21
lucht krige om har idéen troch to setten. Hwant al
is it in to wurdearjen bydrage, Quick is hjirmei net
üt 'e niten. Ik hoopje lykwols, dat Quick op dizze wize
dochs genöch lucht kriget om trochgean to kinnen mei
it bioefenjen fan topsport en dat it in oanmoediging
wêze mei foar oare oerheitsynstellingen om Quick like
rynsk to stypjen as de gemeente Ljouwert.
De hear Klomp: Mei net ien fan beide ütstellen kin
ik akkoart gean.
Hwat de f 5.000,foar Quick oanbilanget, slüt ik
my alhiel oan by itjinge de hear Eijgelaar sein hat,
dus déroer net mear.
Tsjin it ynstellen fan it füns haw ik trije biswieren:
1. It is neffens my net in taek fan de oerheit om de
topsport finansieel to stypjen.
2. Dit füns hat wol in bigjin mar gjin ein, hwant alle
tüken fan sport sille harren der op biroppe en dan
krije wy wer in put sünder boaijum.
3. Wy kinne dit jild wol better brüke; wy moatte üs
yn alle bochten wringe om de bigreating slutend to
krijen en to halden. Sille wy der nou wer in post
op sette, hwerfan wy en ik herhelje it nochris
wol in bigjin, mar gjin ein sjogge? Dat moat nef
fens my net.
De heer Visser: Het College stelt voor om een een
malig subsidie te verlenen aan Quick en ik zou U de
vraag willen stellen: Is het College ervan overtuigd, dat
dit subsidie een eenmalig karakter kan dragen. Wan
neer voor 1971 een tekort van f 22.000,geraamd is
en ik denk aan de sterke lastenstijgingen, m.n. in de
salarissector annex sociale lasten, dan waag ik dit
toch te betwijfelen. Ik ben ervan overtuigd, dat men
in de toekomst, wanneer dit subsidie eenmaal verleend
is, opnieuw een beroep op de Gemeente zal moeten
doen om staande te blijven.
De heer Weide (weth.): De topsport is de laatste
tijd enorm in beweging, niet alleen door de nota's van
Quick en Orca die door verschillende heren al zijn
genoemd die bij het gemeentebestuur zijn ingediend,
maar ook door de nota „Sport 70" die bij de stukken
ter inzage heeft gelegen.
Orca en Quick hebben de mening gevraagd van het
College over het uitoefenen en subsidiëren van top
sport. Ik dacht, dat het College er goed aan had ge
daan advies in te winnen van de organisaties en in
stellingen die wij in onze gemeente hebben. In eerste
instantie is advies gevraagd aan de toenmalige Leeu
warder Sportraad, die na het instellen van de Raad
voor Sportaangelegenheden is omgedoopt in Sportcen
trum. Het Sportcentrum heeft een advies uitgebracht;
ook dat lag bij de stukken ter inzage. In december
1970 heeft de Raad voor de Sportaangelegenheden een
verzoek om advies ontvangen. Het advies is uitge
bracht en lag voor U ter inzage.
Samenvattend kunnen wij stellen, dat al deze orga
nen zeer positief staan t.o.v. de taak van de gemeente
met betrekking tot de topsport. De meerderheid van
het College is zich terdege bewust van de steeds gro
tere plaats die de sport, naar mate de vrije tijd toe
neemt, inneemt in het maatschappelijk leven. Vanuit
deze overtuiging heeft het College dan ook deze voor
stellen gedaan.
Uit de adviezen komt duidelijk naar voren, dat niet
alleen een goed subsidiebeleid moet worden gevoerd,
maar ook, dat de gemeente primair dient te zorgen
voor behoorlijke accommodaties. Ik had er behoefte
aan, dat nog even te zeggen, ook al zijn de diverse
sprekers hieraan voorbij gegaan. Een en ander is dui
delijk in de diverse nota's omschreven. Ik kan U zeg
gen, dat er U weet dat ook wel talloze plannen
klaar liggen. Van onze kant wordt daar ook bijzonder
hard aan getrokken; het gaat om sporthallen, instruc-
tiebaden, sportvelden enz. De middelen ontbreken ons
gewoon om tot snelle realisering te komen.
Nu iets over de taak van de gemeente met betrek
king tot het subsidiëren. Ik geloof, dat hier niet alleen
een taak ligt voor de gemeente. Ook het bedrijfsleven
en andere overheden de heer Singelsma heeft daar
al even op gewezen hebben hier terdege een taak.
