3 r-» U.tA zijner tijd wellicht 700 800 mensen kunnen huisves ten. De directeur van het girokantoor noemde kort geleden als indicatie 600; hij was dus iets voorzichti ger. Dit betekent volgens mededelingen van de direc tie van het Centraal Girokantoor niet, dat te zijner tijd niet een groter aantal mensen in Leeuwarden te werkgesteld zal worden. Wat de werkgelegenheid in Leeuwarden betreft, mag ik nog opmerken, dat de P.T.T. zijn gebouwen in de nabijheid van het N.S.- station zodanig uitbreidt, dat Leeuwarden zijn taak als expeditieknooppunt voor de posterijen op adequate wijze kan uitvoeren. De omschakeling van de stofzui- gerfabricage van de V.S.F. naar produktiecentrum van Philips' Telecommunicatie Industrie brengt op korte termijn een verbetering van de kwaliteit van de werk gelegenheid mede. Wij menen er dan ook op te mogen vertrouwen, dat op wat langere termijn ook het aantal arbeidsplaatsen bij dit bedrijf stellig zal kunnen toe nemen. Dat laatste vooral wanneer men in Leeuwarden goede ervaringen opdoet. Voorts meen ik in dit ver band nog te moeten noemen de uitbreiding bij het A.G.O.-concern in Leeuwarden. Ook na de fusie is „de Algemeene Friesche" een zeer belangrijk bedrijf in Leeuwarden gebleven. Nieuwe impulsen in de dienst verlenende sector zullen de komende tijd waarschijnlijk in de eerste plaats moeten komen van de overplaat sing van rijksdiensten naar het Noorden. Ik meen er op te mogen vertrouwen, dat Leeuwarden in dat ka der stellig als vestigingsplaats een rol zal spelen. Dat ook leden van de Tweede Kamer Leeuwarden reeds bij herhaling als een mogelijke vestigingsplaats van rijksdiensten hebben genoemd, mag in dit verband met voldoening worden geconstateerd. Voor eventuele nieuwbouw zullen wij op korte termijn terreinen in het IJsbaankwartier beschikbaar kunnen stellen. De Tesselschadestraat zal in de loop van 1972 een belang rijk levendiger beeld te zien geven. Verschillende grote kantoren zullen daar in gebruik worden genomen, evenals de nieuwe H.T.S. Tevens zullen de bouwacti viteiten in dat stadsdeel nog volop worden voortgezet. Een en ander betekent tegelijkertijd, dat verschillende oude gebouwen in de binnenstad zullen worden ver laten. In die gevallen, waarin dit betekent, dat men uit noodgebouwen trekt (zoals bijvoorbeeld het belas tingkantoor) of een outlet wordt verkregen van ab soluut onvoldoende ruimte, zijn er alleen maar plus punten. In sommige gevallen zal het echter ook be tekenen, dat panden in de binnenstad beschikbaar ko men, waarvoor het nog niet zo eenvoudig zal zijn een passende bestemming te vinden. Zo juist heb ik ook de nieuwe huisvesting van de H.T.S. genoemd. Er zijn nog enkele gunstige berich ten te noemen over nieuwe huisvesting van scholen. Het laat zich aanzien, dat op niet al te lange termijn kan worden begonnen met de bouw van een viertal scholen. Dit zijn een nieuwe M.T.S. in het Aldlan, een nieuwe I.T.O.-school in Huizum (ten Zuiden van de Potmarge), de Streekdagschool op het industrieterrein Schenkenschans en de school Vorming Bedrijfsjeugd. Over de plaats van vestiging van deze laatste school wordt nog overlegd. Ik hoop, dat we in 1972 daadwer kelijk kunnen beginnen met de bouw van het gemeen telijk scholencomplex V.W.O. en M.A.V.O. in het Ald lan. Voorts kan ik U meedelen dat voor de bouw van de kleuterschool in Goutum thans de financiering rond is. Werkelijk teleurstellend is het tot dusverre door het Rijk ingenomen standpunt met betrekking tot de uitbreiding van het hoger beroepsonderwijs in Leeu warden. Scherpere uitdrukkingen zou ik op dit moment willen vermijden, hoewel ik het moeilijk vind die voor mij te houden. Wel moet mij nu reeds van het hart, dat ik een aantal via de pers bekend geworden cate gorische uitspraken van Minister De Brauw moeilijk kan verteren, te meer daar deze bewindsman nog geen enkele keer hier is geweest om zich te oriënteren. We hebben nog geen gelegenheid gekregen met hem te spreken over de zich hier voordoende problematiek. Ook over de in samenwerking met het