Sub III.
Benoemd wordt de heer Drs. D. Faber, met 30 stem
men (de heer Eijgelaar 1 stem en 2 bilj. blanco).
Sub IV.
Benoemd wordt de heer Drs. D. Faber, met 31 stem
men (2 bilj. blanco).
Punt 25c (bijlage no. 351).
I. Voordracht:
de heer Mr. A. N. Duintjer, alhier;
de heer H. G. van Slooten, alhier;
de heer L. J. Poortvliet te Tietjerk;
de heer J. Stroosma, alhier;
de heer C. W. F. van Renssen te Nijeholtpade;
mevr. J. de Rode-Rolf te Amsterdam;
de heer J. W. N. Achterberg te Amstelveen.
Benoemd worden de voorgedragenen, met alg. stem
men.
II. Benoeming van twee leden van de Gemeenteraad.
De hear Singelsma: Ik soe ütstelle wolle de hear
T. H. van Haaren as lid fan de Kommisje foar it Prin-
cessehof to bineamen.
De heer Heidinga: Ik wilde namens onze fractie
graag mevr. M. M. Th. Visser-van den Bos als kandi
date voorstellen.
De heer Vellenga: Namens onze fractie zou ik de
heer G. Buising als kandidaat willen voordragen.
De Voorzitter: Ook met deze drie suggesties kunt
U weer doen wat U wilt.
Benoemd worden de heer G. Buising, met 29 stem
men, en mevr. M. M. Th Visser-van den Bos, met 26
stemmen (de heer Van Haaren 8 stemmen, de heer
De Leeuw 1 stem en 2 bilj. blanco).
De heren Jansma en Janssen vormden het stembureau.
Punt 26 (bijlage no. 373).
De hear Buising: Ik woe hjir efkes in pear koarte
fragen oer stelle.
De Beurs is eigendom fan de gemeente Ljouwert.
Men soe dus sizze kinne, dat it yn 'e reden leit, dat
de eigen tsjinst dizze forbouwing tariedt en ek ütfiert.
Nou't soks net it gefal blykt to wêzen, mar nou't men
dus fan doel is de opdracht foar it forbouwen fan de
Beurs to jaen oan in oare architekt, woe ik wolris
witte, hwat foar B. en W. de reden west hat de Ried
üt to stellen de opdracht oan de hear Kalma to jaen,
nou efkes ófsjoen fan it advys fan de Commissie Ver
bouw Beurs. Kin it Kolleezje de hear Kalma yn syn
kwaliteiten as architekt Hat men ünderfining mei
syn wurkwize opdien? Binne der earne objekten oan to
wizen fan de hear Kalma, dêr't it Kolleezje üs even
tueel nei forwize koe?
De heer Van Haaren: Mijn fractie heeft alle ver
trouwen in de heer Kalma en wij kunnen ons volledig
met deze opdracht verenigen. Wij hebben zijn stadhuis
plan gezien en wij geloven zeker, dat hij dit goed zou
kunnen doen. Maar ik heb een artikel gelezen in het
Friesch Dagblad van maandag 18 oktober, waar boven
staat: „Verbouw Beurs op lange baan." En daaruit zou
je kunnen opmaken, dat het helemaal niet zinvol is nu
al een architect aan te wijzen, omdat er voorlopig van
die verbouw toch niets zal komen. In dat artikel wordt
n.l. gesteld, dat de rijksbegroting geen enkel subsidie
voor de Beurs heeft opgenomen. Verder wordt er ge
steld, dat, nu er wordt gestreefd naar behoud van de
Bonifatiuskerk, er allerhande plannen leven om deze
kerk, die een goede akoestiek heeft, te gebruiken voor
het geven van concerten en dat zou er dus dus toe
kunnen leiden, dat de verbouwing van de Beurs on
nodig is.
Ik wil graag van de Wethouder horen, of de dingen
die in dit artikel naar voren zijn gebracht, inderdaad
juist zijn.
