r
14
S
15
F'
9
m
A
■vSa
jf J
B*
r
1
Y
X?
v3f
j
loof dan ook niet, dat de Bejaardenraad het zelf wel
zal kunnen oplossen. Stuiten we dus op voor ons on
oplosbare problemen, dan zullen we B. en W. inderdaad
wel vragen: Wie zorgt ervoor, dat er een deskundige
aangesteld wordt Gebeurt dat vanuit het particulier
initiatief of moet bij de Gemeente een functionaris wor
den aangesteld, die dit werk ter hand zal nemen?
Ik ben niet helemaal gerustgesteld door de antwoor
den, die ik van de Wethouder op mijn vragen t.a.v. de
verzorgingstehuizen neb gekregen. Ik heb te veel het
gevoel, dat er gedacht wordt: Het komt allemaal wei
goed. Misschien ben ik nu te pessimistisch, maar ik
zou graag zo dadelijk van de Wethouder willen verne
men op welke termijn hij verwacht, dat het in orde
komt. Aou hij dat niet kunnen zeggen, dan zou ik in
elk geval van hem willen horen, dat wij over drie
maanden uitvoerige mededelingen kunnen verwachten
over alles wat gedaan is, over de garanties, enz.
De Wethouder heeft gezegd, dat hij meent, dat het
dienstencentrum Het Vliet binnenkort wel voorelkaar
komt, maar wat is nu „binnenkort" In welk stadium
verkeert de zaak precies? Kunnen we gaan bouwen en
zo nee, waar wacht het dan nu nog op Misschien wil
ik te veel weten, maar dan hoor ik dat wel.
Nu kom ik nog even terug op het antwoord van de
Wethouder op mijn kreet, dat het maatschappelijk werk
niet voldoende wordt ingeschakeld bij het bezoeken van
bejaarden door de Centrale Opnamecommissie. Ik be
doelde er letterlijk het volgende mee. Er zijn door de
maatschappelijke werkers, de doktoren en de gezins
zorg-instellingen alle mogelijke namen opgegeven, maar
men hoort er verder niets meer over. En al degenen,
die namen genoemd hebben, zouden nu toch minstens
verwachten, dat ze een lijst terugkrijgen waarop achter
de door hen opgegeven namen precies vermeld staat
v/at er met de mensen gaat gebeuren. Dan kunnen ze
hun taak weer opvatten, weer naar die bejaarden gaan
om ze verder te begeleiden. Maar nu verkeren ze vol
ledig in het onzekere. Als voorbeeld kan ik noemen
de Kei. Tot het moment, waarop de woningen werden
betrokken, wist men niet, wie naar deze fiat gingen.
En dat geeft de meest dwaze misverstanden. Men
hoorde, dat, naar ik meen, de heer Gooijenga of iemand
anders bij sommige van de genoemde bejaarden op be
zoek was geweest en dat gaf bepaalde verwachtingen,
maar degenen, die de namen verstrekt hadden, wisten
niets en konden dan ook niet helpen bij de begeleiding.
Verder wil ik nog graag weten, hoe het komt, dat
er verzorgingsbehoeftigen in de provincie geplaatst
moeten worden. Natuurlijk kan men beter naar Dok-
kum gaan, dan in Leeuwarden onverzorgd zijn. Maar
waarom is men overal zo gelukkig, dat men verzor
gingstehuizen kan bouwen en waarom komen die hier
niet van de grond?
Ik ben blij met het antwoord van de heer Ten Brug,
dat er in Triotel een oplossing gezocht wordt en
hopelijk wordt die ook gevonden voor de groep be
jaarden, die zoveel zorg vraagt. Ook verheugt mij
diens mededeling, dat men voor een 20 ernstige geval
len een tijdelijke opvang in het Infectiepaviljoen denkt
te vinden. Met 20 zijn we er echter niet. Het is mij
ook gebleken, dat hoe meer er gewerkt wordt aan de
zaak, hoe meer namen er naar voren komen. Daarom
wil ik vragen: Is het niet mogelijk een paar ambtena
ren van Openbare Werken of van welke dienst B. en W.
er ook maar geschikt voor vinden, aan te wijzen met
de opdracht: Zoek in de stad naar geschikte ruimten,
die de mogelijkheid bieden er een verzorgingstehuis
van te maken. Want het gaat immers om een groep
mensen, terzake van wie de G.G.D. al vastgesteld heeft,
dat ze opgenomen behoren te worden.
