19 De Voorzitter: Of dit de bedoeling van de opmer king van de heer Van der Veen was, betwijfel ik. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. De Voorzitter schorst, om 23.00 uur, de vergadering voor de tweede koffiepauze. De Voorzitter heropent, om 23.15 uur, de vergadering. Punt 26 (bijlage no. 330). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 27 (bijlage no. 335). De heer Schaafsma: Het prijsverschil tussen het voorbereidingskrediet van f50.000,voor het ontwer pen van een plan voor het maken van een onderdoor gang in de spoorlijn LeeuwardenZwolle en nu het krediet van f 35.000,voor hetzelfde doel t.a.v. de spoor weg LeeuwardenStaveren is mij niet duidelijk. Ik stel het misschien simpel, maar ik heb er ook geen ver stand van. Ik dacht: öf het ene is te hoog, öf het andere is te laag. Een spoorwegviaduct is m.i. een spoorweg viaduct. Ik meen ook, dat de weg overal even breed is. (De hear Miedema: It spoar net.) Ook dat kan het verschil dus niet veroorzaken. Ik heb bij de stukken niets omtrent dit prijsverschil kunnen vinden. De hear Tiekstra (weth.)Nei it antwurd fan de hear Miedema hoech ik neat mear to sizzen. De heer Schaafsma: De Wethouder is inderdaad zeer kort en de duidelijkheid is navenant. Ik wilde er echter toch op attenderen, dat, naar ik meen, de Spoorwegen in principe altijd een fundering en een opbouw maken voor een dubbelsporige baan, hoe dan ook. Dat men dus uiteindelijk voor een enkelsporige baan maar één viaduct behoeft te leggen tussen de fundamenten, is best, maar ik kan me niet voorstellen, dat het tekenen van een dubbelsporig viaduct f 15.000,meer moet kosten dan het tekenen van een enkelsporig viaduct. En daar wilde ik toch wel graag antwoord op hebben. Wordt dat door ons gecheckt of aanvaarden wij van de N.S. gewoon de rekening die deze indienen? De heer Tiekstra (weth.): Dit zijn gewoon stel posten en straks zullen, als het totale project aan de orde komt, de voorbereidingskosten plus de uitvoerings kosten in één keer boven water komen. Wij hebben dit voorbereidingskrediet nu eenmaal nodig om de plannen klaar te krijgen. Dat is het hele punt en verder is hier, dacht ik, niets aan de orde. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 28 (bijlage no. 336). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 29 (bijlage no. 337). De heer Knol: Bij het lezen van de raadsbrief be speuren wij van de kant van B. en W. een zekere zorg omtrent de hoogte van de huur die deze woningen moeten gaan opleveren. Gezien echter de weinige mo gelijkheden om te künnen bouwen in Leeuwarden en gezien de mogelijkheden, die doorstroming en huur subsidie kunnen bieden, is het College van mening, dat dit plan doorgang moet vinden. Mijn fractie is mét U van mening, dat de ontwikkeling van de huren van nieuwbouw-woningen zorgwekkend is en zij meent daarom, dat het uitermate gewenst is te vernemen, welk standpunt het College inneemt t.a.v. deze proble matiek. Dit zou kunnen worden gegeven in een aparte nota aan de Raad of in de aanbiedingsbrief bij de be groting 1972, waarbij m.n. de volgende punten zouden kunnen worden behandeld: 1. Het wel of niet doorberekenen van alle grondkosten in stichtingskosten van nieuwbouw-projecten. 2. Het als uitgangspunt nemen van het inkomen van de toekomstige huurders bij het opstellen van huur- calculaties. 