Verenigingen die topsport bedrijven staan voor enorm
hoge kosten voor training, begeleiding, reis- en ver
blijfkosten en ga zo maar door. Van de leden worden
bijzonder veel offers gevraagd, terecht, zij dienen het
maximum voor het beoefenen van de topsport op te
brengen. Ik dacht ook, dat de topsporters van Quick
enkele honderden guldens per jaar neertellen voor het
beoefenen van hun sport. Ik geloof, dat, door het in
stellen van een fonds ten behoeve van de amateur
topsport, de gemeente een daadwerkelijk voorbeeld
stelt. Ik ben het met U eens, dat die f 5.000,niet
direct verschrikkelijk veel is, maar wij hebben een eer
ste aanzet gegeven, wij hebben een voorbeeld gegeven,
wij hebben duidelijk een daad gesteld. De verenigin
gen dienen nu zelf ook eendrachtig samen te werken
en al het mogelijke te doen om die topsport leven in
te blazen. Topsport beoefenen betekent moor mijn ge
voel een samenbundeling van krachten. Wanneer deze
verenigingen deze samenbundeling van krachten zullen
doorvoeren, zal dat ongetwijfeld inhouden, dat er een
stuk eigen clubsfeer, clubleven, clubintimiteit prijs ge
geven zal moeten worden. Wanneer dat niet gebeurt
heeft, naar mijn mening, het beoefenen van topsport
weinig zin en zal het ook weinig resultaten opleveren.
Het advies van de Raad voor de Sportaangelegenheden
is ook duidelijk in deze geest gesteld.
Het College heeft bijzonder veel begrip voor het
standpunt, dat de Raad voor de Sportaangelegenheden
heeft ingenomen, n.l. geen vereniging in aanmerking
te doen komen voor een bijdrage uit het fonds voor
topsport. Ik dacht ook wel dat het een juist standpunt
was. Aan de wensen van Orca is voor een groot deel
al voldaan, dacht ik, want in de tijd die verlopen is
nadat Orca een rapport heeft ingediend heeft zich het
feit voorgedaan, dat de Leeuwarder Overdekte door de
gemeente is overgenomen. Daardoor kan Orca nu ge
bruik maken van de vergoedingsregeling voor het ge
bruik van sportaccommodaties. Dat gaf Orca een niet
onbelangrijk financieel voordeel. Bovendien heeft Orca
in de afgelopen maanden een uur per week extra trai-
ningstijd ter beschikking gekregen in de Overdekte.
Orca gaat na een korte impasse weer in de goe
de richting en haar zwemmers zullen stellig straks
weer tot de topsporters behoren. En misschien kunnen
zij dan putten uit het fonds dat dan beschikbaar is.
Nu iets over Quick. Deze vereniging verkeert in een
bijzonder moeilijke situatie. Ik dacht, en dat is ook
door diverse sprekers gesteld, dat Quick duidelijk een
vereniging is die topsport beoefent volgens de normen
die in de nota „Sport 70" voor topsport worden ge
hanteerd. Topsport is dat deel van de wedstrijdsport
waarin nationaal en internationaal kampioenschappen
worden betwist. Dat is volgens de nota „Sport 70" de
definitie van topsport. Quick voldoet aan deze omschrij
ving. Quick heeft Leeuwarden in het verleden veel
diensten bewezen en zal stellig, wanneer we de nieuwe
trainster van het K.N.G.V., Eva Bertha, mogen gelo
ven (en dat doen we), een nog grotere toekomst te
gemoet gaan. Hiermee wil ik niet zeggen, dat andere
verenigingen op sportgebied in Leeuwarden de stad
geen belangrijke diensten bewijzen, zij doen dat stellig
ook. Maar we hebben het nu over Quick. Om de top
te bereiken moet Quick enorm veel voorbereidingen
treffen en inspanning opbrengen. En dat kost veel
geld. Daar is Quick zich terdege van bewust. De beide
trainsters die de heer Vellenga heeft aanschouwd
hebben bijzonder veel hart voor de vereniging. Zij
brengen erg veel offers en dat gaat misschien wel ten
koste van hun privé-leven. Quick kan op dit moment
niet verder. Men verkeert duidelijk in een impasse en
wij zullen al het mogelijke doen om Quick hieruit te
halen. De Burgemeester en ik hebben de jaarvergade
ring van Quick bijgewoond en daar zijn en niet om
dat wij daar toevallig waren de moeilijkheden dui
delijk naar voren gebracht.
Quick heeft zich als eerste vereniging en dat vind
ik toch wel een van de belangrijkste argumenten om
Quick die f 5.000,te geven bereid verklaard haar
topsporters in te brengen in een overkoepelend orgaan,
in een toporgaan. Ik dacht, dat men hiermede een stuk
eigen clubsfeer (Quickianen zoals de voorzitter altijd
zegt) prijs geeft. Dat is een belangrijke opoffering die
wij dienen te stimuleren. Zij verdienen daarvoor ons
aller steun. Quick zal deze f 5.000,denk ik, in dank
aanvaarden; het zal alleen bij lange na niet voldoende
zijn. Zij zullen zelf al het mogelijke moeten doen om
het resterende tekort aan te vullen. Ook voor de an
dere overheden ligt hier een duidelijke taak en ook
het bedrijfsleven zal misschien iets kunnen doen. De
sportorganisaties zullen wat meer met sponsors moe
ten gaan werken. Zij zullen de bepalingen waarin staat
dat niet met sponsors gewerkt mag worden moeten
wijzigen, want sponsors zouden een belangrijke fi
nanciële bijdrage kunnen leveren.
