3
De heer Van Haaren: Ja, dat deed ik, maar na het
geen de heer Faber heeft gezegd, trek ik mij terug.
De heer Xiekstra (weth.): Wat de panden, genoemd
onder de nummers 1 t/4, betreft, meen ik, dat één daar
van inmiddels al verhuurd is. Voor zover er vraag naar
zou zijn, kunnen mogelijk ook de andere verhuurd
worden. Dit kan ik uiteraard op het ogenblik niet uit
het hoofd zeggen. De heer Faoer constateert, dat de
panden, vermeld onder 5 en 6, afgebroken worden. Die
worden inderdaad voor afbraak gekocht. Hij vraagt
naar de data, waarop de afbraak zal plaats hebben,
maar dat lijkt mij wat te veel gevraagd, want het
raadsbesluit, dat wij nu nemen, moet natuurlijk nog
worden goedgekeurd en de akte moet zijn gepasseerd.
Wij kunnen ons niet veroorloven een pand af te bre
ken, dat nog niet ons eigendom is, maar ik dacht, dat
het redelijk is te veronderstellen, dat de betreffende
panden nog wel in het eerste halfjaar van 1972 kunnen
worden afgebroken. Ten aanzien van de panden, ver
meld onder 8 en 9, kan ik uit het hoofd niet zeggen.
Ik dacht, dat deze liggen in het tracé van de Ooster-
goweg. Is dat inderdaad zo, dan komen ze, voor zover
ze staan ten zuiden van de reeds in de vorige verga
dering aan de orde gekomen situering met betrekking
tot de Eysingastraat, inderdaad voor zo spoedig moge
lijke afbraak in aanmerking. En het pand, genoemd
onder 11, IJsbaandwarsstraat 13, valt uiteraard onder
dezelfde noemer.
De heer Faber: De noodzaak om de twee panden,
genoemd onder 8 en 9, af te breken, zie ik op dit mo
ment nog niet. Voor de aanleg van de Oostergoweg is
de afbraak toch nog niet zo urgent?
De heer Xiekstra (weth.Het is bekend, dat in dit
tracé, voor wat het gedeelte, waarin genoemde panden
staan, al wordt afgebroken in het kader van de plan
ning van de voorzieningen in verband met de aanleg
van de Oostergoweg. Mogelijk kan het afbraakproces
daar wel een paar jaar duren, maar dat betekent niet,
dat een individueel pand, dat in dit gebied wordt aan
gekocht, opnieuw voor bewoning kan worden uitgege
ven. Het proces van afbraak in dit tracé zal stellig
doorgaan.
De heren Faber en Van Haaren wensen de aanteke
ning, dat zij geacht willen worden te hebben tegen
gestemd.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W., met aantekening, dat de heren Faber en
Van Haaren tegen zijn.
Punten 4 t.e.m. 7 (bijlagen nos. 21, 23, 28 en 22).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 8 (bijlage no. 32).
De heer Van Haaren: In de raadsbrief is ook sprake
van het graven van vijvers en watergangen. Mijn
vraag is: Wordt de structuur van het plan hierdoor
niet vastgelegd? Ik meen, dat er ten aanzien van het
structuurplan, m.n. het groene hart, vanuit de Raad
voor de Volkshuisvesting ook nogal ernstige bezwaren
waren.
U vraagt een prijsopgaaf aan een tweetal daarvoor
aangezochte aannemers en ik vraag mij af, of het niet
mogelijk is gewoon in de raadsbrief te vermelden of
de Raad alsnog mede te delen, welke twee aannemers
dat zijn.
De hear Singeïsma: Ik wit net, oft wy op 'e goede
wei binne, as wy publike saken ünderhans oanbisteegje.
Ik tocht, dat wy mear minsken de gelegenheit jaen
moasten hjirop yn to skriuwen. Der stiet yn it rieds-
brief wol in moaije sin: „Tenslotte delen wij U mede,
dat naar ons oordeel mag worden verwacht, dat bij een
openbare behandeling van het werk zeker geen bedrag
uit de bus zal komen, dat lager is dan de inschrijf-
sommen van de aannemers, die voor onderhandse aan
besteding zullen worden uitgenodigd.", mar ik wit net,
hwer't dat op basearre is. Ik soe dêr graech in ant-
wurd op hawwe wolle fan de bitrutsen Wethalder.
De heer Heitlinga: Speciaal naar aanleiding van de
opmerking van mijn mede-raadslid de heer Van Haaren
vraag ik het woord. Toen wij destijds de ophoging van
Camminghaburen in de Raad bespraken, heb ik over
de ophoging met zand en de manier waarop nogal iets
gezegd. Dat weet men wel. En daarbij heb ik er op
gewezen, dat, wanneer de Raad de manier van op
hogen aannam die B. en W. voorstelden, men dan eerst
de watergangen zou moeten graven. Dat is gewoon
inherent aan deze manier van werken. De Raad heeft
dus destijds al besloten het zo te doen en het kan niet
anders meer.
