16
motie is, dat ze buiten bezwaar van de gemeentekas
moeten worden gebracht.) Dan geloof ik, dat die motie
niet in stemming gebracht behoeft te worden. Deze
zaak is in behandeling. De heer Weide heeft al gezegd
en ik herhaal het dat wij U toezeggen, dat wij
m.b.t. deze kwestie binnen afzienbare tijd in de Raad
terug komen. Ook zal door ons worden bekeken, of deze
zaak zonder bezwaar voor de gemeentekas kan wor
den afgestoten. Ik kan U op dit moment niet toezeggen,
dat wij met een voorstel tot afstoting in de Raad zullen
komen, maar die zaak wordt wel bekeken. Bent U be
reid Uw motie in te trekken? (De heer Heidinga: Ja.)
Dan breng ik nu eerst de overgebleven motie in
stemming.
De motie van de heren P. van der Veen en G. de
Vries wordt verworpen met 19 tegen 18 stemmen. Voor
de motie stemmen de dames G. Bakker-van Diermen,
E. Brandenburg-Sjoerdsma, J. Dijkstra-Bethlehem, G.
Visscher-Bouwer, M. M. Th. Visser-van den Bos en
Li. Woudstra-Peene en de heren S. Bouma, G. Buising,
Drs. D. Faber, T. H. van Haaren, W. Hemstra, J. F.
Janssen, J. Knol, H. Meijerhof, P. Snel, P. van der
Veen, J. T. Vellenga en G. de Vries.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W. met de aantekening, dat degenen die voor
de motie van de heren P. van der Veen en G. de Vries
hebben gestemd, wensen te worden geacht tegen het
voorstel tot verhoging van de tarieven van de openlucht
zwembaden (genummerd 6.1.1, 6.1.2, 6.2.1, 6.2.2. en
6.3.) te hebben gestemd.
Punt 26 (bijlage no. 420).
De heer Vellenga: Ik was van plan het volgende
naar voren te brengen namens mijn fractie.
Wij hebben als fractie altijd positief gestaan t.o.v.
het verlenen van een financiële bijdrage voor de be
treffende ijsbaan door de gemeente Leeuwarden. Des
tijds was er een meerderheidsvoorstel van Uw College,
dat het niet heeft gehaald; een motie die mijn naam
droeg, waarin op een financiële bijdrage werd aange
drongen, is toen aangenomen. Nu ligt er een voorstel
van de grootst mogelijke meerderheid van het College
voor ons.
Misschien mag ik zo tussen haakjes nog even
de opmerking maken, dat het wellicht zin kan hebben
in de toekomst dit ietwat geheimzinnige woordgebruik
te gaan vermijden en rustig in een raadsbrief te zet
ten: de Burgemeester of Wethouder die of die neemt
een afwijkend standpunt in. Dan weten we dat maar;
nu kunnen we er naar gissen en „via via" komen we
het aan de weet. Ik zou me kunnen voorstellen, dat
zulk een College-lid kan claimen, dat zijn contra-mo
tivering uitvoeriger dan tot nu toe in de raadsbrief
wordt opgenomen. Ik stel mij voor, dat U dat punt
nog eens wilt overleggen. Ik houd wel rekening met
de mogelijkheid, dat er straks twee sprekers van ach
ter de College-tafel over dit voorstel gaan spreken.
Mijn tweede opmerking ligt wat in het verlengde
van hetgeen de heer Singelsma bij een vorig punt heeft
opgemerkt, n.l. dat men wel graag bij een bepaald
voorstel alle financiële consequenties zou willen over
zien. Dat zou er toe kunnen leiden, dat wij bij een
voorstel als dit, maar stellig ook bij het volgende voor
stel op de agenda, de wens zouden kunnen uiten, dit
soort zeer belangrijke en ingrijpende voorstellen tege
lijk met de begroting voor enig jaar te behandelen. Dan
heb je een totaal overzicht, dan kun je ook beter de
dingen tegen elkaar afwegen.
De meerderheid van het College van B. en W. heeft
gekozen voor een opzet die mijn fractie wel aan staat.
Wij kunnen ons daar wel in vinden en wij zijn het op
dit punt niet eens met hetgeen de Raad voor Sport-
aangelegenheden hoewel de motivering op zichzelf
sterk is heeft geadviseerd.
Ik was van plan ik herhaal het dit te zeggen.
