*8 93 De heer De Jong (weth.)Het moeilijke probleem is, dat er in de overeenkomst met Cambuur de afspraak is gemaakt, dat alle middelen die Cambuur krijgt uit welke bron die dan ook komen in de verrekenpot gestort moeten worden. Hoe men het ook wendt of keert, het tekort, dat over het vorige boekjaar ont staan is en dat op dat moment niet aangevuld kon wor den, staat als een schuld op de balans en dat tekort zal men dus moeten aanzuiveren. Maar daar zijn geen middelen voor beschikbaar en het zal dus automatisch als schuld op de balans blijven staan. Men moet zorgen, dat men dit jaar in het kader van de 23 pet. die men aan eigen middelen moet bijdragen ook dit bedrag extra meeneemt. Om dat probleem gaat het. (Mevr. Visser-van den Bos: Het echte probleem is natuurlijk: Hoe vaak mag men overboeken?) (De Voorzitter: Elk jaar opnieuw; principieel wel.) Als op een bepaald moment wordt gezegd, dat men het tekort uit de eigen middelen moet betalen, dan komt het ook in de ver rekeningspot. Men heeft geen eigen middelen of wij hebben er beslag op. We kunnen hier lang en breed over praten, maar wij komen er toch niet uit. Als men eigen middelen kon reserveren was het wat an ders, dan zou mevr. Visser gelijk hebben. Maar wij hebben Cambuur bij de financiële afspraken zo gebon den, dat alle financiële middelen van welke aard ook in de „pool" gebracht moeten worden; ook hetgeen men door aanzuivering van tekorten inbrengt komt in de verrekeningspot. Daarom is er geen andere moge lijkheid tekorten aan te zuiveren, dan op deze wijze. En ik heb daar vrede mee. De heer Van Haaren: Ik wil alleen maar opmerken, dat de beste actie om middelen voor Cambuur te krij gen, promotie is naar de eredivisie. Laten we daarom van ganser harte op dit succes hopen; het zou dan ook een succes zijn voor de gemeente want hoe beter ze spelen, hoe meer toeschouwers er komen en hoe lager de bijdrage van de gemeente behoeft te zijn. De heer Visser: In tegenstelling tot hetgeen de heer Van Haaren opmerkte, geloof ik, dat we op het ter rein van de self-supporting een hardere lijn zullen moe ten volgen. Niets staat het bestuur van Cambuur in de weg een actie te voeren, welke actie dat dan ook zal zijn. In het betreffende raadsbesluit staat, dat van de Stichting mag en moet worden geëist, dat gezorgd wordt voor de dekking van een redelijk aandeel van het tekort door Cambuur zelf. En als dat niet gebeurt dan vind ik het de taak van B. en W. maar eens flink met de vuist op tafel te slaan bij het Stichtingsbestuur. De heer De Jong (weth.)Ik wil namens het Col lege wel toezeggen, dat wij uitermate diligent zullen zijn, juist m.b.t. het inhalen van het tekort binnen het kader van het dekkingspercentage. De Voorzitter schorst, om 22.55 uur, de vergadering voor de tweede koffiepauze. De Voorzitter heropent, om 23.10 uur, de vergadering. De heer Hemstra heeft inmiddels de vergadering ver laten. De Voorzitter: Het is nog wel geen traditie, maar het is al eens eerder gebeurd bij een marathonzitting, dat wij na afloop van onze samenkomst, die dan een aantal dagen heeft geduurd, in een ander vertrek in dit gebouw nog even bij elkaar kwamen. Ik zou wel graag willen voorstellen dat vandaag ook te doen, maar dan zullen wij toch wel een moedige poging moeten doen niet te lang meer over de begroting te praten, anders wordt het wel bijster laat. Als we nu met elkaar ons best doen, dan kan het misschien toch. Het zou een aardige afsluiting zijn van deze besprekingen. De heer De Vries: Wij hebben nu twee jaar achter een meegemaakt, dat we in het staartstuk van de be grotingsbehandeling op het bejaardenbeleid stuitten. Op zichzelf is dat een wat pijnlijke zaak. Vorig jaar heeft het College dat ook erkend en toen is het bejaarden beleid eruit gelicht en in een afzonderlijke vergade ring opnieuw aan de orde gsteld. Van de kant van onze fractie zouden wij er wel voor voelen dat nu ook maar weer te