tè. il Verslag van de vergadering op woensdag 24 februari 1971 van de afdeling II van de gemeenteraad ter voorbereiding van de behandeling van de Ontwerp-begrotingen voor 1971. m Aanwezig van deze afdeling: de heren O. Heidinga, W. Hemstra, H. Hovinga, J. F. Janssen, J. de Jong, Ir. C. L. Rijpma en J. Tiekstra (weth.). Aanwezige overige raadsleden: de dames E. Brah- denburg-Sjoerdsma, G. Visscher-Bouwer, M. M. Th. Visser-van den Bos (tot 23.55 uur) en L. Woudstra- Peene (na 20.00 uur) en de heren G. Buising (tot 2e pauze), G. F. Eijgelaar, T. H. van Haaren, H. Jansma (tot 2e pauze), W. Miedema (tot 2e pauze), J. B. Sin- gelsma (tot 2e pauze), P. Snel (vanaf 20.30 uur), P. van der Veen, J. T. Vellenga (tot 2e pauze), L. Visser, (tot 23.55 uur), G. de Vries (tot 22.45 uur) en de heer J. Wiersma (van 21.30 uur tot 2e pauze). Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester. Voorts zijn aanwezig: de heren P. P. de Jong, Secre taris, Mr. W. G. J. Reumer, Loco-Secretaris, H. Ach terhof, ambtenaar Openbare Werken, Ir. J. J. Muller, ambtenaar Openbare Werken, Ir. A. Quack, Directeur Grondbedrijf, J. Reinstra, ambtenaar afd. Volkshuis vesting en Openbare Werken, J. van der Wal, Hoofd afd. Volkshuisvesting en Openbare Werken en C. IJs- brandij, Hoofd afd. Financiën en Belastingen. Te behandelen punten: Grondbedrijf. Dienst der Openbare Werken. ALGEMENE DIENST. Hoofdstuk IV. Toiletinrichtingen. Hoofdstuk V. Ruimtelijke Ordening. Hoofdstuk VI. Openbare Werken. Hoofdstuk VIII, par. 7. Monumenten van geschiedenis en kunst. De Voorzitter: Ik heet U hartelijk welkom op deze tweede vergadering, die wij in het kader van de afde lingen over de begroting houden. Ik zou nog even een enkel woord willen zeggen over de gang van zaken, in het bijzonder voor onze nieuwe raadsleden. De stukken zijn trouwens ook rondgezon den. Het is de bedoeling, dat wij onze discussie voeren aan de hand van het verslag van de commissie van rapporteurs en het daarop reeds schriftelijk gegeven antwoord onzerzijds. Het vorig jaar hebben we geen schriftelijke antwoorden gegeven en zijn we de afde lingsvergaderingen gestart met het geven van een uit eenzetting van de betreffende portefeuillehouder als antwoord op de van de zijde van de Raad gestelde vragen. De praktijk heeft uitgewezen, dat wij door die gang van zaken heel veel tijd nodig hadden voor de mondelinge beantwoording, maar bovendien is door de grote hoeveelheid gegevens en de dikwijls technische uiteenzettingen wel gebleken, dat het geen eenvoudige zaak was alles zo snel te verwerken en te reageren op een wijze, die zowel voor U als voor ons als de beste moest worden aangemerkt. Op grond daarvan zijn wij teruggekeerd tot het vroegere systeem van in eerste instantie schriftelijk antwoord. Het is de bedoeling, dat ik, als wij de discussie ten vervolge op de schrifte lijke antwoorden hebben gehad, U zal vragen, of er nog andere vragen of opmerkingen Uwerzijds zijn te maken over het betreffende hoofdstuk van de begro ting. Weth. Tiekstra heeft mij zojuist medegedeeld, dat hij, evenals ik gisteravond, er geen behoefte aan heeft nog te beginnen met het geven van een nadere mondelinge toelichting op de reeds schriftelijk gedane vragen, dus ik stel straks meteen de verschillende hoofdstukken aan de orde en U begint meteen met het stellen van vragen en het maken van opmerkingen. Weth. Tiekstra geeft in het antwoord zijn standpunt weer. Daarna zijn we misschien klaar, maar het kan ook zijn, dat U formuleert, welke punten U nog aan de orde gesteld wenst in de plenaire zitting. Graag, om misverstand te voorkomen, met een heel korte mo tivering. Ik herinner mij van verleden jaar enige