9 de Beurs ook wil benutten voor het houden van con gressen, daar een behoorlijk aantal kleine kamers be schikbaar moet zijn voor sectievergaderingen. De Harmonie is een verouderd gebouw en m.n. de toneelaccommodaties zijn aan verbetering toe. Overi gens is het ook weer niet zo, dat er in Nederland geen slechtere gebouwen van dit soort zijn. De Harmonie in Groningen b.v. verkeert in een aanmerkelijk slechtere staat dan de Leeuwarder Harmonie. De huidige ex ploitant zou de verbeteringen, die de Harmonie behoeft, niet meer kunnen financieren. Dit is geen wonder, want de Vereniging ,,De Harmonie" is, naar ik meen, zo on geveer de laatste particuliere schouwburgexploitant in Nederland. Deze vereniging heeft het jarenlang vol gehouden, zonder gemeentelijke subsidie. Alleen al op grond daarvan komt het bestuur van deze vereniging alle dank toe. De conclusie van de Rijkscommissie is, dat er van de Harmonie een goed schouwburgcomplex in de breedste betekenis van het woord is te maken en dat dit onder de gegeven omstandigheden de beste oplossing is. Er is vanavond een paar maal het woord „nieuwbouw" gevallen en uit het rapport blijkt duide lijk, dat ook de commissie nieuwbouw heeft overwogen. Nieuwbouw blijkt in de binnenstad echter bijzonder moeilijk te realiseren. Men kan nu wel zeggen, dat we moeten overgaan tot of braak van de Harmonie en van de daarachter liggende gebouwen en dat we op dat punt dan een schouwburg en een afzonderlijke con certzaal moeten bouwen, maai' het maken van een der gelijk plan zou een mijl op zeven betekenen, nog afge zien van het feit, dat we daarvoor geen financiële me dewerking zouden krijgen. Een dergelijk plan is op lange na nog niet te realiseren. We hebben haast en, wanneer we lang wachten, hoeft het niet meer en is de pudding in elkaar gezakt. Het thans voorgestelde plan kan binnen afzienbare tijd worden gerealiseerd, wanneer we financiële medewerking krijgen. We zullen bij Rijk en Provincie om subsidie moeten aankloppen, maar ik dacht, dat we dat ook konden doen, omdat het hier een zaak van provinciaal belang betreft en het Rijk op deze manier een kans heeft om waar te ma ken, dat het ook het Noorden wil opstoten in de vaart der regio's om nu maar eens die bekende uitdruk king van Prof. Scholten te gebruiken. We moeten ons echter wel realiseren, dat de tenuitvoerlegging van dit plan, welk bedrag aan subsidies wij ook ontvangen, de Gemeente jaarlijks een niet te verwaarlozen bedrag zal kosten. Het is bijzonder moeilijk dit bedrag thans in cijfers uit te drukken. Er is weliswaar van uitgegaan, dat dit plan 16% miljoen zal kosten, maar men kan op dit moment bezwaarlijk schatten, wat deze bouwkun dige voorzieningen in werkelijkheid zullen gaan kos ten. Bij verlening van het thans gevraagde voorberei dingskrediet kunnen deskundigen bekijken, wat er van deze gebouwen te maken is en wat de totaalkosten zullen zijn. Ik ben het volkomen met de heer De Leeuw eens, dat deze zaak niet kan worden uitgesteld. Van verschillende zijden is gezegd: „We willen meer weten over wat men met de Harmonie wil." Daarbij kwamen dan de moderne cultuuruitingen en het lu dieke naar voren. Ik dacht echter, dat het ludieke, het avant-gardisme en het experimentele evengoed in de concertzaal naar voren zouden moeten komen als in het Harmoniegebouw en dat er bij de inrichting van deze gebouwen met vele mogelijkheden rekening zou moe ten worden gehouden. Overigens is het natuurlijk niet zo, dat alles op het brede terrein van de cultuur zich zal moeten afspelen in deze twee gebouwen. Ik dacht, dat Leeuwarden daarvoor nu net weer te groot was. Ik zie de noodzaak daarvan ook niet in. Wel zie ik de noodzaak in van het beschikbaar zijn van ruimte voor experimenten. Er is gedacht aan de mogelijkheid van een vestzak-theater in de Harmonie. Het gaat daarbij eigenlijk meer om een ruimte, waar o.a. een vestzak theater huisvesting zou kunnen vinden een werk plaats voor experimenten op cultureel gebied. Ik dacht, dat men in zo'n ruimte ook zou kunnen experimenteren met een andere theatervorm en een andere balletvorm dan die, welke tot nog toe gebruikelijk zijn. Wellicht kan daar ook gemakkelijker met een theater en ronde wor den gewerkt dan in de grote zaal van de Harmonie. Dit alles hangt echter af van