18 19 een tekort aan van f 5.455,Maar wat is nu het wer kelijke tekort, dat die uitvoering heeft opgeleverd. Die uitvoering is al drie maanden geleden gehouden en dus weet men op dit moment wel wat het tekort is en of er werkelijk een tekort is; dat blijkt echter niet uit de stukken. Ik vind, dat we op deze gronden eigenlijk niet kunnen subsidiëren. Men kan op het ogenblik de exacte bedragen weten. We kunnen nu wel domweg een be drag van f 5.500,beschikbaar stellen, maar het kan net zo goed f 3.000,- moeten zijn. Of het zou moeten zijn, dat de totale begroting van Toonkunst een tekort van f 5.500,aanwijst. Maar ik dacht, dat het niet de bedoeling was het tekort van de vereniging te dekken. Het lijkt mij, dat wij de zaak niet zo kunnen goed keuren. De heer Weide (weth.)In het verleden is het steeds zo geweest, dat de Mattheuspassion werd opge nomen in het totaal van de uitvoeringen die Toonkunst gaf. Er is toen steeds een beroep gedaan op het Cul turele Fonds. Maar omdat het Culturele Fonds eigen lijk bedoeld is voor het toekennen van eenmalige bij dragen ivoor speciale evenementenen de Mattheus passion elk jaar opnieuw wordt uitgevoerd (de kosten daarvan zijn hoog omdat de uitvoering ervan eigenlijk alleen kan worden gegeven in kerken, hetgeen extra voorzieningen vraagt) is besloten op advies van het Culturele Fonds, dat inmiddels een commissie is geworden van de Culturele Raad de Mattheuspas sion als vaste post op de begroting op te voeren. Door een aantal verrekeningen van de laatste jaren is men tot dit bedrag gekomen. Bovendien is men nog bezig met de afrekeningen van andere subsidies die even tueel nog binnen zullen komen. Voor andere uitvoe ringen (die niet ieder jaar terug komen) doet men nog wel een beroep op het Culturele Fonds. Dat heeft men bijv. gedaan voor de uitvoering van de Missa So- lemnis in de Bonefatiuskerk. Wij zullen, wat de Mat theuspassion betreft, behoorlijk de vinger aan de pols houden. Toonkunst moet in het vervolg een behoor lijke opzet en begroting indienen. De heer Heidinga: De Wethouder beaamt wat ik gezegd heb. (Stim: Moaijer kinne Jo it nea krije.) Ik geloof inderdaad, dat het hier een kwestie van schoon schip maken is. Alles wordt door deze f 5.500,uit de weg geruimd en dan beginnen ze met een schone lei. Voor zoiets kunnen ze mij ook wel krijgen, maar dat is niet wat hier staat. Hier staat, dat de begroting voor de uitvoering van de Mattheus-passion dit jaar een tekort aanwijst van f 5.500,Dat lijkt mij sterk. Maar men weet nu toch hoe groot het tekort is. De uitvoering is al maanden geleden gehouden. Leg die cijfers dan op tafel. Hebt U de exploitatierekening van die uitvoering? Die lag in ieder geval niet bij de stuk ken. Kom er dan mee voor de draad, dan weten we waar we aan toe zijn. De heer Weide (weth.)De heer Heidinga moet mij niet misverstaan. Voor dit jaar is een bedrag uitge trokken van f 5.500,Dat bedrag kan voor een vol gend jaar best f 2.000,of f 3.000,zijn. Dit is niet een zaak van schoon schip maken. Het gaat er alleen om de zaak recht te trekken. Vroeger kwam er een bijdrage uit het Culturele Fonds, maar omdat het een post is, die ieder jaar terug keert, willen we er een vaste begrotingspost van maken. Men is tot de vast stelling van dit bedrag gekomen door alleen de ex ploitatiekosten van de Matteuspassion te begroten. Vroeger werden uitvoeringen als de Missa Solemnis in die exploitatie meegenomen. Nu de Mattheuspassion apart op de begroting wordt opgevoerd, wordt voor de andere uitvoeringen een aparte exploitatie-opzet ge maakt. (De heer Heidinga: Maar er is nu dit tekort.) Ik heb de cijfers hier niet bij de hand. (De heer Hei dinga: Er is geen sprake van, dat er zo'n tekort is.) Ik heb hierover uitvoerig met de heren van Toonkunst gesproken een aantal maanden terug en ik kan U wel zeggen, dat ik gevraagd heb, of het niet mogelijk is die uitvoering ergens anders te houden, omdat men nu f3.000,vaste kosten heeft. (Stem: Daar gaat het niet om.) Ja, daar gaat het wel om. Bovendien zijn de andere subsidies nog niet exact bekend. Toonkunst heeft ook een beroep gedaan op