3d Verslag van de vergadering op donderdag 25 februari 1971 van de afdeling III van de gemeenteraad ter voorbereiding van de behandeling van de Ontwerp-begrotingen voor 1971. Aanwezig van deze afdeling: de heren J. ten Brug (weth.), G. Buising, H. Jansma, J. Schaafsma, J. B. Singelsma, P. Snel en L. Visser. Aanwezige overige raadsleden: de dames M. M. Th. Visser-van den Bos en L. Woudstra-Peene en de heren T. H. van Haaren, H. Hovinga (tot 23.30 uur) en J. Knol (tot pauze). Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester. Voorts zijn aanwezig: de heren P. P. de Jong, Secre taris, Mr. W. J. G. Reumer, loco-Secretaris, Mr. N. Wijma, Hoofd afd. Kabinet en Algemene Zaken, C. IJs- brandij, Hoofd afd. Financiën en Belastingen, J. J. Oljans, Hoofd afd. Onderwijs, en J. Nauta, ambtenaar afd. Onderwijs. Te behandelen punten: Dienst voor Gezondheidszorg. Algemene Dienst: Hoofdstuk IV, Volksgezondheid. Hoofdstuk VIII, Onderwijs Algemeen. Hoofdstuk VIII, par. 1: Kleuteronderwijs. Hoofdstuk VIII, par. 2: Basisonderwijs. Hoofdstuk VIII, par. 3: Buitengewoon Onderwijs. Hoofdstuk VIII, par. 4: Voortgezet Onderwijs. Hoofdstuk VIII, par. 5: Wetenschappelijk Onderwijs. Hoofdstuk VIII, par. 6: Diversen. De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor, dat we met onze werkzaamheden beginnen. Ik heet U van har te welkom. Graag wil ik vooraf enkele woorden zeggen over de gang van zaken, dit speciaal voor de nieuwe raadsle den. Wat het vraag- en antwoordspel betreft laat ik het zo maar noemen hebben we al een ronde gehad. U hebt schriftelijk vragen gesteld, die zijn samengevat in het rapport van de Commissie van Rapporteurs. In tegenstelling tot het vorig jaar zijn er van de zijde van het College schriftelijke antwoorden gegeven, een sys teem, dat in voorgaande jaren ook werd gevolgd, toen we nog niet deze wijze van behandeling in afdelingen kenden. Vorig jaar is gebleken, dat het geven van een mondeling antwoord op alle gestelde vragen te veel tijd nam en bovendien niet zo reëel was, omdat de raads leden werden overvallen door een stortvloed van woor den die doorspekt waren van gegevens en vaak tech nische uiteenzettingen, die niet snel genoeg te verwer ken waren. Die ervaring hebben we vorig jaar met el kaar opgedaan. Ik hoop van ganser harte, dat zal blijken, dat de nu gevolgde methode de gang van za ken echt zal bevorderen. Ik geloof, dat ik op grond van de twee vergaderingen die we al gehad hebben, mag constateren, dat dit stellig het geval kan zijn en ik hoop ook, dat vanavond zal blijken, dat dit het geval is. In de U reeds toegezonden stukken is meegedeeld, dat de Wethouder eventueel zou beginnen de schrifte lijk gegeven antwoorden nog nader mondeling toe te lichten. Wethouder Tiekstra en ik hebben daar geen behoefte aan gehad. Wethouder Ten Brug vertelde mij net, dat hij er ook geeen behoefte aan heeft. We kun nen dus meteen starten met U het woord te geven. Het is de bedoeling, dat eerst de leden van de afdeling de gelegenheid krijgen het woord te voeren, daarna, voor zover men dat gewenst acht, ook andere raads leden die ter vergadering aanwezig zijn. Daarop krijgt Wethouder Ten Brug het woord en gaat op Uw vragen en opmerkingen in. Wij hebben in principe één ronde. Daarna formuleert U de problemen die U in de ple naire zitting nog aan de orde gesteld wilt hebben. Nog een laatste opmerking. Het is eigenlijk over bodig te zeggen, maar ik hoop van ganser harte, dat er niet een te groot aantal vraagstukken overblijft voor de plenaire zitting, want dan zou de behandeling in de afdeling niet aan haar doel beantwoorden. Het is vooral de bedoeling de hoofdpunten eruit te halen. Straks bij de plenaire zitting krijgen we dan 1. de