Nu hebben wij vanavond zij het terloops en ietwat
op de valreep kennis kunnen nemen van een voor
stel van het College van B. en W. van de gemeente
Heerenveen m.b.t. het Frysk Orkest. Dit College stelt
aan de Raad van Heerenveen voor, niet in de door de
afd. Friesland van de V.N.G. voorgestelde vorm aan
de subsidiëring van het Frysk Orkest deel te nemen,
maar wel de nominale bedragen voor het jaar 1972
toe te kennen. Nu is dat het recht van ieder College
en iedere Raad; daar treed ik niet in, begrijpt U mij
goed. Maar in het vervolg van dat bericht staat, dat
men tot deze handelwijze komt, omdat men anders be
vreesd is, dat men een levensgroot precedent schept
t.a.v. de financiële bijdragen voor de Kunstijsbaan. Nu
kan ik moeilijk aan Uw College vragen wat de we
zenlijke bedoeling van het College van Heerenveen is
geweest van deze formulering. Maar toch vind ik het
wel iets, dat ons tot enig nadenken kan stemmen, omdat
dit College zelf een duidelijke verbinding wil gaan leg
gen tussen de financiële bijdrage-regeling voor de
Kunstijsbaan van Heerenveen en eenzelfde regeling
zij het met iets hogere bedragen - voor het Frysk
Orkest, zodat ik eigenlijk aarzel om vanavond defini
tief een besluit te nemen, zonder min of meer op de
hoogte te zijn van wat een andere belangrijke gemeen
te in Friesland t.a.v. dat punt doet. Ik leg U die vra
gen voor, omdat ik voor mijzelf daar nog niet een
sluitend antwoord op heb kunnen geven.
Het kan U duidelijk zijn, dat mijn fractie in principe
wel voelt voor het voorstel van de grootst mogelijke
meerderheid van het College van B. en W., maar dat
wij nog even zitten met die vragen n.a.v. het krante-
bericht waarop ik doelde.
De hear Klomp: Ik soe üt namme fan de fraksje
it ien en oar sein hawwe, mar ik leau ek nou't ik
dit hear; ik haw net oerlizze kinnen mei my fraksje
dat it tige forstannich wêze soe, dat B. en W., nou't
dizze nije üntjowing der is, dit ütstel werom nimme. Ik
wit net hoe't de oare leden fan myn fraksje der oer
tinke, mar it liket my de béste wei. Ik wol dan ek mar
net fierder op it ütstel yngean.
De heer Faber: De woorden die ik had willen zeg
gen, hadden ongeveer dezelfde strekking als die van
de heer Vellenga. De informatie die hij verstrekte n.a.v.
het krantebericht, was voor mij nieuw; ik heb het
artikel nu net onder ogen gehad. Ik zou daarom ook
voor enig uitstel willen pleiten.
In principe was ik wel bereid het voorstel van de
grootst mogelijke meerderheid wie dat dan ook
mogen zijn te volgen, maar we kunnen nu beter
nadere gegevens afwachten.
Mevr. Woudstra-Peene: Ik ben het wel eens met
hetgeen de vorige sprekers gezegd hebben. De infor
matie was voor mij helemaal nieuw; ik heb het artikel
nog niet gelezen.
Ik heb een paar vragen die ik toch wil stellen. De
motivering van de Raad voor Sportaangelegenheden
om minder subsidie aan de Kunstijsbaan te verstrek
ken dan de regeling aangeeft, was o.a., dat de belang
stelling van de Leeuwarders voor die Kunstijsbaan wel
eens flink terug zou kunnen lopen als in Leeuwarden
een ijshal zou komen. Ik zou graag van de Wethouder
willen weten of er al enig zicht is op het bouwen van
die ijshal. Verder heb ik in de stukken gelezen, dat
deze subsidieregeling dit contract tot wederop
zegging zal gelden. Mag ik daaruit begrijpen, dat elk
moment dit contract kan worden opgezegd? Als we
besluiten een ijshal te bouwen, zouden we kunnen zeg
gen: Nu besteden we het geld aan ons eigen ijsvertier;
voor Heerenveen hebben wij geen geld meer beschik
baar. Is het dan inderdaad mogelijk die regeling op
te zeggen?
De heer Eijgelaar: Eén van de dingen die een rol
hebben gespeeld bij het afwijzend advies van de Raad
voor Sportaangelegenheden was, dat voor verschil
lende boven-gemeentelijke sportactiviteiten als ik
het zo mag noemen; ik denk daarbij aan Cambuur, aan
het Indoor Concours Hippique blijkbaar geen ge
meenschappelijke regeling te vinden is. Wij draaien wel
mee in gemeenschappelijke regelingen, terwijl de Raad
voor Sportaangelegenheden steeds wordt geconfron
teerd met de moeilijke financiële omstandigheden van
de Gemeente.
