6 7 in de zaal zag (waar het zo vreselijk kon tochten), dan moest hij wel bijzonder veel wilskracht opbrengen om zijn repertoir niet vroegtijdig te beëindigen. Men stond niet te dringen om naar Leeuwarden te reizen om daar in de Harmonie te spelen. Weet U, wat hier voor een remedie was? Een hogere uitkoopsom vragen (geld verzoent in dergelijke gevallen veel) of twee derangs spelers sturen, die uitgeprobeerd moeten wor den met stukken, die elders moeilijk lopen of ver van tevoren slechts één datum opgeven. Met als gevolg, dat er minder bezoekers komen en uiteraard, dat er grotere financiële tekorten ontstaan. Trouwens, de be zoekers kwamen ook om andere redenen niet zo graag meer. Er werd geklaagd over het lange wachten bij de garderobe en over de kwaliteit van het kopje koffie in de pauze. Thans wordt dus voorgesteld, dat de exploitatie van de Harmonie door het Gemeentebestuur wordt overge nomen van het Harmoniebestuur een bestuur, dat om welke reden dan ook (de financiën zullen hierbij een grotere rol hebben gespeeld dan gebrek aan goede wil. Ik ben n.l. overtuigd van de goede wil van het Har moniebestuur) steeds heeft nagelaten de accommoda ties achter het voetlicht te verbeteren. Gelet op wat ik zoëven zei, zou ik het voorstel de Harmonie te ver bouwen en te moderniseren van ganser harte moeten toejuichen. Ik doe dat echter nu, in 1970, niet meer. We hebben onze tijd in dit opzicht voorbij laten gaan. In deze snel veranderende wereld en in deze maat schappij, waar bepaalde oude vormen geheel overboord worden gegooid door de jongere mens, de jeugd en de toekomstige burger, moet men niet miljoenen uitgeven om een oud gebouw op te knappen voor het beleven van culturele evenementen, welke in het verleden vol doening hebben gegeven, maar belangrijk in waarde zijn gedaald. Weliswaar zullen die evenementen enige belangstelling van de huidige generatie blijven behou den, maar zij zullen de komende generatie een flink exploitatietekort brengen. Natuurlijk zal de Harmonie voorlopig na verbouwing en verbetering der accommo daties weer in de belangstelling der burgers stijgen. De beroepsartiesten zullen minder bezwaar maken te gen het optreden in de Leeuwarder Harmonie, ofschoon de toneelspreiding en het bezwaar van de grote gezel schappen om in de periferie te spelen nog wel zullen blijven bestaan. Een betere organisatie zal ook meer betalende bezoekers opleveren. Ik zou terloops willen opmerken, dat de grotere samenwerking van de Ver eniging „De Harmonie", „Kunst aan Allen" en het Frysk Orkest via de gemeentelijke Culturele Evene mentencommissie ook al tot een stijgend aantal bezoe kers heeft geleid. In dit verband meen ik, dat we het dieptepunt reeds zijn gepasseerd. Goede gezelschappen met goede programma's trekken zich niet veel van televisie-uitzendingen aan, ofschoon er uiteraard min der mannen in de Harmonie zitten, wanneer er een internationale voetbalwedstrijd voor de t.v. is. Trou wens, de concerten van het Frysk Orkest trekken de laatste tijd steeds meer bezoekers ondanks de minder goede concertakoestiek van de Harmoniezaal. Ik ben in tegenstelling met mijn fractiegenoten tegen dit voor stel niet omdat het verbouwen van de Harmonie en het opnieuw in exploitatie brengen geen verbetering zou kunnen brengen ook niet, omdat enkele be kende Friezen en andere Nederlanders er via de cou rant blijk van hebben gegeven tegen dit voorstel te zijn, om welke reden dan ook en nog minder, om dat men in Groningen, waar de situatie bijkans gelijk is aan die in Leeuwarden en waar ook een verouderde Harmonie bestaat heeft besloten tot nieuwbouw over te gaan. Ik ben tegen dit voorstel, omdat ik vind, dat het tijd wordt, dat wij deze culturele zaak in Leeu warden afdoende aanpakken, dat er in nieuwbouw in het centrum van de stad een cultureel centrum wordt gerealiseerd, waar alles kan op cultureel gebied. Men moet niet meer kunnen zeggen, dat modern toneel, waar het publiek omheen zit, niet kan, omdat de zaal dat verhindert. Men moet niet meer kunnen zeggen, dat een grote produktie wordt belemmerd, doordat er slechts één zijbeuk achter het toneel is. De Rijkscom missie beweert, dat er geen subsidie voor een nieuw centrum wordt gegeven. Deze commissie gaat dus in feite op de stoel van de Minister van C.R.M. zitten. Dat een nieuw centrum niet haalbaar