2
3
De Voorzitter: Dames en heren, ik heet U van harte
welkom op deze vergadering van de Raad.
Punt 1.
De Voorzitter doet lecture van een brief van G.S.
van Friesland, waarin wordt meegedeeld, dat de brief
van B. en W. van Leeuwarden, houdende mededeling
van toelating als raadslid van de heer K. Spoelstra,
voor kennisgeving is aangenomen.
De heer Spoelstra legt vervolgens in handen van de
Voorzitter de voorgeschreven beloften en verklaring af.
De Voorzitter: Mijnheer Spoelstra, U bent geen on
bekende in ons midden. Mag ik U van harte feliciteren
met Uw rentrée in deze Raad. Ik ben er van overtuigd,
dat U zich hier weer heel spoedig thuis zult voelen.
De heer Spoelstra: Dank U wel.
Punt 2.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 3.
De heer P. P. de Jong (secr.)Mevr. Woudstra komt
iets later ter vergadering. Van mevr. Dijkstra en de
heer Mr. B. P. van der Veen is bericht ontvangen, dat
zij verhinderd zijn deze raadsvergadering bij te wonen.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A.
Deze berichten worden voor kennisgeving aange
nomen.
Sub B.
Deze rapporten worden voor kennisgeving aange
nomen.
Sub C.
Dit bericht wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub D.
Deze verzoeken worden in handen van B. en W. ge
steld om preadvies.
Sub E.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aange
nomen.
Sub F.
Dit rapport wordt voor kennisgeving aangenomen.
Punt 4 (bijlage no. 446).
De heer Van Haaren: Ik wens de aantekening, dat
ik tegen dit voorstel ben.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W., met de aantekening, dat de heer Van
Haaren wenst te worden geacht tegen te hebben ge
stemd.
Punten 5 t.e.m. 10 (bijlagen nos. 449, 447, 444, 448,
439 en 443).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 11 (bijlage no. 459).
De heer Knol: Wij hebben dit raadsvoorstel met in
stemming gelezen, temeer daar het nog onzeker is ge
weest of het Rijk wel mee zou doen in de financiering
van dit plan. Hoewel renovatie hier voor een groot ge
deelte een flinke onderhoudsbeurt betekent, is het zon
der meer duidelijk, dat wij hieraan alle medewerking
moeten verlenen.
In de raadsbrief wordt op blz. 2 gezegd, dat de be
kende commissie Feddema de huur van de woningen
in gerenoveerde toestand op f 122,50 per maand taxeert.
De Nationale Woningraad zegt echter in zijn exploita
tierapport van dit plan, dat de definitieve huurhoogte
zal worden vastgesteld door de Minister van Volkshuis
vesting, terwijl in dat zelfde rapport een huur wordt
becijferd van f 108,per maand. Daarnaast rijst nog
de vraag, of verbetering van de woonomgeving
zoals de bedoeling is van invloed is op de hoogte van
de huur. Mogelijk kan de Wethouder precies vertellen
hoe de vork in de steel zit.
Bovendien zou het van belang zijn te weten of de
bewoners kunnen rekenen op een uitkering krachtens
de doorstromingsregeling; de raadsbrief vermeldt hier
omtrent n.l. geen woord, hoewel in het advies van de
Commissie voor het Woningbedrijf hier duidelijk naar
is gevraagd.
Tenslotte zou mijn fractie willen weten op welke
wijze de bewoners in het geheel van het plannen maken
betrokken zijn geweest.
De heer Van Haaren: Ik zou nog graag willen ver
nemen, wat er met de bewoners gebeurt tijdens de uit
voering van deze renovatie. Hoe is de opvang?
Verder wil ik graag weten wie er op het ogenblik in
deze huizen wonen. In de raadsbrief wordt gesteld,
dat deze woningen bijzonder geschikt zijn voor be
jaarden, maar wonen er op het ogenblik al bejaarden
in? Is dat niet het geval, is het dan de bedoeling, dat
er straks bejaarden in komen? Waar blijven dan de
mensen die er nu in wonen? Is er voor deze mensen
dan al een behoorlijk uitzicht op een andere woning?
Met de vorige spreker zou ik iets meer willen weten
over de samenstelling van de bewonerscommissie en
over het verloop van de inspraak van de bewoners.