De Voorzitter: Ik stel voor, dat wij na de tweede
pauze op dit punt terug komen. Dan kan het College
zich nog even beraden op de suggestie het punt uit
te stellen. Als wij die suggestie volgen, zou ik het
17
punt zonder meer van de agenda willen afvoeren. Om
wille van de tijd is het beter, dat van de zijde van het
College dan niet wordt ingegaan op de andere opmer
kingen uit de Raad. Er staan nog vele punten op de
agenda.
Punt 27 (bijlage no. 421).
De Voorzitter: Tot mijn spijt moet ik U meedelen,
dat er een wijziging in het besluit moet worden aan
gebracht. Art. 7 (helemaal aan het eind van het be
sluit) bestaat uit één lid, maar het dient uit twee
leden te bestaan.
Art. 7 luidt als volgt:
„1. Deze regeling wordt getroffen voor het tijdvak
1 januari 1972 tot en met 31 december 1977.
2. Deze regeling wordt tussentijds beëindigd, in
dien een aantal deelnemers, dat gezamenlijk ten min
ste tweederde van het totale uit deze regeling voort
vloeiende subsidiebedrag beschikbaar stelt, hiertoe be
sluit."
In de raadsbrief staat dit ook al op de eerste pagina,
le alinea van beneden.
Als we over dit punt gaan discussiëren, dan is het
met inbegrip van de redactie van art. 7, zoals ik die
nu heb voorgelezen.
De hear Buising: Mynhear de Foarsitter, Jo hawwe
my in part fan de wurden dy't ik sizze woe, üt de
müle naem.
It punt, dat nou oan de oarder is, is yn myn fraksje
wiidweidich bisprutsen, omt men algemien fan bitinken
wie, dat wy hjir mei in tige wichtige saek to krijen
hawwe. Wichtich foar Ljouwert. ït soe faeks sin hawwe
kinne om yn dit forban in minoftomear histoarysk oer-
sjoch to jaen om oan to tsjutten hoe wichtich it Frysk
Orkest foar Ljouwert west hat. Mar dat is eins net it
punt hwer't it op dit stuit om giet. Wy moatte it bilang
fan it orkest net oantoane wolle fanüt it forline, mar
folie mear fanüt it nou. Yn dat ljocht bisjoen is de
stiging fan it orkestbisyk yn Ljouwert mei 22 pst.
it stie forline wike yn 'e krante dochs wol in düdlik
biwiis, dat it orkest dwaende is om in foarm to finen
dy't hieltiten mear Ljouwerters oansprekt. It orkest
is net allinne fan bilang foar Ljouwert, mar ek foar
de hiele provinsje. Yn it rapport „Frysk Orkest yn de
takomst" Jo hearre, dat ik nou net mear oer it for
line en oer it nou praet, mar oer de takomst en dat is
dochs noch in better perspektyf, omt wy op it lést in
riedsstik bihannelje mei de takomst fan it orkest as
ünderwerp wurde in pear treflike dingen sein oer
it nut fan it orkest foar Fryslan as gehiel. Byg. leit
it yn de bidoeling om yn it seizoen 19711972 net
minder as likernöch 100 kear foar konserten, jeugd-
konserten en koarbigeliedingen op de podia to for-
skinen. Men soe sizze, dat liicht der net om. En dér
komt dan noch by, dat men fakentiids twa jeugdkon-
serten efterinoar en byg. twa bigeliedingen fan in
Bach-kantate efterinoar foar ien rekkene hat. Liker
nöch de helte fan dizze 100 optredens spylje har öf yn
Ljouwert, Drachten, Snits en it Hearrenfean en de oare
helte buten dizze sintrumplakken, dus rounom. En dan
haw ik it noch net hawn oer de dingen dy't it orkest
fan doel is to dwaen, binammen foar it basisünderwiis en
it bifoarderjen fan it amateur-muzyklibben.
Koartsein, myn fraksje is oertsjüge fan it bilang fan
in sa fleurich mooglike takomst foar it Frysk Orkest,
yn it bilang fan Ljouwert en yn it bilang fan Fryslan.
Ik kin dan ek sizze, dat myn fraksje fan doel is it
ütstel fan B. en W. to stypjen. Hjir woe ik it dan yn
earste ynstansje mar by litte.
De heer De Leeuw: Niet alleen vanavond, maar ook
in het verleden is het belang van het Frysk Orkest voor
het gehele muziekleven in stad en provincie meerdere
malen vastgesteld.