3. Het onderzoeken van de mogelijkheden van arbeids besparende bouwmethoden. Dit laatste punt is vooral van belang, omdat uit deze raadsbrief blijkt, dat een verhoging van de stichtings kosten met f 1.000,een huurverhoging' van f21,per maand tot gevolg heeft. Om ten slotte weer tot de raadsbrief terug te keren, mijn fractie zou alsnog van het College willen verne men, wat de bouw- en grondprijzen per m2 nuttige vloer-oppervlakte van de verschillende woningtypen zijn, daar de gegevens hieromtrent in de raadsbrief een ietwat versluierd beeld geven. De hear Miedema: As it forsyk fan de hear Knol ütwurke wurdt en ik nim oan, dat elts forsyk oan it Kolleezje ütwurke wurdt dan soe ik der noch graech ien punt oan tafoege hawwe wolle (as der dan dochs in nota of sokssahwat makke wurdt). Dat slacht ek op datjinge, hwer't hy yn léste ynstansje op komt, n.l., hoe't it leit mei de boukosten fan flats tsjinoer iengesinswenningen. Is der ek in forskouwing de léste jierren? Wy hawwe wolris de yndruk, dat de bou fan flats yn forhalding djürder wurdt as dy fan iengesins wenningen en ik tocht, dat it nuttich wie, dat wy dêr ris ynsicht yn krigen, ek mei it each op de nije Ont wikkeling yn bouprojekten. De heer De Jong (weth.): De heer Knol heeft een betoog gehouden, waarin hij mét ons zorg uitspreekt over de hoogte van de huur. Hij noemt die mèt ons zorgwekkend en hij vraagt naar de mogelijkheid, of de Raad in een nota daarover nader geïnformeerd kan worden. Hij doet daarbij ook de suggestie die informatie eventueel in de aanbiedingsbrief bij de begroting te verstrekken. Ik wil hem wel toezeggen, dat de door hem genoemde punten in de aanbiedingsbrief aan de orde gesteld worden. Ik geloof, dat dit nuttiger is dan daarover bij het geval, dat we vanavond voor ons hebben, veel te zeggen, omdat we daardoor de bouw zouden kunnen ophouden. Het lijkt me inderdaad een beleidspunt, hoewel het probleem, dat hier speelt, natuurlijk altijd is: Hoe krij gen we de kosten gedekt? Dat is juist een vraag, die bij de begroting 1972 in het bijzonder aan de orde komt, omdat de tekorten, zoals het nu lijkt, voor 1972 veel hoger zullen worden dan die over 1971 waren. Dus we moeten niet denken, dat het geld niet op kan. We heb ben haast geen ruimte en dan liggen deze problemen natuurlijk niet zo gemakkelijk, maar het probleem zelf is wel van voldoende belang om het in de aanbiedings brief eens aan de orde te stellen. Ook de calculatie in verband met de verhouding inkomen-huur kan onder deel van de gegevens uitmaken, evenals de arbeidsbe sparende bouwmethoden. Ik wil daar wel bij opmerken, dat wij juist bij deze projecten die methoden hebben toegepast. Zowel het systeem Knoop-Giezen als het systeem N.B.I., beide industriële bouw, hebben wij juist daarom gekozen. De mogelijkheden, die op dit gebied bestaan, kunnen wel eens tegenover elkaar gesteld wor den om daar enig inzicht in te verschaffen. Ik kan de heer Knol, staande de vergadering, niet vertellen, welke de bouw- en grondprijzen per m2 vloer oppervlakte zijn. Misschien kan in de aanbiedingsbrief eens wat vergelijkingsmateriaal gegeven worden. Je moet ook eerst de verschillende totalen van de m2 vloeroppervlakte weten, voordat je de kosten per m2 vloeroppervlakte kan berekenen. (De heer B. P. van der Veen: De prijs per „kub".) De hear Miedema frege nei de boukosten fan de flats yn forgeliking ta de iengesinswenningen en nei de forskouwing, dy't dêrmei anneks is. Dy kinne na- tuerlik ek op in bipaeld systeem basearre wêze. Men kin sizze: Dy grounkosten bidrage sünder mear safolle, mar wy hawwe eartiids al it systeem folge fan it klas- sifikaesje-oerflak en dy systematyk kin by de groun- kostentrochbirekkening wol fan bilang wêze. It liket my ta, dat wy de groun, dêr't flats op komme to stean, wol djürder tarekkene kinne as de groun foar ienge sinswenningen. Dizze fraechstikken hawwe yn it ramt fan it bilied yn it forline ek altyd wol tige aktueel west. Ik soe de hear Miedema freegje wolle, der ek genoegen mei to nimmen, dat wy ek dit probleem byg. by de bigreating nochris oan de oarder stelle. Dat