9
t- zJKfm-iT; i' *7»
8
Gemotoriseerd vervoer voorziet in een menselijke be
hoefte. Wij kunnen dat betreuren, maar we zullen moe
ten erkennen, dat de beschikking over een auto voor
de burger een reëel stuk welvaart betekent, ook al stelt
dat de gemeente voor problemen. De gemakkelijkste
weg is natuurlijk het verbod. Verbod om te rijden, ver
bod om te parkeren. Dat tast de behoeftebevrediging
van de burger, dat is de welvaart, aan. De binnenstad
voor autoverkeer sluiten is niet alleen een stuk welvaart
wegnemen, het is ook het doodvonnis over de binnen
stad. Het parkeren aan banden leggen is hetzelfde in
mindere mate. In Engeland bestaat de mogelijkheid
voor een geringe vergoeding parkeerplaatsen te reser
veren. Amsterdam onderneemt experimenten in die
richting. Wanneer wij langparkeerders waren, maken
wij de bewoonbaarheid van de binnenstad geringer en
evenzeer de aantrekkelijkheid om er te werken. Wij
drijven de mensen dan naar buiten en vermoorden aldus
de binnenstad op langere termijn. Er zullen dus par
keerplaatsen moeten komen, eventueel in parkeergara
ges. De centrumwinkeliers hebben daarvoor plannen ge
maakt die niet direct van tafel geveegd behoeven te
worden. Ik zal de laatste zijn om, wat er nog aan aan
trekkelijkheid is in onze stad, te vernielen. Het dempen
van het Vliet was niet mijn liefste wens. Maar wie
dempt om het verkeer naar de binnenstad gemakkelij
ker te maken, heeft eenvoudig de plicht voor dat ver
keer parkeerplaatsen te maken. Het maakt op mij
geen grote indruk, wanneer men dierbaar doet over otns
ruime Zaailand. De kans om dat tot een levendig plein
te maken, is door het kantoorgebouw van de I.W.G.L.
toch al geringer geworden. De schoonheid en de
ruimte van het Zaailand wordt voor mij niet wezenlijk
verminderd, wanneer daar twee lagen auto's gepar
keerd staan in plaats van één.
Wij moeten zonodig de gemeenten herindelen, opdat
de grotere eenheden meer armslag hebben, o.a. voor
wegenaanleg. Wat mij betreft mogen de wegen weg
geschoven worden naar de hogere staatkundige orga
nen. Laat het Rijk de rijkswegen waarlangs het ver
keer naar Leeuwarden komt rustig uitstrekken tot bin
nen de bebouwde kom van de gemeente en dan de
nodige parkeervoorzieningen er bij leveren.
De belastingen op het wegverkeer laten daarvoor wel
ruimte. Het openbaar vervoer, dat ook geld kost, kan
de behoeftebevrediging die het eigen vervoer biedt niet
evenaren. Het getuigt van werkelijkheidszin deze waar
heid te aanvaarden en daarnaar te handelen. Wanneer
particulieren plannen maken die zij voor hun rekening
en risico willen uitvoeren, dan moet dat onze sympathie
ke en onze volle aandacht hebben. Wij moeten, naar
mijn mening, toch meer belangstelling hebben voor het
particulier initiatief. Het helpt niet als de burgers al
leen maar mogen luisteren naar wat de gemeente mooi
Vindt. Het omgekeerde is even belangrijk.
Wij moeten de particuliere burgers niet hinderen met
eindeloze openbare werken aan walmuren, straten en
wat dies meer zij. Het lijkt alsof tijd geen geld kost.
Dat speelt blijkbaar voor de gemeente geen rol, maar
voor de burger wel.
Mijnheer de Voorzitter, ik twijfel niet aan de goede
wil van U en het College. U zit vol plannen en schone
voornemens. Het is alleen zo jammer, dat de buiten
wereld zo weinig tot stand ziet komen. De afbraak van
allerlei saneringsbuurten valt meer op dan het nieuwe,
dat ook wel tot stand komt. Het zal wel niet altijd an
ders kunnen, maar het is voedsel voor het onbehagen
dat er nu eenmaal toch al is.
