~B M Verslag van de vergadering op dinsdag 23 februari 1971 van de afdeling I van de gemeenteraad ter voorbereiding van de behandeling van de Ontwerp-begrotingen voor 1971. Aanwezig van deze afdeling: de heren W. S. P. P. de Leeuw, H. Meijerhof, Mr. B. P. van der Veen, J. T. Vellenga en J. Wiersma. Aanwezige overige raadsleden: de dames G. Bakker van Diermen en L. Woudstra-Peene en de heren G. F. Eijgelaar, T. H. van Haaren, O. Heidinga (na 22.10 uur), H. Hovinga, J. de Jong (na 22.10 uur), A. Klomp, Ir. C. L. Rijpma, J. B. Singelsma, P. Snel (na koffie pauze) en P. van der Veen (voor koffiepauze). Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester. Voorts zijn aanwezig: de heren P. P. de Jong, Se cretaris, Mr. W. J. G. Reumer, loco-Secretaris, Mr. N. Wijma, Hoofd afd. Kabinet en Algemene Zaken, C. IJsbrandij, Hoofd afd. Financiën en Belastingen, Mr. W. L. Zielhuis, ambtenaar van de afd. Kabinet en Al gemene Zaken. Te behandelen punten: Hoofdstuk II. Algemeen Beheer. Hoofdstuk III. Openbare Orde. De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op de vergadering van de eerste afdeling voor de be grotingsbehandeling. We hebben het vorig jaar voor het eerst dit in het bijzonder ter oriëntering van de nieuwe radasleden een begrotingsbehandeling gehad, die afweek van die van een reeks van jaren daarvoor. De vragen wer den vroeger geformuleerd in secties, waarin de Raad was verdeeld. Dat kwam neer op praktisch driemaal dezelfde vergadering. Vroeger misschien een zinvolle zaak, maar dat bleek niet zonder meer te passen bij de behoefte, die thans bestaat, niet alleen bij de raads leden, maar ook bij het College, wat de voorbereiding betreft. We hebben toen deze principiële wijziging aan gebracht, dat in openbare afdelingsvergaderingen de vragen behandeld worden, die in de fracties opkomen. Dat loopt magnifiek. De formulering van de vragen komt nog op dezelfde wijze tot stand als vroeger, maar de procedure is wat anders. Bij de behandeling van de vragen in de afdelingen van de Raad is het vooral de bedoeling voldoende aandacht te kunnen be steden aan detailpunten, die samenhangen met onze begroting. Op die manier streven wij er naar, dat de grotere problemen meer geconcentreerd naar voren komen in de plenaire zitting, die twee dagen achter een zal worden gehouden in de maand maart. Het is dus niet de bedoeling, dat wij in de afdelingen alge mene beschouwingen houden. Ik moge dus nogmaals een beroep op U doen U daaraan te houden. De alge mene beschouwingen behoren thuis in de plenaire zit ting. Er is één belangrijk verschil bij de procedure van het vorige jaar; wij hebben nu geleerd van de ervarin gen van het vorige jaar en op de schriftelijk door de fracties ingediende vragen ook schriftelijke antwoor den gegeven, zoals dat vroeger ook het geval was. Dat is vorig jaar niet gebeurd. Toen werd aan deze zijde van de tafel begonnen met mondeling een ant woord te geven op de grote serie vragen, die waren gesteld. In de praktijk is gebleken, dat dat niet goed tot zijn recht kwam. Wij van onze kant moesten veel te lange verhalen afsteken en vooral wanneer die tech nisch werden of nogal wat cijfers bevatten, was het onmogelijk voor de Raad ze terzelfder tijd voldoende te volgen. Om die reden hebben wij, wat de beantwoor ding van de vragen betreft, het oude schema hervat en het dus schriftelijk gedaan. Daardoor hebben de raadsleden de gelegenheid gehad vóór de discussies in de afdelingen al onderling in de fracties over de ant woorden te discussiëren. We kunnen op deze wijze reeds enorm veel tijd besparen; wij behoeven niet alle gestelde vragen uitvoerig te beantwoorden. Het ligt wel in de bedoeling om, als er behoefte aan is, van onze zijde een toelichting te geven. Ik dacht, dat dat zelden zal voorkomen; ik van mijn kant heb daar geen enkele behoefte aan, maar