Ik ben een beetje verrast door de mededeling van de
Wethouder (maar dat zal wel aan mijn onwetendheid
t.a.v. deze zaak liggen), dat de Ubbo Emmius-opleiding
toch in de Borniakliniek komt. Ik meende gelezen en
gehoord te hebben, dat het zusterhuis van het Stads
ziekenhuis daarvoor uitverkoren is. (De heer Ten Brug
(weth.): Het is hier een kwestie van èn èn.) Want
dat bij de eigenaren van het gebouw niet de bereidheid
zou bestaan het pand te verhuren voor het doel, waar
voor ik het bestemd zou willen zien, daaraan twijfel ik
ten zeerste en U waarschijnlijk ook, te meer, daar het
om een tijdelijke voorziening gaat. (De heer Ten Brug
(weth.)Het gaat hier om een onderwijsvoorziening,
waarvoor het nu geschikt is geworden en de zaak moet
in overeenstemming met het Ministerie van Onderwijs
geregeld worden, dat ook bij voorkeur medewerking
verleent voor een nieuwe onderwijsbestemming.) Dat
is me bekend, want ik heb natuurlijk naar een en an
der geïnformeerd, maar ik ben optimistisch genoeg om
aan te nemen, dat, als de Wethouder geen urgente
noodzaak ziet deze ruimte te benutten voor onderwijs
doeleinden, men dan ook Den Haag wel bereid zou
vinden, ze weer voor het oude doel te gebruiken. (De
heer Ten Brug (weth.): Die urgentie voor een onder
wijsbestemming bestaat wèl.) Goed, die zaak is dan
afgedaan.
Evenals de heer Engels had ik de gedachte, dat, als
de vrijwilligers op het gebied van het bejaardenwerk
merken, dat ze het niet alleen af kunnen (waarvan ik
gewoon overtuigd ben) het Centraal Orgaan ingescha
keld zou kunnen worden en dat kan natuurlijk komen
met het verzoek een deskundige kracht aan te stellen.
De heer Engels: Ik heb van de Wethouder gehoord,
dat de behoefte aan verpleeghuizen toch minder groot
is dan men aanvankelijk heeft gedacht en hij vraagt
zich dus af, of in een verpleeghuis niet psychiatrische
patiënten ondergebracht zouden kunnen worden. Hij
neeft daarbij gewezen op het feit, dat volgens de ge
gevens in Friesland op het ogenblik 400 bedden nodig
zouden zijn voor psychisch gestoorde bejaarden. Hij
zegt erbij, dat er bij de rijksinstanties en ik dacht
ook bij de Provincie enige aarzeling bestaat over de
vraag, of het een reële behoefte is, dit gezien tegen
de achtergrond van wat eventueel de ziekenhuizen zul
len gaan doen. Dan rijst natuurlijk onmiddellijk de
vraag: Is er dan op dit punt contact opgenomen met
de ziekenhuizen? Wij hebben in Leeuwarden een be
hoorlijk overleg tussen de ziekenhuizen en ik zou me
dus kunnen voorstellen, gezien het belang voor Leeu
warden, dat de ziekenhuizen ten spoedigste met elkaar
gaan bekijken, wat de capaciteit van Triotel en van
de beide andere ziekenhuizen is. Het zou toch ook wel
een beetje merkwaardig zijn plannen te maken voor
de bouw van een dependance van Nieuw Toutenburg
en dat over een jaar of zes zou blijken, dat het niet
bepaald nodig is.
