20
21
Wij moesten de Raad vragen toestemming te ver
lenen om het contract van de Gemeente met het Sociaal
Fonds voor de Bouwnijverheid te annuleren. Er moest
een contract komen tussen het Sociaal Fonds en de
Giro. Toen hebben wij gezegd: Ook de Raad zal na
tuurlijk blij zijn, dat de Giro komt, maar de Raad zal
onmiddellijk vragen: Wat doet U met de G.S.D., want
daar worstelen we al jaren mee, en wat doet TI met
de S.A.D. Wat dat laatste betreft en nu herinner
ik even aan de discussie van zopas zijn Weth. Ten
Brug en ik naar G.S. getrokken en wij hebben alle
moeite gedaan geld te krijgen om de uitbreiding van
het gebouw van de G.G.D. te kunnen realiseren. Wij
konden dus meteen in de Raad komen met een voorstel,
dat dat deel van de problemen oploste. Op dat moment
zagen wij maar één mogelijkheid om èn Weth. Heetla
èn de Raad te contenteren wat de G.S.D. betrof. Wij
zouden zeer concreet moeten aangeven waar wij zon
der al te veel vertraging met nieuwbouw voor de
G.S.D. uit de voeten konden. Maar er speelde nog een
factor een rol. Wij moesten, voor wij met een voorstel
in de Raad kwamen, een toezegging hebben van het
Sociaal Fonds. U kunt zich misschien herinneren
daar heb ik in augustus naar verwezen dat wij
geen kans zagen financieringsmiddelen te krijgen voor
een nieuw G.S.D.-gebouw; wij moesten het Sociaal
Fonds bereid vinden een G.S.D.-gebouw op een andere
plaats te financieren. Er zijn toen verschillende ter
reinen genoemd en de vertegenwoordigers van het So
ciaal Fonds hebben ons duidelijk laten weten, dat zij
niet elke plek zouden accepteren. Maar het terrein
naast het Rengerspark vond men een mooie plaats in
Leeuwarden. Als wij die plaats kozen, wilde men de
financiering wel op zich nemen. Hier hebt U het voor
spel; zo zijn wij in de Raad gekomen.
Op dat moment wisten wij nog niet dat is later
naar voren gekomen dat het terrein van Koop-
mans Meelfabrieken beschikbaar kwam. In een iets
later stadium kwam dat ter sprake. Er waren twee
redenen om toen al het voorstel dat nu voor U ligt
intern (in een bepaalde commissie) in discussie te
brengen. Ie Het College is unaniem van mening
men kan daarover van mening verschillen; ik heb
zopas de heer De Vries beluisterd en hij heeft aarze
lingen dat de plaats op het Vliet, waar nu Koop-
mans Meelfabrieken staan, bijzonder geschikt zou zijn
voor de G.S.D. Het is vrij dicht bij de binnenstad. Het
leek ons een aantrekkelijke plaats. Wij hebben in
overleg met deskundigen geconstateerd, dat daar
voldoende ruimte is om een goed kantoor voor de
G.S.D. te bouwen. 2e Wij hadden meteen en ik wil
U zeggen daar zat het College ook nogal tegenaan te
kijken een bestemming voor dit terrein aan het
Vliet. Want we wisten drommels goed de Raad weet
dat ook dat wij geen reële bestemming voor de
oude panden zouden vinden. Het leek ons aantrekke
lijk met een plan te kunnen komen, waarmee we het
Vliet zouden kunnen opknappen. Wij gaan er van uit,
dat dit een machtig mooie aanzet kan zijn Weth.
Tiekstra heeft al over de woonfunctie gesproken
voor opknappen van het Vliet. Dit waren de argumen
ten die ons ertoe hebben gebracht toch de moed te
hebben hoewel we met klem de plaats bij het Ren
gerspark hebben verdedigd bij U te komen met het
voorstel te switchen naar het Vliet. Daar komt nog
één punt bij. Ik dacht, dat Weth. Heetla in eerste in
stantie al duidelijk heeft gezegd, dat er als gevolg van
de wijziging in de plannen praktisch geen vertraging
optreedt. Wij hebben onmiddellijk contact opgenomen
met de architect en met het Sociaal Fonds. We heb
ben maatregelen genomen we zijn inderdaad op het
besluit vooruit gelopen en de architect onmiddellijk
opdracht gegeven hoewel er nog geen beslissingen
waren een schetsplan te maken voor een gebouw
aan het Vliet. Dan nog één argument, dat ook gewicht
in de schaal heeft gelegd. U weet allemaal, dat er bin
nenkort een nota zal komen over het Noorden des
Lands. Wij hopen of het zal gebeuren, weten we
niet dat er ook duidelijk in zal worden aangegeven,
dat diensten worden overgeplaatst naar Leeuwarden.