het Nationale Fonds. Maar daar heeft men nog geen uitslag van gekregen. Ik dacht, dat het subsidiebedrag in de toekomst eerder lager dan hoger zal zijn. (De heer Vellenga: Als het tekort dit jaar lager is dan f 5.500,strijkt U dat met een begrotingswijziging recht, neem ik aan.) De Voorzitter: Naar mijn mening is dit niet an ders dan een begroting. Wij stellen een begrotingswij ziging voor. Dit bedrag wordt niet domweg uitbetaald. Dit geldt niet alleen voor dit bedrag, maar ook voor andere bedragen in deze raadsbrief. Men moet straks met rekeningen bij het gemeentebestuur komen. Soms gaat het om vaste bedragen; die staan hier ook wel in en dan gaat het om maxima. Als men dus kan aan tonen, dat men die uitgaven heeft gedaan, kunnen wij tot het bedrag, dat Uw Raad heeft goedgekeurd en dat in de begroting is opgenomen, subsidiëren. Ik dacht, Wethouder, dat wij rustig kunnen toezeggen, dat wij in dit geval stellig geen cent meer zullen betalen en dat is ook de vraag van de heer Heidinga dan men werkelijk tekort komt bij dit evenement. Als ik het zo zeg, is de heer Heidinga, dacht ik, wel content. (De heer Heidinga: Akkoord.) Dit wordt in de no tulen vastgelegd en wij zullen het zo uitvoeren. „Humanitas" gewest Friesland, bureau levens- en gezinsvragen. Mevr. Visser-van den Bos: Humanitas vraagt steun voor het bureau levens- en gezinsvragen. Nu wordt in de eerste alinea gezegd, dat subsidie wordt gevraagd voor de gevallen die naar hen verwezen worden door de Sociale Dienst. Maar daar zegt U bij: „Bedoeld zal zijn voor alle gevallen uit de Gemeente." Ik trek in twijfel of dat bedoeld wordt, want in de stukken staat dat beslist niet. Ze vragen echt letterlijk steun voor die gevallen die doorverwezen zijn door de Sociale Dienst. Wat die zin daar dan bij moet, weet ik niet en het interesseert me ook niet zo erg. Wel interesseert me die steun aan dit bureau. Het bureau heeft een belangrijke taak, het gaat hier om een belangrijke kwestie en ik zou dus eigenlijk willen vragen, of, wan neer de Sociale Dienst mensen doorverwijst naar dit bureau, het dan ook mogelijk is, dat er meteen even contact gelegd wordt tussen de Sociale Dienst en dat bureau over de financiële afrekening, omdat het in die bijzondere gevallen toch wel erg belangrijk is, dat het advies en de hulp aan de betreffende mensen niet afbreekt op het probleem van de betaling. Dat lijkt mij een prettiger regeling, dan dat mensen eerst op het bureau komen en dan weer terug gestuurd moeten worden naar de Sociale Dienst omdat eventuele hulp niet betaald kan worden. De heer Heetla (weth.Ik heb de stukken nog eens nagekeken. Er was ook een begroting bij van Humani tas met een tekort. Inmiddels is de zaak achterhaald. Net als bij andere subsidieregelingen wel het geval is, heeft het Rijk deze zaak aan zich getrokken; 20% van de kosten zijn niet gedekt en men neemt aan, dat Hu manitas die zelf zal kunnen dragen door middel van de bedragen die men voor de consulten vraagt. Dan nog iets over de mensen die, omdat ze het niet kunnen betalen, doorverwezen worden naar de Sociale Dienst. Ik ben bereid dit punt eens in de sociale com missie te bespreken om te kijken of wij kunnen komen tot een soepel eregeling. De Voorzitter: Als niemand meer iets heeft te zeg gen over deze nota dan stel ik voor, dat wij na de pauze nog even gaan praten over de motie van de heren Meijerhof en Van der Veen. Dat is het enige punt dat ons nog rest van deze nota. Ik wil over die motie nog graag even overleg plegen met de andere leden van het College. De Voorzitter schorst, om 22.55 uur, de vergadering voor de tweede koffiepauze. De Voorzitter heropent, om 23.15 uur, de vergadering. De Voorzitter: Mag ik nog even terugkomen op een puntje dat is overgebleven uit de aanvullende subsidie nota 19701971. We hebben nog het voorstel van de heren Meijerhof en Van der Veen. Het College heeft zich daar tijdens de koffiepauze op beraden en wij zijn tot de volgende conclusie gekomen. Gelet op het feit, dat het hier gaat om een eenmalig subsidie van een zeer bijzonder karakter en wij ook aannemen, dat de Raad ermee instemt, dat het verlenen van dit subsidie geen precedent schept voor andere subsidies waar wij op doelden in de verdediging van ons voorstel, zijn wij bereid deze motie uit te voeren. Mag ik aannemen, dat de Raad met deze toelichting instemt, zo ja, dan is deze motie dus aanvaard. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W., met dien verstande dat ook is aanvaard de motie van de heren Meijerhof en Van der Veen met de interpretatie daaraan gegeven door de Voorzitter. Punt 43 (bijlage no. 231). De heer Vellenga: U hebt een vrij uitgebreide raads brief geschreven over dit punt en die mondt dan uit in de tekst van een besluit, dat de Raad wordt voor gelegd. Een besluit waarin dan onder a staat: „in te stellen een fonds ten behoeve van de amateur-topsport." en onder b: „de eerste storting in het fonds te be palen op f 5.000, Ik kan U zeggen, dat mijn fractie het eens is met de filosofie van het College die in de raadsbrief tot uitdrukking is gekomen en die dus ook schuilt achter dit raadsbesluit. Eigenlijk is dit besluit ook wel logisch voor een College, dat in veel sectoren van de sport erg actief is en op vele manieren helpt en subsidieert. U hebt bepaalde citaten geleverd uit enkele nota's die op dit gebied verschenen zijn, nota's zowel van nationale als van min of meer lokale-regionale betekenis. En dat lezende ben ik tot de conclusie gekomen, dat een aan tal van de gedachten in die nota's neergelegd hier in Leeuwarden ook al heel lang gemeen goed waren. In de tweede plaats concretiseert U dan de bestem ming van die f 5.000,en U zegt daarvan heel na drukkelijk, dat die naar één bepaalde vereniging toe zal gaan. U motiveert dat door te zeggen: „Wij doen dat om een bepaalde periode te overbruggen." en U doet dat dan om dat germanisme nog maar eens te gebruiken eenmalig. Ik stel mij voor, dat de ach terliggende gedachte is geweest, dat U sympathiek staat tegenover het doel om een orgaan voor het topturnen duidelijk gestalte te geven en te realiseren. En daar over nadenkend bent U tot een voor de hand liggende conclusie gekomen, n.l. dat Quick en topturnen bij el kaar horen. En het gaat dus niet om een subsidie zo maar voor een gymnastiekvereniging, terwijl andere gymnastiekverenigingen niets zouden krijgen. Het gaat U heel bepaald om dat topturnen. Dat ziet U als het doel en U ziet daarbij dan deze vereniging die op dit gebied een grote naam heeft, Quick, als een middel. (Mogelijk is, dat naderhand Quick in samenwerking met een aantal andere verenigingen en organisaties, topturnen gaat bedrijven.) Dat is het middel en het doel is het topturnen handen en voeten te geven, om dat beeld hier maar te gebruiken. Nu constateert U verder, dat Quick het op dit moment financieel moei lijk heeft en dat is mede veroorzaakt door de activi teiten van deze vereniging, juist op dit gebied. Wij waren in de gelegenheid gesteld als raadsleden daar kennis van te nemen en ik ben daar eens naar toe ge gaan. Ik was op dat moment alleen als raadslid, mo gelijk dat op andere avonden nog wel andere raads leden zijn geweest, maar ik heb dat eens kunnen zien en ik moet U zeggen, dat dat hoewel ik in zekere zin een leek ben op dat gebied toch wel een grote indruk op mij heeft gemaakt; het enthousiasme en de toewijding waarmee de kinderen als ik dat zo mag zeggen daarmee bezig waren, maar vooral ook de manier waarop de leiding met de charmante assisten tes daarmee bezig waren. Ik heb dus hoofdzakelijk naar het turnen gekeken. (Gelach) Nu heb ik het ge voel, dat U het een daad van nuchter beleid vindt om op dit moment de vereniging Quick deze injectie te geven, met de bedoeling, dat Quick hiermee weer wat adem krijgt, dat daardoor ook de tijd wordt geschapen om dat andere perspectief van de bredere samenwer king te realiseren. En ik geloof, dat het een goed ding is, dat wij samen streven om mogelijk te maken, dat er een sterk orgaan voor dat topturnen komt en ik dacht, dat het niet alleen een Leeuwarder zaak, maar ook een Friese zaak en misschien wel een noor delijke zaak is. Dat is zo het gevoelen van het grootste gedeelte van mijn fractie. Er