1
RAADSVERGADERING
12
ook al, omdat men afhankelijk is van het inzicht van zijn
juridische adviseurs.
Ik wil de heer Heidinga wel toezeggen, dat er naar zal
worden gestreefd om de Commissie voor Openbare Werken,
wanneer zich in de toekomst weer dergelijke zaken mochten
voordoen, tijdig te raadplegen. (De heer Vellenga: Waarom
de Commissie voor Openbare Werken?) Omdat het hier za
ken van de Commissie voor Openbare Werken betreft.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B.
en W.
Punt 21 (bijlage no. 152).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
B. en W.
De Voorzitter schorst de vergadering om 22.50 uur voor
het houden van de tweede koffiepauze.
De Voorzitter heropent de vergadering om 23.05 uur en
stelt opnieuw aan de orde punt 14 van de agenda.
De heer Vellenga: Ik geloof, dat het goed is, dat men weet,
hoe onze fractie staat tegenover de door de heer Heidinga
c.s. ingediende motie. Toen wij de raadsbrief kregen, waren
we eigenlijk wel overtuigd van de juistheid van het stand
punt van het College. Anderzijds maakte het betoog van de
heer Heidinga, die zijn inzichten tegenover die van de des
kundigen plaatste, wel enige indruk op ons. Om e.e.a. goed
op ons te kunnen laten inwerken, had ik om schorsing ge
vraagd, aangezien de onderhavige vrij duidelijke motie
een weloverwogen standpuntbepaling wel waard is. Ik heb de
indruk, dat het punt, waarom het ook in deze motie
gaat, de verantwoordelijkheid is, die door mensen moet wor
den gedragen. Wij als Raad nemen een bepaalde beslissing,
waarvan we de draagwijdte misschien niet kunnen over
zien. De deskundigen zijn er nogal van overtuigd, dat er
heel duidelijk risico in het handhaven van de brug aanwe
zig is. O.a. is daar de uitspraak van de machinefabriek, die,
naar ik meen, geregeld alle bruggen in deze stad controleert
en dus wel kijk heeft op deze materie, maar ook anderen heb
ben daarover een zeer duidelijke mening. Nu wil ik de voor
herstel genoemde kosten buiten beschouwing laten, aange
zien ik daarover geen zinnig woord kan zeggen. Het feit
echter, dat de deskundigen een aantal duidelijke kwalen aan
geven, die deze brug boven en onder heeft, heeft op ons toch
wel indruk gemaakt. Nu kan de heer Heidinga wel veron
derstellen, dat die brug altijd heeft gebeefd, maar daar zijn
nu al jaren overheen gegaan en ik geloof, dat we daarmee
toch wel rekening moeten houden. Misschien levert het ge
bruik als zodanig door fietsers en voetgangers op zichzelf niet
het meeste risico, maar het feit, dat deze brug nog geregeld
moet worden bediend, kan dit beven misschien alleen nog
maar verergeren. Wij komen dan ook tot de conclusie, dat
wij op dit moment te dezer zake het meeste gezag moeten toe
kennen aan de uitspraak van deze deskundigen en dat we,
het geheel overziende, het risico te groot achten om vóór de
motie van de heer Heidinga c.s. te stemmen. Wij zullen daar
dus tegen stemmen.
De heer Kingma: De voetgangers en wielrijders zullen,
dachten we, echt niet door de brug zakken. Het komt echter
op de beweging van de brug aan en daarin hebben we eigen
lijk onvoldoende inzicht. We moeten dus wel afgaan op de
verklaringen van de te dezer zake geraadpleegde deskundigen.
We zouden per slot van rekening niet graag zien, dat er met
deze brug ongelukken zouden gebeuren, ook al weten we.
dat deze brug door de omwonenden zeer node zal worden ge
mist. We vinden het dus wel jammer, maar de grote risico's
bij het bewegen van die brug doen ons besluiten tegen deze
motie te stemmen.
De motie-Heidinga c.s. wordt verworpen met 24 tegen
11 stemmen. Voor stemden Mevr. Visser-van den Bos en
de heren Boomgaardt, Engels, Heidinga, Klomp, De Leeuw.
