2
3
Sub I.
Mevr. Djjkstra-Bethlehem: Gezien de brieven van
de vrouwenDonden uit een groot aantal gemeenten gaat
net hier m.i. om een belangrijk punt. ik wil voorop
stellen, dat ik reeds in de zitting van 11 januari 3.1.
aan de orde heb gesteld, dat de halte tegenover het
Gerechtsgebouw bijzonder belangrijk is. Wij zijn er toen
mee akkoord gegaan, dat dit punt eerst in de Verkeers-
commissie aan de orde zou worden gesteld.
Er zijn echter twee dingen voor mij onbegrijpelijk.
In de eerste plaats wordt door Uw College gesteld, dat
dit een complexe zaak is. Waarom is mij niet duidelijk
geworden en ik zou dan ook graag van U een uitleg
hebben. In de tweede plaats is het voor mij onbegrijpe
lijk, dat de zaak van het terugbrengen ban de bushalte
naar het Wilhelminaplein uit de brieven blijkt wel,
dat de bevolking de zaak belangrijk vindt vier
maanden in de werkcommissie biijft hangen, zonder
dat er een advies uit komt. Ik vind het een afdoening
die nergens op lijkt. Ik zou U dan ook willen verzoeken
binnen de kortst mogelijke tijd met een advies i.z. deze
kwestie in de Raad te komen.
De heer Eijgelaar: In antwoord op deze brief zegt
U, dat het, gezien de complexheid van deze zaak, nog
wel enige tijd kan duren voordat de werkcommissie uit
de Verkeerscommissie een rapport n.a.v. de door haar
gemaakte studie aan U zal uitbrengen. We hebben hier
14 december ook al over gesproken. Nu er enige maan
den verlopen zijn, zou ik toch willen vragen om in af
wachting van dat rapport, dat nog wel enige tijd op
zich zal laten wachten, de bushalte op het Zaailand
weer in gebruik te stellen.
De heer Van Haaren: Op 14 december j.l. hebben
wij in deze Raad uitvoerig de kwestie van de bushalte
aan de Westersingel behandeld. Woordvoerders van de
P.v.d.A.-P.P.R., de C.C.P., de V.V.D., de C.P.N. en
Axies brachten ernstige bezwaren naar voren tegen
een definitieve vestiging van deze bushalte aan de
Westersingel, terwijl aanbevolen werd de halte tegen
over het Gerechtsgebouw weer in ere te herstellen. In
deze geest waren ook brieven ontvangen van de Com
missie Centrum Winkeliers en van enige zaken die hun
belangen door de bushalte aan de Westersingel be
dreigd achten. In zijn antwoord wees wethouder Tiek-
stra op het verkeerstechnische voordeel van het weren
van de bussen uit de binnenstad. Hij merkte op, dat
niet bewezen was, dat het buspubliek bij het herstel
van de halte op het Wilhelminaplein (verkorting
van de looptijd) zou zijn gediend en hij meende, dat
deze verkorting slechts een veronderstelling zou zijn.
Op voorstel van de Burgemeester werd toen geen be
slissing genomen. De gemaakte opmerkingen zouden
worden voorgelegd aan de Verkeerscommissie en de
commissie voor de middenstand. We zijn nu 4*4 maand
verder. Inmiddels hebben individuele personen en or
ganisaties die honderden huisvrouwen vertegenwoordi
gen, onmiskenbaar duidelijk laten weten, dat het op
nieuw inrichten van de bushalte tegenover het Ge
rechtsgebouw de verbinding voor buspassagiers van
buiten onze stad met het centrum verbetert. Niemand
hoeft er nu meer aan te twijfelen, dat het buspubliek
de halte aan de Westersingel afwijst. Op 11 januari,
een maand na de desbetreffende raadsvergadering, kon
den wij ermee akkoord gaan, dat U de vrouwenbonden
uit de gemeente Menaldumadeel berichtte, dat de kwes
tie nog in studie was. Maar nu dient de werkcommis
sie uit de Verkeerscommissie eindelijk een keer uitge
studeerd te zijn. Wij gaan er niet mee akkoord, dat
het rapport nog wel enige tijd op zich zal laten wach
ten. Wij zijn niet blind voor de verkeerstechnische ge
volgen van het opnieuw inrichten van de halte aan
het Wilhelminaplein, doch wij achten het belang van
de buspassagiers doorslaggevend, terwijl het nu toch
wel een erkende stelregel mag heten, dat het openbaar
vervoer van buiten de stad zo dicht mogelijk bij het
centrum moet kunnen komen.
