22 a 23 kampklas worden ingericht, dan betekent het dus een verplaatsing van de kampklas naar de Huizumer- laan, maar dat betekent dan m.i. veel meer ghetto- vorming, want dan zijn het kinderen, die wel met de andere kinderen op het schoolplein spelen, maar toch in een afzonderlijke klas gehuisvest worden. Ik dacht, dat dat grote bezwaren met zich meebracht. In prin cipe ben ik het met de heren eens, dat deze kinderen, als het kan, het gewone lager onderwijs moeten vol gen. Dat geldt voor veel meer groepen, ook voor schip perskinderen. Het zijn nu eenmaal kinderen, die in buitengewone omstandigheden verkeren en daarom ook een buitengewone onderwijskundige aanpak vragen. Nu is het een verheugend verschijnsel, dat men op het terrein van het b.l.o. iets royaler is dan ten opzichte van het g.l.o., zodat het hier mogelijk is op een be trekkelijk klein aantal kinderen een onderwijskracht te hebben. Ik voel er dan ook weinig voor deze school op te heffen en de kinderen naar de Aebingaschool te sturen. Het is natuurlijk een tijdelijke toestand. Dat is wei duidelijk, want het kamp is, als de Raad althans akkoord gaat met het voorstel van B. en W., een tijde lijke situatie. De omstandigheid kan zich voordoen, dat de klas daar niet meer te handhaven is, en dan zullen wij inderdaad oog moeten hebben voor eventuele inte gratiemoeilijkheden van de kinderen. Wij zullen daar tij dig op moeten inspelen, maar dat zal hier ook vrij ge makkelijk kunnen, omdat er in feite al van een inte gratie sprake is; de kampklas behoort immers tot de Aebingaschool. Maar ik zie die omstandigheid voorlo pig nog niet. En ik dacht, dat, wanneer de werkelijke integratie op korte termijn zou plaats hebben, dit be paald niet ten voordele van de kampkinderen zou zijn, maar zeker ten nadele. De heer Bouiua: Ik kan een heel eind met de heer Engels meegaan. Je zou kunnen zeggen: Als deze 18 gezinnen plotseling eens in woningwetwoningen zou den moeten gaan wonen, als we die beschikbaar hadden (was het maar waar!), dan zouden ze ons heel wat meer aan subsidie kosten dan nu in wagens op het woonwagenkamp. Ik vind het eigenlijk een gekke situ atie. Meestal moet de Wethouder „trekken" om een uitgave van de Raad los te krijgen en nu is er een aan tal raadsleden, dat zegt Wethouder, je mag rustig wat meer uitgeven, en nou wil hij niet. (De Voorzitter: Zo is het meestal.) Ik blijf vooralsnog toch op het standpunt staan, dat het aantal toiletten uitgebreid moet worden. En mocht in de toekomst blijken, dat door vertrek of anderszins inkrimping van het aantal wa gens ontstaan en er een toiletwagen over is, welnu, dan neemt U die terug. U kunt die voor verschillende an dere doeleinden: sport, recreatie o.i.d. wel weer in zetten. Ik zie dus geen reden, ook gezien de geringe kosten, niet een extra toiletwagen te plaatsen en even tueel ben ik bereid een voorstel, dat daartoe misschien wordt ingediend, te ondersteunen. Ik begrijp niet, waar om U niet tot plaatsing van nog een toiletwagen zou overgaan, tenzij Uw argument is, dat de meerdere kos ten niet worden gesubsidieerd of dat U voor het ho gere totaalbedrag geen toestemming krijgt, maai' dat is mij tot nog toe uit Uw beantwoording niet gebleken. Mevr. Visser-van den Bos: Ik ben blij, dat de heer Bouma de gedachte om te komen tot de situatie, dat elk gezin dient te beschikken over een eigen toilet, on dersteunt. Ik hoop, dat de Wethouder er zonder meer akkoord mee wil gaan, anders heb ik hier een voorstel om B. en W. uit te nodigen over te gaan tot het plaat sen van voldoende toiletwagens, waardoor elk gezin, als ze over een eigen toilet beschikken, ook zelf ver antwoordelijk is voor de toestand, waarin het toilet verkeert. Ik hoop, dat de heer Bouma dit voorstel mede wil ondertekenen. Voorts zou ik nog het volgende willen weten: Heb ik in de stukken goed gelezen, dat nog in het eerste halfjaar 1971 de voorzieningen aangebracht worden? Het schooltje zal dan natuurlijk tegelijkertijd verbe terd worden. Ik vind het zeer belangrijk te weten, hoe lang de huidige toestand, die wel erg kritiek is, moet voortduren. De heer Van Haaren: Ik zou, indien dat nodig mocht zijn, graag het voorstel