de wijze, waarop de architecten en de plannen klaar zullen maken. Er is in de Raad al meermalen gesproken over de Zalen Schaaf en dit complex is ook in deze commissie aan de orde geweest. We proberen in Zalen Schaaf een creatief centrum te realiseren en we hebben in dat opzicht ook de nodige contacten. In Zalen Schaaf zal de zelfwerk zaamheid van een ieder, die daaraan behoefte gevoelt, mogelijk moeten zijn. Dat wil echter echt niet zeggen, dat de amateurs niet in de nieuwe accommodatie zou den kunnen optreden. Tot nu toe gaan de amateurs, die in staat zijn de Harmoniezaal vol te krijgen, ook al naar dat gebouw, terwijl de amateurs, die daartoe niet in staat zijn, naar Zalen Schaaf gaan. Het is voorshands niet de bedoeling om de stichting, die wij zouden willen belasten met de exploitatie van de Beurs en de Harmonie, ook te belasten met de exploitatie van Zalen Schaaf. Het zakelijke en artistieke beleid van deze stichting zal in sterke mate moeten worden gedragen door de directeur, die bij deze stichting in dienst komt. Aan deze directeur heeft Leeuwarden op korte termijn behoefte. Ik ben het met de heer Kingma eens, dat eigenlijk eerst de Culturele Raad had moeten worden ingesteld. Dat is echter nu eenmaal niet ge beurd en het in het leven roepen van deze stichting heeft haast. Per 1 september van dit jaar beëindigt de Vereniging „De Harmonie" de exploitatie van dat ge bouw en een nieuwe rechtspersoon zal dan die exploi tatie moeten overnemen. Die rechtspersoon zal daartoe de nodige voorbereidende maatregelen moeten nemen, want tegen die tijd zal ook de directeur van deze stichting aanwezig moeten zijn. Het is inderdaad de bedoeling, dat het werk van de Culturele Evenementen commissie door deze directeur wordt overgenomen. De Culturele Evenementencommissie is indertijd ingesteld om tot een samenbundeling van krachten te komen en ik dacht, dat het, gezien de gunstige ervaringen, die zijn opgedaan, nu een heel geschikt moment was om de werkzaamheden van deze commissie aan deze di recteur over te dragen. De heer Sehönfeld heeft nog even gesproken over het H.O.T. in Den Haag. Ik dacht echter, dat de heer De Leeuw daarover, voordat de heer Sehönfeld aan het woord kwam, al wel voldoende duidelijk was ge weest. De situatie ligt daar geheel anders. Men hoort tegenwoordig herhaaldelijk de vraag of de tijd van grote accommodaties niet voorbij is. Men stelt deze vraag i.v.m. het feit, dat er in bepaalde experimenteerkringen, avant-gardistische kringen, wordt gestreefd naar een geheel ander cultuurbeleven, dat vanwege het experimentele karakter ervan plaats vindt in kleinere gebouwen liefst in gebouwen, waar elke accommodatie ontbreekt. Dit zegt echter nog niets. Dit zijn n.l. wel de bronnen van de nieuwe ontwikke ling, maar men moet bron en ontwikkeling niet met elkaar verwarren. Ik ben ervan overtuigd, dat we deze grote gebouwen ook in de toekomst nodig zullen hebben. Op de woorden van de heer Heidinga zou ik willen antwoorden, dat we (en ik dacht, dat de heer Heidinga dat ook wel begreep) altijd te maken hebben met een krom en verdraaid geslacht. (Gelach) Dat is dit ge slacht en dat zal ook het volgende zijn. We kunnen het niet voor onze verantwoording nemen (want dan zijn we nog verkeerder) deze beslissingen naar de toekomst te verschuiven. We zullen nu deze beslissingen moeten nemen. Over het historisch overzicht van de heer Van Es- veld wil ik weinig zeggen. Het gebruik van de Har monie was natuurlijk breder dan de heer Van Esveld noemde. Naast de 1 mei-vieringen waren daar ook de bijeenkomsten op 30 april. (Gelach) De Harmonie had dus een vrij brede functie en zal deze vrij brede func tie in de toekomst ook moeten houden. Een oplossing, zoals de heer Van Esveld bedoelt, is er onder de ge geven omstandigheden eenvoudig niet. Naar mijn over tuiging kunnen wij op de door het College voorgestelde wijze tot een aanvaardbare oplossing komen. Ik dacht, dat het wel duidelijk was, hoe wij staan t.o.v. het ge bruik van deze gebouwen. Deze gebouwen op zichzelf bepalen de inhoud niet. De directeur, die we voor deze stichting aantrekken, zal in belangrijke mate bepalen, wat er in deze gebouwen gebeurt. Ik dacht, dat deze gebouwen, mits zij goed en verantwoord worden op gelapt, een behoorlijke accommodatie zouden kunnen bieden voor het toekomstige cultuurbeleven, waarvan ik hoop, dat het een belangrijk bredere basis zal heb ben dan het huidige. De Voorzitter: De heer Van der Veen zou ik willen antwoorden, dat we het stichtingsbestuur de gelegen heid zouden willen geven om, waar nodig, één of des noods twee adjunct-directeuren aan te wijzen. Onze voorlopige conclusie is geweest, dat er duidelijk moet worden gekoerst naar een eenhoofdige leiding van deze stichting. Ik zou dan ook vooralsnog graag wil len vasthouden aan art. 11 in zijn huidige redactie. Ik schors thans de vergadering voor een koffie pauze van een kwartier. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de heer Vellenga. De heer Vellenga: Het lijkt mij op zichzelf wel een aantrekkelijke gedachte de Harmonie af te breken, op die plek een nieuw gebouw te stichten en daarbij dan ook de ruimten in de omgeving van de Harmonie te benutten. Voor mijn gevoel zijn er echter twee factoren, die zich daartegen sterk verzetten. Ik noem hier in de eerste plaats de factor tijd. Het zal dan n.l. minstens 10 jaar duren, voordat er met nieuwbouw kan worden begonnen, omdat het in eigendom verwerven en saneren van al de hier bedoelde gebouwen in de omgeving van de Harmonie wel een dergelijk aantal jaren in beslag zal nemen. In de tweede plaats denk ik aan de factor geld. Het in eigendom verwerven en saneren van deze gebouwen gaat ons in de loop der jaren nogal wat geld kosten en daar komen dan t.z.t. nog de kosten bij van de totale nieuwbouw. Ik geloof, dat men dat een beetje te licht opvat en dat men het realiseren van deze accommodatie dan toch wel wat ver naar de toekomst verschuift. Ik betwijfel haast of de Voorzit ter er dan in zijn ambtsperiode wel aan toe zal komen om de eerste steen te leggen. Wij hebben gezegd, dat men dan ook kan denken aan een nieuwe accommo datie op een geheel ander terrein, b.v. in de buurt van het Rengerspark. Dat druist echter wat in tegen de opvatting, dat men dit soort accommodaties, zo enigs zins mogelijk, moet vestigen in het centrum van de stad, terwijl we dan ook keihard aanlopen tegen de opvattingen van de Rijkscommissie. Daar zou ik me nu niet zo snel bij willen neerleggen, maar we hebben nu eenmaal hogere organen nodig, ook al om een be perkter geval van de grond te krijgen. Daarom heeft een aantal van mijn fractiegenoten bij monde van mij gepleit voor de door mij in eerste instantie aan de hand gedane oplossing met de Beurs met een aantal func ties, waarvan ik er een paar heb genoemd. Ik ben het helemaal eens met de aanvulling, die de Wethouder daarop nog heeft gegeven. Graag zou ik vanaf deze plaats de Wethouder een compliment willen maken vooi het feit, dat hij zijn hele beantwoording in zo'n breed kader heeft geplaatst. We hebben gesteld, dat er, wanneer aan de Beurs de door ons bedoelde func ties worden toegedacht, voor de Harmonie iets anders overblijft. Op dat punt heb ik eigenlijk niet voldoende antwoord van de Wethouder gekregen, maar dat kan hij clan in de tweede ronde bij wijze van spreken nog goed maken. In het rapport van de commissie wordt een aantal functies toegedacht aan een verbouwde Harmonie. Dat zouden we aan de kant willen leggen. We zouden willen, dat er een breed beraad plaats vindt met deskundigen, met verschillende soorten kunste naars en met jongeren, opdat we op die manier een bepaald inzicht krijgen in datgene, waaraan we moeten denken bij de vormgeving van de tegenwoordige Har monie. Ik geloof, dat we dat niet moeten overlaten aan de directeur van deze stichting. Natuurlijk moet hij in de plannen worden betrokken, maar die man kan dat moeilijk op zijn eigen houtje doen. Wanneer hij een goede directeur is, heeft hij er ook alleen maar belang bij om zijn oor te luisteren te leggen bij tal van men sen. Cultuur is n.l. altijd een zaak van wisselwerking. Er zijn dragers en brengers van de cultuur en mensen, die van de cultuur genieten. Er is een generatie, die bepaalde cultuuruitingen mooi vindt en ervan geniet, maar er is ook een generatie (de jongere generatie), die in dit opzicht vaak andere opvattingen heeft. Daar zullen we aan moeten denken en daarom zullen we de jongeren ook in dit geheel moeten betrekken. Natuur lijk moeten we de Harmonie in de eerste aanloopperio