In ieder geval ben ik van mening, dat de gemeente
Leeuwarden een belangrijke daad heeft gesteld.
Ik geloof, dat ik de sprekers zo wel heb beantwoord.
Ik geloof niet, dat ik m.n. de heer Klomp, die tegen liet
foncis en tegen de bijdrage aan Quick is, volledig heb
kunnen overtuigen. Ik geloof, dat hier duidelijke prin
cipiële verschillen liggen. Ik weet niet of wij het geld
beter kunnen gebruiken, ik dacht, dat wij hiermee een
groot aantal sportbeoefenaars in Leeuwarden een be
langrijke dienst bewezen.
Aan het adres van de heer Visser kan ik nog zeg
gen, dat dit stellig een eenmalig subsidie zal zijn en
dat het absoluut geen precedent schept. Dat is ook dui
delijk het standpunt van de meerderheid van het College.
De Voorzitter: Of dat laatste wel helemaal klopt,
trek ik in twijfel, maar dat is dan ook het enige. (Ge
lach) (De heer Weide (weth.): Ik zei „de meerder
heid".) Even in alle ernst. Met deze dingen moet je
erg oppassen. De Wethouder is bijzonder enthousiast en
dat valt in hem te prijzen. Maar als je een stap als deze
zet en wanneer in het jaar 1972 er provinciaal geen
oplossing is gevonden voor topsport dan staat Quick
weer voor de deur. En dan is het vooral voor ons,
maar ook voor de Raad, bijzonder moeilijk om Quick
met nul cent naar huis te sturen. Zo reëel moeten we
met elkaar wel zijn. Anders zouden we ons zelf iets
wijs maken. Dat is de enige aanvulling van mijn zijde;
verder ben ik het met het enthousiaste relaas van de
Wethouder volledig eens.
De heer Eijgelaar: Dat is nu juist het punt waar
ik het moeilijk mee heb. Wij gaan dus nu een vereni
ging subsidiëren. De consequenties daarvan zijn eigen
lijk niet te overzien. Hoe kunnen wij, als straks een
andere vereniging bij ons aanklopt die ook aan de
eisen die door de Wethouder genoemd zijn (nationaal
en internationaal betwisten van kampioenschappen)
voldoet, dan weigeren. Wij hebben hier meerdere ver
enigingen in de stad die straks internationale en na
tionale kampioenschappen gaan betwisten. Die kunnen
dan m.i., evenzeer als Quick nu, een beroep op ons doen.
En daarom heb ik in eerste instantie gezegd: Wij gaan
nu een beleidsbeslissing nemen, naar mijn mening, en
als U zegt: Daar gaan wij mee akkoord, wij gaan
Quick f5.000,geven en we gaan iedere vereniging
die topsport gaat bedrijven ook f 5.000,geven dan
is het voor enkele leden van mijn fractie wel gemak
kelijker ja te zeggen tegen Uw voorstel. Als dit be
perkt blijft tot één vereniging' dan is het voor ons ont
zettend moeilijk om die consequenties te aanvaarden.
De heer J. de Jong: Ik zou een opmerking willen
maken. Ik heb niet zoveel verstand van sport. Wij sub
sidiëren Cambuur voor een bedrag van 2lk ton per jaar
en dat is een commerciële instelling. Daar zijn hier na
tuurlijk in de Raad wel eens wat bezwaren tegen gere
zen, maar toch is het altijd doorgegaan. En nu wordt er
hier gesproken over een bedrag van f 5.000,voor
een amateurvereniging en nu ontmoet dat hier en daar
moeilijkheden. Ik begrijp in de eerste plaats de ver
houdingen niet goed, maar in de tweede plaats geloof
ik, dat we er goed aan doen plaatselijk een fonds voor
amateur-topsport te creëren. Voor mij is de vraag:
Wat is topsport Hoe moet je dit onderbrengen Plaat-
telijk? Landelijk? Als het inderdaad in landelijk ver
hand wordt gezien dan ligt hier ook een landelijke taak.