ge sprekken tussen de heer Heidinga en mij, waarbij ik vroeg: Wilt U dit of dat wel even motiveren? Ik wil met nadruk zeggen, dat dit op zich niet een absolute noodzaak is, maar het is van belang vooral voor die raadsleden, die niet aan de discussie deelnemen, maar toch dienen te weten, waarom een bepaald punt straks in de plenaire zitting weer aan de orde komt. We hebben, in tegenstelling tot onze normale raads vergaderingen, slechts één ronde. De eerste ronde is in wezen schriftelijk afgewerkt. Voor de goede orde nog dit. In de plenaire zitting krijgen we als hoofdthema de algemene beschouwin gen. Dan moet vooral de grote lijn naar voren komen. De plenaire zitting bestaat - althans kan bestaan uit twee gedeelten: de algemene beschouwingen, die meestal door de fractievoorzitters worden gehouden, gevolgd door, voor zover er bij de fractie behoefte aan bestaat, een algemene financiële beschouwing. Daar op volgt dan de behandeling van de punten, waarvan er eventueel dus overblijven, die U aan de orde gesteld wilt hebben, wat U dan te kennen geeft, met toevoe ging van een korte motivering. Wij dienen er dat is ook de bedoeling van de be handeling in de afdelingen met elkaar naar te streven, dat we nu het „kleine werk", dat ook bijzon der belangrijk kan zijn, doen, en in de plenaire zitting de grote lijn volgen. In de voorbespreking moeten in het vraag- en antwoordspel zaken behandeld worden, waarover U nadere informatie wilt hebben. Ik doe een beroep op U, in de plenaire zitting niet alles dunne tjes over te doen. Dat is de reden, dat destijds in Gro ningen, waar men ditzelfde experiment heeft gewaagd, deze onderneming gesneuveld is. Dan heeft behande ling in afdelingsvergaderingen ook geen enkele zin. Hoewel alle raadsleden niet zo enthousiast waren als ik, zijn het vorige jaar de afdelingsvergaderingen praktisch volkomen geslaagd. We hebben de plenaire zitting kunnen beperken tot de algemene beschouwin gen en enkele belangrijke punten, die overgebleven waren uit de afdelingsvergaderingen. Ik hoop dus van harte, dat wij er weer in slagen het gestelde doel te bereiken. Dan zullen de afdelingsvergaderingen bijzon dei' veel nut kunnen hebben, omdat de onderdelen meer tot hun recht komen dan bij de vroeger gevolgde me thode, toen ze alle altijd moesten volgen op de vrij uit voerige algemene beschouwingen. Grondbedrijf. De heer Janssen: In het antwoord onder 1 spreekt U over een andere plaats voor het G.G.D.-gebouw. Is hierover al iets naders bekend Denkt U aan een plaats, direct aansluitend aan het Triotel? Zo niet, dan ver valt mogelijk het argument, waarop wij de onderhand se gunning aan de N.V. Friso hebben gedaan. Ik be doel, dat wij indertijd de voorkeur aan de N.V. Friso hebben gegeven, omdat de voormalige plaats van het G.G.D.-gebouw prachtig aansloot bij het door de N.V. Friso gebouwde complex. De heer Rijpma: Onder 4 is de vraag gesteld: Is het juist, dat de directeur van het Grondbedrijf op dracht heeft een deel van de Bullepolder aan te ko pen? U beantwoordt die vraag met: Dat is inderdaad juist. Nu is mij ter ore gekomen ik weet natuurlijk niet, of die mededeling voor 100% betrouwbaar is dat er een eigenaar in die polder aanwezig is, die zijn bedrijf aan het Grondbedrijf ten verkoop heeft aange boden, maar die van het Grondbedrijf recentelijk de mededeling heeft ontvangen, dat het Grondbedrijf geen opdracht heeft om terzake van deze polder iets te doen. En nu is mijn vraag: Kan hier enig misverstand zijn, gezien ook de wijziging, de verhuizing en alles wat er rondom het Grondbedrijf de laatste paar maan den geweest is?

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1971 | | pagina 1