En wij hebben gezegd: Dan zullen we in Leeuwarden
snel een plaats moeten kunnen aanbieden die duide
lijk aanvaardbaar is. Op korte termijn gezien is het
terrein naast het Rengerspark een van de weinige
plekken die wij beschikbaar hebben en vrij kunnen
maken om snel uit de voeten te kunnen als we het
geluk zouden hebben, dat nog eens een rijksdienst
van enige omvang naar Leeuwarden komt.
Nu heb ik U, meen ik, alle argumenten genoemd
die ertoe hebben geleid, dat wij toch de moed hadden
mot dit voorstel te komen. Ik begrijp de aarzelingen
van de heren Bourna en De Vries heel goed, ook al
omdat wij in augustus met veel klem het terrein bij
het Rengerspark hebben verdedigd.
Omdat ik me nogal sterk bemoeid heb met deze
problematiek, meende ik, dat ik U toch deze toelich
ting moest geven.
De heer Heetla (weth.Ik wil de Voorzitter graag
dank zeggen voor zijn toelichting; ook de heer Heidinga
ben ik dankbaar voor zijn woorden. Ik wil hiermee
natuurlijk niet zeggen, dat ik geen waardering heb
voor de andere opmerkingen die gemaakt zijn.
Ik was niet ingegaan op de kwestie van dc over
plaatsing van de rijksdiensten, omdat ik meende, dat
dat in de raadsbrief stond. En er staat ook duidelijk
in, dat het College hoopt, dat bij het Rengerspark rijks
diensten zullen komen. Dat heeft ook een rol gespeeld
in de besprekingen. Toen wij met de deskundigen bezig
waren met de tekeningen voor een gebouw op het ter
rein bij het Rengerspark, gaf dat ook al moeilijkheden.
Voor mij spoelde ook nog een rol dat staat niet in
de raadsbrief dat de woonwagens daar nog weg
moeten; ik moet nog zien, dat dat gebeurt.
Het is altijd de bedoeling geweest, dat bij het Ren
gerspark kantoorgebouwen zouden worden gebouwd
dat aan het adres van de heer De Vries en het zou
moeilijk zijn het gebouw van de G.S.D. daarbij aan te
passen. Dit zal heus niet zo'n groot gebouw worden. Ik
heb zopas al gesproken over 1.500 m2 nuttige vloer
oppervlakte. Er komt natuurlijk wel heel wat bij voor
parkeerruimte enz. Het totaal-oppervlak zal ongeveer
3.000 m2 belopen. Door deskundigen is mij gezegd, dat
dit gebouw beter te verwezenlijken is aan het Vliet,
dan bij het Rengerspark, want we zouden daar veel
moeilijkheden krijgen met de aanpassing. Dat heeft
bij mijn overwegingen ook een rol gespeeld.
Nogmaals, ik heb niet het vermoeden, dat de wijzi
ging in de situering remmend heeft gewerkt. Ik kan
U verzekeren, dat er geen tijd is verspeeld. Als er
iemand graag een nieuwe huisvesting voor de G.G.D.
wil hebben, dan ben ik het wel. Ik hoop, dat College en
Raad straks de gelden zullen kunnen vinden om een
en ander te verwezenlijken. Dat moet ook nog in de
Raad worden besproken. Wij moeten ook nog toestem
ming daarvoor hebben van G.S., want als dat niet
gebeurt, zitten we weer in het slop.
De heer Meijerhof: Hoe zit het met die woonwa
gens? (De Voorzitter: Dat heeft geen rol van bete
kenis gespeeld.) Maar de Wethouder noemt het. (De
Voorzitter: Natuurlijk praat je daarover, maar dat
probleem was al opgelost. Dat is geen argument ge
weest. Daar wil ik heel duidelijk over zijn.) Is er dan
een andere plaats voor die woonwagens? (De Voor
zitter: Wij waren op zoek naar een andere plaats.
Wij waren ons ervan bewust, dat, als we dat terrein
waar dan ook voor nodig hadden, er voor die woonwa
gens een oplossing moest komen. Hoe dan ook. Daar
was het College het ook roerend over eens.)
De heer Weide (weth.): De heer Van Haaren heeft
gevraagd naar de manege. De heer Van der Veen
heeft samen met de heer Kreuze een stalhouderij in
Meppel. Zij verzorgen o.a. trouwerijen ook in Leeuwar
den (Stem: De koetsjes). Er zijn ook nog andere
activiteiten, maar daar ga ik nu niet op in. De heer
Van der Veen had in eerste instantie dringend behoefte
aan een huisvesting voor zijn paarden. Zodra hij in
Leeuwarden moest optreden, moesten de paarden en
koetsen worden aangevoerd uit Meppel en omgeving.