Uw antwoord op de brief van mevr. Boelstra-Anema
geeft wederom grond aan de toch al bij veel mensen
levende gedachte, dat het Gemeentebestuur van Leeu
warden traag en besluiteloos is. De buspassagiers die nu
al sinds 1968 het ongerief van de bushalte aan de Wes
tersingel geregeld ervaren, zullen zich door Uw ant
woord met een kluitje in het riet gestuurd voelen. Als
het probleem, zoals U stelt, complex is, wint U er wer
kelijk niets bij als U het steeds maar weer uitstelt.
Complexe problemen kunnen, als men dat werkelijk
wil en als een werkcommissie werkelijk een werk
commissie is -best binnen een half jaar worden op
gelost. Het publiek en zelfs de raadsleden zijn bij de
besprekingen van die werkcommissie niet toegelaten.
We zouden wel eens willen weten hoe vaak deze com
missie over het haar voorgelegde probleem heeft be
raadslaagd. En wat is er geworden van het overleg
met de commissie voor de middenstand waarover de
Burgemeester op 14 december sprak? Die commissie
zal toch zeker geen vier maanden nodig hebben om
een beslissing te nemen?
Al met al ik vind het jammer dit te moeten zeg
gen na de bijzonder prettige bijeenkomst met de Raad
van Heerenveen vinden wij toch de huidige gang
van zaken met deze bushalte hoogst onbevredigend en
schadelijk voor het image van het bestuur van onze
stad. Wij willen U dan ook, middels een motie, ver
zoeken een beslissing niet al te lang meer uit te stel
len en voor de raadsvergadering van 14 juni a.s. met
een voorstel voor een definitieve vestiging van de bus
halte in deze Raad te komen. De aanhouding van Uw
oorspronkelijke voorstel heeft dan precies een halfjaar
geduurd. Uiteraard zou het ons verheugen als een mo
tie achterwege zou kunnen blijven op grond van toe
zeggingen van Uw kant.
De heren S. Bouma, J. ten Brug (weth.) en J. Tiek-
stra (weth.) komen ter vergadering.
De heer Vellenga: Ik kan mij in grote lijnen wel
aansluiten bij het verhaal, dat de heer Van Haaren net
heeft gehouden. Ik dacht, dat het mogelijk moest zijn
om in een halfjaar tijd deze hele situatie grondig te
bekijken. Ik dacht dus ook, dat wij als Raad zonder
meer aan Uw College kunnen vragen op termijn
hierover een duidelijke beslissing aan de Raad voor
te leggen. Ik kan mij ook wel vinden in de termijn die
in de motie van Axies wordt genoemd. Ik neem aan,
dat U zich er ook wel in kunt vinden en dat U wat dat
betreft ook duidelijke toezeggingen aan de Raad zult
kunnen doen. Anders zullen wij van onze kant graag
om zakelijke redenen de motie van Axies ondersteunen.
De heer Schaafsma: Als een plan voor een nieuw
busstation aan de Westersingel op vrij korte termijn
gereed kan komen een volledig nieuw plan! dan
begrijp ik echt niet, dat het 4% maand tijd kost om
een oude, bestaande situatie opnieuw in te richten en
te laten functioneren. Het is nu de derde keer, dat ik
hier op aandring. Het is niet zo moeilijk om de plak
katen weg te werken en de bussen weer door de Prins
Hendrikstraat te laten rijden. Ik begrijp niet welke
complexiteit aanwezig is, terwijl het nieuwe plan van
Openbare Werken een dermate eenvoudige zaak was,
dat het eigenlijk volgens de Wethouder onmogelijk was
het in de vergadering van 14 december niet aan te
nemen.
De heer Wiersma: Ik wilde graag weten wie er deel
uitmaken van de Verkeerscommissie. Ik heb het, ge
loof ik, al eens eerder gevraagd, maar het is mij ont
schoten wie het zijn. Ik neem aan, dat de Commissaris
van Politie en misschien de Wethouder van Ruimtelijke
Ordening erin zitten en misschien ook U, mijnheer de
Voorzitter. Verder zou ik ook graag willen weten wie
deel uitmaken van de werkcommissie, die deze zaak
verder uit moet zoeken en moet adviseren waar de bus
halte moet komen.
De Voorzitter: Ik geloof, dat het het beste is, dat
ik begin met te antwoorden op Uw vragen en opmer
kingen. Weth. Tiekstra heeft niet alle sprekers kun
nen horen. Hij zal hetgeen ik antwoord misschien nog
aan willen vullen.