Maar nu ik toch het woord heb, wil ik opmerken,
dat het moeilijke punt bij deze aanbesteding is, dat
het wel om een bijzonder specialistisch werk gaat. Niet
alle terreinen zijn ons eigendom en omdat het een be-
malingsgebied is ik praat eigenlijk voor de Wet
houder kan men het niet domweg omkaden en op
spuiten, zoals we het bijv. wel met de Hemrik doen en
met 't Aldlan gedaan hebben. Daar werd direct een
kade omheen gelegd en het gat werd vol zand ge
spoten. En wat er dan later voor plan op zo'n terrein
komt, zien we dan wel. Maar we blijven hier een ge
bied houden, dat bemalen wordt. Hier gelden andere
factoren dan in normale gevallen.
De heer Tiekstra (weth.): De heer Heidinga heeft
volkomen gelijk als hij naar aanleiding van de eerste
vraag van de heer Van Haaren zegt, dat bij de ge
deeltelijke ophoging in het poldergebied de waterhuis
houding moet blijven functioneren en dat zulks impli
ceert, dat men bij het opbrengen van grond ervoor
moet zorgen, dat er opnieuw watergangen komen. Op
dit moment is het het meest aantrekkelijk om zoveel
mogelijk aan te sluiten in het noordelijk deel, op de
ontworpen „toestand". Maar als die toestand straks
anders wordt, dan zal men bij de verdere gedeeltelijke
ophoging daar weer op moeten aansluiten. Dat is hele
maal niet zo'n grote moeilijkheid; er moet toch grond
verzet worden gepleegd en het betekent gewoon, dat
je met het grondverzet doorgaat.
De keuze van de bedrijven is inderdaad beperkt. De
aannemers moeten kunnen beschikken over de hoe
veelheid zand waarom het hier gaat. En onze kennis
strekt op het ogenblik zover, dat wij weten, dat twee
bedrijven de beschikking hebben over zandputten, een
ontgrondingsvergunning hebben in de provincie Fries
land en dat het zand dat zij opgraven, voor dit gebied
geschikt is. Deze bedrijven zijn dus de goedkoopste
leveranciers van zand. Het ene bedrijf is de Raad wel
bekend, n.l. Dikkerboom en Sybrandy, dat ook reeds
de Hemrik ophoogt. De prijzen van die ophoging zijn
bekend en ik dacht, dat de prijs, die hier geboden
wordt, kan worden afgecheckt. Het is een zaak van
open begroting. Het andere bedrijf is niet in Friesland
gevestigd, maar het heeft wel de beschikking over een
in Friesland gelegen put. Ik meen, dat het de Utrechtse
Wegenbouw Mij is, maar het is de vraag, of dit bedrijf
concurrent kan zijn t.o.v. het andere door mij genoem
de bedrijf.
Op de opmerking fan de hear Singeïsma antwurdzje
ik: Soene wy foründersteld hawwe, dat dizze wize fan
hanneljen de djürste wie, dan hiene wy dit net üt-
steld. Mar just omdat wy, binammen ek nei advys
fan üs deskundigen, fan bitinken wiene dat dit de
meast doelmjittige, de meast guodkeape, manear fan
dwaen wie, hawwe wy dit ütstel dien.
Dit is mijn korte beantwoording van de beschou
wingen die de heren hebben gehouden.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 9 t.e.m. 13 (bijlagen nos. 36, 27, 24, 30 en 29).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 14 (bijlage no. 26).
De heer Snel: De rondweg kent een aantal ver
keerstechnische knelpunten. De verkeerskruising Tijnje-
dijktoekomstige Drachtsterweg is daar één van. Als
het Drachtsterplein in gebruik wordt genomen, zal de
verkeerssituatie ter plaatse nog wel wat drukker wor
den, zodat oversteken van die weg een probleem zal
vormen. Degenen, die in deze omgeving wonen, hebben
gevraagd de oversteek voor voetgangers en fietsers ge
makkelijker te maken door de aanleg van een tunnel.
Hoewel een ongelijkvloerse kruising aantrekkelijk is,
is de prijs die hiervoor moet worden betaald, bepaald
niet mis. Ook al zou de Raad tot aanleg van een tunnel
besluiten, dan nog zie ik, met het oog op de financie
ringsproblemen, zo'n tunnel nog lang niet gerealiseerd.