zou zijn, is daar om voor mij nog geen bewezen feit. Ik las een dezer dagen in een tijdschrift het volgende: „In een land, waar men 25 jaar na de oorlog er nog niet in is ge slaagd het woningprobleem kwantitatief en kwalitatief op te lossen, m.a.w. iedereen de benodigde woonaccom- modatie te verschaffen, is het niet zo verwonderlijk, dat ook de culturele accommodatie een probleem vormt. Er is een gebrek aan ruimte, die geschikt is voor cul turele activiteiten van deze tijd. Allerlei omstandig heden veroorzaken een accentverschuiving van passie ve cultuurbeleving naar een actieve cultuurbeoefening. In dit verband speelt de toenemende arbeidstijdverkor ting ook een rol. Toch wordt er, als men over cultu rele accommodatie spreekt, meestal nog het eerst ge dacht aan gebouwen en ruimten, gericht op die pas sieve cultuurbeleving, d.w.z. aan schouwburgen en con certzalen, uitsluitend of in hoofdzaak geschikt voor professionele kunstmanifestaties, waar men tegen be taling van zoveel gulden het voorrecht deelachtig wordt van kunst te genieten." En daarmee is alles gezegd. Nu kan het bestuur van de Gemeente met Zalen Schaaf (concertzaal Schaaf is een vreselijke naam) wel het amateuristisch cultuurleven willen stimuleren, maar waarom dit achteraf gedrukt Willen we de cultuur weer doen leven, dan moeten wij haar temidden van de bewegende bevolking plaatsen dan moeten we zorgen voor een cultuurcentrum aan een drukke ver keersweg. Op de plaats van de Harmonie kan men zo'n nieuw centrum bouwen. Is er zelfs niet een aantal ge bouwen aangekocht achter de Harmonie, waarvoor nog geen bestemming is? Komt straks niet het stadsverzor- ginshuis aan de Haniasteeg vrij Is er niet een prach tige gelegenheid om daar aan de Westerplantage een openluchttheater te creëren? De bomen en heuvels zijn er reeds. In de loop der jaren is de Harmonie meerdere keren verbouwd en is er meerdere keren wat bij aan gebouwd. De architectonische waarde is dan ook be perkt, terwijl niet alle mogelijkheden ter plaatse zijn benut. Een nieuwe verbouwing kost vele miljoenen en brengt niet de oplossing wel een tijdelijke oplossing. Die is mij echter te duur. Ik zal dan ook tegen dit voorstel moeten stemmen, omdat ik tegenstander ben van een gedeeltelijke oplossing. Ik zou gaarne mijn stem hebben gegeven aan het voorstel inzake het voorbereidingskrediet van f 20.000,wanneer dat het begin was geweest van de afbraak van de Harmonie en van een nieuwgebouwd cultureel centrum op dezelfde plaats of van een nieuw bouw op een andere plaats in het centrum van de stad. Er komen binnenkort m;eer mooie plekjes vrij. Uiteraard ga ik wel akkoord met het verlenen van het krediet van f 750.000,al was het alleen maar, omdat het Gemeentebestuur verplicht is tot overname van de Harmonie. Ik begrijp volkomen, dat er in de Beurs een concert zaal kan worden gebouwd. Op grond van het feit, dat ik in het nieuwe culturele centrum ook een nieuwe concertzaal heb gedacht, moet ik ook tegen het voor stel inzake het voorbereidingskrediet van f 100.000, stemmen. Een detail: ik zie niet in, hoe de invaliden en ouden van dagen de grote trap naar de bovenzaal kunnen beklimmen, tenzij met roltrappen en vele lif ten. Deze trap zou ook stagnatie kunnen geven, als in de pauze de hele bezoekersmeute naar beneden, naar de koffiezaal loopt. Hiervoor zal wel een technische oplossing met veel kosten worden gevonden, maar hoe hoog zullen de exploitatietekorten worden? Ik stem ook tegen dit voorstel, omdat deze verbouwing belem meringen in de weg zal leggen aan de nieuwbouw van een cultureel centrum, gericht op een cultureel leven, zoals men dit in de toekomst wenst. Zo'n centrum moet een open kunsthuis worden voor alle soorten culturele gebeurtenissen en activiteiten. Een verbouwing van rond f 16 miljoen zal dit voor jaren onmogelijk maken. De ook door de commissie zelf meest ideale geachte oplossing zal daardoor jaren lang niet kunnen worden verkregen. De heer B. P. van der Veen: De gemeente Leeu warden heeft zich tot nu toe vrijwel kunnen onthouden van maatregelen op het gebied van de accommodatie voor culturele activiteiten. We zitten nu in een situ atie, die ons dwingt tot stappen en de mogelijkheden, die zich voordoen, zijn naar mijn mening niet ongun stig. Deze mogelijkheden dwingen naar mijn mening ook tot de door het