14
15
rekken dan ben ik toch wel genoodzaakt met een
motie te komen waarin gevraagd wordt wat krachti
ger pogingen aan te wenden de zaak in particuliere
handen te doen overgaan.
Mevr. Woudstra-Peene: Wij zijn wel voor de motie,
zoals die is ingediend door twee leden van de P.v.d.A.-
fractie. Het is inderdaad belangrijk, dat iedereen in
ieder geval zoveel mogelijk mensen van deze ac
commodaties gebruik kan maken. Voor de mensen die
met zo veel verdienen wordt het een zware belasting als
ze met hun gezin één of twee keer in de week willen
gaan zwemmen.
Ik wil er meteen bij zeggen, dat wij op deze manier
toch steeds bezig blijven met deelproblemen. Als we
echt iets willen doen, dan zullen we het groter moeten
aanpakken en dan kijk ik vooral naar de fractie
van de P.v.d.A. die landelijk werkt dan zullen we
aan de inkomensverdeling moeten gaan sleutelen. Dan
pas zijn we op de goede weg.
Ik wil ook nog iets zeggen over de botenverhuur.
Daarover verschil ik beslist van mening met de heer
Van der Veen, die de botenverhuur af wil stoten. Ik
vind, dat het mogelijk moet zijn een boot te huren,
omdat het verschrikkelijk duur is een boot aan te
schaffen. Als je er een kunt huren, kun je er tenminste
af en toe nog eens een paar uur mee spelen.
Mevr. Visser-van den Bos: Ik begin maar bij het
laatste punt, de botenverhuur. Mijn rechterbuurman
(de heer Heidinga) heeft mij verklaard, dat de tarie
ven die voor de boten gevraagd worden, dezelfde zijn
als de tarieven die gelden bij particuliere bedrijven.
Dat zou ik graag bevestigd of ontkend zien. Want als
het werkelijk zo is, dan is het mij een raadsel hoe het
komt, dat wij zo veel op die botenverhuur moeten toe
leggen. Als de huur bij een particulier even hoog is
als bij ons, dan kan ik de vorige spreekster gerust
stellen, want dan blijft er voor iedereen de mogelijk
heid elders een boot te huren, zonder dat daar uit de
algemene middelen geld bij moet. Dat geld kunnen wij
dan heus wel beter gebruiken. Ik ben dus voor een
motie waarin gevraagd wordt de botenverhuur in par
ticuliere handen te doen overgaan.
T.a.v. het tennisbaantarief zou ik nog graag willen
weten, of ons tarief nu gelijk is aan dat van „De Bon
tekoe". Is dat niet het geval dan zou ik graag een
voorstel willen zien de tarieven op gelijke hoogte te
brengen. Ik vind het anders een oneerlijke concurren
tie t.o.v. „De Bontekoe". Ik zie helemaal niet in waar
dat voor nodig is.
Nu iets over de motie. Ik heb in eerste instantie al
iets over het fietsentarief gezegd. Ik vind dat belache
lijk hoog. Ik vind het een beetje moeilijk een standpunt
over de motie in te nemen, omdat die over zoveel ver
schillende dingen gaat. Ik kan moeilijk voor de hele
motie stemmen omdat ik voor het onderdeel over de
fietsen ben. Misschien is die motie te splitsen. (De
hear P. van der Veen: De moasje mei foar myn part
ek yn ünderdielen oan de oarder komme.) (De heer
Vellenga: Daar moeten we straks nog maar even over
praten.)
Tot slot zou ik willen zeggen, dat ik sterk geïnteres
seerd ben ik begrijp wel, dat ik vanavond geen ant
woord kan verwachten, maar misschien kan dat bij de
behandeling van de begroting; dat antwoord vind ik
dan wel in het verslag van de Commissie van Rap
porteurs in het antwoord op de vraag: Hoeveel kost
individueel één uur recreatie bij onze sportaccommoda
ties Misschien is dat de manier om een verantwoorde
opzet te kunnen maken van de tarieven die wij kunnen
vragen voor onze sportvelden, atletiekbanen, zwemba
den enz. enz.
De heer Visser: Toen enkele jaren terug het voor
stel in deze Raad behandeld is de boten van de heer
Van der Schaaf over te nemen, heb ik gesuggereerd
de botenverhuur in handen van particulieren te spelen.