De hear Miedema: It giet my allinne efkes om „do
verbetering van de woonomgeving". Wy hawwe yn
dizze Ried al earder in pear fan sokke plannen hawn
en dêr wie dy forbettering fan de omjowing net yn mei-
nommen, hoewol't dêr ek wol hwat oan to forbetterjen
wie. As dizze mooglikheit ta forbettering fan de om
jowing der yn sit, dan freegje ik my óf, oft dizze net
trochspile wurde moatten hie nei de eigeners van de
huzen yn dy eardere plannen.
Ik bin tige ynteressearre yn de mooglikheden ta for
bettering fan de omjowing. It is hiel aerdich, dat de
wenningen opknapt wurde dat is de haedsaek
mar as forbettering fan de omjowing ek subsidiabel is,
dan wurdt it effekt fan de renovaesje folie greater. Mei
de hear Knol bin ik tige ynteressearre yn de finansiéle
mooglikheden. Hwat bitsjutte dy foar de plannen hwer't
men mei dwaende is? Ik leau, dat it wichtich is dat
to witten.
De heer De Jong (weth.): Allereerst een woord van
dank voor de waardering die voor dit plan is uitge
sproken.
De heer Knol heeft gevraagd naar de berekening van
de huurprijs van de gerenoveerde woningen. Zoals de
heer Knol in de raadsbrief heeft kunnen zien, zijn wij
uitgegaan van een huurprijs van f 122,50. Daarop is
ook de hele verdere berekening gebaseerd.
De kwestie van de verbetering van de woonomgeving
komt nog terug in de Raad. Wij moeten die zaak eerst
financieel rond zien te krijgen; het subsidie is nog niet
verstrekt. Wij komen t.z.t. met een voorstel in de Raad.
Verder heeft de heer Knol gevraagd of de doorstro
mingsregeling op deze woningen van toepassing is. De
richtlijnen van de doorstromingsregeling staan duidelijk
omschreven in het besluit, dat de Raad destijds ge
nomen heeft. Als men vanuit de betreffende huizen
naar een ander huis gaat, zou de regeling van toe
passing kunnen zijn. Als men terug komt in de ver
beterde woning, is er geen sprake van doorstroming.
Mochten er mensen uit deze woningen naar andere
woningen gaan, dan zal bekeken worden of zij onder
de doorstromingsregeling kunnen vallen. Wij zullen
alle mogelijke medewerking daarbij verlenen.
Door de bewoners van deze renovatiewoningen zijn
acht of tien mensen uit hun midden gekozen. Met deze
vertegenwoordigers heeft een gesprek plaats gehad
over de renovatie. Wij hebben toegezegd, dat wij deze
mensen ook zullen betrekken bij de verdere uitvoering
van de plannen. Het is de bedoeling dat het contact
-na aanneming van dit voorstel door de Raad
uitgediept zal worden.
We moeten ook proberen het plan financieel rond
te krijgen in het kader van onze begrotingspositie.
We zullen het ten laste van het investeringsvolume
moeten brengen. Op dit moment is er geen dekking
voor. In 1972 zal opnieuw moeten worden bekeken of
er een gaatje voor te vinden is. Maar het aannemen
van dit voorstel is weer een stap in de goede richting.
Het is wel de bedoeling in een verder stadium alle
bewoners in de plannen te betrekken, een duidelijke
voorlichting te geven, zodat ook over eventuele ver
huizing gesproken kan worden. M.n. de heer Van
Haaren heeft gevraagd hoe het met de bewoners moet
tijdens de verbouwing. Wij zijn van plan dit probleem
op te lossen in samenwerking met Patrimonium. Pa
trimonium heeft i.v.m. de renovatie van zijn woningen
30 a 40 woningen leeg staan. Die dienen voorlopig als
opvangmogelijkheid voor bewoners van door deze Stich
ting te renoveren woningen. Zodra men klaar is, kun
nen wij trachten de lege woningen in overleg met Pa
trimonium te gebruiken, zodat we permanent met de
renovatie bezig kunnen zijn en er nooit meer dan 30
a 40 woningen hiervoor beschikbaar behoeven te zijn.