College gekozen oplossing. De financiën verhinderen ons om iets anders te doen dan het College thans voorstelt. Ik heb tot mijn spijt van avond van de verschillende sprekers weinig gehoord over de financiële consequenties, die e.e.a. voor onze Gemeente zal hebben. We zullen het, dacht ik, al moeilijk genoeg hebben met het realiseren van de door het College voorgestelde oplossing. Ik geloof, dat het door het College gedane voorstel het enige is, dat reëel is en kan worden verwezenlijkt. Ik kan mij dan ook zeer wel met dit voorstel verenigen. Deze zaak zal moeten worden geëxploiteerd op een wijze, die het best beantwoordt aan het doel, waar voor deze stichting in het leven wordt geroepen, maar ook op de best mogelijke wijze wat de financiële las ten betreft, die e.e.a. voor de Gemeente zal meebren gen. Art. 11 van de voor deze stichting voorgestelde statuten kent de leiding toe aan een directeur, zonder dat duidelijk wordt of het daarmee nu gaat om een directeur, die speciaal de artistieke kant van de zaak moet behartigen dan wel om een directeur, die ook is belast met de technische of commerciële kant van de zaak. Ik geloof, dat we deze stichting bij voorbaat onnodig beperkingen op zouden leggen, wanneer we via art. 11 de leiding beperken tot één directeur. Daar om zou ik willen voorstellen om in art. 11, lid 1, lid 2 en lid 4, het woord „directeur" te vervangen door de woorden „directeur of directeuren". We hebben dan alle vrijheid om, wanneer we daaraan behoefte heb ben, twee directeuren aan te trekken, die niet aan el kaar ondergeschikt behoeven te zijn. Dit heeft naar mijn mening verder geen enkele invloed op de gang van zaken. Misschien kan deze wijziging wel worden overgenomen, zonder dat ik daartoe schriftelijk een voorstel indien. De heer Ten Brug (weth.)Ik wil beginnen met dank te brengen aan al degenen, die op verzoek van het Gemeentebestuur hebben meegewerkt aan de tot standkoming van het rapport over de culturele ac commodaties in de stad, welk rapport aanleiding is geweest tot indiening van het thans in behandeling zijnde voorstel. Ik ben er ook erkentelijk voor, dat deze commissie op zo betrekkelijk korte termijn door dit toch waarlijk niet gemakkelijke probleem heen is gekomen. Dit rapport zou vermoedelijk zelfs nog wel eerder klaar zijn geweest, wanneer er zich in het se cretariaat niet enkele wijzigingen hadden voorgedaan tengevolge van vacatures. N.a.v. de opmerking van de heer Kingma, dat deze commissie een aantal jaren met dit rapport bezig is geweest, zou ik erop willen wijzen, dat deze commissie op 21 februari 1968 is geïnstal leerd en dat zij dus ongeveer l1/^ jaar nodig heeft gehad om met dit rapport klaar te komen. Ik dacht, dat er in Leeuwarden in het algemeen een zekere ontevredenheid bestond over de bestaande cul turele accommodaties. Dat komt meer voor in steden, die vanouds op dit gebied al wat hebben. Inderdaad heeft men in Hoogeveen een uitstekende accommodatie gekregen in de vorm van de „Tamboer", maar de „Tam boer" is daar dan ook de vervanger van de oude bo venzaal in „De Herberg". Meer had men daar niet. Nu men zich algemeen op het standpunt stelt, dat men in een stad, zo enigszins mogelijk, tot een cultureel centrum moet komen, worden er in plaatsen, waar nog nooit iets is geweest, nogal eens nieuwbouwplannen gerealiseerd. Het zijn echter m.n. de reeds van ouds her over culturele accommodaties beschikkende ste den, die thans worden geconfronteerd met het pro bleem, hoe zij de oude situatie kunnen aanpassen, niet alleen aan gewijzigde omstandigheden, maar zo moge lijk ook aan toekomstige eisen. Blijkens het overge legde rapport is de commissie met deze intentie bezig geweest. Zij heeft zich niet verloren in langdurige be schouwingen over het huidige en toekomstige cultuur patroon in deze provincie en deze provinciale hoofd stad, maar heeft zich de vraag gesteld „Wat kun nen we doen, moet er nieuwbouw plaats vinden en wat is de meest redelijke plaats voor een cultureel cen trum in deze stad?" Zij is daarbij uiteraard niet voor bij gegaan aan het feit, dat er zich wellicht verande ringen voltrekken. Over deze veranderingen is echter nog slechts heel weinig bekend. Er wordt wel hier en daar geëxperimenteerd, maar de uiteindelijke vorm is nooit de vorm van het experiment. De beantwoording van eerder