiek van de ver keersveiligheid niet aan de orde moet komen bij de behandeling van het adres van de heer Faber. Een alles omvattende nota over de totale problematiek van de verkeersveiligheid en de daarbij behorende voor zieningen moet stellig de aandacht hebben, maar ik 'raag wel enige tijd om dit voor te bereiden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. De Voorzitter: Ik schors de vergadering voor de tweede koffiepauze. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Punt 25 (bijlage no. 401). De heer Vellenga: Een enkele keer krijgen wij hier een voorstel zoals dit is voorgelegd. Een groep jongeren wil bepaalde activiteiten ontwik kelen en zoekt daarvoor een eigen home. Vaak zijn ze niet in staat om dat zelf financieel helemaal te be- stuiveren. Wij hebben meer dan één keer een dergelijk verzoek kunnen honoreren. Vanavond staat Goutum wel sterk in het middelpunt van de belangstelling. In het begin van onze vergadering hebben we het be stemmingsplan Goutum met algemene stemmen aan genomen. Nu gaat het om een initiatief van de Fryske Jongerein uit Goutum en ik wil graag namens mijn fractie zeggen, dat wij akkoord aan met Uw voorstel. Wij hopen, dat dit initiatief van de Fryske Jongerein helemaal tot zijn recht mag komen. De hear Roomgaardt: Der is by my dochs noch in lytse fraech opkommen. Wy kinne tocht ik yn'e ta- komst forwachtsje mar dat sil wol in jier as hwat oanhalde dat wy in greater projekt as in doarpshüs of hwat ek mar yn Goutum krije sille. Moatte wy oan- nimme, dat dit in initiatyf is dat der hielendal los fan stiet of moat men hast tinke, dat it yn 'e takomst wol dy kant üt giet. Dat men dus meiinoar yn dat op- sicht oparbeidet. Fierders op dit stuit graech ek fan üs kant stipe foar dit foarstel. De heer De Jong (weth.)Hoe de ontwikkeling van Goutum m.b.t. dit zal zijn, weten we niet. Wij hebben, i.v.m. de terugbetalingsbepaling, de afschrijvingstermijn Het initiatief van deze 80 leden tellende groep van voor dit semi-permanent gebouwtje op 5 jaar gesteld, de Fryske Jongerein is positief. Het College wil daar om de activiteit van deze groep graag stimuleren. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. De Voorzitter: Ik schors de vergadering voor een besloten zitting. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Mevr. Veder-Smit heeft inmiddels de vergadering ver laten. De Voorzitter: Het is intussen al enkele minuten voor twaalven. Ik zou de Raad willen vragen een moe dige poging te doen de rest van de agenda af te han delen. Wie is voor doorgaan? Alle raadsleden blijken vóór doorgaan. Punten 26, 26a en 27 (bijlagen nos. 400, 423 en 411). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 28. De Voorzitter: De desbetreffende commissie, die door Uw Raad is benoemd, stelt voor de gemeentereke ning over het dienstjaar 1963 voorlopig vast te stellen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van de commissie. Punt 29 (bijlage no. 316). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 30 (bijlage no. 422). De heer Visser: Een opmerking over de post „on voorziene uitgaven". Het was niet de bedoeling om hierover het woord te vragen, maar wij hebben het voorstel m.b.t. de aanvaarding van een schenking van de luchtbrug gehad. Bij mij is de vraag opgekomen, of wij er wel verstandig aan doen om het bedrag van de kapitaalslasten, volgnr. 636, een bedrag van bijna f 38.000,over te hevelen naar de post onvoorziene

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1969 | | pagina 8