x\L>
*5
De Voorzitter: Als wij ooit willen komen tot we
tenschappelijk onderwijs in Friesland zal dat streven
ook politiek moeten worden meegedragen. Wanneer
dat niet gebeurt, krijgen we hier nooit wetenschappe
lijk onderwijs, welke argumenten we ook aanvoeren.
Dit is ook het ontstaan geweest van de eerste dis
cussie over de 4e T.H. Dat zou ik nog wel graag eens
even in herinnering willen brengen. Toen wij urgenties
moesten stellen voor het noorden des lands is van
Friese zijde ook naar voren gekomen de vestiging van
een T.H. van het door de heer Ten Brug bedoelde ka
rakter. Dat denkbeeld is door alle grote politieke
partijen op één na volledig onderschreven en gesteund.
Op die basis hebben wij ook een gesprek met de Minis
ter persoonlijk gehad. Ook ik betreur het, dat er mis
verstand is ontstaan over het stuk van de Commissie
Wetenschappelijk Onderwijs in Friesland. Wij moesten
het onderhoud met Minister Veringa bevestigen, ieder
een wist, dat ook de Commissie bezig was en de pers
had ook al herhaaldelijk geïnformeerd naar de stand
van zaken. Wij hebben toen de pers maar een exem
plaar gegeven van deze brief aan de Minister, die de
naam nota heeft gekregen. Wij hebben toen gezegd:
„Laten wij ook de Kamerleden, zittende in de onder
wijscommissie, en de Friese Kamerleden op de hoogte
stellen, want het zou toch vreemd zijn, als zij niet
precies wisten, wat wij hebben gesteld, wanneer
deze zaak in Den Haag ter sprake komt."
Mevr. Veder-Smit: Politieke druk kan natuurlijk
noodzakelijk zijn, maar kan alleen worden uitgeoefend
voor iets waar men achter staat. (De Voorzitter: Hei
is fijn als iedereen er achter staat. Helaas staat niet
iedereen er achter, maar velen wel.) Als men dan iets
krijgt gepresenteerd, waaraan toch wel zeer aanvecht
bare kanten zitten, is dat jammer. Ik heb al van het
begin af aan betwijfeld of de opzet van de Commissie
wel zodanig was, dat er een voldragen rapport uit voort
zou kunnen komen. Dit stuk is toch echt geen voldragen
rapport. (De heer Ten Brug (weth.)Dat is ook niet
beweerd.)
De Voorzitter: Ik schors thans de vergadering voor
maximaal 10 minuten.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
Hoofdstuk VIII, par. 6.
Volgno. 249.
De heer Ten Brug (weth.)De commissie, die zich
bezig houdt met de tarieven van het Muziekinstituut
heeft geen gemakkelijke taak. Dat was te voorzien,
want deze commissie werd reeds direct geconfronteerd
met drie standpunten. De commissie is inmiddels tot
een voorlopig resultaat gekomen. Dit resultaat zal op
korte termijn worden besproken met de advies
commissie voor de school en met de directie. Daar
na zal er rapport worden uitgebracht aan B. en W. Ik
dacht dan ook, dat deze zaak op vrij korte termijn
weer in de Raad zou kunnen komen. Wij streven er
naar om dit op zo korte termijn te doen, dat bij de
aangifte de nieuwe tarieven kunnen worden vermeld.
Ik dacht, dat ik hiermede deze twee vragen wel be
antwoord had.
Volgno. 253.
De heer Ten Brug (weth.)Zolang er geen nieuwe
scholen worden gebouwd, mag ook niet worden ver
wacht, dat er in de oude stadsgedeelten scholen leeg
zullen lopen. Wanneer de Stedelijke Scholengemeen
schap is gerealiseerd, komen vrij het Stedelijk Gymna
sium, het gebouw van de Meisjes-h.b.s. en het gebouw
van de voormalige Gemeente-h.b.s. Laatstbedoeld ge
bouw zal t.z.t. waarschijnlijk wel moeten worden ge-
amoveerd. (De heer Kijpma: Is er overleg gepleegd
met de h.t.s. over het h.t.s.-gebouw. Wanneer dat ge
bouw binnen niet al te lange termijn beschikbaar komt,
zou het wellicht kunnen worden gebruikt tot onder
brenging van de dagopleiding voor leraren. Dat gebouw
is haast nog representatiever dan het Gymnasium.) Op
dit moment valt er niets van te zeggen, wanneer het
gebouw van de h.t.s. beschikbaar komt. De bestemming
van dat gebouw is een zaak, waar wij als Gemeente
buiten staan. (De heer Rypma: Ja, maar U kunt er
misschien wel inkomen.) Oorspronkelijk was het ge
bouw bestemd voor de m.t.s. Ik heb echter begrepen,
dat er voor de m.t.s. misschien een nieuw gebouw
komt. De allereenvoudigste en voor de Gemeente beste
oplossing zou zijn dit gebouw te bestemmen voor een
school, waarvoor het Rijk de financieringsmiddelen moet
verschaffen. Alles kan dan met gesloten beurs plaats
vinden. De huisvesting van de lerarenopleiding kan
daarop echter niet wachten en wij zullen daarvoor dan
ook een noodgebouw moeten plaatsen. Uiteraard hebben
wij wel behoefte aan het gebouw van de h.t.s., met name
ook, wanneer het mogelijk zou zijn de dagschool voor
leraren nijverheidsonderwijs te realiseren. Die school
zou in dit gebouw heel goed passen. Verder is er nog
behoefte aan een gebouw voor de huisvesting van de te
stichten verpleegstersschool. Wij zullen dus met dit
gebouw in Leeuwarden zeker niet verlegen zitten. Wij
hebben zeer goede contacten met de h.t.s. en wij zullen
deze zaak wel eens bekijken, wanneer wij inderdaad
over dit gebouw kunnen beschikken.