Maar waar het plaatselijk moeilijk ligt moet de ge
meente helpen. Quick heeft Leeuwarden in het verle
den en dat ben ik met de heer Singelsma en andere
sprekers eens aanzien gegeven. Ik zie deze zaak niet
zo moeilijk. Wanneer het inderdaad volgend jaar weer
zo zou zijn en ik verwacht echt niet anders, want
ze zijn niet maar zo uit die impasse en ook als
andere verenigingen gezicht aan de stad blijken te
geven, mede door de sportbeoefening in het algemeen
en zij vragen een bijdrage, dan moeten we hier geen
halszaak van maken. Temeer daar we er zo licht over
heen stappen om een commerciële vereniging als Cam
buur te subsidiëren met een dusdanig hoog bedrag.
De hear Klomp: Ik bin wier net oertsjüge. Ik bliuw
tsjin it ynstellen fan dit füns. As der Olympische Spe
len halden wurde, kinne Jo faek as kommentaer léze,
dat oare lannen sportminsken stjüre, dy't eins oer-
heitsamtners neamd wurde kinne, sa binne hja by
harren training holpen. Ik wit wol, dat is de uterste
konsekwinsje, mar dy wei wol ik net op, ek net de
earste stap.
De heer Weide (weth.)De heer Eijgelaar zit nog
steeds met het eenmalig subsidie aan Quick en het
precedent, dat dit zal scheppen t.o.v. andere vereni
gingen.
Ik heb in eerste instantie al duidelijk gezegd, dat
Quick bereid is de topsporters uit de vereniging te
halen en deze onder te brengen in een toporgaan, dat
zich speciaal bezig houdt met het turnen op topniveau.
Wij geven door dit subsidie een eerste aanzet, de ver
enigingen zelf dat zal de hele ontwikkeling in de
komende jaren in Friesland duidelijk laten zien
zullen ook behoorlijke offers moeten brengen. Omdat
Quick duidelijk in een impasse zit, hebben wij gemeend
te moeten trachten Quick hier uit te halen. Het is
echter onze heilige overtuiging, dat het advies van de
Raad voor de Sportaangelegenheden, waarin duidelijk
gesteld wordt, dat uit het fonds voor de amateur-top
sport geen uitkeringen aan verenigen sec zal kunnen
worden gedaan, dient te worden opgevolgd. Quick is
een incidenteel geval, omdat die vereniging dui
delijk de bereidheid heeft getoond een stuk club
leven prijs te geven en in te brengen in een toporgaan.
Dat is een van de redenen geweest, dat wij Quick uit
deze impasse hebben willen halen.
De heer De Jong heeft Cambuur erbij gehaald. We
kunnen daar natuurlijk bijzonder lang over gaan praten.
Cambuur krijgt inderdaad 2V2 ton subsidie, maar ik
geloof niet, dat wij in dit verband het keurturnen moe
ten gaan vergelijken met betaald voetbal. In principe
is er misschien enige overeenkomst. Wat is topsport?
Ik zou de heer De Jong willen adviseren om in een
vrij uurtje eens de zeer goede nota „Sport 70" goed
door te lezen. Daar staat heel wat in over topsport en
er staat ook duidelijk in wat de taken van de diverse
overheden zijn. De landelijke functie t.o.v. de topsport
komt er ook duidelijk in tot uiting. Ons bijna ex-raads
lid, de heer Engels, zal zich daarmee bezig moeten
houden.
De heer Klomp is niet overtuigd en die zal waar
schijnlijk ook nooit overtuigd raken. Ik kan hem nog
wel zeggen, dat er talloze amateursporten in wezen
geen amateursporten meer zijn. Maar wij zullen het
over dit soort zaken wel niet eens worden.
De heer De Jong (weth.)Ik zou mij, wat mijn
stemmotivering betreft, wel graag aan willen sluiten
bij de motivering van de heer Klomp. Ik ben zowel
tegen het eerste als tegen het tweede deel van het
voorstel op de gronden die door de heer Klomp dui
delijk zijn aangevoerd.
De Voorzitter: Aangezien enkele raadsleden dat
wensen gaan we nu tot stemming over. Er zijn twee
ontwerp-besluiten van verschillende strekking. Ik breng
eerst in stemming de bijlage no. 8813 I (instellen fonds
amateur-topsport en een storting in dat fonds van
f5.000,—).
Het voorstel van B. en W., neergelegd in bijlage no.
8813 I, wordt aanvaard met 22 tegen 3 stemmen. Tegen
stemmen de heren O. Heidinga, K. J. de Jong (weth.)
en A. Klomp.
De Voorzitter: Ik breng thans in stemming bijlage
no. 8813 II (populair gezegd: f5.000,voor Quick).
Het voorstel van B. en W., neergelegd in bijlage no.
8813 II, wordt aanvaard met 18 tegen 7 stemmen. Te
gen stemmen de heren G. F. Eijgelaar, O. Heidinga,
K. J. de Jong (weth.), A. Klomp, H. Meijerhof,
P. Snel en L. Visser.