B. en W. hebben toen gezegd, dat zij dat nog wel eens
zouden willen bekijken, maar nadien is er niet meer
over gesproken; van de zijde van de Raad zijn er ook
geen vragen over gesteld. Nu de zaak weer in behan
deling is, wil ik zeggen, dat het tijd wordt, dat er ver
andering komt. Als ik de cijfers uit de begroting van
de Dienst voor Sport en Recreatie van 1971 goed bekijk
de Wethouder heeft straks ook al wat cijfers ge
noemd dan kunnen we spreken van een absurde
situatie. Vooral als we de personeelslasten (de sociale
lasten komen daar nog bij) in aanmerking nemen, dan
loopt deze zaak ons, dacht ik, uit de hand. Op basis
van de concept-begroting 1972 zal de botenverhuur
ons per boot f 1.500,kosten. Ik ben er dan ook voor
geporteerd, dat deze botenverhuurinrichtingIk zeg
niet, dat die moet worden afgestoten(De heer
Vellenga: Dat staat wel in de motie.) (Gelach). Er
zijn twee mogelijkheden; daar wil ik toch even op
wijzen. Wij kunnen die botenverhuur afstoten en dan
zijn we die kwijt. Ik zou het toch wel van belang vin
den, dat het behoud van deze vorm van recreatie ge
waarborgd is. Ik denk bijv. aan verpachten. Afstoten
houdt in, dat we een gegadigde moeten vinden, die
deze zaak ook financieren kanik voorzie daarbij
moeilijkheden. De mogelijkheid tot verpachten als
die er is spreekt mij wei aan.
De heer Heidinga: Ik wil graag, mede namens de
heer Schaafsma een motie indienen. Die luidt aldus:
„De Raad; in vergadering bijeen op 29-11-1971; be
sluit: de botenverhuur zowel als de midget-golfbaan
af te stoten, en nodigt het College uit daar de nodige
maatregelen voor te nemen." (De heer Ten Brug
(weth.): Met al die verschillende geluiden van Uw
zijde is Uw fractie net een carillon.) (Gelach) (De hear
Miedema: En nou moatte wy ek noch in nij bouwe!)
(Gelach) Het is de harmonie, hè.
De heer De Vries: Ik wil beginnen met het recht
zetten van een zaak. De heer Klomp heeft zopas ge
suggereerd, dat wij in de Commissie voor de Dienst
voor Sport en Recreatie met dit voorstel akkoord zijn
gegaan. Hij heeft vermoedelijk op dat moment een
lichte absence gehad, want ik ben er per se niet mee
akkoord gegaan. Ik heb van het begin af bijzonder veel
moeite gehad om de zwembadtarieven te accepteren.
En ik blijf bij mijn afwijzing van deze tarieven. Wij
moeten ons ervan bewust zijn, dat wij het, door deze
verhoging, de kinderen uit de arbeidersgezinnen in
Leeuwarden onmogelijk maken nog naar de zwemba
den te gaan. Dat vind ik een ernstige zaak. Wij hoeven
hier echt niet zo licht overheen te gaan, want als je
op het minimum bestaan leeft zoals talrijke gezin
nen in onze stad dan ligt het voor de hand, dat,
wanneer er bezuinigd moet worden, het in de eerste
plaats in deze sfeer gebeurt. Daar heb ik bezwaar te
gen en wij kunnen er met elkaar iets aan doen door
deze tarieven op dit moment niet te verhogen.
Dan nog iets over de midget-golfbaan. Wij hebben
gevraagd om een nader onderzoek, teneinde te kunnen
bekijken of het ook anders kan met de exploitatie. Wij
voelen best aan, dat het niet redelijk is, dat de Ge
meente hier jaarlijks een groot bedrag bijlegt; aan de
andere kant, het is pas het eerste jaar en wij zouden
wel graag een nadere analyse willen hebben van de
betreffende cijfers. Ergens geloven wij toch, dat de
midget-golfbaan hoort bij de inventaris van een cam
ping. Misschien kunnen we d.m.v. een betere combina
tie met het camping-gebeuren proberen de tekorten
van de midget-golfbaan op te vangen.
Wat de botenverhuur betreft, hebben wij in onze
motie de suggestie gedaan te overwegen deze af te
stoten. Misschien kan nog eens nagegaan worden in
hoeverre hier een link gelegd zou kunnen worden met
de Leeuwarder Hengelaarsvereniging.
De hear Klomp: Ik wol noch graech hwat sizze
(De Foarsitter: Né, Jo hawwe al in twadde ynstansje
hawn. Nou, fuort dan mar.) Ik wol hwat rjocht sette.
Ik haw sein, dat de trije reet-riedsleden fan de kom-
misje allegearre foar de nije tariven wiene en ik haw
net oer de hear De Vries praet en ek net oer de hear
Van der Veen. Mefr. Woudstra wie net oanwêzich by
dy gearkomste. (De heer De Vries: Sorry, hoor.)
De Voorzitter: Voordat ik Wethouder Weide het
woord geef, moet ik eerst nog even van de heer Van
der Veen weten, of hij zijn eerste motie intrekt. tt
neem aan van wel. (De hear P. van der Veen: Ja.)
De inleiding blijft bestaan. Voor de punten a t.e.m. c
uit de eerste motie komen in de plaats de punten a
t.e.m. d die U in tweede instantie hebt voorgelezen.