Ik hoop van harte, dat wij thans een tijd tegemoet
gaan, waarin het tempo waarin bestemmingsplannen
tot stand komen en worden uitgevoerd, zal toenemen.
Dat de op dit punt bestaande wetgeving daarbij een
struikelblok is, moet worden toegegeven.
De taak die de gemeente heeft is niet eenvoudig,
maar of wij het altijd op de meest gelukkige wijze
hebbein gedaan, betwijfel ik.
Misschien moeten wij ons, als raadsleden, ook ver
wijten maken. Ik weet het niet. Ons werk neemt toe,
onze tijd wordt steeds meer in beslag genomen. De
nieuwe wijze van het behandelen van de begroting is
een voorbeeld van de toegenomen aanspraak die op
onze tijd wordt gemaakt.
Wij zijn amateurs en wij willen dat graag blijven.
Wij willen graag zelf uitzoeken wat we willen lezen en
wat we menen nodig te hebben om ons oordeel te vor
men. In het systeem, waarin we nu zitten, lijkt het er
op, dat we zoveel van onze tijd en energie aan het
raadslidmaatschap kwijt raken, dat we semi-beroeps
worden, een aspect dat ik bepaald niet wens.
U moge het mij vergeven dat ik bij het eind van deze
beschouwingen met enige weemoed terug denk aan de
tijd, dat niet alles zo tot in de puntjes georganiseerd
was en een raadslid ook nog eens gelegenheid had op
adem te komen.
De heer Van Haaren: Het is de eerste keer dat ik
hier namens de groepering Axies een algemene be
schouwing weggeef. Om mij wat voor te bereiden heb
ik het pak notulen van de vorig jaar gehouden begro
tingsvergadering met moeite doorgeworsteld, terwijl ik
zo net als een brave leerling oplettend heb geluisterd
naar de woorden van de doorknede politici Vellenga,
Engels en Van der Veen. Ik moet u zeggen dat ik mij,
vooral n.a.v. het 69 pagina's tellende pak notulen van
vorig jaar, afvraag of dit soort marathonzittingen wel
zin hebben. Wat wij willen is toch immers in grote lijnen
hetzelfde, nl. verbetering van het welzijn van de Leeu
warder bevolking, door van Leeuwarden een prettige
stad te maken, waar het goed wonen, werken en re
creëren is. Omdat dit geld kost kunnen wij niet alle
maal onze zin krijgen en liggen er bij de verschillende
fracties in de eerste plaats verschillende opvattingen
over prioriteiten, terwijl er verder toch betrekkelijk
weinig uitgesproken principiële tegenstellingen zijn. Wij
zouden na de vergaderingen in de afdelingen op de
verjaardag van de burgemeester op 7 april, in dit
gebouw een groot feest kunnen organiseren. In een
prettige, ontspannen sfeer bij een hapje en een goed
glas zouden dan de overgebleven geschilpunten en mis
verstanden kunnen worden weggenomen. Dit feest zou
men kunnen laten uitgroeien tot een Pow-wow, d.w-z.
een vriendschapsfeest voor alle inwoners. De volgende
dag zou dan de begroting bij acclamatie kunnen worden
goedgekeurd, 't Lijkt mij wel een aardige procedure,
maar de burgemeester, die toch recht heeft op het vie
ren van zijn eigen verjaardag op zijn eigen manier,
hoeft niet bang te zijn dat ik met een voorstel in die
richting kom.
Ik kom wel met het verzoek niet allerlei zaken maar
naar de jaarlijkse begrotingsdebatten te verschuiven.
In de afgelopen maanden heb ik op vragen, bijv. naar
de bestemming van door de gemeente aangekochte
panden, het verzoek gekregen dit soort zaken maar
aan te houden tot de begrotingsvergadering, waar ik
alle gelegenheid zou krijgen hierop in te gaan. Ook onze
voorstellen over openheid en inspraak werden door de
Raad naar de vergadering van vandaag afgeschoven.