Volgno. 468.
De heer Ten Brug (weth.)Wij verwachten de Raad
op vrij korte termijn voorstellen te kunnen doen inzake
de bouw van 5 gymnastieklokalen naar ontwerpen van
de Heidemij. Wij sluiten daarbij dan aan bij de bouw-
stroom van de Heidemij, die zich thans in Friesland
voltrekt. Ik ben t.a.v. het verkrijgen van financierings
middelen voor de bouw van deze lokalen niet hele
maal zonder hoop, aangezien G.S. ons zelf op dit spoor
hebben gezet. Wij hadden nl. eerst plannen voor een
eigen seriebouw, want er moeten in Leeuwarden nog
wel tien gymnasieklokalen worden gebouwd. De vijf
gymnastieklokalen, waarvoor wij thans een urgentie
verklaring hebben, zijn in overleg met de besturen van
de bijzondere schoolverenigingen gepland. Een van deze
gymnastieklokalen zal komen te staan bij de lagere
school aan het Skrok in het Bilgaard. Er staan daar nu
vier scholen en straks zullen dat er misschien vijf of
zes zijn. Er moet in die buurt dan ook nodig een gym
nastieklokaal komen. Verder is er een gymnastieklokaal
gepland bij de Antillen- en de Prins Willem Alexander-
school in het Nijlan en een bij de te bouwen gerefor
meerde m.a.v.o. aan de Aldlansdyk. Laatstbedoeld gym
nastieklokaal zal dan mede dienstbaar kunnen worden
gemaakt voor de vrij grote Willem de Zwijgerschool,
die daar vlak bij staat. In de onmiddellijke nabijheid
van de Willem de Zwijgerschool is geen ruimte voor
het bouwen van een gymnastieklokaal. Het vierde gym
nastieklokaal is gepland bij de Plataanscholen en het
vijfde bij de Krijn van den Helmschool en de Prins
Bernhardschool in het Lekkumerend. De vijf gymnas
tieklokalen, die daarna nog moeten worden gebouwd,
zijn gepland bij de Prinsessenschool in het Nijlan, bij
de Euterpeschool, bij de school aan de Brandemeer na
bij de Eeskwerd, waar een combinatie van scholen
staat en bij de scholen aan de Brandemeer nabij Wolle-
gaast en bij de scholen aan de Brandemeer nabij Luch-
tenrek. Er wordt verwacht, dat na de bouw van deze
tien gymnastieklokalen het wettelijk voorgeschreven
aantal uren lichamelijke opvoeding kan worden gege
ven. Bij de planning van deze gymnastieklokalen zijn
wij ervan uitgegaan, dat wij moeten streven naar een
zo evenwichtig mogelijke spreiding van deze lokalen
over de Gemeente. Ik dacht ook, dat dit vrij behoorlijk
was gelukt.
Volgno. 490.
De heer Ten Brug (weth.): Wij willen graag over
wegen om in het komende begrotingsjaar nog eens te
bekijken of er ergens een mogelijkheid is om het ver
voer van de leerlingen van de lagere scholen naar het
zwembad te bekostigen. Misschien hebben we halver
wege dit jaar meer inzicht in de financiële mogelijk
heden dan op dit moment, nu we voor een tekort van
7 ton staan. We weten ook niet, wat er nog gebeurt
met een verhoging van de onderwijsuitkeringen van
Rijkswege. De kosten van het vervoer van de kinde
ren van de lagere scholen naar het zwembad worden
becijferd op ongeveer f 30.000,per jaar. De leerlin
gen van de b.l.o.-scholen worden wel voor rekening
van de Gemeente naar het zwembad vervoerd.
