My
opzet al een knap stuk duurder. Ik heb niet anders uit
de stukken kunnen vernemen dan dat het er om gaat,
de blommetjes en de beestjes binnen de school te bren
gen. Dan zie ik altijd nog een goedkoper middel, ook
didactisch zeer verantwoord en de zelfwerkzaamheid
zeer bevorderend, n.l., dat de kinderen zelf in sloot en
plas en op de weide maar wat zoeken. Dan vinden ze
een heleboel. Ik vind het de moeite waard nu al eens
iets over de waardevolle denkbeelden, onder punt 14
genoemd, te horen, omdat mijn indruk is, dat we, als
we hier zeer positief mee doorgaan, een behoorlijk be
drag op een van onze volgende begrotingen zullen vin
den voor dit Biologisch Centrum.
De heer Snel: N.a.v. vraag 3 zou ik graag willen
weten, hoe we de ouders meer bij de school zouden
kunnen betrekken. Persoonlijk denk ik aan voorlich
ting via de schoolraad, maar deze heeft daartoe niet
de middelen. Op de begroting is voor de schoolraad
een bedrag van f 1.000,uitgetrokken, maar daar doet
men natuurlijk niet zo veel mee. U heeft in de krant
kunnen lezen, dat men een enquête heeft gehouden i.z.
het Fries op de basisscholen. Dat kost natuurlijk geld
en voor zoiets moet dat er dan zijn. Ik vind, dat zo'n
schoolraad zelfstandig moet kunnen opereren en niet
direct bij de Wethouder om geld moet behoeven aan
te kloppen. Ik dacht, dat, als we het nu uitgetrokken
bedrag een beetje optrekken, dit een goede gang van
zaken zou kunnen bevorderen.
Thans iets over vraag 4, de audio-visuele hulpmid
delen. Zeer recentelijk heeft de Kroon een uitspraak
gedaan in een beroepszaak betreffende de schooltele
visies en dat zal tot gevolg hebben, dat men eventuele
verzoeken op grond van art. 72 van de L.O.-wet 1920
eigenlijk niet meer kan afwijzen. Dit zal dus voor de
begrotingspost onder no. 510 waarschijnlijk nogal aan
zienlijke gevolgen hebben. Hoe denkt het College die
op te vangen?
Onder 9 wordt de vraag gesteld, of het niet verstan
dig is de ouders te laten bijdragen in bepaalde mate
riële uitgaven. Onze fractie is daar principieel tegen
en wij zouden het antwoord van het College dus wil
len ondersteunen.
Wat betreft het Biologisch Centrum (punt 14) zien
wij, in tegenstelling tot wat de heer Schaafsma heeft
gezegd, wel degelijk het nut van zo'n schooltuinen
plan, zoals de heer Hogendijk het vroeger altijd noem
de. Dat is dan nu gepromoveerd tot een Biologisch
Centrum. Voor het plan, dat door het Nut is uitge
werkt, had men een plaats bij de Kinderboerderij ge
dacht. Nu is afgelopen maandag het bestemmingsplan
„Rengerspark" in de Raad geweest, maar op de teke
ning, die in de leeskamer bij de ter inzage gelegde
stukken lag, heb ik zo'n Biologisch Centrum niet kun
nen vinden. Is dat al bij voorbaat een stellingname of
heeft men er in dit kader nog niet aan gedacht en
kan het eventueel nog ingebouwd worden?
De heer Visser: Het antwoord onder punt 1 begint
met de woorden: „De Werkcommissie Aldlan heeft
haar rapport inmiddels uitgebracht." Ik mag aanne
men, dat dat binnenkort ook ter kennis van de be
langhebbenden wordt gebracht.
Verderop in het antwoord wordt art. 72 van de L.O.-
wet nog even aangehaald i.v.m. de ontwikkeling van
de toekomstige scholenbouw in 't Aldlan. Het blijkt,
dat er al een aantal urgentieverklaringen bij het Ge
meentebestuur zijn binnengekomen. Mijn vraag is: Zijn
de besturen van de bijzondere scholen desalniettemin ge
houden om t.z.t. een aanvraag ex art. 72 in te dienen?
Bij mij is t.a.v. punt 3 de vraag gerezen, of het Col
lege het ook wenselijk acht, dat in onze gemeente
voor het openbaar onderwijs een ouderraad wordt in
gesteld. Die is weer een wat andere figuur dan de al
bestaande schoolraad, maar art. 2 van de herziene wet
opent wel de mogelijkheid tot het instellen van een
ouderraad.
Over vraag 4 (audio-visuele hulpmiddelen) had ik
niet willen spreken, maar de heer Snel heeft art. 72
in dit verband even ter sprake gebracht. Als de school
besturen in onze gemeente een aanvraag zouden in
dienen, dan zou die m.i., op grond van het recente
K.B. terzake, inderdaad ingewilligd moeten worden.