bestuur van de uni versiteit van Groningen opgestelde plannen met be trekking tot het wetenschappelijk onderwijs, hebben wij nog geen enkele kans gekregen met de Minister te praten. Ik hoop, dat het eerste gesprek met Minis ter De Brauw zal spoedig plaats hebben en dat zal blijken, dat deze bewindsman toch een open oog heeft voor onze problemen en tevens, dat hij bereid is daar aan iets te doen. ;Na dat gesprek zullen we de balans opmaken en ook U, leden van de Raad, nader infor meren. Morgen komt Minister Van Veen in Leeuwar den. We zullen hem stellig deelgenoot maken van onze zorgen. Vlak vóór de Kerstdagen hebben Wethouder Ten Brug en ik een zeer uitvoerig gesprek gehad met Staatssecretaris Schelfhout. Ook ut"1"' van gedachten gewisseld over d scala van mogelijkheden van h< in Leeuwarden. Deze bewindsma voor onze problemen en wij vei op, dat hij hieraan de nodige a£ Het verbinden van een school v en administratief onderwijs (H.I nieuwe H.T.S. in Leeuwarden blij land allerwegen als een belangi beschouwd. Zowel de Regionale I voorziening, de Kamer van Koo; schappij voor Nijverheid en Han over tot de betrokken bewindslï de laatste vergaderingen van de en van de Gemeenteraad van L aandacht geschonken. Na deze wat sombere geluidei van het hoger beroepsonderwijs, meer optimistische klanken late de tweede sporthal in Leeuwar opend. Het was tevens de 200ste was mede daarom, dat Ministe kwam verrichten. Wij hebben I dat de Minister hierbij persoon! heeft gegeven. We zijn druk be: ding voor de derde sporthal, die dijkje moet komen. Ik heb wel de korte termijn een subsidie-toeze sporthal mogen verwachten. Voc in onze gemeente zeven gymi Een belangrijk pluspunt zowel opvoeding op de scholen als voor in onze stad. Op het gebied van de ruimtel we een belangrijke mijlpaal berei ber j.l. de Structuurcommissie d« van de gemeente Leeuwarden" 1 is ca 4 jaar aan deze nota gew< op en heb ook de stellige verwa een belangrijke bijdrage zal lever de meningsvorming en de vei plannen op het gebied van de ri onze gemeente. De nota is in ruime mate verspreid. In dit jaar zal de structuurnota stellig ook een be langrijk punt van discussie vormen in Uw Raad. In middels wordt met voortvarendheid gewerkt aan de herziening van de structuurnota voor de binnenstad. Over de voortgang met betrekking tot een groot aan tal bestemmingsplannen wordt regelmatig verslag aan de Raad uitgebracht, zodat ik thans wil volstaan met daar naar te verwijzen. Wel wil ik de Raad nog wijzen op het feit, dat in de in behandeling zijnde bestem mingsplannen voor nieuwe wijken en de dorpen in onze gemeente 11.000 a 12.000 woningen gebouwd zul len kunnen worden. We doen al het mogelijke een achterstand in de woningproduktie in onze gemeente spoedig in te lopen en treffen tegelijkertijd de noodzake lijke voorbereidingen voor de woningproduktie op lan gere termijn. Niet alleen het aantal te bouwen wonin gen, maar ook de kwaliteit en de variatie vereisen daarbij alle aandacht. Goede woonvoorzieningen voor de groeperingen met de lagere inkomens zullen vooral bevorderd kunnen worden door de renovatie van be staande woningen. Op dat gebied worden thans reële vorderingen gemaakt. Er komt ook duidelijk tekening in de ontsluiting van het nieuwe industrieterrein „de Hemrik" in het oosten van de stad. De ophoging van het ca 200 hectare grote terrein is volop in gang; met de bouw van de brug over de Wijde Greuns is begon nen. Spoedig zal de aanleg van de ontsluitingsweg van het Drachtster kruispunt tot de Wijde Greuns volgen. Ik hoop, dat in de loop van 1972 zal kunnen worden begonnen met het nieuwe gebouw voor de G.G.D. en de Schooladviesdienst, met het verzorgingstehuis als „derde poot van Triotel", alsook met een nieuw ge bouw voor de Gemeentelijke Sociale Dienst. De finan ciering van het nieuwe G.G.D.-gebouw is rond. Uiter lijk april 1972 verwachten we de financieringsmiddelen voor het verzorgingstehuis beschikbaar te krijgen, ter wijl het Sociaal Fonds voor de Bouwnijverheid in prin cipe bereid is het nieuwe G.S.D.