Dit is niet zo'n gemakkelijke aangelegenheid; dat
zou ik duidelijk voorop willen stellen. Er zijn twee
dingen strijdig met elkaar. Aan de ene kant is er de
oplossing die strikt technisch gezien de voorkeur ver
dient. Weth. Tiekstra heeft dat, dacht ik, in een vorige
raadsvergadering duidelijk gezegd. Daarnaast leeft er
bij vele mensen in onze gemeente het verlangen
betgeen ook duidelijk tot uitdrukking komt in de vi
sies die van de zijde van de Raad ter tafel zijn ge
bracht de bushalte aan het Wilhelminaplein in ere
te herstellen. Het College van B. en W. heeft in een
vorige vergadering, waarin uitvoerig over deze kwestie
is gesproken, al het concrete voorstel gedaan een de
finitieve voorziening te treffen op de plaats waar de
bushalte op het ogenblik is. Toen bleek duidelijk, dat
er nogal wat bezwaren en vraagtekens waren van Uw
zijde en ook van de zijde van de burgerij. Wij hebben
toen op aandrang van de Raad toegezegd het probleem
nader in studie te zullen nemen en daarna bij de Raad
terug te komen. Ik zou met nadruk willen zeggen, dat
wij dat ook van plan zijn. Dat staat buiten kijf. Er
wordt op dit moment naarstig gezocht naar een dui
delijke oplossing van deze problematiek. De kwestie is
in behandeling bij de Verkeerscommissie, een advies
commissie van B. en W. Wethouder Tiekstra is voor
zitter van deze commissie, waarin verder een aantal
hoofdambtenaren, de Commissaris van Politie, de di
recteur van Openbare Werken, de directeur van de
Energiebedrijven (i.v.m. verkeerslichten-installaties
e.d.) en een aantal burgers zitting hebben. Deze bur
gers zijn geen raadsleden en hebben ook geen ambte
lijke verbinding met de gemeente. De Verkeerscom
missie heeft dit probleem in behandeling genomen en
o.m. besloten mede gelet op de duidelijke wensen
die in Uw Raad leefden een werkgroep opdracht
te geven met belanghebbenden te praten. Deze werk
groep uit de Verkeerscommissie heeft op het moment
o.m. contact met degenen die direct bij deze problema
tiek zijn betrokken. Ik kan U zeggen, dat dit probleem
niet aan onze aandacht ontsnapt. Wij schuiven dit niet
op de lange baan. Daar is geen sprake van. Wij ko
men binnen afzienbare tijd met nadere voorstellen in
Uw Raad. U kunt aannemen, dat de zaak dan van alle
kanten is bekeken, niet alleen van de technische kant;
er is dan ook op uitdrukkelijke wens van Uw Raad
uitvoerig overleg gepleegd met de direct bij deze
zaak betrokkenen. Deze kwestie wordt ook besproken
in de commissie voor de middenstand. Dat behoeft hele
maal geen vertraging op te leveren. Misschien heeft
weth. Weide het al in die commissie besproken, maar
als dat niet het geval is, komt het stellig op de agenda
van de eerstvolgende vergadering. Wij komen dus
spoedig met voorstellen bij U, maar of dat werkelijk
voor 14 juni moet gebeurenIk zou U wel willen
adviseren het is niet anders dan een advies dat
niet als voorwaarde te stellen. De zaak wordt van alle
kanten bekeken en ik dacht, dat wij er met elkaar
meer belang bij hebben gelet op de nogal divergeren
de standpunten dat wij met een goed uitgebalan
ceerd en met alle belanghebbenden doorgesproken voor
stel kom,en, dan dat wij binnen een geforceerd tijds
bestek deze zaak opnieuw in de Raad aan de orde
stellen. Ik zou U daarom willen vragen deze zaak niet
te binden aan de datum die de heer Van Haaren heeft
genoemd, maar ik wil U namens het College
graag toezeggen, dat deze zaak niet op de lange baan
wordt geschoven en dat wij alles zullen doen om bin
nen een redelijke tijd met een voorstel in Uw Raad te
komen; wij moeten wel de tijd hebben met alle betrok
kenen overleg te plegen.
Weth. Tiekstra kan misschien nu nog even een en
ander aanvullen.
De heer Tiekstra (weth.); Ik zal nog graag enige
opmerkingen maken.
Vanmorgen heeft de Verkeerscommissie vergaderd
en deze zaak is toen aan de orde geweest. Ik vraag de
aandacht van de Raad voor het feit, dat nog dit jaar
de aanbesteding van de reconstructie van de Wester
plantage aan de orde komt, hetgeen inhoudt, dat ook
de uitvoering van werkzaamheden aan de Westerplan
tage aan de orde komt. Dat betekent, dat tijdelijke
maatregelen voor de regeling van het verkeer en m.n.