ik kan mij indenken, dat een Wethouder op een van de komende avonden bij een bepaald onderdeel, voordat U verder op de pro blemen ingaat, er misschien behoefte aan heeft toch nog iets kort toe te lichten, maar ik heb de indruk, ook uit gesprekken met de wethouders, dat dat echt wel uitzonderingen zullen zijn. De bedoeling is dus, dat U meteen begint met vragen te stellen of opmer kingen te maken, primair voortbordurende op hetgeen al schriftelijk is voorbereid. U zou daarbij echter ook, wanneer U daar behoefte aan hebt, andere problemen, voor zover ze op de betreffende afdeling en het be treffende onderdeel betrekking hebben, aan de orde kunnen stellen. De plenaire zitting bestaat uit twee gedeelten. 1. De algemene beschouwingen, waaronder ik ook versta de financiële beschouwingen. De algemene be schouwingen plegen in onze vergadering uiteen te val len in twee delen: een echte algemene beschouwing, die meestal door de fractievoorzitter wordt gehouden, en dan nog, wanneer er behoefte aan is meestentijds niet eens bij alle fracties beschouwingen, waarin een ander lid van de fractie dieper ingaat op de spe cifieke financiële problematiek. 2. Behandeling van die problemen, die overblijven uit de discussies in de afdelingen. Zouden er na de discussies nog punten zijn, ten aanzien waarvan U meent, dat U van onze zijde onvoldoende beantwoor ding kreeg of waarover U moties wilt indienen of waarvan U meent, dat ze zo belangrijk zijn, dat ze in de plenaire zitting aan de orde moeten worden ge steld, wilt U dan vooral duidelijk formuleren, welke punten U in die zitting nog behandeld wilt zien, met een korte motivering van de reden. Die formulering wordt door ons dan schriftelijk overgenomen en aan de raadsleden, voor de plenaire zitting, toegezonden. Dat is niet nodig voor degenen, die in een bepaalde afdeling aanwezig zijn, maar het kan van reëel be lang zijn voor de raadsleden, die niet in die afdeling aanwezig waren en dan toch kennis kunnen nemen van de reden, waarom straks een bepaald onderdeel nog in de plenaire zitting zal worden behandeld. Het is de bedoeling, dat in de afdelingszittingen eerst de tot die afdeling behorende leden het woord voeren en daarna andere raadsleden, voor zover ze er behoefte aan zouden hebben. Zijn er raadsleden, die over de procedure nog iets willen zeggen? De heer Hovinga: Worden in de afdelingen de be sprekingen ook in twee instanties gehouden? De Voorzitter: Nee, in één instantie. Ik geloof, dat het in de afdelingen ook niet nodig is in twee instan ties te spreken. In de gewone raadsvergaderingen moet tot een beslissing worden gekomen. We hebben thans al één ronde gehad in de schriftelijke vragen en antwoorden. Het kan dus zijn, dat van deze zijde eens een korte toelichting vooraf wordt gegeven, maar het is zo: De raadsleden maken bepaalde opmerkingen en van deze zijde van de tafel wordt geantwoord. Als dat voor U onbevredigend is, dan kunt U zeggen: Dit punt wil ik om die of die reden in de plenaire zitting nog eens aan de orde gesteld zien. Ik geloof niet, dat het erg zinvol is hier een tweede ronde te houden. Dat hebben we vorig jaar ook niet gedaan. Na de beantwoording stel ik de vraag, of er nog punten zijn, die U in de plenaire zitting aan de orde gesteld wilt hebben. En die moet U dan natuurlijk nog wel even formuleren. De heer Vellenga: Ik meende, dat wij vorig jaar als regel één ronde afwerkten en dat wij bij een enkel punt, waar misschien de vraagstelling vanuit de Raad aanleiding gaf tot een niet al te duidelijk antwoord van het College, er nog wel eens in tweede instantie op terug kwamen, maar dat waren uitzonderingen. Ik kan mij echter voorstellen, dat je met twee ronden hier een punt voor de plenaire zitting afkoopt. En dat is U ook wat waard.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1971 | | pagina 1