De heer Ten Brug (weth.): De heer Buising is be
gonnen met de opmerking m.i. wel een vrij logi
sche We hebben hier te maken met een gemeente
lijk gebouw; waarom zou de eigen gemeentelijke dienst
dit niet verbouwen? Al geruime tijd geleden is de
kwestie van de aanwijzing van de architect in de Com
missie geweest, die de Raad indertijd voor de verbouw
van de Beurs heeft samengesteld. Er is daar van onze
kant de idee ingebracht, of er in dit specifieke geval
de Beurs is eigendom van de Gemeente en de be
oordeling, of de Beurs al of niet geschikt zou zijn voor
concerthuis was door de rijkscommissie gebaseerd op
een eerste schets van de heer Achterhof, waarmee men
zich ook van harte kon verenigen geen aanleiding
zou zijn voor voorbereiding en uitvoering van de ver
bouwing door de eigen dienst. De Commissie was toen
van oordeel, dat zonder meer de aanwijzing van een
architect niet juist zou zijn. Men wilde tot een keuze
situatie komen. Aanvankelijk kwam men zelfs met de
gedachte een prijsvraag hiervoor uit te schrijven. Dat
leek het College toen niet erg zinvol, omdat een prijs
vraag voor een verbouw van een gebouw toch niet zo
aantrekkelijk is en ook de contacten met de rijkscom
missie en met de architecten van deze commissie wezen
dat wel uit. Toen heeft men er zich nog op bezonnen,
of het mogelijk zou zijn een z.g. meervoudige opdracht
te geven, dus niet een open prijsvraag uitschrijven,
maar een aantal drie of vier architecten uit
nodigen, met de opdracht met een plan te komen, uit
welke plannen dan een keuze zou worden gedaan.
Uit een intensief overleg met de Bond van Nederland
se Architecten bleek toch ook wel duidelijk, dat dat
een dure en een vrij lange en een niet succesvolle weg
zou zijn. De Commissie heeft dat ook ingezien en is
uiteindelijk gekomen met een voorstel om uit een aan
tal architecten een keus te doen. Over de namen van
architecten is overleg gepleegd met B.N.A. daar is
een speciale vertrouwenscommissie voor en er is
alleen van de zijde van deze commissie gesteld, dat
ze het ook op prijs zou stellen, dat er architecten uit
Friesland of uit Leeuwarden, die de situatie kennen,
bij zouden zijn. Na enig heen-en-weer-gepraat zijn er
tenslotte drie namen uit voortgekomen U hebt die
ook in de stukken gelezen en degenen, die wij om
advies hebben gevraagd, meenden te kunnen aanne
men, dat een opdracht aan een dezer architecten ver
antwoord zou zijn. Op voorstel van het College is toen
nog een contact gelegd tussen de inmiddels aange
trokken akoesticus van T.N.O. met de vraag, of hij
zou willen beoordelen, of hij inderdaad, ook wat zijn
ervaring betreft met dergelijke bouw, met deze archi
tecten zou kunnen samenwerken. Dat is uiteraard
heel belangrijk, want de akoestiek van dit gebouw zal
van bijzonder belang zijn. U hebt uit de stukken
en ik dacht ook in het verslag van de Commissie
kunnen lezen, dat men van deze zijde heeft gezegd:
Wat ons betreft, wij achten alle architecten, die ge
noemd zijn, aanvaardbaar en wij vertrouwen met elk
van hen een goed stuk werk te kunnen maken. Toen
was voor de Commissie alleen maar het punt: „Welke
volgorde brengen wij in de architectenkeus?" En U
hebt geconstateerd, dat dit een kwestie van een stem
ming is geweest en daarmede heeft de heer Kalma zo
niet de absolute meerderheid, maar dan toch wel de
meeste stemmen gekregen. Gezien de adviezen, die
over de drie namen waren gegeven, en ook de verkla
ring van de mensen van T.N.O., dat met elk der drie
architecten samengewerkt zou kunnen worden, was er
voor het College geen enkele aanleiding af te wijken
van dit advies.