voor de voortgang van het autobusverkeer moeten
worden getroffen. Een en ander heeft tot gevolg, dat
bet kruispunt Westerplantage/Ruiterskwartier gedu
rende geruime tijd onbruikbaar zal zijn voor het ver
keer. Dat betekent, dat een beslissing over de defini
tieve situering van de bushalte, hetzij aan het Wilhel
minaplein, hetzij aan de Westersingel kun wachten
totdat de werkzaamheden aan de Westerplantage vol
tooid zullen zijn. Ik wil er daarbij op wijzen, dat de
Raad niet het effect moet onderschatten ik heb dat
ook al eens bij een vorige gelegenheid gezegd dat
de eventuele verplaatsing van de bushalte naar het
Wilhelminaplein zal hebben op de verkeersregeling. Ik
dacht, dat de Raad daar oog voor moest hebben. Ik
vind ook, dat de Raad recht heeft op volledige rap
portering over dit onderwerp, voordat een beslissing
wordt genomen. Het is, dacht ik, bijzonder gevaarlijk
om incidenteel) in de totale verkeersbeweging in te
grijpen, m.n. als het gaat om de belasting die wordt
veroorzaakt door het openbaar vervoer en een beslis
sing te nemen zonder de verdere gevolgen te kennen.
En daarvoor dient juist het werk van de werkcommis
sie uit de Verkeerscommissie. Ik kan de Raad niet
toezeggen, dat de rapportering over deze zaak voor
14 juni a.s. zal verschijnen. Uiteraard is het niet on
mogelijk voor een rapportering te zorgen, maar daar
mee zou de Raad niet meer kunnen doen dan met de
gegevens die nu beschikbaar zijn. De zaak kan pas in
haar definitieve toestand worden beoordeeld nadat de
werkzaamheden aan de Westerplantage zijn voltooid.
Ik dacht, dat dat de meest nuchtere benadering was
van deze problematiek. Ik ontraad op dit ogenblik de
Raad beslist aanneming van de door de heer Van Haa
ren in uitzicht gestelde motie.
T.a.v. de opmerking van de heer Schaafsma wil ik
nog dit zeggen. Het plan van de dienst Openbare Wer
ken voor de definitieve inrichting van een bushalte aan
de Westersingel is niet zomaar uit de lucht komen val
len. Voor dit plan is een vrij lange voorbereidingstijd
nodig geweest. Het is in overleg met de verkeersdes-
kundigen na een vrij uitvoerige studie tot stand ge
komen, mede in overleg uiteraard met de betreffende
busondernemingen. Het is niet waar, dat zoals de
heer Schaafsma zegt er maar snel even een planne
tje van Openbare Werken kwam. Het plan is door
Openbare Werken na uitvoerig overleg met de reeds
door mij genoemden bij B. en W. ingediend en na
overleg met de Verkeerscommissie is het voorstel bij
de Raad gekomen.
Het lijkt mij niet mogelijk vóór de door de heer Van
Haaren genoemde datum met een definitieve rappor
tering bij de Raad te komen t.a.v. dit onderwerp. Ik
geloof, dat een dergelijke beslissing de Raad ontraden
moet worden. Meer kan ik op dit moment niet zeggen.
De Raad is volledig bekend met de beslissing die de
Raad zelf genomen heeft. De Raad is nu op de hoogte
van de machtigingen die wij hebben gekregen i.v.m.
de reconstructie van de Westerplantage. Het moet do
Raad duidelijk zijn, dat uitvoering van deze werk
zaamheden met zich meebrengt het treffen van tijde
lijke voorzieningen die moeten dienen om het verkeer
zo goed mogelijk te doen blijven functioneren. Dat be
tekent, dat pas een definitieve beslissing t.a.v. de bus
halte kan worden genomen nadat die werken zijn uit
gevoerd.
De heer Eijgelaar: Nu U geen toezegging kunt doen,
ook niet t.a.v. de motie van de heer Van Haaren, voor
14 juni met een rapport te zullen komen over deze
situatie, menen wij, dat het gewenst is de oude toe
stand in ere te herstellen en niet de tijdelijke toestand
te handhaven. Ik heb dan ook een voorstel in deze
richting. Het voorstel luidt:
„De Raad van de gemeente Leeuwarden; in verga
dering bijeen op maandag 3 mei 1971; kennis genomen
hebbende van de mededeling van B. en W., dat het
rapport n.a.v. een studie van een werkcommissie uit
de Verkeerscommissie betreffende de bushalte-kwestie
Westersingel-Zaailand, gezien het feit, dat dit een com
plexe zaak betreft en nog wel eens enige tijd op zich
kan laten wachten; verzoekt het College in afwach
ting van bedoeld rapport de bushalte op het Zaailand
tegenover het Paleis van Justitie met ingang van 1
juni a.s. weer in gebruik te stellen."
De heer Van Haaren: Ik ben niet overtuigd door
de argumenten die ik van de zijde van het College heb
gehoord. U hebt gezegd, mijnheer de Voorzitter, dat er
een verkeerstechnisch aspect aan dit probleem zit en
dat er ook belangen zijn van de zijde van de buspassa
giers. Wij vinden de belangen van de buspassagiers