Het zou een soort opschuifsysteem kunnen zijn. Aan
de hand van de proef die Patrimonium nu neemt, kun
nen wij onze plannen opmaken en trachten een en an
der rond te krijgen. Dit over de opvang tijdens de
uitvoering van dit plan.
Wie wonen nu in deze huizen? Het gaat in hoofd
zaak om mensen met lage inkomens en verhoudings
gewijs nogal veel oudere mensen. De buurt is te ver
gelijken met de buurt waarop de renovatie van Pa
trimonium betrekking heeft. Voor zover er problemen
rijzen in het kader van de huurprijs de huur kan
te hoog worden zal er gedacht moeten worden aan
doorstroming naar woningen met een huur die wel bij
de mensen past. Dat zal nog wel grote problemen ge
ven, maar gezien de ervaringen van Patrimonium, heb
ik het idee, dat het wel mee zal vallen. Uiteindelijk
bleek slechts één bewoner van de woningen van Pa
trimonium moeilijkheden te hebben; de andere proble
men heeft men kunnen oplossen en zelfs voor dit ene
geval heeft men een goede oplossing kunnen vinden.
Maar voor we met deze zaak kunnen beginnen, heb
ben we eerst het fiat van de Raad nodig voor dit voor
stel. We moeten weten of de Raad deze kant uit wil.
Is dat zo, dan zullen we in samenwerking met de be
woners de problemen oplossen. We zullen proberen de
inspraak van de vertegenwoordiging uit de bewoners
zoveel mogelijk te effectueren tijdens de uitvoering,
zodat men zich bij de werkzaamheden betrokken voelt.
De heer Miedema heeft gevraagd naar de verbete
ring van de woonomgeving. Wat dit plan betreft, is
de zaak praktisch rond. De tekeningen van Openbare
Werken zijn al ter sprake geweest en wij hebben het
idee, dat de woonomgeving inderdaad met de voorge
stelde verbetering gediend is. Datzelfde zal waar
schijnlijk ook het geval zijn bij de woningen van Pa
trimonium, waar ook die woonomgeving bij betrokken
is. Voor zover de woonomgeving bij de toekomstige
renovatieplannen een rol speelt, zullen we daar ook
de nodige aandacht aan besteden. In dit kader hebben
wij ook al het hele renovatieschema aangepast, voor
zover wij het idee hadden, dat we de betreffende buur
ten mede moesten aanpassen. Wij hebben het renova
tieschema zodanig opgezet, dat de renovatie en het
opknappen van de buurt zoveel mogelijk parallel lopen
en niet teveel uit elkaar liggen in de tijd. In de com
missie waar de renovatieplannen worden besproken, is
ook steeds iemand van Openbare Werken aanwezig.
Die weet dus precies hoe ver wij met onze plannen
zijn; Openbare Werken kan aan de hand van die
gegevens bepalen in hoeverre zij op die plannen kun
nen inspelen. Ik heb het idee, dat hetgeen de heer
Miedema vraagt, er wel uit zal komen voor zover het
buurten betreft die voor een opknapbeurt in aanmer
king komen. Wij brengen graag een coördinatie tus
sen deze twee zaken tot stand.
De heer Knol: Ik had de Wethouder gevraagd, of
de Minister de eindhuur vaststelt en verder of in de
huur van f 122,50 de nieuwe woonomgeving vercalcu-
leerd is.
Ik heb begrepen, dat, als de bewoners in hun eigen
huis blijven wonen, ze, hoewel ze meer huur betalen,
niet in aanmerking komen voor een uitkering inge
volge de doorstromingsregeling. (De heer Vellenga:
Het is de vraag of dat juist is.) De Wethouder zegt,
dat dat juist is.
De Voorzitter: Wenst de heer Vellenga het woord?
De heer Vellenga: Ik was helemaal niet van plan
het woord te vragen over dit punt, maar de heer Knol
dwingt mij daartoe.
Ik bedoelde dit: Is de opmerking van de Wethouder
wel juist? De Wethouder zegt met zoveel woorden: Ze
blijven in hetzelfde huis en dus stromen ze niet door.
Ik dacht, dat je deze zaak van twee kanten zou
kunnen benaderen. Ze gaan wel van een huis met een
bepaalde, lage huur, naar een huis met een bepaalde,
veel hogere huur, al gaat het dan om hetzelfde huis.