-gebouw te financieren. Wat dit laatste gebouw betreft, kan ik nog meedelen, dat daarover op korte termijn nadere voorstellen aan de Raad zullen worden aangeboden. De gemeentelijke activiteiten strekken zich niet al leen tot de nieuwbouw uit. Ook op het terrein van de restauraties kan 1972 een belangrijk jaar worden. De restauratie van het complex Princessehof kan nage noeg gereed komen. Het is te hopen, dat met de res tauratie van de Grote Kerk een begin kan worden ge maakt; dat is ook wel de hoogste tijd. Daarover zijn besprekingen gevoerd met de Rijksdienst voor de Mo numentenzorg, het Provinciaal Bestuur en het Kerk bestuur. Ik verwacht, dat op zeer korte termijn nadere voorstellen aan Uw Raad gedaan zullen worden over de gemeentelijke subsidie-bijdrage. Over de mogelijk heden tot behoud van de Sint Bonifatiuskerk en -toren voeren wij momenteel overleg met het parochiebestuur. Het College van B. en W. zal hierover binnenkort ver slag uitbrengen aan de Raad. We hebben ook met de uit de burgerij gevormde Stichting tot behoud van kerk en toren reeds een oriënterende bespreking gehad. Het gaat er op lijken dat ook de Oldehove nog in 1972 in de steigers kan komen. Misschien wordt dit jaar ook een weg gevonden in onze binnenstad de restauratie van woningen meer systematisch aan te pakken en te bevorderen. In dit verband zal Drs. Hengeveld, direc teur van de N.V. Amsterdamsche Maatschappij tot Stadsherstel, voor ons een inleiding komen houden. Reeds in meer plaatsen heeft de heer Hengeveld er aan meegewerkt het herstel van de woonfunctie van historische binnensteden op gang te brengen. Nu ik geleidelijk in de sfeer van de „welzijnssector" ben beland, wil ik toch ook nog gaarne opmerken, dat het uitstekend gaat met de belangstelling voor het Frysk Orkest. De bezoekersaantallen zijn hoog en de kwaliteit van de concerten wordt alom geprezen. Het bezoek aan de Harmonie in het algemeen is relatief niet ongunstig, al zou ik graag wat meer belangstel ling voor toneel zien. Wel valt en dat is hoopvol een groeiende belangstelling van jongeren waar te nemen. De artiestenaccommodatie in de Harmonie is aanzienlijk verbeterd. De leiding van onze schouwburg doet al het mogelijke ook de sfeer voor het publiek te verbeteren. Het beroepsvoetbal is ook een zaak van gemeente lijke zorg, althans wat de financiering betreft. „Cam- buur" heeft de afgelopen maanden nogal wat proble men gehad. De successen zijn dit jaar niet zo bijzonder. Het lijkt mij, dat het dieptepunt achter de rug is. Het is mij bekend, dat bestuur, dagelijkse leiding en spe lers hun uiterste best doen zowel in sportief als in financieel opzicht zo goed mogelijke resultaten te be reiken. Ik heb er echt wel vertrouwen in, dat ze daarin slagen. Men hoort wel eens opmerkingen over het maken van een keuze tussen Frysk Orkest en Cambuur. Nog afgezien van het feit, dat het instel lingen in onze samenleving zijn die zich moeilijk laten vergelijken, zou ik willen opmerken, dat het mij ook niet erg reëel lijkt een keuze te willen maken of een voorkeur uit te spreken. Ik vertrouw er op, dat zeer velen het er met mij over eens zullen zijn, dat we ze beide willen behouden en dat beide, vanzelfsprekend binnen redelijke grenzen, aanspraak mogen maken op een gemeentelijk subsidie. Hiermede ben ik dan toch weer bij de financiën terecht gekomen. Mag ik U in dat verband nog mee delen, dat we in 1971 voor 50 miljoen gulden hebben geïnvesteerd tegen 59 miljoen gulden in het jaar 1970. Het verschil is hoofdzakelijk gelegen in een lager be drag, dat in de nieuwbouw voor ziekenhuis en ver pleegtehuis werd geïnvesteerd (6 miljoen in 1971 te gen 15 miljoen in 1970). De bevolking in onze gemeente is in de loop van 1971 terug gelopen. Juiste cijfers kan ik U nog niet geven, maar de vermindering zal over dat jaar toch aanmerkelijk zijn. Helaas volgt Leeuwarden in deze een ontwikkeling, welke eveneens in talrijke andere grotere stedelijke gemeenten valt waar te nemen. In de regio Leeuwarden als geheel is het beeld anders, hoewel ook