Miedema, Schönfeld, Stek, Visser en Wiersma.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B.
en W.
Punt 22 (bijlage no. 152).
Aanbeveling:
mevr. A. Poortenga-Quee, alhier.
De hear Boomgaardt: Ik tocht, dat dit riedsbrief net hie
lendal goed formulearre wie. It is winliken in formele saek.
Ik mien, dat de leden fan de Kommisje fan Advys persoanlik
sitting hiene yn dizze Kommisje. It riedsbrief giet derfan üt,
dat de hear Saathof üt namme fan „genoemd College" dat
is it Kolleezje fan Diakens fan de Herfoarme Tsjerke lid is
fan de Kommisje fan Advys. Nou't hy bitanke hat as lid fan
it Kolleezje fan Diakens, sa stiet hjir, „derhalve stellen wij U
voor hem van zijn lidmaatschap te ontheffen." Hy hie nef-
fens my persoanlik bitankje moatten en dan hiene wy it stik
bihannelje kinnen. Ik haw gjin biswier to stimmen, mar ik
leau dochs, dat it goed is, dit efkes rjocht to setten.
De heer Heetla (weth.): De heer Boomgaardt heeft wel
gelijk. De laatste zin van de eerste alinea moet dan aldus wor
den gewijzigd: Wij stellen U voor de heer Saathof te ver
vangen door Mevr. Poortenga-Quee overeenkomstig het
voorstel van het College van Diakenen voornoemd.
Mevr. Poortenga-Quee wordt met algemene stemmen be
noemd.
De heren Bouma en Schönfeld vormden het stembureau.
De Voorzitter sluit hierna, om 23.20 uur, de vergadering.
erslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 1 jnni 1970
van maandag 1 juni 1970.
Aanwezig 32 leden: mevr. M. M. Th. Visser-van den
Bos en de heren Ir. B. C. van Balen Walter, S. Bouma,
J. ten Brug (weth.), P. J. Engels, F. van Esveld, P.
Faber, O. Heidinga, T. K. Hogendijk, J. F. Janssen,
K. J. de Jong (weth.), B. Kingma, A. Klomp, G. van
der Laan, Mr. D. Lijzen, W. Miedema, J. P. Reehoorn,
Ir. C. L. Rijpma, H. W. Rijpstra, J. A. Schönfeld, K.
Spoelstra, J. Tiekstra (weth.), M. Tjerkstra, Mr. B. P.
van der Veen, P. van der Veen, J. T. Vellenga, J. Vene-
ma, L. Visser, G. de Vries, F. van der Wal, K. Weide
en J. Wiersma.
Afwezig: mevr. Mr. E. Veder-Smit en de heren R.
Boomgaardt, J. Heetla (weth.), W. S. P. P. de Leeuw
en H. L. M. Stek.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
Te behandelen punten:
1. Vaststellen van de notulen van de raadsvergade
ringen van 26 en 27 januari 1970.
2. Mededelingen.
3. Aankoop van een aantal percelen (bijlage no.
161).
4. Aankoop van een aantal percelen weiland in
Camminghaburen (bijlage no. 162).
5. Aankoop van grond, gelegen ten zuiden van de
Huizumerlaan (bijlage no. 158).
6. Aankoop van een aantal percelen in het gebied
„De Groene Ster" en ontbinding van een aantal pacht
overeenkomsten (bijlage no. 169).
7. Aankoop van grond en verlenen van optierecht
op een terrein, beide gelegen aan de Aldlansdyk (bij
lage no. 175).
8. Verkoop van een aantal percelen erfpachtsgrond
(bijlage no. 160).
9. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen
in het plan Wytgaard (bijlage no. 163).
10. Verkoop van grond, gelegen aan Oldegali-
leën (bijlage no. 170).
11. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen
aan de westzijde van de Dennenstraat (bijlage no. 167).
12. Aangaan van een overeenkomst van ruil van
grond aan de Tijnjedijk (bijlage no. 168).