Wat leg je dus als criterium aan, huis of huur? Ik
dacht, dat de geest van de doorstromingsregeling is, dat
het huurbedrag het criterium is. Als U zegt, dat huis
en huur beide als criterium gelden, kan je daar ge
makkelijk aan ontkomen. Ik woon op no. 6 in zo'n
straat, naast mij woont een gezin op no. 8. Wij ruilen
gewoon onderling; dat lukt zo maar. Dan kom ik in
een ander huis terecht en dat andere gezin ook. Wij
stromen dus door naar een ander huis. Dat zou een
enorme flauwe kul zijn aan formaliteiten. Dus moeten
we dat niet doen. Ik dacht, dat het toch wel zin had
het huurbedrag als uitgangspunt te nemen en om die
reden na te gaan of die mensen niet voor een uit
kering ingevolge de doorstromingsregeling in aanmer
king kunnen komen.
Nu ik toch aan het woord ben, nog even een tweede
punt. Wij hebben heel duidelijk kunnen horen, dat de
verbetering van de woonomgeving in een beginstadium
is. De hele zaak moet nog naar het Ministerie, dus
duurt het nog tijden en tijden voordat de beschikking
zal afkomen. Tenminste, zo stel ik mij dat voor en als
de Wethouder mij op dat punt gerust kan stellen, hoor
ik dat graag. Maar is daar al in berekend de toereke
ning van wat naar welk blok gaat? Welk bedrag gaat
naar welk complex? Een bepaalde woonomgeving kan
natuurlijk niet alleen slaan op precies dit complex of
precies dat complex van Patrimonium. Er kunnen ook
best andere complexen wel of niet woningwetwonin
gen en wel of niet particuliere huurwoningen bij
betrokken zijn. Hoe heeft de Wethouder dat uit elkaar
gehaald, hoe is dat bij het Ministerie aangebracht en
heeft dat nu ook nog bepaalde consequenties voor de
totale hoogte van het huurbedrag van de gerenoveerde
woningen waar het hier nu in feite om gaat?
De hear Miedema: Ik wol ek noch efkes werom
komme op de forbettering fan de „woonomgeving". Ik
wie nijsgjirrich en dat is der, tocht ik, yn de biant-
wurding net üt kommen, oft der in biskikking fan de
Minister is, dat hy in part fan de kosten fan dy for
bettering meinimme wol yn de subsidiearring. As dat
wol sa is, dan soene dus alle oare plannen hjir ek ge-
brük fan meitsje kinne.
Fierder hat de Wethalder sein: Ja, hoe't dit alle-
gearre komt Wy moatte earst mar ris sjen, oft wy
romte op de bigreating hawwe en oft dit allegearre
wol kin. Dêr hat hy gelyk oan, it moat kinne. Mar yn
it riedsbrief lês ik: Sil dy liening trochgean kinne, dan
moat de Minister foar 4 april 1972 birjocht fan oan-
bisteging hawwe. Dan hawwe wy dus net sa lang tiid
om romte to sykjen. As wy dan earst noch in skoft
prate oer dy „woonomgeving", dan kin it wol ris hiel
koart dei wurde. Der komt noch by, dat it wêze kin,
dat de Minister it forbetterjen fan de „woonomgeving"
net subsidiearje wol. Wy hawwe as Ried, tocht ik, to
min ynsjoch yn it oantal projekten hwerom't it it
kommende jier gean kin. Fan forskate siden is der yn
dizze Ried by it Kolleezje op oandrongen it hiele kom-
pleks fan sanearring en rekonstruksje ris to bipraten,
mar der is fan de side fan it Kolleezje altiten sein:
As wy jild nedich hawwe, komme wy wol; dus wy bi-
prate gefal foar gefal. Nou wurdt der sein: Wy moatte
ris sjen hoe't it mei de romte op de bigreating sit. Ik
leau dochs, dat it yn dizze situaesje sin hat, dat wy in
totael-oersjoch krije fan itjinge üs to wachtsjen stiet,
fan de kosten dy't de Gemeente drage moat. Dan kinne
wy meiinoar bisjen hoe't wy de problemen oplosse
kinne. Ik leau, wy kinne üs net permittearje, dat, as