En toch moet voor het in gebruik nemen van het
Drachtsterplein een redelijke voorziening' ter plaatse
getroffen worden. Het is om deze reden, dat mijn fractie
akkoord gaat met het voorstel, op dit kruispunt ver
keerslichten te plaatsen, met als voordeel, dat deze
meegenomen kunnen worden uit de beschikbare
f 220.000,Van de Wethouder wilde ik graag verne
men, of deze verkeerslichten worden gekoppeld met
die van het Drachtsterplein, zodat van een z.g. groene
fase gesproken zou kunnen worden. Ook zou ik graag
willen weten, of de omlooptijd van de betreffende ver
keerslichten al bekend is.
De heer Van Haaren: Ik wil me graag aansluiten
bij wat de heer Snel heeft gezegd. Ik geloof, dat het
inderdaad een goed ding is, dat hier verkeerslichten
■komen, hoewel we eigenlijk de voorkeur zouden hebben
gegeven aan een ongelijkvloerse kruising. Die kost een
heleboel geld, maar ik zou de Wethouder willen vragen:
Wat kost die de Gemeente nu in concreto? Is het mo
gelijk voor het in de raadsbrief genoemde bedrag mis
schien toch nog van andere instanties subsidies te krij
gen, waardoor het kostenbedrag voor de Gemeente zou
kunnen worden verlaagd?
Verder wordt in de raadsbrief gezegd: „Uiteraard
wordt er naar gestreefd de plaatsing te doen aanslui
ten op het gereedkomen van de civiel-technische wer
ken." Ik wilde de Wethouder vragen, of hij kan zeg
gen, wanneer ongeveer deze genoemde werken kunnen
gereedkomen.
Wat de gehele problematiek van de rondweg betreft,
ik geloof, dat het goed is, dat we ervan afstappen,
dat dit een race-baan is en dat het heel gewoon is
voor deze stadsweg, dat daar verkeerslichten op ko
men. Ik hoop dan ook, dat er spoedig, in navolging
hiervan, ook bij Bilgaard verkeerslichten komen en dat
het t.a.v. een aantal nieuwe buurten ik denk aan
't Aldlan misschien toch mogelijk is nu, in dit sta
dium, ook te denken aan tunnels die daar misschien
minder duur zijn dan in een concrete situatie als de
in deze raadsbrief bedoelde kruising.
Mevr. Dijkstra-Bethlehem: Bij dit voorstel zou ik
willen uitgaan van een optimale beveiliging van lang
zaam verkeer, vooral van de kinderen. Juist in deze
tijd met de steeds drukker wordende autowegen is het
zonder meer een zaak voor de Gemeente maatregelen
te treffen, die vooral gericht zijn op de bescherming
van de burgerij. En nu ligt er en, naar ik dacht, wel
overwogen een verzoek tot het maken van een tunnel.
Ik wil bij de beoordeling hiervan vooropstellen, dat de
betreffende rondweg met aansluiting op de weg naar
Drachten in de toekomst wel een bijzonder drukke weg
wordt, met alle gevaren van dien. En bij dit alles komt
zeer zeker het feit, dat tal van kinderen vier maal per
dag deze weg moeten oversteken. Bij dit vraagstuk is,
meen ik, niet in de eerste plaats doorslaggevend, wat
het maken van een tunnel kost. Voor mij geldt vooral:
Is een tunnel mogelijk Uit dit voorstel blijkt zonder
meer, dat de mogelijkheid voor het maken van een
tunnel op het betreffende punt in de praktijk mogelijk
is. En ik dacht, dat het College bij dit voorstel om een
verkeerslichten-installatie aan te brengen is uitgegaan
niet van de beste, maar wel van de goedkoopste op
lossing. Ik zou daarentegen willen uitgaan van de vei
ligste maatregelen en dus niet van de goedkoopste.
Ik ben dan ook van mening, dat, wanneer het besluit
voor verkeerslichten, zoals B. en W. voorstellen, nu
genomen zou worden, met alle gevaren van dien, wij
als Raad in de komende jaren toch nog weer met dit
vraagstuk zullen worden geconfronteerd en dan even
tueel alsnog zullen moeten overgaan tot het maken
van een tunnel. Uit dat oogpunt bezien, zou ik dit voor
stel tot het aanbrengen van een verkeerslichten-instal
latie willen afwijzen en er nogmaals met klem op willen
aandringen tegemoet te komen aan datgene wat de
adressanten voorstellen, n.l. over te gaan tot de bouw
van een tunnel.
Mevr. Woudstra-Peene is inmiddels ter vergadering
gekomen.
De heer Heidinga: Ik geloof, dat wat hier voorge
steld wordt op het ogenblik wel het beste is wat U zou
kunnen doen. Het is thans niet mogelijk daar op korte
termijn een tunnel onder de weg te leggen. En toch
zit mij iets dwars; daarom vraag ik ook het woord.