13. Verpachten van een aantal percelen (bijlage no.
166).
14. Verhuren van grond, gelegen onder en bij het
Stephensonviaduct (bijlage no. 159).
15. Preadvies naar aanleiding van het verzoek van
een aantal in de omgeving van de Klokstraat geves
tigde bedrijven om aldaar geen parkeermeters te plaat
sen (bijlage no. 164).
16. Verlenen van geldelijke steun voor de bouw van
21 woningen aan de Esdoomstraat (bijlage no. 171).
16a. Verlenen van financiële medewerking aan de
Stichting Buurtwerk Wielenpölle (bijlage no. 177).
16b. Verlenen van financiële medewerking aan de
Vereniging Openbare Bibliotheek (bijlage no. 176).
17. V ijzigen van het Algemeen Ambtenarenregle
ment en de Bezoldigingsverordening 1960 (bijlage no.
157).
18. Oninvorderbaar verklaren van een aantal pos
ten (bijlage no. 165).
19. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de
begrotingen van het Slachthuis en de Veemarkt, de
Dienst voor Gezondheidszorg, het Grondbedrijf, Open
bare Werken, de Dienst voor Reiniging en Brandweer,
de Dienst voor Sport en Recreatie en de Energiebe
drijven voor het dienstjaar 1969 (bijlage no. 172).
20. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de
begrotingen van het Slachthuis en de Veemarkt, de
Dienst voor Gezondheidszorg, het Grondbedrijf, Open
bare Werken, de Dienst voor Reiniging en Brandweer
en de Dienst voor Sport en Recreatie voor het dienst
jaar 1970 (bijlage no. 173).
21. Benoemen van een directeur van de Wopke Eek
hof f school (bijlage no. 174).
De Voorzitter: Ik heet U hartelijk welkom.
Punt 1.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 2.
De heer P. P. de Jong (secr.): Mevr. Veder-Smit
heeft laten weten, dat zij iets later ter vergadering
komt en de heren Boomgaardt, De Leeuw en Stek
zijn verhinderd.
De Voorzitter: Weth. Heetla is met vakantie; van
daar, dat hij vanavond ook niet in ons midden is.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A en B.
Deze berichten worden voor kennisgeving aangeno
men.
Sub C.
Deze verzoeken worden in handen van B. en W. ge
steld om preadvies.
Sub D.
Deze beschikking wordt voor kennisgeving aangeno
men.
Sub E.
De Voorzitter: Ik stel U voor hetgeen hier is
vermeld terug te nemen.
Het ligt in het voornemen, dat ik op korte termijn
een gesprek met vertegenwoordigers van de landbouw
zal hebben over het door hen aan Uw Raad voorge
stelde. U vindt hier vermeld het voorlopige standpunt
van het College, maar het is zeer wel mogelijk, dat
daarin wijziging kan komen na overleg met betrokke
nen, zodat ik Uw Raad zou willen vragen dat dus nu
niet te behandelen, maar nadat we met betrokkenen
overleg hebben gepleegd en ook Uw Raad hebben ge-
informeerd omtrent het resultaat van het overleg. Kunt
U daarmee instemmen?
De Raad stemt hiermee in.
De Voorzitter: Dan heb ik nog een aanvullende me
dedeling. Het lid van de Raad de heer De Vries heeft
enkele vergaderingen geleden gevraagd, of het moge
lijk was om de verslagen van de aandeelhoudersverga
deringen van de I.W.G.L. voor de Raad ter inzage te
leggen. Ik heb hem toen enig uitstel gevraagd om
daar nader op terug te komen. Aan dat verzoek zal
worden voldaan. Die verslagen zullen dus in den ver
volge voor Uw Raad ter inzage worden gelegd. En
daarmee is deze kwestie afgehandeld naar genoegen
van de heer De Vries en ook van de andere leden van
de Raad.
Punten 3 t.e.m. 14 (bijlagen nos. 161, 162, 158, 169, 175,
160, 163, 170, 167, 168, 166 en 159).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.