Deze politiek kan er toe leiden dat allerlei vragen en
beschouwingen zich een jaar lang ophopen tot de be
grotingsdebatten, die dan zo eindeloos worden, dat be
langrijke dingen onvoldoende tot hun recht komen.
Zou het begrip „binnen de orde" niet wat ruimer
kunnen worden gehanteerd en in de gewone vergade
ringen wat meer gelegenheid kunnen worden gegeven
tot het stellen van vragen, waardoor wij ons tijdens
deze begrotingsvergaderingen meer tot de hoofdlijnen
van het algemeen beleid zouden kunnen beperken? Ik
zou ook willen vragen of het niet mogelijk is aan het
einde van iedere raadszitting een rondvraag te houden,
zodat ieder raadslid heet van de naald eventuele din
gen aan B. en W. kwijt kan. Tot zover mijn op
merkingen over de aard van de vergadering van van
daag.
Als ik het goed begrepen heb, dien ik hier thans een
soort intentieverklaring van Axies te geven, waarbij
onder meer naar voren komt een positief kritische op
stelling t.o.v. het College van B. en W., vergezeld van
enige vragen of aansporingen over bepaalde wenselijk
heden en activiteiten. Ik bespaar U een overzicht van
één jaar Axies. U heeft het in de krant kunnen volgen.
Wel maak ik er bezwaar tegen dat ik in de pers als
Friese puntmuts nummer één ben gedoodverfd, want
wij zijn geen kabouters. Hoogstens zijn wij al weer
wat verder, een soort alternatieve kabouters dus. Een
wezenlijk verschil met de kabouters bestaat hierin dat
deze groepering (met een enorm geloof in eigen moge
lijkheden) een alternatieve maatschappij nastreeft en
deze nu al in de huidige samenleving probeert te rea
liseren door de stichting van Oranje Vrijstaat met zijn
eigen volksdepartementen, staatscourant en volkslied.
Axies daarentegen wil trachten van binnen en van bui
ten uit in de bestaande maatschappij structuurverande
ringen te bewerkstelligen. In dit college willen wij in
dit verband goede ideeën en plannen naar voren bren
gen in de hoop dat deze bij de grote fracties aanslaan
en worden overgenomen. Als klein maar duidelijk voor
beeld noem ik U ons plan van een verbinding tussen
Bilgaard en het Rengerspark, dat door andere fracties
is overgenomen en bij het College van B. en W. be
langstelling heeft. (De hear Miedema: It frijpaed).
Wij stellen ons verder voor te proberen, naast concre
te plannen, bij te dragen tot mentaliteitsveranderin
gen, in de zin van een progressiever menselijker en
democratischer wijze van denken. Onze taak is hier te
proberen dat veranderingsproces op gang te brengen.
Wij nemen verder ook actief deel aan het werk van
commissies, hebben mensen uit Axies in verschillende
functionele raden en zullen daarnaast buitenparlemen
tair werkzaam zijn, bijv. door activiteiten in wijken,
door het opzetten van werkgroepen die stichtingen
voorbereiden (bijv. werkgroep crèches) enz. enz. Na
tuurlijk blijven wij ook voor actiegroepen een verspie
der in het milieu der autoriteiten. Deze wijze van wer
ken, het meedragen van verantwoordelijkheid, is moei
lijker dan het van buiten af alleen met acties en kreten
aanvallen doen op de structuur van deze consumptie
ve, kapitalistische maatschappij. Verder zal U inmiddels
wel duidelijk zijn dat onze activiteiten alleen betrekking
hebben op Leeuwarden, terwijl wij geen echte politieke
partij zijn die macht en invloed nastreeft op landelijk
en provinciaal niveau.