Ik heb de stellige indruk, dat B. en W. of de dienst
Openbare Werken ik weet het niet tegenstanders
van tunnels zijn. Er had natuurlijk in een veel eerder
stadium wel rekening mee kunnen worden gehouden,
dat hier een tunnel zou moeten komen. En dat is niet
gebeurd. Maar op het moment, dat er zich dan weer
eens een acuut geval voordoet, schatten we, dat het
wel zo'n f 450.000,- zal kosten of nog mooier
wel f 700.000,en die schattingik weet het niet.
Ik krijg zo zachtjes-aan het gevoel, dat men deze zaak
niet serieus neemt. En dan geloof ik, dat het veel beter
is, dat tegen de Raad te zeggen. Er is n.l. een jaar of
wat geleden een motie-Rijpma-Tjerkstra of Tjerkstra-
Rijpma aangenomen over ongelijkvloerse kruisingen,
om de toekomstige bewoners van 't Aldlan de gelegen
heid te geven gevaren-vrij de stad binnen te komen.
Van die motie horen we natuurlijk nooit meer wat. We
timmeren maar door, we gaan maar door met wegen
bouwen enz. Op een bepaald moment horen we dan, dat
er allemaal verkeerslichten op de ringweg komen. En
dan zeg ik niet, dat dat verkeerd is, maar ik wil graag,
dat de Raad dan ook die zaak voor ogen gesteld wordt'.
Zo en zo, om die en die reden is het beter, dat we die
weg met verkeerslichten beveiligen in plaats van dat
we daar ongelijkvloerse kruisingen maken. Ik zou daar
graag over willen praten en dan een besluit nemen.
Want als we telkens maar zeggen: Die tunnels zijn zo
duur we hebben hier ook wel eens van Openbare
Werken een schatting gehad van f550.000,geloof
ik dan blijft het gewoon een beetje doorsudderen
en we brengen verkeerslichten aan. Maar ik zou graag
willen weten, waarom verkeerslichten beter zijn. Wordt
er elders geen gebruik gemaakt van tunnels? Voldoet
dat niet aan de eisen of aan de verwachtingen die we
ervan hebben? Ik zou graag willen weten: Waarom
willen jullie die tunnels niet Ik breng in herinnering,
dat er een ringweg om Franeker heen gekomen is,
waar direct twee tunnels onder gemaakt zijn. Ze wor
den niet eens gebruikt, maar ze liggen er. (De heer
B. P. van der Veen: Drie zelfs.) Nou goed, drie. Er
is een ringweg rond Veenwouden gemaakt; daar zijn
direct twee tunnels onder gemaakt, één bij het station
en één bij het zwembad. Er komt haast geen kop door
en in verhouding met wat er aan verkeer bij ons op de
ringweg passeert, is het verkeer daar bijzonder gering.
Toch wordt direct rekening gehouden met het maken
van voetgangerstunneltjes onder die wegen en die tun
neltjes worden in het totale kostenbedrag meegenomen.
Dat hadden wij ook kunnen doen, als wij van oordeel
zijn, dat ze er horen. Maar wij doen dat niet, we nemen
ze niet mee. En als wij dan voor het feit komen te
staan, dat we er aan toe zijn ik herhaal het dan
zeggen we, dat het zo duur is, dat we het dus maar
met verkeerslichten doen. Deze gang van zaken bevre
digt mij niet. Nogmaals: We doen op het ogenblik het
beste wat we kunnen doen, dat geloof ik zeker. We
moeten daar zo snel mogelijk verkeerslichten hebben,
maar overigens houd ik wat ik gezegd heb staande.
De heer J. de Jong: De heer Heidinga heeft over
dit punt al een inleiding gehouden. Toch wil ik nog
even opmerken, dat ik al minstens een half jaar of
misschien nog wel langer geleden in de Commissie
Openbare Werken gevraagd heb de mogelijkheid van
ongelijkvloerse kruisingen aan de kant van het Bil
gaard onder ogen te zien. Er is toen een toezegging
gedaan, dat dit zou worden bekeken. Men heeft het bij
de diverse diensten erg druk, maar een gevolg van
het niet gestand doen van de toezegging tot nu toe
is toch maar, dat we hier nu weer geconfronteerd wor
den met een onderdeel van werken. De heer Heidinga
zegt, dat hij de indruk krijgt, dat men geen tunnels
wil. Ik zou het graag anders zeggen. Ik zou van de
Wethouder de toezegging willen hebben, dat de Raad
op zo kort mogelijke termijn inzage krijgt van moge
lijkheden en kosten. Ik dacht, dat dit nog even con
creter gesteld is. Dan kunnen we tenminste weten waar
we over praten.