Mijn persoonlijke mening is, dat de schoolbe
sturen in Leeuwarden het spel zullen spelen, zoals het
tot nu toe gespeeld is. Ik dacht, dat dit ook reëel was
in het kader van het gevoerde overleg.
Inherent aan het gebruik van de gymnastieklokalen
(vraag 5) is de vergoeding. Er is in het verleden al
meermalen op geattendeerd, dat het gewenst is deze
vergoeding eens te bekijken. Ik meende, dat het ver
goedingsbedrag op het ogenblik nog altijd f0,70 of
f 1,- is en ik acht de tijd toch wel rijp, dat deze zaak
eens op de helling wordt genomen.
De zaak onder punt 7 is een nogal ingewikkelde ge
schiedenis, maar ik wil toch niet nalaten met een
aantal gegevens voor het licht te komen, in de hoop,
dat ik hier straks een bevredigend antwoord op kan
krijgen.
Het is bekend, dat de Algemene Bond van Onderwij
zend Personeel in de gemeente Leeuwarden en het
bijzonder onderwijs er onlangs bij het Gemeentebestuur
op hebben aangedrongen, vakleerkrachten in onze ge
meente aan te stellen. Uit de aanbiedingsbrief is ge
bleken, dat het Gemeentebestuur deze wens deze
noodzaak eigenlijk onderschrijft, maar, zo heeft het
gesteld: „Hier zijn aanzienlijke financiële consequenties
aan verbonden." Daar ben ik me ook van bewust. Ik
ben eens in die cijfers gedoken en ik ben tot een be
paalde opstelling gekomen. Ik weet niet, of wij er hier
vanavond uit komen en ik wil U ook niet vermoeien
met grote cijferreeksen. Ik heb als uitgangspunt ge
nomen de norm-uitkering t.b.v. het basis-onderwijs.
Blijkens de Financiële Verhoudingswet hebben we daar
m.i. met een drietal componenten te maken: 1. de kos
ten van stichting en inrichting van gebouwen. 2. de
kosten van onderhoud, verlichting, verwarming en
schoonhouden, en 3. onderhoud sehoolmeubelen en
leermiddelen en alle overige uitgaven. Ik laat de kos
ten van de gymnastieklokalen even buiten beschou
wing.
Ik heb de normbedragen voor 1971 omgerekend per
leerling en dan kom ik voor het basis-onderwijs, wat
de kosten van de eerste component: de kosten van
stichting en inrichting van gebouwen, betreft, op een
omgerekend bedrag van rond f 129,- per leerling;
voor de tweede component: onderhoud gebouwen etc.
op f 98,en voor de laatste component ook in de
bijlage vermeld op f 77,85. Dat is totaal rond f 285,
terwijl we j.l. maandagavond besloten hebben een be
drag van f 175,80 beschikbaar te stellen voor het basis
onderwijs. Er is volgens mij dus nog een surplus van
f 110,per leerling. Nu ben ik mij bewust, dat dit niet
zo eenvoudig ligt i.v.m. bijv. de Schooladviesdienst, die
een behoorlijke hap uit het budget neemt. En zo zullen
er nog wel enkele andere dingen zijn. Ik moet U zeg
gen, dat ik er nog niet helemaal uit ben. Niettemin
zou ik wel graag het standpunt van de Wethouder
vernemen.
T.a.v. vraag 14 zou ik willen opmerken, dat ik mij
niet bewust ben, dat ik de daar genoemde nota toege
zonden gekregen heb. Ik heb van een fractiegenoot
gehoord, dat in het „rode mapje" een stuk over dit
onderwerp lag, gericht aan de Gemeenteraad.
De hear Singelsma: By de punten 11 en 12 fait it
my op, hoe'n bytsje Frysk ünderwiis der yn Bjouwert
jown wurdt oan de iepenbiere skoallen. Wy kinne op
dit stik fan saken in aktive en in passive polityk fiere
en it liket my ta, dat hjir de passive polityk oer-
hearsket. It hinget yn it foarste plak derfan óf, oft
de alden ünderwiis yn it Frysk wolle, mar men kin
ek fan gemeentewegen in aktive polityk fiere. En kinne
wy nou yn de takomst fan it Kolleezje forwachtsje, dat
men aktiver wêze sil byg. yn it oanstean op it les
jaen yn de Fryske tael oan de legere skoallen yn
Ljouwert
De nota oer it Biologysk Sintrum (punt 14) haw ik
wol tastjürd krige. (Ik tocht fan de inisiatyfnim-
mers.) It is, leau ik, in frij kostbere saek, mar it is
dochs wol fan bilang, dat der oer it biology-ünderwiis
in neijere bisinning komt. Nou is myn fraech: As dat
Biologysk Sintrum fan de groun komt, tinkt it Kol
leezje dan ek oan in skoalbiolooch, byg. lykas men dy
yn Grins hat Of tinkt men oan de Haechse skoal-
tunen of eat yn dy geast?