van mevr. Visser willen ondersteunen. De Wethouder heeft gezegd, dat de kampraad akkoord ging met het voorgestelde aantal toiletten, maar ik heb van de kampraad vernomen, dat men gevraagd had om meer toiletten, maar dat hun geantwoord werd, dat dat niet mogelijk was en dat zij om die reden akkoord zijn gegaan met een be perkter aantal. Wat de kwestie van de school betreft, ben ik over tuigd door de opmerkingen van Weth. Ten Brug en vooral ook door de discussie, die ik in de koffiepauze heb gehad met de kampraad en de onderwijzer, die hier op het ogenblik aanwezig zijn. Ik heb ook niet pater nalistisch zonder meer iets willen afdwingen, maar het leek mij toch juist deze zaak hier ter discussie te stellen. In de koffiepauze heeft de kampraad, omdat in spraak vanaf de publieke tribune nog niet mogelijk is in deze Raad, mij verzocht het College van B. en W. en de Raad vooral te bedanken voor de uitvoerige aandacht, die U vanavond hebt willen besteden aan de problemen van het kamp. Aan dat verzoek wil ik graag voldoen. (Applaus op de publieke tribune) De hear Singelsma: Ik haw bigryp foar it stan- punt fan Weth. Ten Brug. Ik kin my nou wol foar- stelle, dat de bisteande situaesje to preferearjen is. Fierders soe ik graech efter de minimum eask fan mefr. Visser en de hear Bouma: ien toilet per hüshal- ding, stean wolle. De heer B. P. van der Veen: De voorzieningen vor men niet het punt, dat mij moeilijkheden bezorgt, maar de financiering daarvan. Ik dacht, dat we, als we daar meer toiletwagens neerzetten, ook moeten weten, wel ke financiële consequenties dat heeft, niet alleen voor de Gemeente, maar ook voor de bewoners. Ik deel n.l. niet de mening, die hier zojuist door een aantal raads leden uitgesproken is, dat het helemaal niets hindert wat er uit de algemene middelen tegen aan gegooid wordt. (De Voorzitter: Dat is zo ook niet gezegd.) Nee, ik heb dat uit de discussie begrepen. Ik heb hele maal niet de neiging om zo pal achter de integratie, waar de wet blijkbaar van uit gaat, te staan. Ieder, die op een andere manier wil leven dan de „gangbare", moet dat zelf weten, maar ik heb er wèl bezwaar tegen, dat de eventuele kosten altijd afgewenteld moe ten worden op een ander volksdeel. De Voorzitter schorst, om 23.40 uur, de vergadering. De Voorzitter heropent, om 23.45 uur, de vergadering. De Voorzitter: Wij hebben ons even beraden over de discussie, die zojuist in tweede instantie heeft plaats gehad. Weth. Weide zal daarover het College-stand punt aan U mededelen. De heer Weide (weth.): Na rijp beraad (Stemmen: Nou, rijp(De Voorzitter: U kunt pas reageren, als U het antwoord hebt gehoord.) (Gelach) Wij heb ben dus deze zaak even besproken -dat hier steeds briefjes zijn gewisseld, is ons ook niet ontgaan en we hebben na deze korte bespreking besloten elke kampbewoner een eigen toilet te verschaffen. Dit houdt in, dat er twee wagens bij geplaatst zullen wor den, welke voorzieningen ongeveer f 10.000,extra zullen vragen. Die financiële consequenties zullen wij voor onze rekening nemen. De Voorzitter: Verlangt nog iemand stemming over het voorstel? Zo niet, dan wordt het aldus gewijzigd, dat er twee toiletwagens bij zullen komen en dat het bedrag, genoemd onder I in ontwerp-raadsbesluit no. 4140, wordt verhoogd met f 10.000, Het voorstel van B. en W. wordt z.h.st. aangenomen, met inachtneming van de door de Voorzitter monde ling medegedeelde wijzigingen. Punten 22 en 23 (bijlagen nos. 115 en 107). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. De heer Mr. B„ P. van der Veen verlaat de verga dering. Punt 24 (bijlage no. 126). Gemeentebegroting. De heer Schaafsma: Ik wilde een kleinigheid vragen n,a.v. punt 2. De personeelsuitbreiding van het bureau Bevolkingsregister is mij niet geheel duidelijk. Ik dacht eerlijk gezegd, dat, als de loketten op een an dere tijd opengaan of langer open gaan, de werkzaam heden zo gespreid kunnen worden, dat U met hetzelfde personeel toe kunt. De hoeveelheid werkzaamheden is toch niet vergroot? De Voorzitter: De redactie in de raadsbrief is niet geheel duidelijk. Hier wordt het teveel weergegeven alsof die uitbreiding een gevolg zou zijn van die ver