Over onze eerste ervaringen in dit college moet ik
u zeggen dat het ons niet iis tegengevallen, omdat wij
het ergste hadden verwacht. Het is echter ook niet
meegevallen omdat wij ons, een reclasseringsfunctiona-
ris en een huisvrouw, vaak machteloos voelen tegen
over een College van B. en W., dat t.a.v. allerlei pro
blemen van onze stad veel meer informatie heeft en
wordt gesteund door een leger van ambtenaren, terwijl
de Raad in hechte, grote blokken is verdeeld en naar
onze mening toch wel erg volgzaam is. Wij zijn in
deze Raad gekomen om door te geven wat leeft bij een
deel van de bevolking, dat niet zo veel vertrouwen
meer heeft in de bestaande politieke partijen. Naast
een kritische opstelling willen wij en daar moet
geen misverstand over bestaan met het College van
B. en W., met de verschillende fracties en met
individuele raadsleden samenwerken om onze ideeën
gestalte te geven.
Bij de algemene beschouwingen van vorig jaar heeft
de heer Rijpma enige woorden aan Axies gewijd en
gesteld dat de opkomst van deze groepering een bewijs
is voor een gevoel van onbehagen bij vele burgers, dat
duidt op een gebrek aan communicatie tussen de Raad
en de bevolking. Deze constatering was zonder meer
juist en het zal U niet verwonderen, dat verbetering van
deze communicatie één van onze eerste doeleinden is.
Ik wil U geen uiteenzetting geven over openheid en
inspraak, want de kranten, radio en tv besteden hier
al in voldoende mate aandacht aan. Ik wil er wel aan
herinneren, dat de PvdA-PPR in haar verkiezingspro
gramma voor de gemeenteraadsverkiezingen een hoofd
stuk over medezeggenschap van de burger heeft ge
schreven, dat wij van harte ondersteunen en graag -
binnen de zittingsperiode van deze Raad gerealiseerd
zouden willen zien. Bij de christelijke fracties in deze
Raad leeft dit punt, dacht ik, minder sterk, terwijl toch
Barend Biesheuvel heeft gesteld dat overheidsdocumen
ten in beginsel openbaar moeten zijn. Deze christelijke
voorman pleit ervoor dat alles wat niet om duidelijke re
denen nadrukkelijk geheim moet blijven, openbaar dient
te zijn. Openbaarheid is de regel, de overheid heeft de
plicht tot -, de burgerij recht op informatie. Met burge
meester Brandsma ben ik het eens dat er verschil is
tussen openheid en openbaarheid, maar de conclusies
die hij hieruit trekt, deel ik niet. Openheid is voor mij
een kwestie van mentaliteit die vanzelf leidt tot open
baarheid. Met een dergelijke mentaliteit zal men er
naar streven de beleidsvoornemens tijdig naar buiten
te brengen, in een stadium dat er nog discussie moge
lijk is, alternatieven aangeboden kunnen worden, en de
burger van onderop kan meepraten. En dit laatste is
nodig, daar anders nog meer het gevoel gaat overheer
sen van totale machteloosheid en verdere vervreemding
van de burger t.a.v. het politieke en maatschappelijke
gebeuren.
Om de samenspraak met de burgerij te verbeteren
blijf ik er dan ook voor pleiten dat de gemeentelijke
commissies, die als regel toch niets te verbergen heb
ben, zo veel mogelijk met open deuren vergaderen, zo
dat de vertegenwoordigers van de pers, de raadsleden
en de burgers beter worden geïnformeerd. Ik zal, als
het antwoord van B. en W. op dit punt geen toezeggin
gen inhoudt, door middel van enkele moties, een dui
delijke uitspraak van de Raad hierover vragen.