zijn enkele fractieleden die met alle sympathie die ze overigens èn voor het topturnen èn voor Quick hebben toch wel bepaalde reserves hebben. Die het vinden getuigen van een zekere een zijdigheid om deze voile poet nu aan Quick door te spelen. En in de tweede plaats hebben ze als motief, dat het zin zou kunnen hebben om eerst eens te wach ten tot die samenwerking duidelijker gestalte heeft ge kregen en dus b.v. tot het najaar te wachten om dan opmeuw over deze zaak te spreken. Maar al deze mo tieven voor en tegen elkaar afwegend, vertolk ik toch wel het gevoelen van het grootste gedeelte van mijn fractie wanneer ik zeg, dat wij ons wel kunnen vinden in alle punten van het raadsbesluit zoals U dat nu aan ons hebt voorgelegd. De heer Eijgelaar: Het grootste deel van mijn frac tie kan wel akkoord gaan met Uw voorstel tot het instellen van een fonds voor amateur-topsport. Wij willen dan ook wel onderstrepen wat door de Raad voor de Sportaangelegenheden hieromtrent is geadvi seerd en wij hebben dan ook (het grootste deel van mijn fractie) met waardering kennis genomen van de bereidheid en de mogelijkheid die er is om ten be hoeve van de topsport een fonds in het leven te roepen. De overweging hierbij is, dat topsport bedrijven sport beoefening in het algemeen in hoge mate stimuleert. Moeilijker echter hebben een aantal leden van mijn fractie het met die f5.000,die U meent aan Quick te moeten geven. Wij zijn van oordeel, dat de gym nastiekvereniging Quick zeer grote verdiensten heeft voor de sportbeoefening in onze stad en ik kan wel zeggen in de hele provincie. Wij delen Uw waardering, zoals U die in de raadsbrief omschrijft. Ook de andere verenigingen hebben uiteraard recht op veel waarde ring. Maar U zegt in Uw raadsbrief, dat U de Raad voor de Sportaangelegenheden om advies gevraagd hebt over het instellen van een fonds voor de topsport. Die raad en ook commissies uit die raad, de com missie subsidiëring en de commissie topsport heeft zich bezig gehouden met het geven van f 5.000,aan een bepaalde vereniging die topsport bedrijft en deze raad kwam unaniem tot de conclusie, dat het ongewenst is om een bepaalde vereniging te gaan subsidiëren. Nu zegt U, gezien de grote verdienste en dat ont kent, denk ik, niemand die Quick heeft, willen wij eenmalig f5.000,verlenen aan de gymnastiekvereni ging Quick, maar wij wensen evenwel te voorkomen, dat op dit punt een precedent wordt geschapen. Ik begrijp dat niet helemaal. Ik ben n.l. van mening, dat, als er andere verenigingen zijn die ook topsport gaan bedrijven ze zijn er of ze komen er binnenkort die ook bepaald recht hebben op f 5.000,En ik ge loof, dat wij hier vanavond, als wij deze beslissing ne men om Quick f 5.000,te geven, een precedent schep pen waarvan wij de consequenties nauwelijks kunnen overzien. En dat is dan ook de reden, dat een deel van mijn fractie tegen zal stemmen, tenzij U zegt, dat ieder die straks aan bepaalde voorwaarden voldoet so wie so recht heeft op f 5.000,van de gemeente. Als dat het geval is, zal het voor enkele leden van mijn fractie gemakkelijker zijn om voor te stemmen. Als dat niet het geval is, als U zegt: dit is eenmalig, uit sluitend voor één vereniging, dan zullen de meeste le den van mijn fractie tegen stemmen. De hear Singelsma: Ik kin rêstich sizze, dat de hiele F.N.P.-fraksje mei greate wurdearring kennis nommen hat fan dit ütstel om de topsport to stypjen mei in bidrach fan f 5.000,(Laitsjen) It image fan in provinsje wurdt bipaeld, net troch de Friezen, mar troch bipaelde Friezen en bipaelde organisaesjes. Dy jowe stal en foarm oan it byld, dat de bütensteander hat fan Fryslan. Ta dy organisaesjes heart Quick. Ik mei my lokkich prize, dat ik ien fan de earste leden fan Quick wie, hoewol ik net ta de top sport trochkrongen bin. Mar los dêr fan fyn ik, dat Quick ien fan de organisaesjes is, dy't rjocht hawwe op in royale subsydzje fan de gemeente Ljouwert. It spyt my allinne, dat it by f 5.000,bleaun is. Ik hie eins leaver hawn, dat de foriening noch hwat mear

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1971 | | pagina 10