Er zijn dus nu twee moties. De gewijzigde motie van
de heren Van der Veen en De Vries en de motie die de
heren Heidinga en Schaafsma inmiddels hebben inge
diend. Ik mag die moties nog wel even voorlezen, op
dat wij weten waar wij met elkaar over praten, pe
motie van de heren Van der Veen en De Vries luidt:
„De Raad van de gemeente Leeuwarden; in vergade
ring' bijeen op 29 november 1971; gelet op het voorstel
no. 426, d.d. 17 november 1971, inzake de vaststelling
van de tarieven voor 1972 voor het gebruik van de
gemeentelijke sport- en recreatie-accommodaties be
sluit:
a. het dagtarief van de openluchtbaden, genummerd
6.1.1., 6.1.2., 6.2.1., 6.2.2. en 6.3., te handhaven op
het bestaande niveau;
b. het fietstarief op De Kleine Wielen te laten ver
vallen;
c. na te gaan of de botenverhuurinrichting „Grote
Wielen" kan worden afgestoten;
d. om nadere gedetailleerde financiële gegevens te
verzoeken aan de hand van de exploitatie-uitkomsten
1971 van de camping."
Het gaat dus om twee tarieven. Voorgesteld wordt
de tarieven voor de openlucht-zwembaden te handha
ven en de fietstarieven te laten vervallen. Verder zijn
er de kwestie van de botenverhuur en het verzoek om
nadere financiële gegevens.
De motie van de heren Heidinga en Schaafsma luidt:
„De Raad; in vergadering bijeen op 29-11-1971; be
sluit: de botenverhuurinrichting zowel als de midget-
golfbaan af te stoten, en nodigt het College uit daar
de nodige maatregelen voor te nemen."
De heer Weide (weth.): Ik begin weer met een
antwoord aan het adres van de heer Van der Veen. Het
is hem niet helemaal duidelijk wat een all in-tarief is.
Het all in-tarief is opgebouwd volgens de normen van
de Nederlandse Kampeerraad. Het wordt als volgt be
rekend de heer Van der Veen mag wel goed luiste
ren, want het is ingewikkeld Volwassenentarief plus
kindertarief maal 2, plus autotarief, plus de helft van
het tarief van caravan en tent (bij ons dus het stand
plaat.starief), gedeeld door vier (omdat men uitgaat
van eenheden van vier personen. Naar aanleiding van
de normen van de Nederlandse Kampeerraad kwam ik
dus op de getallen die ik in eerste instantie heb ge
noemd. Ik blijf er bij, dat onze tarieven gunstig liggen
(inde middenmoot). Op de accommodatie hoef ik niet
verder in te gaan.
Ik heb al gezegd, dat wij het fietstarief zullen be
kijken. Ik kan daar nu geen zinnig woord over zeggen,
omdat de gegevens mij ontbreken. Mij is ingefluisterd,
dat het niet om een groot bedrag gaat.
In eerste instantie vergat ik te reageren op het ver
schil in voordeel van een tien-baden-kaart voor open
luchtbaden en die voor de Overdekte. Het verschil zit
hierin. De tarieven voor de Overdekte zijn maar wei
nig verhoogd, omdat het gezien de accommodatie
het gebouw is meer dan 30 jaar oud niet redelijk
zou zijn die tarieven sterker te doen stijgen. De bui
tenbaden zijn evenwel prachtig mooie accommodaties
en daarom zijn die tarieven meer opgetrokken.
De heer Klomp hoef ik niet te antwoorden, want
die reageerde op de woorden van de heer Van der
Veen.
De heer Schaafsma wil ik zeggen, dat ik de zaak
van de f25,per uur voor de atletiekbaan met de
afd. Onderwijs zal bekijken. Ik geloof echter, dat het
vrijstellen van betaling voor door hem genoemd ge
bruik niet door het Rijk geaccepteerd zal worden.
Mevr. Woudstra heeft gezegd wel voor de motie van
de heer Van der Veen te zijn, maar zij heeft daarbij
opgemerkt, dat zij de noodzaak van de botenverhuur
wel inziet.
Mevr. Visser heeft gevraagd of de tarieven van onze
botenverhuurinrichting gelijk zijn aan die van parti
culiere bedrijven. Daar kan ik bevestigend op ant
woorden. De tarieven liggen praktisch gelijk. Zij vraagt
hoe die tarieven zo hoog komen. Alleen al aan perso
neelslasten zit in het exploitatieverlies een bedrag van
f38.570,(Mevr. Visser-van den Bos: Dat was niet
de vraag. Ik vroeg hoe dat tekort ontstaan is. Het
vrije bedrijf zal toch niet met tekorten werken?) Nee,
ik zal het U uitleggen; U bent mij wat te vlug af.