doen. Het gaat hier niet om exacte din gen. Het gaat er veel meer om een stuk beleidsover weging met elkander door te nemen en ik zou het bijzonder jammer vinden als we zo meteen moeten gaan roffelen om door deze problematiek heen te komen. Wellicht biedt de agenda van de eerstvolgende ver gadering van de Raad nog de ruimte aan dit probleem wat meer tijd te besteden. De Voorzitter: Mag ik het zo interpreteren, mijn heer De Vries, dat we geen nota's behoeven te maken, maar dat we de discussie niet vandaag houden maar op een later tijdstip? U zegt, dat de discussie zodanig zal zijn, dat er toch niet een stemming (voor of tegen de begroting) aan verbonden zal zijn. Als U het zo bedoelt, dan wil ik Uw voorstel wel zonder meer over nemen. Dan zetten we dit onderwerp als punt op de agenda van de raadsvergadering van april. Dan kunnen we bij die gelegenheid discussiëren over de punten van de bejaardenzorg die genoemd worden in bijlage 100. Dat kan alleen als de Raad hiermee instemt. Want niemand mag daar dan nog consequenties voor de be groting aan verbinden. (De heer Vellenga: Het kan zijn dat de Wethouder erop staat dit punt nu wel te behandelen, omdat hij nu geoccupeerd is.) (De heer Heetla (weth.): Ik was net zo lekker op dreef.) (Grote hilariteit) Nee, hij hoeft er niet altijd zo gemakkelijk af te komen. (Gelach) Ik geloof wel, dat iedereen het er mee eens is dat wij dit punt bespreken in de raads vergadering van april. Dan zou nu aan de orde moeten komen volgno, 546. Ik zou de heer Van Haaren echter willen vragen dat punt vandaag om een heel andere reden dan bij het punt, dat de heer De Vries noemde, gold niet in dis cussie te brengen. De heer Van Haaren weet stellig, dat de Raad voor de Jeugdaangelegenheden net een stand punt bepaald heeft over dit onderwerp. Een dezer da gen komt een advies van deze raad bij B. en W. Wij hebben nog geen standpunt kunnen innemen. Wij zullen dat binnenkort doen. Ik dacht, dat, als de Jeugdraad meent, dat het met het beleid op dit punt een heel an dere kant uitgaat dan hij graag wil, hij wel zal zorgen, dat dat in een brief aan de Raad wordt medegedeeld. En dan komt het vanzelf in de Raad aan de orde. In dat geval krijgt U alle gelegenheid over dit punt te spreken. (De heer Van Haaren: Hebt U ook enig idee van de tijd die zal verlopen voordat dat punt in de Raad aan de orde komt?) ;N,ee, dat kan ik niet zeggen. Zodra het advies van de Jeugdraad binnen is, zullen wij dat eerst in B. en W. bespreken en ons standpunt bepalen. Dat hoeft niet veel tijd te kosten, want wij kennen het probleem op zich al. Wij zullen natuurlijk de financiële consequenties moeten bekijken. Of wij het voorstel van de Jeugdraad geheel of gedeeltelijk wil len overnemen, doet niets af aan het feit, dat wij er in ieder geval mee in de Raad moeten komen. U be paalt tenslotte wat er gebeuren gaat. U krijgt dus nog altijd de gelegenheid het Uwe er van te zeggen. Van daag kunnen wij toch niet reageren, omdat het College nog geen standpunt heeft ingenomen. Wij wachten het advies van de Jeugdraad af; dat advies ligt klaar. Gaat U ermee akkoord, dat wij dit punt afvoeren? Ja, dan stappen we over op een volgend punt. Volgno. 560. De heer De Vries: U kunt van mijn kant eigenlijk niets verwachten. Wij hebben in de afdelingsvergade ring de toezegging gekregen, dat wij nog voor de be grotingsvergadering nader geïnformeerd zouden wor den in zake de subsidieregeling t.b.v. de gezinszorg, zoals die zich onder de nieuwe vigeur zouden ontwik kelen. Maar we hebben tot nu toe nog geen enkele in formatie gekregen van Uw zijde. De heer Heetla (weth.): Ik kom gelukkig toch nog aan het woord. (Gelach) Er is een nieuw ontwerp in behandeling. De Raad kan een dezer dagen mededelingen over een nieuwe sub sidiëringsregeling tegemoet zien. Ik kan daar beter nu niet op ingaan. Ik wil het wel doen, maar het komt in de Raad aan de orde, al zal het nog wel enige