bedoelde vraag hield nauw verband met de vraag, wat er moet gebeuren met de Harmonie, de Beurs even buiten beschouwing gelaten. Ik heb de in druk, dat de meeste leden van de Raad toch wel onderschrijven, dat men met deze accommodatie, zo enigszins mogelijk, in de binnenstad of vlak bij de binnenstad moet blijven niet zozeer, omdat anders de afstanden te groot zouden worden, maar omdat de aanwezigheid van een cultureel centrum in of vlak bij de binnenstad ertoe bijdraagt dat stadsdeel leven dig te houden. De plaats, waar de Harmonie staat, is voor een dergelijke accommodatie bijzonder gunstig. Deze plaats is gelegen binnen de stadsgrachten in de onmiddellijke nabijheid van het spoorweg- en het bussta tion en ook in de onmiddellijke nabijheid van de twee vrij grote parkeerterreinen, die Leeuwarden telt. De commissie stond voor de vraag of door verbouw van de Harmonie in belangrijke mate kon worden tegemoet gekomen aan de eisen, waaraan culturele accommo daties tegenwoordig moeten voldoen. Voorts rees de vraag of men kan komen tot een dubbel gebruik van schouwburg en concertzaal. Die vraag is vanavond door een groot aantal sprekers ontkennend beantwoord. Het is een algemeen bekend en door vele deskundigen onderschreven feit, dat het niet mogelijk is om in gro tere zalen een aanvaardbare accommodatie te krijgen, die zowel voor toneel als voor muziek geschikt is. Dit blijkt ook wel uit het feit, dat men de radio-opnamen van het orkest niet wil maken in de Harmonie en dat die opnamen plaats vinden in de Parkkerk in Huizum. In het algemeen wordt gesteld (en dat is ook de me ning van de Rijkscommissie, die deze mening baseert op de financiële mogelijkheden, die het Rijk in deze wil bieden), dat op zichzelf een plaats als Leeuwarden genoegen zou moeten nemen met een accommodatie voor beide. De meeste hier te lande in de naoorlogse jaren gebouwde schouwburgen worden zowel voor con certen als voor toneel gebruikt, met alle daaraan voor muziek klevende bezwaren. De Rijkscommissie is van oordeel, dat, wanneer we door verbouw en dus op goed kopere wijze tot een gescheiden accommodatie zouden kunnen komen, dit voor Leeuwarden op zichzelf alles zins aanbevelenswaardig is. Leeuwarden is n.l. vesti gingsplaats van het Frysk Orkest en daar moeten we iets voor doen. Het in stand houden van een orkest is niet alleen een zaak van het door een goede salariëring aantrekken van goede musici, maar is ook een zaak van een goede accommodatie. Een provinciaal orkest heeft nu eenmaal behoefte aan een eigen accommodatie, aan eigen repetitieruimten en alles, wat daarbij hoort. Dat mist het in sterke mate in de Harmonie en dat kan het ook niet krijgen bij een combinatie van schouwburg en concertzaal. Het besluit tot het stichten van een afzonderlijke concertzaal is dan ook niet al leen van belang voor Leeuwarden, maar voor de ge hele provincie. Ik zou haast willen zeggen: „Zoals Heerenveen zijn kunstijsbaan heeft, zo zal Leeuwarden zijn concerthuis moeten hebben." In dit concerthuis zal naar mijn gevoelen evengoed klassieke muziek als pop muziek moeten kunnen worden gebracht. In deze con certzaal zullen niet alleen beroepsmusici moeten kun nen optreden, maar ook amateurs. Deze zaal zal ook een goede accommodatie moeten kunnen bieden voor onze kooruitvoeringen en voor de concoursen voor de Friese harmonie- en fanfarekorpsen. De Rijkscommis sie voor schouwburgen en concertzalen, in welke com missie zowel kenners van het toneel- als van het mu ziekleven zitting hebben, was zonder meer enthousiast over de Beurs als gebouw en over de mogelijkheden, die dit gebouw zou bieden. Boven kan er een behoor lijke concert-accommodatie voor ongeveer 800 mensen worden gecreëerd en daaromheen en beneden is vol doende accommodatie mogelijk, niet alleen voor con certen, maar ook voor andere doeleinden. Ik denk hierbij aan congressen, kamermuziek enz. De heer Weide heeft erop gewezen, dat de Gemeente met de in de Beurs gedachte vergaderlokalen de Leeuwarder horecabedrijven misschien concurrentie zou kunnen aan doen. Ik geloof niet, dat dit het geval zal zijn. Deze lokalen komen er om twee redenen. De eerste reden is, dat er in de Beurs nu eenmaal ruimte voor deze lo kalen is en de tweede reden is, dat er, wanneer men

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1970 | | pagina 4