Het is verheugend en ik dacht ook moedig
dat wij thans in de tijd van onze benauwde veste
toch onze stem kunnen geven aan een nieuwe gemeen
schappelijke regeling, ook al brengt dat wel een be
duidende kostenverhoging met zich mee. Wij zijn van
oordeel, dat wij ook die verhoging en het rendement
daarvan duidelijk moeten betrekken op de nieuwe op
zet, zoals die door het Frysk Orkest wordt gepland
en voorgestaan; een opzet, dachten wij, die alle lof ver
dient, omdat die zo duidelijk gericht is op een verdere
opvoeding van en dienstverlening aan de bevolking en
het sterker erbij betrekken van de bevolking.
In het verleden is het zich afzetten tegen bepaalde
groepen van de bevolking in het kader van de sub
sidiëring wel eens punt van discussie in deze Raad
geweest. M.i. geeft deze nieuwe opzet heel duidelijk
- en ik dacht ook effectief de gelegenheid nog
meer mensen dan tot dusverre al het geval is enige
muzische vorming bij te brengen, hen sterker te be
trekken bij het werk dat het orkest doet, en de mu
ziek in al haar facetten op zich te laten inwerken.
Wij geven niet alleen onze steun omdat Goethe ge
zegd heeft: „Und wo man singt, da setz' dich ruhig
nieder, denn böse Leute haben keine Lieder." Ik dacht,
dat we met een kleine variatie thans kunnen zeggen,
dat we dan een rosige toekomst tegemoet gaan in dit
vrindelijke gewest, iets wat wij het Frysk Orkest van
harte toewensen.
De heer Weide (weth.)Ik kan mij alleen maar vol
ledig aansluiten bij hetgeen de heren Buising en De
Leeuw hebben gezegd. Het College is ook duidelijk over
tuigd van de belangrijkheid van het Frysk Orkest, niet
alleen voor onze stad, maar ook voor ons gehele ge
west. Het door de heer Buising genoemde rapport ge
tuigt van visie en ik dacht, dat het Frysk Orkest op
deze wijze helemaal op de goede weg was om goede
muziek op eenvoudige en begrijpelijke wijze bij de men
sen te brengen. Ik zou het diep betreuren, wanneer
het Frysk Orkest in zijn bestaansrecht zou worden
aangetast. Dat zou een enorme verarming van het mu
ziekleven in Leeuwarden betekenen.
De Voorzitter: Ik vind het bijzonder fijn, dat de
Raad zo eenstemmig over dit punt oordeelt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling
door de Voorzitter aangevulde voorstel van B. en W.
Punten 28 en 29 (bijlagen nos. 430 en 429).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 32a (bijlage no. 435).
De Voorzitter: Dit punt moeten we even behande
len voordat punt 30 (Wijzigen van de gemeentebegroting
enz.) aan de orde komt. Het gaat hier om een nage
komen punt; dat hebt U natuurlijk al lang begrepen.
Mevr. Bakker-van Diermen: In oktober 1970 be
sloot deze Raad tot aansluiting bij het Centrum voor
Automatisering van Noord-Nederland. Nu is het dan
zo ver, dat men bij dit centrum is gestart met de
automatisering van de administratie van de Gemeen
telijke Sociale Dienst.
Wij zouden het College willen vragen welk effect en
rendement het verwacht van de inschakeling van dit
centrum. Ik bedoel vooral: Zal dit in de toekomst kos
ten- en tijdbesparend gaan werken? Dat nu nagenoeg
alle betalingen per bank of giro kunnen gaan, kunnen
wij alleen maar toejuichen. Wij weten, dat het perso
neel op dit moment onder hoogspanning werkt. Laten
we hopen, dat deze spanning niet te hoog zal worden.
Als wij het goed begrepen hebben, moeten wij om
begrotingstechnische redenen een krediet van
f50.000,— beschikbaar stellen, terwijl daarvan maar
f 17.000,— zal behoeven te worden gebruikt. Wat zal
er met de overige f 33.000,gaan gebeuren
Mijn fractie heeft een aantal nogal kritische op
merkingen t.a.v. de werkwijze van de Commissie van
de G.S.D. Wij vinden het toch wel erg vreemd, dat de
op 19 november j.l. geplande vergadering van die
commissie werd verschoven naar 27 januari 1972, om
dat er naar later bleek niet genoeg agendapun
ten waren. Dan echter wordt de commissie telefonisch
uitgenodigd voor een ingelaste vergadering op 22 no
vember. Kwam dit stuk dan zo maar ineens uit de
lucht vallen? Het lijkt mij van niet, want een paar
dagen voor de commissievergadering was het stuk al
bij de raadsleden^ Het lijkt haast op de gang van zaken
van februari, toen de commissie ook zo haastig bij
elkaar geroepen werd.