tijd vergen. Er is op het ogenblik overeenstemming met de betreffende besturen over de gezinsverzorging. Voor de bejaardenzorg moet nog een oplossing worden gevon den. De heer De Vries weet ook, dat dat een wat moei lijke aangelegenheid is, omdat er enkele veranderingen zijn gekomen in de Bijstandswet. De subsidieregeling kan niet meer worden uitgevoerd zoals dat voorheen gebeurde. Het is de bedoeling te zoeken naar een op lossing die de instellingen voor gezinsverzorging niet dupeert. (De heer De Vries: Dan wachten we nog maar even af.) De Voorzitter: Dit probleem komt dus binnenkort in de Raad aan de orde. Dan hebt U alle gelegenheid erover te discussiëren. Dan zijn we klaar met de behandeling van bijlage no. 100. We kunnen nu gaan stemmen over de begro ting. Verlangt iemand stemming over bepaalde posten? Mevr. Dijkstra-B.ethlehemIk wil graag, dat er ge stemd wordt over de B.B. (posten 106 en 108). (De Voorzitter: Wenst U de aantekening dat U tegen die posten bent?) Nee, ik wil graag een stemming. De posten 106 en 108 van de begroting worden goed gekeurd met 27 tegen 7 stemmen. Tegen stemmen de dames J. Dijkstra-Bethlehem en L. Woudstra-Peene en de heren S. Bouma, T. H. van Haaren, H. Hovinga, J. F. Janssen en G. de Vries. Mevr. Visser-van den Bos: Ik zou graag zien dat er gestemd wordt over post 536. Het gaat om de post waarin die f 10.000,voor de discotheek zit. Het gaat niet om de hele post, alleen om die f 10.000, De Voorzitter: Wij kunnen misschien bij hand op steken stemmen. Wie is tegen die f 10.000,De hele C.C.P.-fractie zie ik. (Protesten uit de Raad) Ik had kunnen weten, dat de heer Wiersma voor zou zijn. (Gelach) Het verstrekken van f 10.000,voor de discotheek wordt goedgekeurd met 25 tegen 9 stemmen. Tegen stemmen mevr. Visser-van den Bos en de heren P. J. Engels, G. F. Eijgelaar, O. Heidinga, H. Jansma, A. Klomp, W. S. P. P. de Leeuw, W, Miedema en L. Visser. De Gemeentebegroting voor het jaar 1971 wordt z.h.st. vastgesteld. Punt 2 (bijlage no. 101). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 3 (bijlage no. 102). De heer Meijerhof: In de eerste plaats schrijft U in deze aanbiedingsbrief, dat de invoering van een nieuwe belasting op onroerend goed op korte termijn niet mogelijk is. Dit kan nog wel enkele jaren duren. De definitieve behandeling kan pas plaats vinden als de uitvoeringsvoorschriften er zijn. Mijn vraag is: Kunt U met de voorbereidingen beginnen van deze nieuwe belasting door b.v. een woningcartotheek aan te leggen Een volgende opmerking gaat over de heffing waar bij 6)/2 pet. aan het Rijk moet worden betaald. Kunt U, als het computercentrum Groningen draait, de moge lijkheden onderzoeken of het daar goedkoper kan en als het antwoord bevestigend is, kunt U er dan d.m.v. samenwerkingsverbanden op hameren bij het Rijk, dat deze zaak wordt verschoven naar de gemeenten? Mevr. Visser-van den Bos: Ik kan mij eigenlijk voor een groot deel aansluiten bij de woorden van de heer Meijerhof. Ik heb n.l. genoteerd, dat ik het zeer belang rijk vind, dat zo spoedig mogelijk de voorbereiding op gang komt m.b.t. de heffing van de belasting op het onroerend goed, die in de plaats moet komen van de heffing van de opcenten op de grondbelasting en de personele belasting, omdat ik de personele belasting een bijzonder moeilijk werkende belasting vind, die het zwaarste drukt op de mensen die per ongeluk in dure huizen terecht komen en die zeer gunstig werkt voor wensen die nu eenmaal in oude woningen zitten. Dit is mijn persoonlijke opvatting. Ik bepleit dus ten sterk ste, dat U zo spoedig mogelijk komt tot afschaffing 'an deze heffingen. De heer De Jong (weth.): Ik kan de heer Meijerhof antwoorden, dat de voorschriften betreffende deze zaak nog niet duidelijk zijn. Wij hebben ze ook nog niet ontvangen. Wij zullen zowel de kwestie van de woning cartotheek als ook de kwestie van het eventueel ver werken via de computer