De heer Visser: Dit punt zal misschien aan de orde
komen in de afdelingsvergadering op dinsdagavond in
het kader van de discussie over het dekken van het
tekort op de gemeentebegroting. (De heer Ten Brug
(weth.): Met een uitgave van f30.000,vindt U
natuurlijk geen dekking.) Dat ben ik wel met U eens,
maar misschien kunnen er zich nog gunstige perspec
tieven openen. Ik wil de discussie graag afwachten,
maar ik wil mij toch wel het recht voorbehouden om in
de plenaire zitting op deze zaak terug te komen, aan
gezien ik graag zou zien, dat de Gemeente nog in
1970 overging tot bekostiging van het vervoer van leer
lingen naar het zwembad.
De Voorzitter: Wij noteren nu, dat deze kwestie in
de plenaire zitting aan de orde zal worden gesteld.
Mocht U dat op een gegeven moment niet meer nodig
vinden, dan kunt U Uw verzoek alsnog intrekken.
De heer Hogendïjk: Scholen, die te weinig lichame
lijke opvoeding kunnen geven, doordat zij niet beschik
ken over een gymnastieklokaal, laten hun leerlingen
vaker naar het zwembad gaan dan zij anders zouden
doen. Hoe denkt de Wethouder erover om de extra
kosten van vervoer van deze leerlingen naar en van
het zwembad voor rekening van de Gemeente te nemen
De heer Ten Brug (weth.)Ik vind dat moeilijk.
Deze scholen verkeren wel in een uitzonderingspositie,
maar wanneer we de kosten van het vervoer van de
leerlingen van deze scholen naar en van het zwembad
gaan vergoeden, moeten wij dat voor alle scholen doen.
Anders geeft dat moeilijkheden. Wanneer het College
nu niets voelde voor de bekostiging van het vervoer
van leerlingen naar het zwembad, zou ik me kunnen
voorstellen, dat men vanuit de Raad zou zeggen: „Wan
neer we het vast maar eens voor een deel hebben, ont
staan er wel zoveel reacties bij ouders van leerlingen
van andere scholen, dat deze voorziening ook wel voor
de andere scholen zal moeten worden getroffen". Het
lijkt mij beter dit vraagstuk in zijn geheel te bezien.
De heer Hogendijk: Ik geloof, dat we langs elkaar
heen praten. Misschien kom ik echter op deze kwestie
terug, wanneer mij in een gesprek met de Wethouder
duidelijk is geworden, wat hij bedoelt.
De heer Ten Brug (weth.): Ik vind het moeilijk deze
scholen, die vaker met hun leerlingen naar het zwem
bad gaan, doordat zij geen gymnastiekles kunnen geven
in een gymnastieklokaal, een vergoeding voor de reis
kosten te geven, aangezien wij deze scholen dan in
een uitzonderingspositie plaatsen t.o.v. andere scho
len. Daarbij kan het wel gaan om scholen, die aanmer
kelijk dichter bij het zwembad staan dan scholen hele
maal in het oosten van de stad en ik zie geen enkele
reden om de scholen in het oosten van de stad dan ook
maar die vergoeding te geven. Ik geloof, dat we ons
alleen maar moeilijkheden op de hals halen door deze
uitzondering te maken en het lijkt mij beter dit vraag
stuk in zijn geheel te bekijken. Wij zien deze kwestie
als een zeer urgent vraagstuk en ik ben bereid om in
de loop van dit begrotingsjaar te bekijken of er mis
schien een mogelijkheid is te vinden om alsnog tot
bekostiging van dit vervoer voor alle scholen over te
gaan. (De heer Hogendijk: Maar dit probleem bestaat
al zo lang. Als U nog even wacht, beschikken deze
scholen over een gymnastieklokaal en is het niet meer
nodig.) Dan hoeft het niet meer, maar dan blijft na
tuurlijk wel i.v.m. de andere lessen het bezwaar be
staan van de afstand tot het zwembad. Wij zien dit
probleem ook al lang, maar wij zitten nu juist dit jaar
met een tekort van 7 ton. We moeten er dus wel eens
even over nadenken, hoe we alles kunnen financieren.
De heer Hogendijk: Ik zal hierover ook nadenken
en misschien kom ik hierop nog terug.
De Voorzitter: Laten we dan aantekenen, dat de
heren Visser en Hogendijk in de plenaire zitting terug
willen komen op de kwestie van de bekostiging van
het vervoer van leerlingen naar en van het zwembad.
Volgno. 498.