Een tweede gedachte, die bij mij opkomt, is de vol
gende. Wij hebben ooit eens de prioriteit bepaald en
toen het bejaardentehuis op no. 2 gezet en het ver
pleeghuis op no. 1. Maar het gaat er wat op lijken, dat
die keus niet helemaal goed is geweest. In dat ver
band zou ik ook wel eens willen weten en dat sluit
een beetje aan op de vraag van mevr. Visser hoe
het kan, dat er verplegingsbehoeftigen naar Dokkum
gaan. (Niet dat ik er bang voor ben; de tijd van Boni-
facius ligt al weer zo lang achter ons!) Hebben we
eigenlijk in Friesland een behoorlijk inzicht in wat we
op het ogenblik met z'n allen aan het bouwen zijn èn
op het gebied van verzorgingstehuizen èn op het ge
bied van verpleeghuizen? Loopt Leeuwarden niet het
risico op het terrein van de verzorgingstehuizen in
derdaad in een zeer moeilijke positie te komen, als we
over planning gaan spreken? Tenzij we er in slagen a.
injecties te geven aan het particulier initiatief om ook,
als ze nu eens géén gemeentelijke garantie krijgen,
te gaan bouwen (hoevelen hebben niet gebouwd zon
der gemeentelijke garantie!) en b. enorme druk te
zetten op ons eigen gemeentelijk project.
De heer Heetla (weth.): De heer De Vries heeft
herhaald, dat hij graag wil, dat alle opnamen in te
huizen geschieden via de Opnamecommissie. Ik ben
het roerend met hem eens. Ik heb het in eerste in
stantie ook al gezegd, dat we steeds op inschakeling
van die commissie attenderen, maar ik hoop, dat de
heer De Vries er begrip voor heeft, dat het toch altijd
een kwestie is van overleg met de instellingen. Wij
kunnen die inschakeling niet afdwingen; daar bestaat
nog geen wet voor. Maar het overleg is groeiende en
het College is van mening, dat we toch op de goede
weg zijn; de instellingen krijgen hoe langer hoe meer
begrip voor inschakeling van de commissie. Ik ben nog
eens in de cijfers, vermeld in de aanbiedingsbrief, ge
doken, wat betreft opname van bejaarden zonder in
dicatie van de commissie. Maar die mensen waren in
V IHUnWHI
de meeste gevallen boven de 80 jaar, soms 90 jaar en
de sociaal-medische indicatie voor hen is natuurlijk
zeer vlug te krijgen. De zaak heeft onze voortdurende
aandacht en wij houden het gesprek met de instellin
gen hierover wel gaande. Zou er dan toch eens iets
mislopen, dan zullen we het niet afschuiven op de
Bejaardenraad of op de Opnamecommissie. Dan
spreekt het College zelf wel met de besturen.
De heer De Vries heeft gevraagd, of het niet tijd
wordt, dat wij met de cijfers van de verzorgingsgeval-
len naar de Tweebaksmarkt gaan, om G.S. daarop te
attenderen. Ik kan hem zeggen, dat dit in ons laatste
onderhoud met het Provinciaal Bestuur over Greuns-
hiem, Erasmushiem en het N.V.V.-tehuis al is gebeurd.
We hebben toen gezegd, dat we dringend behoefte heb
ben aan vervanging van de Haniasteeg en in de toe
komst aan nog één of twee bejaardentehuizen.
Of wij er, wat de bejaardentehuizen betreft, in ver
gelijking met andere gemeenten in de provincie be
kaaid zijn afgekomen, zoals mevr. Visser e.a. zeggen,
kan ik niet beoordelen, want ik weet niet, hoe de te
huizen in de provincie tot stand zijn gekomen. Waar
schijnlijk zijn er ook tehuizen bij, die zonder garantie
zijn gebouwd. (De heer Engels: Mijn bezwaar is juist,
dat we hier veel te veel instellingen hebben, die al
leen maar iets kunnen, als de overheid ervoor zorgt.