al gemene beschouwingen en de financiële beschouwin gen en 2. de headlines die overblijven, problemen, die werkelijk op dit moment van zo grote importantie zijn, dat we daar met elkaar over van gedachten moeten wisselen en waarbij de Raad tot standpuntbepaling moet komen. Dat is de opzet van de voorbehandeling in de afdelingen. Met deze korte uiteenzetting wil ik graag volstaan. Dienst voor Gezondheidszorg. De heer Snel: Naar aanleiding van vraag 3 zou ik willen vragen hoeveel verzorgden uit de Haniasteeg zijn opgenomen in het verpleeghuis van Triotel. Bij buitenstaanders bestond de indruk, dat dit een vrij groot aantal moest zijn. Naar aanleiding van vraag 7 zou ik willen vragen, of het College bereid is, nu de G.G.D. weer volledig bemand is, te komen met een totaal Gezondheidsplan voor Leeuwarden. Verder zou ik n.a.v. vraag 8 graag willen weten hoe het gewondenvervoer en het ziekenvervoer functioneert. Is daar medische controle op, en zo ja, wat zijn daar over dan de bevindingen? Dan heb ik nog een paar algemene vragen over de volksgezondheid; misschien mag ik die hierbij nu lan ceren? (De Voorzitter: Als ze betrekking hebben op de Dienst voor Gezondheidszorg wel. We krijgen straks aan de orde het hoofdstuk Volksgezondheid. Ik wil graag, dat U op dit moment Uw problemen beperkt tot die, welke betrekking hebben op de Dienst voor Ge zondheidszorg.) Goed, dan komt dat straks wel. De heer Visser: N.a.v. vraag 5 het volgende: Ik zou even in willen gaan op de exploitatie van Triotel. Daar kan neem ik aan nog niet zoveel over gezegd worden, maar we kunnen wel vaststellen, dat de extra voorzieningen die dienden te worden getroffen i.v.m. het mankement van de wateroverlast een bedrag van vier ton zullen vergen. Ook komt er nog een bedrag bij voor de noodvoorzieningen t.a.v. het parkeerterrein. Mijn vraag is: Verwacht het College, dat de exploitatie van Triotel straks nog kostendekkend zal zijn? De hear Singelsma: Yn fraech 2 is sprake fan üt- wreiding fan it Diakonessenhüs. Der hawwe inkele oriëntearjende bisprekken west. Kin dêr hwat mear fan sein wurde? De heer Schaaf sma: In het antwoord op vraag 8 wordt gezegd: „dat aan de gemeenten een belangrijke praktische taak is toevertrouwd, zoals de instelling en instandhouding" enz. enz. Het woord „zoals" duidt, dacht ik, op nog meer taken. Het ligt toch niet in de bedoeling naast de beide particulieren die het ambu lancevervoer hier in Leeuwarden op een zeer goede wijze verzorgen, nog te denken aan een eigen gemeen telijke ambulance? Mevr. Woudstra-Peene: N.a.v. vraag 7 zou ik graag nog iets willen zeggen over de Schoolartsen- dienst. Ik heb gemerkt, dat heel veel klassen kinderen steeds worden overgeslagen. Het bleek mij, dat vele kinderen Ha afloop van de zorg van het Zuigelingen bureau pas als ze in de vierde of vijfde klas zitten eens weer door de schoolarts kunnen worden onderzocht. Is er kans op, dat dit in de nabije toekomst beter zal gaan lopen? Mevr. Visser-van den Bos: Ik zou graag willen weten hoeveel patiënten thans opgenomen zijn in het verpleeghuis van Triotel en of mijn indruk juist is, dat veel van de zwaar-verzorging-behoevende bejaarden opgenomen zijn in het verpleeghuis. Als dit het geval is waarmee ik natuurlijk alleen maar blij zou zijn moet ik dan aannemen, dat er oorspronkelijk een andere gedachte was over de mensen die opgenomen zouden worden in het Verpleeghuis? Dit vraag ik omdat op de destijds door de heer Engels en mij gestelde vraag over de nood onder de zwaar-verzorging-behoevenden wat tenminste door mij werd gezien als nood werd ge antwoord, dat daar inderdaad de eerste tijd niet direct

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1971 | | pagina 1