De heer Ten Brug (weth.): Er wordt op alle open
bare scholen voor g.l.o. godsdienstonderwijs gegeven.
Dit geschiedt door leerkrachten, verbonden aan het
I.K.O.S. (Interkerkelijk overleg in schoolzaken), welke
instelling door de Gemeente wordt gesubsidieerd. Op
één school wordt dit onderwijs echter gegeven door een
eigen leerkracht, die in het bezit is van het I.K.O.S.-
testimonium. 90 tot 95 pet. van de leerlingen nemen
aan dit onderwijs deel.
Volgno. 502.
De heer Ten Brug (weth.)Wij hebben aan de vier
gemeentelijke scholen voor m.a.v.o. en aan de Stede
lijke Scholengemeenschap een schooldecaan. Een van
de leraren is met deze taak belast. Het is een nieuw
instituut, waarmee bij het m.a.v.o. nog ervaring moet
worden opgedaan. Bij de Stedelijke Scholengemeen
schap had men te dezer zake van oorsprong al meer
ervaring als gevolg van de nauwe contacten, die m.n.
de Gemeente-h.b.s. altijd met het bedrijfsleven heeft ge
had op grond van het feit, dat die instelling een A-
h.b.s. was. De decanen bij het m.a.v.o volgen momen
teel met medewerking van het Ministerie van Onder
wijs en Wetenschappen een cursus. In 1968 is door
het mulo-verband, waarin het openbaar en het bijzon
der onderwijs samenwerken, een commissie gevormd,
die zich met het schooldecanaat bezig houdt. Het ver
slag van de eerste vergadering van die commissie is
in oktober 1969 verschenen en daaruit blijkt, dacht ik,
dat het schooldecanaat nog heel erg in de kinder
schoenen staat. Er is een vereniging van schooldecanen,
maar daarin zijn tot nu toe alleen de decanen bij het
vroegere v.h.m.o. georganiseerd. Er moet dus nog een
emancipatiestrijd worden gevoerd om ook de decanen
bij het m.a.v.o. daarin te krijgen. De schooldecaan moet
bij blijven door kennis te nemen van de publicaties op
het gebied van de school- en beroepskeuze. Hij moet
ook kennis nemen van het werk van de vereniging van
schooldecanen door het bijwonen van bijzondere bij
eenkomsten, die b.v. worden georganiseerd door de
stichting Contactcentrum Bedrijfsleven en Onderwijs.
Het schooldecanaat vraagt van de betrokken leraren
veel tijd en dit werk kan dan ook alleen maar worden
gedaan door iemand, die voor dit werk bijzonder veel
belangstelling heeft. Uit wat ik tot nu toe heb gezegd,
zult U hebben begrepen, dat het schooldecanaat hier
nog maar korte tijd functioneert, zodat ik nog maar
weinig kan zeggen over de opgedane ervaringen.
Volgno. 506.
De heer Ten Brug (weth.): De taak van een school
adviesdienst is de school bij te staan in de zorg voor
de leerlingen. Reeds enkele jaren geleden is namens
het College in deze Raad gesteld, dat die taak eigenlijk
alleen maar goed kan worden vervuld bij een multi
disciplinaire aanpak. Aanvankelijk zijn we in Leeu
warden gestart met een schoolpsycholoog en spraken
toen ook alleen van een schoolpsychologische dienst.
Vrij spoedig zijn we tot de conclusie gekomen, dat dat
voor een dergelijke dienst een veel te enge opzet was
en dat ook de disciplines pedagogie en schoolmaatschap-
pelijk werk in deze schooladviesdienst dienden te wor
den geïntegreerd. Alleen een multi-disciplinaire aanpak
kan dienstig zijn voor het onderwijs. Daarnaast moet
er ook een goed contact zijn met de schoolartsen. In
deze schooladviesdienst hoort ook opgenomen te zijn
de remedial teacher. Deze laatste functie kennen we
in Leeuwarden al veel langer, ondergebracht in het
geheel van de l.o.m.-school. Dat was ook om financiële
redenen, want de kosten voor deze leerkracht worden
geheel vergoed door het Rijk, indien hij is onderge
bracht bij de l.o.m.-school. Is dat niet het geval, dan
komt deze functionaris geheel ten laste van de Ge
meente. Ik dacht, dat het in eerste instantie de taak
van de schooladviesdienst was om in de acht-jarige
periode van kleuter- en lagere school iedere kind ge
regeld aan een klassikaal psychologisch en pedagogisch-
didactisch onderzoek te laten deelnemen. Dus niet pas,
wanneer een onderwijzer of het hoofd van een school
van mening is, dat een bepaald kind eens moet worden