Mevr. Woudstra-Peene: Betreffende punt 2. Het is
natuurlijk waar, dat de Gemeente primair tot taak
heeft de verzorging van het openbaar onderwijs, maar
ik heb zo het idee, dat het toch wel belangrijk is in de
gaten te houden wat voor soorten scholen van bijzon
der onderwijs er zijn. Misschien zitten er wel eens
mogelijkheden tot samenwerking in, wat de algemene
stand van zaken op onderwijsgebied in Leeuwarden ten
goede kan komen. Ik zou erg graag eens een lijst
hebben met aantallen en soorten bijzondere scholen,
aantallen leerlingen, aantallen speel-leerklassen etc.
De heer Knol: N.a.v. het antwoord van het College
op vraag 10, dat het verschil tussen de normen, gehan
teerd door de Gemeente, en de rijksnormen slechts
enkele tienduizenden guldens bedraagt, ga ik even over
naar het antwoord onder punt 6, waar sprake is van
een ter inzage gelegen hebbende specificatie van het
bedrag van f 1.229.000,Uit die specificatie blijkt,
dat het verschil tussen de normbedragen en de kosten-
bedragen betreffende de stichtingskosten voor het
basis-onderwijs 2 ton bedraagt.
Ik heb t.a.v. de specificatie nog een paar vragen:
1. Hoe ontstaat het tekort van f 229.000,op de
overige exploitatie bij het basis-onderwijs?
2. Hoe groot is het verschil tussen de werkelijk be
taalde rente en de ingecalculeerde rente bij de stich
tingskosten van de scholen van het kleuter- en het ba
sis-onderwijs
3. Hoe ontstaat het tekort van f 208.000,op het
buitengewoon onderwijs?
4. Bestaat er uitzicht op een hogere normvergoe
ding door het Rijk betreffende exploitatie van lokalen?
Het tekort over 1971 bij het basis- en kleuteronderwijs
is f638.000,—.
5. Is het financieel niet beter verantwoord t.a.v. de
afschrijvingen bij de stichtingskosten van de scholen
dezelfde methode te volgen als door het Rijk wordt
gehanteerd
De heer Van Haaren: Ik wilde het slechte voor
beeld van de heer Snel maar volgen en graag een
vraag stellen, die niet vermeld is in de stukken.
Ik zou van het College willen vernemen, wat zijn
standpunt is t.a.v. sexuele voorlichting op de scholen.
De heer Ten Brug (weth.): De heren Schaafsma,
Snel en Singelsma hebben over het Biologisch Centrum
gesproken.
De heer Visser wil ik intussen even zeggen, dat wij
van de veronderstelling zijn uitgegaan, gezien de adres
sering: „Aan de raadsleden", van het gestencilde stuk,
dat de nota aan de raadsleden was toegezonden. Mocht
dat niet het geval zijn, dan wil ik wel bevorderen, dat
het alsnog wordt toegezonden.
Wij hebben in het antwoord niet meer gezegd dan
dat wij de denkbeelden uit het rapport belangwekkend
vinden. En daar sta ik ook voor. De heer Schaafsma
heeft misschien een ander oordeel over het rapport.
De kinderen kunnen inderdaad veel vinden in sloten
enz., maar we leven hier in een situatie, dat de sloten
hoe langer hoe verder weg zijn en gezien de veront
reiniging van het water door de kunstmest, is de plan-
tensituatie in de sloten belangrijk anders dan deze nor
maal zou kunnen zijn. Dit soort dingen pleit er
juist voor, dat wij eigenlijk zo'n biologische tuin zou
den moeten hebben. Er was bij de nota geen verdere
precisering omtrent de opzet en kosten en wij zijn op
dit moment bezig ons daarover te oriënteren, want wij
hebben best begrepen, dat dit wel enig geld hoe men
dit begrip dan ook mag interpreteren zal kosten.
Menen wij, dat het, ook gezien de kosten, verantwoord
is, met een voorstel te komen, dan zullen wij dat doen
en dan kan de Raad over het al of niet verantwoord
zijn van de uitgave beslissen. Het College heeft hier
over op dit moment nog geen beslissing genomen, want
wij willen eerst ook eens nagaan, op welke wijze dit
element gemakkelijk in de gehele schoolvoorziening
zou kunnen worden ingepast.