Dat is gewoon belachelijk. Dat moet zonder garantie
kunnen. Wat mij langzamerhand benauwt, is, dat ik
een provinciale planning op dit gebied voorzie. Ik zie
G.S. nu al bezig, als erover gepraat wordt. Met de
Wet op de Bejaardenoorden komt er een planning; dan
komt men met de cijfers: er zijn zoveel bejaarden in
Friesland en er zijn zoveel tehuizen die ze kunnen
opnemen; dan behoeft er dus niet meer gebouwd te
worden. En dan kan het best zijn, dat we daarmee in
Leeuwarden een tekort aan tehuizen krijgen. Ik kan
me wel voorstellen, dat men die garanties niet kan
geven voor dat soort grote projecten, maar dan moe
ten we de instellingen prikkelen om er op uit te gaan
en zelf op de een of andere manier aan de gelden te
komen, waar anderen blijkbaar ook aan kunnen ko
men.) Als je wilt bouwen, moet er een bank of een
andere instantie zijn, die je de garantie verstrekt. De
een lukt dat wel en de ander niet. Ik kan in dat ver
band nog wel zeggen en misschien bevredigt dat
de heer Engels ook dat het het N.V.V. waarschijn
lijk zal lukken zonder een garantie te bouwen en waar
schijnlijk ook nog wel, als alles meeloopt (we moeten
voorzichtig zijn met voorspellingen) in het begin van
het volgend jaar. (De heer Engels: Het zou mij van
een organisatie als het N.V.V. afgezien van stakin
gen uiteraard bijzonder tegenvallen, als het niet zon
der garantie zou kunnen bouwen. (Stem: Dan moeten
ze naar de N.C.H.B. gaan.) Natuurlijk, dat kan ook.
De heer de Vries heeft het ook nog gehad over een
betere doorlichting van de groep verzorgingsbehoef
tige bejaarden. Ook mevr. Visser heeft daarop aange
drongen. We zullen die doorlichting inderdaad verbe
teren en in aansluiting op wat mevr. Visser heeft ge
zegd zal ik aan de Opnamecommissie en aan de So
ciale Dienst nog eens doorgeven weer met de instel
lingen voor maatschappelijk werk te gaan praten om
t.b.v. bepaalde gevallen de lijsten van bejaarden met
hen door te nemen, alhoewel dit wil ik met nadruk
zeggen het ontzettend moeilijk zal zijn met het
totale aantal instellingen op het gebied van het maat
schappelijk werk uit te maken, wie nu in deze of in
die inrichting moet worden geplaatst. (Mevr. Visser
van den Bos: Dat hoeft ook niet. Het gaat er alleen
om, dat degenen, die namen hebben opgegeven, die
namen terugzien op lijsten, met achter die namen de
vermelding van wat er met de betrokkenen is ge
beurd.) Ik zal het doorgeven, maar ik weet niet, of
daar wel tijd voor is. U weet, dat er maar een paar
functionarissen van de Gemeente in die Opnamecom-
missie werken. Maar ik wil wel trachten de commu
nicatie een beetje uit te breiden. Meer kan ik er thans
niet van zeggen.
De heer De Vries heeft gevraagd, of in 't Nijlan
en het Bilgaard nog een betere voorlichting gegeven
kan worden over het bejaardenbeleid. De heer De Vries
weet ik heb dat wel tegen hem gezegd dat ik
bereid ben eens een vergadering in het Bilgaard te
bezoeken en te trachten vragen, die er mogelijk zijn,
te beantwoorden. Ik wil de wens van de heer De Vries
ook wel in de Bejaardenraad brengen, opdat ook van
die kant meer voorlichting aan de wijken gegeven kan
worden.
De heer Ten Brug (weth.)Ik weet niet, of mijn
antwoorden i.z. de plannen van Nieuw Toutenburg zo
juist helemaal goed zijn overgekomen. Ik heb alleen
maar gezegd, dat ik het gevoel heb, dat men bij rijks-
instanties even aarzelt t.a.v. de goedkeuring en de
argumenten daarvoor heb ik genoemd. Dat wil niet
zeggen zo moet het niet overkomen dat het al
zeker is, dat het Ministerie geen toestemming zou ver
lenen deze twee tehuizen alsnog te bouwen.