De mogelijkheid van het vragenstellen vanaf de pu
blieke tribune zal ik laten rusten, daar hier kennelijk
geen meerderheid voor te vinden is. Ik wil mij aan
sluiten bij het voorstel Vellenga inzake informele ver
gaderingen over bepaalde onderwerpen, een soort
hearing dus, waar toch een mogelijkheid wordt gescha
pen om de burgers mee te laten praten met Raad en
College. Wij zoeken de discussie met de mensen die op
de publieke tribune van hun belangstelling voor het
werk van de Raad blijk geven, door ons in de koffie
pauzes op te houden in de vestiaire, waar deze be
zoekers hun koffie krijgen aangeboden. Wij zouden het
toejuichen, als de aparte koffiekamer werd afgeschaft.
Een van de grootste problemen waar Leeuwarden
thans mee zit, is het probleem van de woningbouw.
Alle burgers hebben via de krant vernomen, dat de
woningbouw in het slop zit, dat een dieptepunt sinds
1964 is bereikt en dat er niet op gerekend kan worden
dat de situatie op korte termijn verbetert. De gevolgen
hiervan zijn woningnood, vooral voor de minst-draag-
krachtigen, het wegtrekken van mensen naar plaatsen
buiten de gemeente, mogelijk werkloosheid de heer
Engels heeft daar uitvoerig op gewezen en een ver
slechtering van het leefklimaat. Ik heb u al eerder ge
vraagd naar een onderzoek naar het ontstaan van deze
situatie en de mogelijkheden van herstel, maar ik heb
begrepen dat dit niet haalbaar is. De ongerustheid bij de
bevolking is echter zo groot, het probleem dringt zich zo
voortdurend aan ons op, dat ik B. en W. met klem in
overweging zou willen geven, met weglating van ter
men als amoveren, renoveren enz., in voor iedereen
verstaanbare bewoordingen, in het kwartaaischnfr. voor
de gemeente Leeuwarden, een uiteenzetting te geven
over wat er nu op het punt van de woningbouw aan
de hand is, hoe deze situatie kon ontstaan en wat voor
maatregelen men denkt te treffen om het woningbouw
programma te verbeteren en te versnellen.
Het hele punt van de ruimtelijke ordening en woning
bouw is al aan de orde geweest en zal straks weer
aan de orde komen, maar in deze algemene beschou
wing wil ik opmerken dat het kwaad naar onze mening
zit in het ontbreken van een veelomvattend stedebouw
kundig en verkeerstechnisch onderzoek, het ontbreken
van visie op lange termijn op de binnenstad en de uit
breidingen en een planning die gericht is op de ver
wachtingen en mogelijkheden van Leeuwarden zoals het
er over 20 jaar uit zou moeten zien. Voor de binnen
stad en voor de uitbreidingen moeten wij eerst zien te
komen tot een pakket van eisen voor alle te verwach
ten noodzakelijke voorzieningen in de komende 20 jaar,
wat het ook kosten moet. Waarom proberen wij bijv.
met betrekking tot de binnenstad niet te komen tot
een praatplan om te zien wat wij nu eigenlijk voor de
komende tientallen jaren met die binnenstad willen om
vandaar uit algehele, grote beleidslijnen te trekken?
Wij krijgen (veel te laat overigens) straks structuur
plannen voor Leeuwarden en voor de binnenstad, waar
op weer alles is ingevuld, zodat wij alleen kunnen pra
ten over allerlei onderdelen van zo'n plan.
En dit voorbeeld uit de sector van ruimtelijke orde
ning en woningbouw geldt voor het gehele welzijnsbeleid
in Leeuwarden. Wij zijn in deze raad eigenlijk steeds
bezig met het oplossen van deelproblemen, maar missen
op bijna alle gebieden en in bijna alle sectoren de
grote beleidslijnen, waar wij onze te nemen beslissingen
voortdurend aan kunnen toetsen. Er moet een welzijns-
praatplan komen. Wat willen wij gaan doen, waar willen
wij in het jaar 1980 of 2000 naar toe? Als er geen
algehele strategie voor het welzijn van onze stad aan
wezig is, spelen wij steeds paniekvoetbal. Als wij de
werkelijke grote lijn-problemen niet oplossen, zijn wij