De heer Singelsma meent, dat men ook met een
schoolbioloog zou kunnen volstaan, maar volgens mij
is het verschil met de schoolbioloog van Groningen en
de Haagse schooltuinen niet zo groot. In feite wordt
eenzelfde situatie bedoeld. Het gaat om de schoolbio-
ZtfS
loog, maar de kosten van wat daaromheen gepland
wordt, kunnen inderdaad belangrijk hoger of lager
zijn. Wij willen deze kwestie in het totaal van het
schooladvies- en begeleidingswerk bekijken, ze zal
binnenkort in het bestuur van de Schooladviesdienst
aan de orde komen. Omdat nog geen beslissing is ge
nomen, komt op het stuk, dat de heer Snel bedoelt,
nog geen tekening voor, maar dat wil helemaal niet
zeggen, dat deze zaak op voorhand al is afgewezen.
Wel kan het een moeilijk haalbare kaart worden, ge
zien de financiën. Ik acht zo'n centrum echter wel no
dig. En ik dacht, dat wij het onderwijs er een belang
rijke dienst mee zouden kunnen bewijzen.
De heer Snel heeft n.a.v. punt 3 gevraagd: Hoe kun
je de ouders meer bij de school betrekken? Dat is
inderdaad een probleem, ook bij het openbaar onder
wijs, dat aanvankelijk niet ten strijde is getrokken
onder het motto: „De school aan de ouders", maar ik
dacht, dat het bij de scholen, die wel onder dit motto
werken, een even groot probleem is. Wij proberen in
het kader van de schoolraad van gemeentewege ook
zoveel mogelijk injecties te geven om de ouders zich
bij het schoolleven betrokken te doen gevoelen. U
weet, dat, op grond van de wet, voor benoeming van
hoofden van scholen het advies van de schoolraad moet
worden gevraagd. Op zichzelf acht ik dat in principe
een juist uitgangspunt, maar ik heb het gevoel, dat
dit in een gemeente als Leeuwarden, waar het aantal
openbare scholen groot is en de schoolraad een be
perkt college is, toch eigenlijk niet het effect heeft,
dat men ervan verwacht, n.l., dat de ouders van de
leerlingen ook bij de benoeming betrokken zouden zijn.
Ik stel mij dan ook voor bij volgende vacatures de
oudercommissies van de betrokken scholen er ook bij
te betrekken door aan het bezoeken van de uitgeselec
teerde sollicitanten, dat tot nog toe door de inspecteur
van het l.o. en mij geschiedde, ook de voorzitter of
een ander lid van de oudercommissie, door deze com
missie aan te wijzen, te laten deelnemen en de ouder
commissie ook in het gesprek over de sollicitanten
daarna te doen participeren. Het formeel advies moet
natuurlijk altijd door de schoolraad worden gegeven.
Ik heb aan de hoofden van scholen gevraagd, ook wat
betreft de aanstelling van onderwijzend personeel, deze
lijn door te trekken en contact op te nemen met de
oudercommissies.
Wij spreken tegenwoordig maar steeds over meer
inspraak en verdere democratisering, maar ik krijg
helaas hier en daar de indruk, dat „men" er niet om
vraagt, maar dat we het hun moeten leren. En ik ge
loof, dat dat ook de moeite waard is. Ik zou echt niet
willen stil staan bij de opvatting: „Nou ja, ze vragen
er niet om, en het is ons wèl." Ik geloof, dat dit schade
voor het onderwijs zou betekenen.
We betrekken de schoolraad bij meer dingen dan
formeel het geval zou moeten zijn. Wij doen dit om de
leden van die raad de hoog nodige informatie te ge
ven om te kunnen oordelen. De schoolraad heeft bijv.
het initiatief genomen om een enquête onder de ouders
te houden over het Fries op de basisschool. Dat zou
ook het Gemeentebestuur hebben kunnen doen, maar
ik vind het bijzonder plezierig, dat de schoolraad het
deed. De kosten, die hiervoor moeten worden gemaakt,
zijn vrij gering, want de zaak van de papieren wordt
verder wel door de Secretarie behandeld.
M.i. zullen wij concrete plannen, waarmee de school
raad komt, moeten financieren. Wij hebben maar een
vrij bescheiden bedrag voor de schoolraad in de be
groting opgenomen en dat was tot nu toe ook vol
doende. Er zijn besprekingen tussen de Propaganda-
commissie voor het openbaar onderwijs en mij ge
weest in de sfeer van: „Wat is nu eigenlijk het werk
van die commissie en wat is het werk van het Ge
meentebestuur?" Hetzelfde ligt besloten in de vraag
van de schoolbesturen: „Gemeente, kunt U ons niet
een beetje tegemoetkomen in de kosten, die wij moe
ten maken voor lijsten van adressen van kinderen, die
voor het eerst naar de kleuterschool of de lagere school
gaan?" (Het betreft hier legeskosten.) Nu is dat op
grond van de Legesverordening niet mogelijk, dus zo
wel door de Propagandacommissie voor het openbaar
onderwijs als door de schoolbesturen moet dit mate
riaal betaald worden. Wij zijn echter bezig te zoeken
naar een redelijke verdeling van deze kosten en wij