Nu vraagt de heer Buising, wat de reden is voor
de opdracht aan de heer Kalma. Ik dacht, dat ik dat
duidelijk gesteld hebt. Wij volgen het advies en gezien
de stukken, waarin de voorwaarden zijn vermeld, me
nen wij te mogen aannemen enz. Nu vraagt de heer
Buising nog, of wij de heer Kalma kennen. Inderdaad
ook niet veel beter dan de heer Van Haaren, n.l. in
die zin, dat hij een vrij uitvoerige schets heeft ge
maakt van het stadhuis en de situatie, zoals die hier
om het stadhuis zou moeten worden. Ik dacht echter,
dat de Raad wel begrepen heeft, dat dat nu bij B. en
W. juist niet de doorslag heeft gegeven. Maar er is
over dat plan van de heer Kalma voor het stadhuis
ook geen enkele rancune geweest aan de zijde van
B. en W. Wij hebben niet gezegd: Die man, die ont
27
worpen heeft wat wij eigenlijk niet willen, nemen wij
niet. Verder weten wij van de heer Kalma inderdaad
weinig. Hij heeft nimmer een gebouw als dit gemaakt,
maar dat is op zichzelf natuurlijk niet een bewijs, dat
hij het niet zou kunnen, want de heel grote bouwers
die het wei gelukt is een uitstekend gebouw te maken,
deden het ook eens voor de eerste keer.
Dit is op het ogenblik alles wat ik ter vervanging
van de heer Weide er op dit moment van kan zeg
gen.
De hear Buising: Ik bin it mei de Wethalder iens,
dat it feit, dat de hear Kalma noch nea earder op dit
punt fan saken dwaende west hat, gjin reden wêze
moat om him net to nimmen nou't de Beurs oan 'e
oarder is. Mar ik freegje my eigent! ik óf, hokker bi-
swieren der binne om de eigen tsjinst dit wurk dwaen
to litten. Dat is yn myn fragen yn earste ynstansje
miskien net hielendal üt'e ferve kommen. Hat men it
dêr miskien to drok om op in ridlike termyn mei in
plan to kommen?
En dan woe ik fierder efkes oanheakje by hwat de
Wethalder seit: De hear Achterhof hat him yndertiid
seis ek alris dwaende halden mei in sketsplan foar de
Beurs. As dat sa is, hwerom is der dan doedestiids neat
(an op 'e hispel kommen? Dy fraech woe ik noch wol
graech biantwurde hawwe.
De heer Van Haaren: De Wethouder heeft niet ge
reageerd op de vraag die ik gesteld heb n.a.v. het ar
tikel in het Friesch Dagblad. Misschien kan hij dat
alsnog doen.
De heer Heidinga: Het valt mij een beetje moeilijk
hierover te spreken, maar ik wilde toch wel even het
volgende zeggen. Ik zit hier tenslotte voor het
belang van de Gemeente. Ik heb geen bezwaar tegen
de benoeming van de heer Kalma als architect, maar
ik zou er wel bijzonder prijs op stellen, gezien de moei
lijkheid van het object en gezien de grote mogelijk
heden die erin zitten om enorme begrotingsoverschrij
dingen te krijgen zonder dat we het in de gaten heb
ben, dat dit op de een of andere manier zorgvuldig
begeleid wordt. Ik heb op het ogenblik dus zo mijn
twijfels aan de begeleiding ik hoop niet, dat U het
mij kwalijk neemt dat is iets, wat ik toch wel bij
zonder onder de aandacht zou willen brengen. Maar
dat is dus gewoon een constatering; verder niets.
De heer Ten Brug (weth.)Een duidelijk antwoord
op de vraag van de heer Buising: Het feit of de dienst
het aan zou kunnen of niet aan zou kunnen, hebben
wij in de beoordeling niet betrokken, gezien het advies
van de Commissie. Dat had aan de orde künnen ko
men, als de Commissie had voorgesteld de dienst met
dit werk te belasten. Ik dacht ook niet, dat dit op
zichzelf bij een architectenkeus een rol moet spelen.