De heer Engels heeft de opmerking gemaakt, dat er
contact met de ziekenhuizen t.a.v. opname van ver-
plegingsbehoeftige bejaarden dient te zijn in verband
met datgene wat zij eventueel gaan doen. Het pro
bleem is evenwel uiteraard eerder een zaak van de
verpleeghuizen in die richting zal de oplossing ge
zocht moeten worden dan van de ziekenhuizen. Al
leen de ziekenhuizen zouden hier een rol kunnen spe
len, als de geriatrie een belangrijker plaats gaat in
nemen dan tot nu toe het geval was en in dat opzicht
heb ik Triotel ook genoemd. Ik ben best bereid de
opmerking van de heer Engels in de contactcommissie,
waar toch allerlei zaken aan de orde komen, te bren
gen, maar het zal voor die contactcommissie geen
punt meer zijn, want er is al een duidelijke afspraak,
dat de geriatrie mét de psychiatrie in eerste instantie
een zaak van Triotel is en dat de andere ziekenhuizen
andere taken hebben in het geheel van de ziekenhuis
voorzieningen.
Mevr. Visser heeft opgemerkt en ik onderschrijf
dat dat het goed is, dat men in het kader van
Triotel naar oplossingen zoekt. Het is niet om terug
te krabbelen, maar daar moet men op dit moment niet
zonder meer de conclusie uit trekken, dat het ver
pleeghuis nu al bestemd zou kunnen worden voor psy
chisch gestoorde bejaarden. Dat moet onderzocht wor
den en daar zouden wij uiteraard ook medewerking
voor moeten hebben van de rijksinstanties. Want de
verpleging van meer dan vier psychisch gestoorde be
jaarden is al een kwestie van erkenning op grond van
de Krankzinnigenwet; een inrichting moet bouwkun
dig ook ingesteld zijn op verpleging van dergelijke
patiënten. Het wil niet zeggen, dat op dit moment
dat heb ik, dacht ik, in de eerste instantie ook duidelijk
gezegd door het in eens vrij komen van 200 bedden,
wat uiteraard ook invloed heeft op andere tehuizen in
de provincie, al vaststaat, dat we een teveel zouden
hebben. Als de wachtlijst van Triotel nu reeds erg
lang zou zijn, zouden we zonder meer moeten conclu
deren, dat we te weinig bedden hebben, gezien de
lange verpleegduur van psychisch gestoorden. Ik heb
echter wel het gevoel en dat is ook het inzicht van
de inspectie dat wij, wat het aantal verpleeghuis
bedden betreft, op het moment, landelijk gezien, aan
de top zitten, maar ik heb ook het idee, dat aan de
behoefte meer dan voldaan is met de totstandkoming
van het verpleeghuis van Triotel.
De heer Engels heeft het gehad over de provinciale
planning t.a.v. de verzorgingstehuizen, maar dat geldt
ook de verpleeghuizen. Dat is een moeilijk punt. Ik
wil toegeven, dat misschien op diverse plaatsen
verpleeghuizen terecht gekomen zijn, waarvan je ach
teraf zou zeggen, dat beter anders gepland had kun
nen worden, maar tot nu toe is wel gebleken, dat alle
prognoses, die men op dit terrein gemaakt heeft, fout
waren. Het duidelijkste voorbeeld is Nieuw Touten
burg, dat aanvankelijk startte met plannen voor 450
bedden en dat op dat moment slechts toestemming kon
krijgen voor de bouw van 174 bedden. Men dacht toen,
dat daarmee aan de behoefte aan verpleging van psy
chisch gestoorde bejaarden voldaan zou zijn. Als men
weet, dat daarna Bertilla met een afdeling verpleeg
huis is gekomen en ook Talma-oord en dat er nu nóg
400 bedden nodig zijn, dan blijkt wel, hoe moeilijk het
is een prognose te maken. Maar hoe langer het duurt,
hoe dichter je natuurlijk de behoefte kunt benaderen.
Ik dacht, dat een taak van Triotel zal zijn, zoals het
er op dit moment voor staat, dat èn het ziekenhuis,
wat de geriatrie betreft, èn de verplegingsafdeling in