voor het gehele gebied de bevolkingsont wikkeling niet gunstig kan worden genoemd. Daarbij speelt o.m. het ontbreken van wetenschappelijk on derwijs en het nog niet aanwezig zijn van een volledig pakket van hogere beroepsopleidingen een belangrijke rol. Ik hoop, dat we metelkander de inspiratie zullen vinden zo spoedig mogelijk uit deze impasse te ko men. Ook zal onze zorgelijke financiële positie een uiterste krachtsinspanning vragen. Bij dit alles kunnen we stellig rekenen op de medewerking van het amb tenarenkorps. Voor hun toewijding in het afgelopen jaar wil ik hun gaarne vanaf deze plaats hartelijk dank zeggen. Ook van U, leden van de Raad, zal in 1972 weer veel energie worden gevraagd. Ik ben er van overtuigd, dat U die gaarne zult geven in het be lang van de inwoners van onze gemeente. Tenslotte moge ik U allen, zowel in persoonlijk als in zakelijk opzicht, een gezegend en voorspoedig 1972 toewensen. Mevr. Woudstra-Peene is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Heidinga: Mijnheer de Voorzitter, dames en heren. Het jaar 1971 is voorbij gegaan. Al weer bijna tien dagen van 1972 zijn verstreken. Het is inderdaad zoals de Voorzitter zei: De jaren gaan als in sneltrein vaart aan ons voorbij. Daarom is het goed zoals hij ook gedaan heeft even een terugblik te werpen op het jaar, dat voorbij ging, en vooruit te zien naar dat wat op ons af komt. Wij zijn het geheel met de Voorzitter eens, dat er in onze gemeente ook in het afgelopen jaar veel tot stand is gekomen. Om dit te bereiken is veel werk gedaan, zowel door het College als door het gehele bestand van werkers in dienst van de Gemeente en de Raad zegt allen daarvoor hartelijk dank. Ook lijkt het ons gewenst te constateren, dat het onze Gemeente in het algemeen niet heeft ontbroken aan de nodige medewerking van hogere instanties, zoals G.S. van Friesland en Ministeries of Departementen in Den Haag. „In het algemeen", zei ik. Er blijven altijd za ken, waarvan wij menen, dat zij sneller en efficiënter zouden kunnen en moeten worden behandeld en afge daan. Een bijzonder ernstige ontwikkeling lijkt op ons af te komen m.b.t. het wetenschappelijk- en het hoger beroepsonderwijs in Leeuwarden, eigenlijk in Friesland. Houdt U ervan verzekerd, mijnheer de Voorzitter, dat de Raad in deze zaak geheel aan Uw zijde staat. Er moet onverkort aan worden vastgehouden, dat de uit breiding van het hoger beroepsonderwijs voor Friesland niet alleen van het grootste belang is, maar dat Fries land daar ook recht op heeft. Wij betreuren het als Gemeenteraad zeer, dat de Ge meente nogal wat in inwonertal achteruit gegaan is, hoewel we wisten, dat dat ervan zou komen. Er is n.l. reeds sedeit tal van jaren een duidelijke samen hang tussen het aantal woningen dat klaar komt, en de toename van de bevolking. Als U de aantallen gereed gekomen woningen van de laatste 20 jaar zet naast de getallen die de vooruitgang of achteruitgang van het inwonertal aangeven, dan zult U zien, dat er in onze stad ieder jaar ten minste 1000 woningen moe ten worden gebouwd om een matige groei van het in wonertal te verkrijgen. Ons beleid op dit gebied is nogal wat tekort geschoten helaas. Wij wisten wat de gevolgen zouden zijn. Jammer genoeg ondervinden we ook de nare gevolgen van dit beleid in de financiële sector en ook daar past dat ons bijzonder slecht. Wij zijn het dan ook geheel met U eens, mijnheer de Voor zitter, dat wij alles zullen moeten doen wat in ons vermogen ligt om weer tot een behoorlijke woningpro duktie te komen. En wat dat betreft, beloof ik U: Op Uw Gemeenteraad kunt U rekenen. Wij mogen U daar bij, geloof ik, nu reeds wijzen op de nieuwe, verbeterde regelingen die Minister Udink aan de gemeenten heeft medegedeeld betreffende de rehabilitatie van de oude binnensteden. Dit behoort eigenlijk bij de behandeling van de begroting; dat weet ik wel. Maar dan zijn er al weer twee maanden voorbij. Laten we, indien enigs zins mogelijk, toch een optimaal gebruik maken van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 3