is in probleem dat net oeral gelyk leit, ek yn de forskil- lende lannen fan West-Europa net. Doe't wy koartlyn noch in ekskursje nei Dütsklan hiene, seagen wy, dat dêr de grounkosten, tarekkene ta iengesinswenningen, ek frij stiif binne. Wy passé nou al minoftomear in forskouwing ta troch de hier hwat fleksibeler to meitsjen en miskien kinne wy dêr noch wolris biliedsdiskusjes oer halde. Mar it is better, dat wy dat net op in momint as dit dogge. As aenst de bigreating oan 'e oarder is, kinne wy hwat mear materiael sammele hawwe en dan kinne wy de ütgongspunten yn diskusje bringe. Dat wol ik fan myn kant hiel graech, as it mooglik is. De heer Knol: Nog één opmerking: Op blz. 4 van de raadsbrief worden de grondkosten per woning ver meld, maar die zeggen mij niet zoveel als ik er de wegingsfactoren niet bij heb in de vorm van de prijs per m2. Het lijkt me vrij nuttig voortaan bij dergelijke bedragen ook de prijs per eenheid te vermelden. De hear Miedema: Ik leau, dat de Wethalder my net hielendal bigrepen hat. It giet my n.l. net allinnich om de tarekkening fan de grounkosten oan flats en oan iengesinswenningen, mar ek om it forskil yn bou kosten. Men hat natuerlik by flatbou ekstra foarsjen- ningen nedich: liften, lüddimpende materialen ensfh. ensfh. En ik haw it idé, dat de boukosten fan flats hurder omheech rinne as dy fan iengesinswenningen. Dêr woe ik ek graech in ynsicht yn hawwe. De heer De Jong (weth)De heer Knol wil ik zeg gen, dat wij altijd met de grondkosten per eenheid re kenen, ook in de besprekingen met het Rijk. Daarom staat wat hij vraagt: de prijs per m2 vloeroppervlakte, ook niet in de raadsbrief. Als hij de prijs per m2 vloer oppervlakte wil weten, is dat op zich niet zo'n groot be zwaar, maar hij zou zelf die berekening ook wel kun nen maken, als hij maar weet, hoe groot de totale vloeroppervlakte van de verschillende bouwtypen is. Maar er is ook niets op tegen, dat wij dit even voor hem gaan doen. Hwat de hear Miedema noch oanfollet oer it forskil tusken de boukosten foar flats en dy foar iengesins- huzeri, ik soe graech syn suggesty oernimme wolle, dat dy boukosten ek ris efkes better bisjoen wurde. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 30 en 31 (bijlagen nos. 342 en 343). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 32 (bijlage no. 344). Gemeentebegroting, sub 10. De heer Hovinga: Ik heb in het geheel geen be zwaar tegen wat hier wordt voorgesteld. Alleen iets over de opmerking, dat de kosten kunnen worden ge dekt uit de besparing op de brandstofkosten. Zeer kort geleden kreeg ik de mededeling, dat de aankoopkosten van olie, wat grootverbruik betreft, gedurende het laat ste halfjaar zeer snel gedaald zijn en dat het er voor lopig niet op lijkt, dat die weer zullen stijgen. Door deskundigen op dit terrein wordt gezegd, dat de calo rische waarde van olie op het ogenblik hoger is dan die van aardgas. Daarom dacht ik, dat deze dekking door de veranderde tijdsomstandigheden min of meer is komen te vervallen. Misschien kan de Wethouder mij daarover nog nadere inlichtingen geven. De heer Ten Brug (weth.): Nadere inlichtingen daarover kan ik niet geven. Tot nu toe zijn de erva ringscijfers geweest, dat we met gas voordeliger uit komen dan met olie. Nu kunnen op het ogenblik de heer Hovinga kwam met een moment-opname de olieprijzen wel zakken, maar we weten allen ook wel, dat er een duidelijk verband bestaat tussen de gas- en de olieprijzen. Dat zijn geen prijzen, die zich onafhanke lijk van elkaar ontwikkelen. Bovendien zijn de grote voordelen van gas ik dacht, dat dit wel duidelijk is dat het schoner is en gemakkelijker in de be diening. En zouden we een Suez-kwestie krijgen, dan zitten we natuurlijk volledig vast met olie. Het gas hebben we zelf „in huis". Ik zie dus op het moment geen enkele reden om te betwijfelen, dat de genoemde dekking uit besparing op de brandstofkosten niet mo gelijk zijn, al was het alleen maar en ik geloof trou wens ook niet, dat we ver bezijden de waarheid zijn, gezien de ervaring tot nu toe omdat we, als we de kosten niet op deze wijze dekken, het gat in de be groting groter maken en daar hebben we helemaal geen behoefte aan in zo'n onduidelijke situatie als op dit moment. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 33. De heer Vellenga: Het rapport, uitgebracht door de Commissie, belast met het onderzoek der geloofsbrie ven, luidt als volgt: „Aan de Raad. De ondergetekenden, Mr. B. P. van der Veen en J. T. Vellenga, hebben, daartoe aangewezen door de Voorzitter van Uw Raad, de geloofsbrief onderzocht, die door het benoemd verklaarde lid van de Raad is ingezonden. De geloofsbrief met de bijbehorende be scheiden zijn binnen de door de wet gestelde termijnen ingezonden. Door de Burgemeester is overgelegd een verklaring, houdende, dat de benoemde zijn werkelijke woonplaats in de gemeente heeft. Uit ingezonden ver klaringen of op andere wijze is ons niet gebleken, dat de benoemd verklaarde op het tijdstip, waarop over zijn toelating moet worden beslist, een met het raadslid maatschap onverenigbare betrekking bekleedt. Wij kunnen derhalve Uw Raad rapporteren, dat wij de ge loofsbrief met de bijbehorende bescheiden volledig en in orde hebben bevonden en dienovereenkomstig advi seren wij als lid van de Raad der gemeente Leeuwar den toe te laten Drs. Douwe Faber, Bildtsestraat 66, alhier. Het tot onze commissie behorende lid O. Heidinga heeft door verblijf buitenslands niet aan bovenvermeld onderzoek deelgenomen." w.g. B. P. van der Veen en Vellenga. De Raad besluit overeenkomstig het voorstel van de commissie. De Voorzitter: Er zijn nog twee puntjes: een is een punt van huishoudelijke aard. Ik heb na de pauze ge zien, hoe een groot aantal raadsleden hun microfoontje op een nogal grote afstand van hen legden. Het is wel de bedoeling, dat U eraan went het te dragen. Ik kan me indenken, dat U zich wat gevangen voelt een ge voel, dat, als U er even aan gewend bent, spoedig ver dwenen zal zijn maar het is voor het overkomen van het geluid beter en vooral ook voor het overkomen van het geluid op de band, dat U het draagt. Dus ik zou wel een beroep op de raadsleden willen doen het minstens toch wel om te hangen, als U spreekt. (De heer B. P. van der Veen: Ik word er zo warm van.) Er is natuurlijk een alternatief: Een raadslid, dat zich voorneemt helemaal niet te spreken, hoeft het micro foontje ook beslist niet om te doen. (Gelach) Een ander punt, dat niet op de agenda staat, zou ik toch ook even aan de orde willen stellen, n.l. het feit, dat de heer Hovinga vanavond voor het laatst in ons midden is. Mijnheer Hovinga, U bent maar één jaar lid ge weest van deze Raad, en wel voor een poli tieke groepering, die voor het eerst haar intrede in deze Raad deed. U was ook lid van verschillende commissies, m.n. die voor Ruimtelijke Ordening en die voor het Grondbedrijf, en U hebt zich ook nogal inten sief bezig gehouden met de werkzaamheden van de Stadhuiscommissie. Eén jaar is natuurlijk een korte spanne tijds, maar ik zou toch te kort schieten als 'k U niet zou danken en ik doe dit van harte voor de eigen wijze, waarop U hebt deelgenomen aan de werkzaamheden van deze Raad. Het is mij uit ge sprekken met U bekend, dat U het ook met veel be langstelling en animo hebt gedaan, maar dat Uw privé werkzaamheden U dwingen om afstand te doen van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1971 | | pagina 10