Dat zou alleen maar in tweede instantie een rol mogen
spelen.
Ik heb in de eerste ronde vergeten de vraag van de
heer Van Haaren i.z. het artikel in het Friesch Dag
blad te beantwoorden. Ik heb alleen gehoord, dat het
vanavond in die krant zou staan. Ik heb het dus niet
gelezen, maar als erin staat, dat de financiële moge
lijkheden voor dit soort gebouwen op dit moment niet
zo gunstig zijn, dan kan het Friesch Dagblad, dacht ik,
hierin wel gelijk hebben. Dat is een algemene waar
heid; dat weten we allemaal wel. Maar dat wil nog
niet zeggen, dat je daarom van het plan moet af
stappen. Ik weet niet, welke verbinding wordt gelegd.
Zou je om de financiële situatie moeten zeggen: de
Bonifatiuskerk moet overeind blijven en dan kunnen
we voor concerten wel naar die kerk gaan? Ik kan de
heer Van Haaren mededelen, dat indertijd ook al eens
bekeken is, voordat in principe werd besloten de Beurs
tot concertzaal te verbouwen, of de Bonifatiuskerk
hiervoor geschikt zou zijn. En het College is toen tot
de conclusie gekomen, dat de kerk hier minder ge
schikt voor is. Ik wil niet zeggen, dat de kerk niet een
uitstekende akoestiek heeft, maar wij moeten niet al
leen een concertzaal hebben; daar moet een groot
aantal nevenruimten bij zijn. En die vind je bij de
Bonifatiuskerk niet. Het voordeel van de Beurs is
juist, dat het gebouw twee verdiepingen heeft. Je kunt
voor de nevenruimten dat is wel duidelijk niet
in de toren van de kerk terecht. Als men in dat ar
tikel zou suggereren, dat bij ons de mening zou be
staan: De verbouw van de Beurs wordt niets, hier
stappen we maar van af en we denken eigenlijk al in
de richting van de Bonifatiuskerk, dan kan ik de heer
Van Haaren mededelen, dat daar niets van aan is.
De heer Heidinga heeft nog de opmerking gemaakt,
dat we er wel acht op moeten slaan, dat de bouw door
allerlei dure voorzieningen en misschien ook wel extra
mooie voorzieningen niet uit de hand loopt. Dit is in
het College al aan de orde geweest ik wil geen mis
verstand wekken los van de keuze van de architect.
Het College is van mening, dat er een gesprek zal
moeten komen met de architect, met de man van
T.N.O. en de begeleidingscommissie over de door de
heer Heidinga bedoelde situatie. Niet alleen, omdat we
er financieel krap voor zitten, maar ook, omdat de
opvattingen, dat we van zulk soort gebouwen geweldige
paleizen moeten maken, wel terecht m.i. uit de
tijd zijn. Wij zullen moeten streven naar een goed
„functioneel" heet dat tegenwoordig en een sober
concerthuis, maar met alle faciliteiten die zo'n con
certhuis nodig heeft.
De Voorzitter: Mag ik nog één opmerking maken
n.a.v. de vraag van de heer Van Haaren? Ik dacht,
dat ik wel mag stellen in de Raad, dat onze contacten
met Den Haag zowel reeds tijdens de vorige regerings
periode als tijdens deze regeringsperiode op het hoogste
niveau zodanig zijn geweest, dat het College er alle
vertrouwen in heeft, dat wij de Beurs zullen kunnen
„aanpakken" om daar een concertzaal-congresruimte
van te maken. Het is goed ik weet niet, wat in de
krant staat dit even duidelijk te stellen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
De Voorzitter sluit, om 1.00 uur, de vergadering, na
de raadsleden te hebben bedankt voor hun uithoudings
vermogen en hun een goede thuiskomst te hebben ge
wenst.