andering van de werktijden. Er had moeten staan: I „mede als gevolg van deze langere openstelling." Het is mede een factor geweest. Je kunt wat minder effi ciënt werken bij langere openstelling. Maar ik kan U de verzekering geven, dat, ook wanneer de werktijden ongewijzigd waren gebleven, ook voorzieningen op deze afdeling hadden moeten worden getroffen. Dat is, dacht ik, wel duidelijk. Andere vragen of opmerkingen over de Gemeente begroting De hear Jansma: Ik woe noch hwat sizze oer punt 10; oer dat nammeboerd oan it Gemeentlik Musyk Yn- stitüt. Hjir stiet in post fan f700,om biskikber to stellen foar dat boerd. Mei ik miskien bigjinne mei to freegjen oft dit in forsin west hat by it typen? (De Voorzitter: Nee.) Dan wol ik noch graech efkes trochgean. Yn ien fan de sneonskranten seach ik, dat de direk- teur fan de Musykskoalle syn eangst ütspruts, dat it wolris in „elite"-skoalle wurde koe. Nou sjogge wy dat hjir in bidrach utlutsen wurdt fan f 700,foar in nammeboerd, dat oan de gevel komt en hwerop komt to stean de namme fan it ynstitüt, de kantoarüren en de spreküren fan de direksje. En nou freegje ik my óf, oft dat sa grouwélich djür wurde moat. Ik haw ef kes neifraech dien nei dy aluminium-buorden, dy't men by in hiele bulte kantoaren sjocht, en ü.o. haw ik frege by de Grifformearde Tsjerke, hwer't yn 1964 en 1965 fan dat soarte buorden oanbrocht binne. Doedes- tiids koste ien boerd f 43,50 en f jouwer buorden mei de öfmjittings fan 40 x 25 sm kosten f 118,50. Dy f700,liket my nearne nei. De heer Ten Brug (weth.)Dat bedrag lijkt inder daad wel wat hoog. Ik geloof niet, dat het voorbeeld, dat de heer Jansma aanhaalt, helemaal klopt, want daar staan alleen maar aanduidingen op wat er één dag in de week gebeurt en op dit bord komen aandui dingen voor wat er zes dagen in de week gebeurt. (Ge lach) (De hear Jansma: Der binne wol sawn dagen yn 'e wike, dat men it léze kin.) Dit lijkt mij inder daad ook wel een wat hoog bedrag. Het is een raming. (Gelach) (Stemmen: Het zal dus wel f 1000,wor den.) (De Voorzitter: Dat risico zou erin kunnen zit ten.) Als U denkt aan iets wat we net in deze ver gadering hebben beleefd, dan moet ik wel zeggen, dat dit een raming van Openbare Werken is en straks ging het niet om een raming van Openbare Werken. Als het goedkoper kan dan gebeurt dat. We worden er als Gemeente niet zoveel beter van, want als de raming f 400,te hoog is dan betekent dat, dat het een extra winst is van f 400,voor Openbare Werken of dat de bijdrage van de Algemene Dienst aan Open bare Werken f 400,lager is. Het is zonder meer een zaak van vestzak-broekzak. Het is een papieren be rekening. Ik ben bereid na te gaan, of wij het op de goedkoopst mogelijke manier en op de goede manier doen en dat er geen geld wordt weggesmeten voor zo'n bord. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 25a (bijlage no. 105). Aanbeveling: de heer J. Bootsma, alhier. De heer J. Bootsma wordt benoemd met algemene stemmen. Punt 25b (bijlage no. 121). Aanbeveling: leden A. Bouwer, alhier; S. P. van Dijk, alhier, en Drs. D. M. Alsem, alhier; plaatsvervangende leden: Mr. J. J. Keuning, alhier; Ir. J. Russchen, alhier; A. B. M. van den Elsaker, alhier. Benoemd worden alle voorgedragenen met algemene stemmen. De Voorzitter: Bij punt 19 van de agenda hebt U straks een verordening aangenomen die samenhangt met de benoeming van leden en plaatsvervangende le den van de schadebeoordelingscommissie. In art. 5 lid 3 staat: „De Gemeenteraad wijst op aanbeveling van B. en W. een voorzitter aan." Omdat we dat anders weer in de Raad moeten brengen, vraag ik U er mee in te stemmen, dat de heer Bouwer wordt benoemd tot voor zitter en dat de heer Keuning tot plaatsvervangend voorzitter wordt benoemd. Dat is dus de aanbeveling van B. en W. De Raad stemt hiermee in. Punt 25c (bijlage no. 129). Voordracht opgemaakt door de Culturele Raad: 1. de heer F. Heida, alhier; 2. mevr. R. Benes-Puschnig, alhier. Benoemd wordt de heer F. Heida met 31 stemmen (1 stem blanco). De heren Eijgelaar en Snel vormden het stembureau. De Voorzitter sluit, om 24.00 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1971 | | pagina 12