in Groningen graag op zo kort mogelijke termijn bekijken. Wij hebben er zelf ook be lang bij, dat deze zaak niet op de lange baan wordt geschoven. Het is ook niet een zaak van de gemeente Leeuwarden alleen. Andere gemeenten zitten hier ook mee. Dat heeft juist het voordeel dat wij inzake Uw laatste opmerking hier nader over kunnen spre ken. Wij zullen daar diligent in zijn. Ook aan het adres van mevr. Visser kan ik zeggen, dat wij zullen trachten zo spoedig mogelijk hier de nodige maatregelen te treffen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt J (bijlage no. 103). Mevr. Dijkstra-Bethlehem: Even een enkele opmer king over het privaattonnenrecht. Ik ben van mening, dat wij als gemeente op de goede weg zijn, wat be treft het wegwerken van het tonnenstelsel. Het gaat er nu alleen nog om in welk tempo we de laatste ton nen kunnen doen verdwijnen. Wanneer denkt U, dat deze zaak helemaal klaar is? Ik heb net in de krant gelezen, dat er weer nieuwe tonnen aangeschaft wor den; dat zou er m.i. op kunnen wijzen, dat het nog geruime tijd kan duren. Ik zou graag ten naaste bij willen weten, hoe lang U denkt, dat er nog tonnen zul len zijn in Leeuwarden. Ik kan de in deze raadsbrief voorgestelde tariefsverhoging wel onderschrijven, om dat ik denk, dat deze mogelijk meewerkt de aanleg van closets te bevorderen. Tegen de voorgestelde verhoging van het tarief van de vuilnisdienst van f2.naar f2,50 per maand heb ik wel bezwaren. Er is geen progressiviteit in de hef fing te bespeuren. Blijven wij deze weg volgen dan be tekent dat, dat dank zij de slechte financiële positie van de gemeente, de slechtstbetaalde groepen weer het meeste moeten betalen. Dat betekent dat minder-vali- den, ouden van dagen, mensen die werken in GSW- verband, bijstandtrekkenden die allen onder het mi nimum loon zitten evenveel betalen als degenen die op grond van hun inkomsten reeds een bevoor rechte positie hebben. Het tekort van de vuilnisdienst wordt geraamd op f571.230,waarbij het volgens mij niet in de eerste plaats een wet van Meden en Perzen is, dat het bedrijf een sluitende begroting moet hebben. In dit verband wil ik wijzen op de baten van het voor delig saldo van het Gemeentelijk Gasbedrijf, waarvan een groot gedeelte gestopt wordt in de algemene dienst. Ik zou het College willen vragen, öf een gedeelte van genoemde winst over te hevelen naar de vuilnisdienst, öf op een andere wijze, n.l. op een progressieve wijze, met nieuwe voorstellen te komen, waarbij vooral met de door mij bedoelde minder-draagkrachtige bevolkings groepen rekening wordt gehouden. De heer Meijerhof: Ik ben bezig geweest dat dek kingspercentage van 65 terug te vinden met be hulp van de cijfers die in de begroting zijn genoemd en dat is mij helaas niet gelukt. Maar Uw ambtenaren waren zo goed om half 6 nog even te wachten en een kleine correctie aan te brengen in de cijfers die hier staan. Wij krijgen hier een verhoging van 25 pet. en dat is nogal wat. De retributies van 1961 mogen vol gens de leidraad van het Ministerie van Binnenlandse Zaken of van Financiën worden verhoogd met 7 pet. Wij zien hier dus, dat we van een dekkingspercentage van 60 naar 65 gaan. Misschien kunt U nog enige nadere inlichtingen geven over het feit dat U dat dekkingspercentage van 60 gaat verlaten. Verder wil ik nog een opmerking maken over het instellen van groepen met behulp van het elektriciteits verbruik. Mijn vraag is: Krijgt U daar geen moeilijk heden mee, gelet op art. 287 van de Gemeentewet, waar in gesteld wordt, dat de heffing zich moet richten naar het gebruik? De heer De Jong (weth.): Mevr. Dijkstra heeft ge vraagd hoelang het tonnenstelsel in Leeuwarden nog zal blijven bestaan. Wij zouden dit het liefst zo kort mogelijk willen laten bestaan, maar wij zitten met een aantal sociale gevallen, waar zij ook altijd nogal veel

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1971 | | pagina 19