de verbeteren en aan dat gebouw een ander karakter geven, maar daarbij moeten we bouwkundig de moge lijkheid open laten om het geheel uit te breiden met de ruimten, nodig voor het vervullen van de functies, die ik in eerste instantie heb genoemd en waarop de Wethouder positief heeft gereageerd. Ik dacht, dat men eerst na dit brede beraad op basis van prognoses en van de zich voordoende perspectieven tot een bepaalde financiële opzet kon komen en kon proberen om fase gewijs met medewerking van Rijk en Provincie dit ge heel van de grond te krijgen. Wanneer het College het met die opvatting eens is en dat bij monde van de Wethouder duidelijk zegt, is een groot aantal van de leden van mijn fractie bereid om akkoord te gaan met dit voorstel. Het wegwerpgeval, waaraan ik dacht, zou in zekere zin misschien ideaal zijn, maar ik geef toe, dat het een utopie is. We weten niet, wat dit geslacht wil en ook niet wat een volgend geslacht wil, krom en verdraaid of wat dan ook. Het gaat hier nu echter niet om vas ten, maar wel om een cultureel beleven. De heer De Leeuw: Ik ben tevreden met het ant woord van de Wethouder. Ik zou nog eens willen on derschrijven, dat er in het concerthuis, waarmee we in eerste instantie zouden moeten beginnen, alles moet kunnen gebeuren. Naar ik geloof, heb ik in eerste in stantie duidelijk tot uitdrukking laten komen, dat de Beurs, Harmonie en Zalen Schaaf moeten worden be schouwd als een totaal complex van mogelijkheden, ook voor experimenten en nieuwigheden, waar we wat vreemd tegenaan kijken. Ik ben het dan ook niet eens met de heer Weide, die nu al zou willen bepalen, dat een aantal dingen er niet in zou moeten komen of die de wenselijkheid daarvan sterk betwijfelt. Naar mijn mening zullen we in die nieuwe opzet m.n. t.a.v. de Harmonie moeten zoeken naar zoveel mogelijk moge lijkheden, ook eventueel die van een vestzak-theater en van een restauratie, waar men een hapje kan eten. Ik ben blij, dat de Wethouder ook heeft gesproken over de financiële medewerking m.b.t. de nieuwbouw, wat de gescheiden accommodatie betreft. Dat is een kernpunt bij de beslissing, die we nu moeten nemen. De Wethouder heeft gezegd, dat de exploitatiecom missie zich niet zou moeten bezig houden met Zalen Schaaf. Ik weet niet of ik het daarmee wel helemaal eens kan zijn. Wanneer we de zakelijke beheersvorm van de Beurs en de Harmonie in de nieuwe opzet be kijken, zouden we kunnen denken aan een louter za kelijke begeleiding, maar er zijn zoveel raakvlakken t.a.v. de vergrote mogelijkheden van expressie en van de mogelijkheden van vrijetijdsbesteding, dat ik op dit moment niet kan overzien of het complex Zalen Schaaf straks ook niet misschien via de artistieke kant van de leiding bij dit geheel zou moeten worden betrokken. Ik ben er ook niet zo zeker van, dat de taak van de Culturele Evenementencommissie moet eindigen. Mis schien zou deze commissie een onderdeel moeten vor men van de Culturele Raad. Ook daar liggen weer heel duidelijke relaties tussen zakelijke en artistieke leiding en mogelijkheden en datgene, wat we met de nieuwe projecten willen bereiken. Ik ben er evenals de Wethouder van overtuigd, dat cultuurbeleving altijd voor een belangrijk deel binnens huis zal plaats vinden en dat de grote accommodaties in de toekomst een heel duidelijke en eigen plaats zul len blijven houden. Ook ben ik het eens met het door de heer Vellenga gestelde m.b.t. de bouwplannen. Ik heb in eerste instan tie gezegd, dat al die plannen de Raad zullen moeten passeren en dat we er dan met elkaar over kunnen spreken. Ik heb er ook voor gepleit, dat dat zou ge beuren in volledig frequent overleg met al degenen, die bij vormen van cultuur zijn betrokken. Dat kunnen instituties zijn, maar dat kunnen ook beoefenaren zijn van de meest uiteenlopende vormen van kunst, die zich in de loop van de tijd aan ons voordoen. Gaarne zou ik nog van de Wethouder vernemen, wan neer hij met meer uitgewerkte plannen denkt te komen en of er t.a.v. de financiering al overleg is gepleegd met Rijk en Provincie. De heer Weide: De Wethouder is vrij uitvoerig in gegaan op een groot aantal van de door mij in eerste instantie aangesneden punten en ik heb er dan ook

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1970 | | pagina 5