Toen die botenverhuurinrichting een stichting was,
werkte er één man. De Gemeente heeft die zaak over
genomen en het ambtenarenreglement verbiedt, dat
één man daar van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
en bovendien ook nog in de weekeinden werkt. Daar
om hebben wij een tweede man moeten aanstellen. Dat
is de keiharde realiteit; wij kunnen daar niets aan ver
anderen.
De tarieven van onze tennisbanen zijn vrijwel gelijk
aan die van „De Bontekoe". Ik moet er volledigheids
halve bij zeggen, dat voor de tennisclub Nijlan één
baan van het tenniscomplex Nijlan onder de vergoe
dingsregeling valt. „De Bontekoe" kent natuurlijk een
dergelijke vergoedingsregeling niet. Dat betekent dus
een voordeel voor de tennissers van de vereniging Nij
lan. Ik kan U toezeggen, dat wij stellig intern zullen
bekijken of die tarieven volledig gelijk getrokken kun
nen worden.
Ik kan U wel zeggen, dat de zaak van „De Bontekoe"
stellig op ons afkomt. (De heer Vellenga: Waarom?)
(De heer Tiekstra (weth.): Maar wie zijn wij?)
(De Voorzitter: Gaat U maar verder, Wethouder. U
hoeft daar op dit moment niet op te reageren.) (De heer
Vellenga: Maar de Wethouder doet een belangrijke
uitspraak natuurlijk. Als hij nu snel even kan ingaan
op mijn vraag: Waarom en hoe komt die Bontekoe
op ons toe?) Op dit moment zijn er onderhandelingen
gaande tussen de fam. Oele en de tennisverenigingen
van het tennispark „De Bontekoe" om tot nadere over
eenkomsten te komen. In de toekomst zullen zij daar
mee stellig bij de Gemeente komen om te praten over
een gezamenlijke exploitatie of ik zeg het maar
heel voorzichtig over onderhoud, zoals toentertijd
met L.H.C. in Zwartewegsend ook al is gebeurd. Die
zaak is dus in beweging. Dat is, dacht ik, ook vrij
algemeen bekend.
Ik heb de Raad gezegd, dat een werkgroep druk
bezig is de botenverhuur, als eerste object, te bekijken.
Er zullen uit het onderzoek te dien aanzien stellig de
nodige voorstellen rollen. Mij ik spreek dus niet na
mens het College spreekt de motie van de heren
Schaafsma en Heidinga wel aan, maar ik weet niet
hoe de andere leden van het College hier tegenover
staan. De zaak wordt bekeken en wij komen er stellig
op terug.
Ik geloof, dat ik hiermee de Raad in tweede instan
tie voldoende heb geïnformeerd.
De Voorzitter: Voor we gaan stemmen over de mo
ties, nog even een paar vragen. Handhaven de heren
Van der Veen en De Vries punt b van hun motie be
treffende de fietstarieven, nu de Wethouder heeft toe
gezegd, dat die zaak zal worden bekeken? Ze komt
dan stellig hier terug. Neemt U genoegen met die toe
zegging? (De hear P. van der Veen: Ja.) Dan ver
valt dat deel van de motie. Nu nog iets over punt c.
Daarin wordt gevraagd na te gaan of de botenverhuur
inrichting Grote Wielen kan worden afgestoten. Wij
hebben toegezegd, dat wij dat zullen nagaan. (De hear
P. van der Veen: Dat punt kin der ek wol öf.) Mooi,
dan vervalt dus ook punt c. In punt d van de motie
wordt gevraagd aan de hand van de exploitatie-uitkom
sten van 1971 van de camping nadere gedetailleerde
financiële gegevens te verstrekken. Ik dacht niet, dat
wij er bezwaar tegen hebben die gegevens te verstrek
ken, zodra ze bekend zijn. Kan punt d vervallen als ik
toezeg, dat U die gegevens zult krijgen? (De hear
P. van der Veen: Ja.) Van de motie van de heren Van
der Veen en De Vries blijft alleen nog over punt a,
betreffende het handhaven van de dagtarieven van de
openluchtzwembaden op het bestaande niveau. Dat
punt blijft gehandhaafd? (De hear P. van der Veen:
Ja.) Goed, dan gaan we daar zo meteen over stemmen.
Dan ga ik nu nog even naar de heren Heidinga en
Schaafsma. Zij hebben een motie ingediend waarin van
de Raad de uitspraak wordt gevraagd de botenverhuur
en de midget-golfbaan af te stoten. Handhaven de in
dieners de motie? (De heer Heidinga: In de motie
staat ook nog, dat het College daartoe de nodige maat
regelen moet nemen. Dat houdt dus niet in, dat er
a priori van moet worden uitgegaan, dat de betreffende
accommodaties moeten verdwijnen. De geest van de