Dat was voor de man dermate kostbaar, dat het niet
meer haalbaar was. Er is door hem gedacht aan Koop-
mans Meelfabrieken. De ruimte is inderdaad geschikt
voor stalling, maar minder geschikt voor een manege.
Bovendien is een paard dat voor een koets loopt, nog
niet altijd een paard, dat geschikt is voor een manege.
Er is een gesprek geweest (De Voorzitter: Niet al te
uitvoerig, Wethouder.) tussen het bestuur van de Kin
derboerderij en de heren Van der Veen en Kreuze, maar
of dat tot enig resultaat heeft geleid, is mij op dit mo
ment nog niet bekend. Bovendien is er bij de Kinder
boerderij al een buiten-manege. De combinatie binnen-
en buiten-manege zou bij de Kinderboerderij ideaal zijn.
Er wordt op het ogenblik druk aan de exploitatie ge
sleuteld.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W., met de aantekening, dat de heer Bouma
wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punt 15 (bijlage no. 61).
De heer Wiersma: Bij het bekijken van de stukken
met betrekking tot deze bijlage, heb ik aangetroffen
een soortement begroting. Ik kan het eigenlijk nauwe
lijks een begroting noemen. Ik zou beter kunnen zeg
gen, dat het een concept was, dat ik tegen ben ge
komen over de post van f 58.000,Dat bedrag is als
eerste in het rijtje in de raadsbrief genoemd. De ra
ming van de kosten die bij de stukken lag, was nogal
kris-kras doorelkaar geschreven. Ik vind dat nu niet
bepaald een stuk om voor de raadsleden ter inzage te
leggen. Dat in de eerste plaats.
In de tweede plaats wil ik zeggen, dat deze kosten
raming ook is bestudeerd in de Commissie Grondbedrijf.
Die commissie heeft o.a. een post gevonden voor de
stoffering: een bedrag van f 4.500,en de commissie
heeft dat bedrag terug weten te brengen tot f 1.500,
Dat betekende een besparing van f 3.000,Ik heb nog
eens verder gekeken en kwam toen o.a. tegen een post
voor schilderwerk: 700 m2 voor f8.500,muren en
plafonds. Ik ben toen eens gaan rekenen en daarbij
vroeg ik mij af waarmee men deze muren en plafonds
zou willen beschilderen. Zal dat goud zijn, of weet ik,
welk ander materiaal? Ik kan hooguit komen op een
bedrag van ongeveer f 4.500,Als ik dan lees in de
raadsbrief, dat men van de kredieten voor het pand
Arendstuin 43 f 17.800,heeft overgehouden dat
kan nu gelukkig in mindering worden gebracht op het
gevraagde krediet dan dacht ik, dat, als dit plan
nog eens nauwkeurig wordt bekeken, er hierop ook wel
zo'n f 10.000,kan worden bezuinigd. Ik zou U willen
vragen, of U ten aanzien van de verdere behandeling
van deze zaak de uiterste nauwkeurigheid zou willen
betrachten om deze verbouwing en de aanpassing van
het ene gebouw aan het andere zo goedkoop mogelijk
te laten verrichten.
De heer Tiekstra (weth.): Ik weet eigenlijk niet, of
ik wel in staat ben op deze opmerkingen een deugde
lijk antwoord te geven. De heer Wiersma begint met
te zeggen, dat hij dit nauwelijks een kostenraming kan
noemen. Ik dacht, dat het overzicht aan de hand van
de specificatie van de uit te voeren werkzaamheden vrij
duidelijk is. Wat dit soort werkzaamheden betreft
verbouwings- en verbeteringswerkzaamheden, resp. on
derhoudswerkzaamheden zijn er doorgaans geen an
dere stukken beschikbaar, dan de nu ter inzage gelegde.
Er is geen bestek, geen begroting, geen plan; er is
alleen een raming van de kosten van de werkzaamhe
den die moeten worden uitgevoerd.
Als ik de te schilderen oppervlakte deel op het be
drag dat geraamd is, dan kom ik op f 12,per m2.
Het gaat om het schilderen van muren èn plafonds; ik
dacht, dat dat doorgaans wat duurder kan zijn dan
anders. Het hangt ook van de muren af; het betreft
een oud gebouw. Vanzelfsprekend is het zo, dat, al zou
de Raad 2 miljoen beschikbaar stellen en het kost
maar f 50.000,wij niet meer uitgeven dan f 50.000,
Met deze laatste opmerking zou ik mijn bijdrage tot
deze discussie willen beperken.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 16 (bijlage no. 58).
De heer Snel: Een klein vraagje. Op de eerste blad
zijde van de bij de raadsbrief gevoegde specificatie
wordt voor de aanschaf en het onderhoud van school
boeken, leermiddelen e.d. ten behoeve van de woon
wagenkampklas een bedrag genoemd van f 33,10. Dat
bedrag is lager dan het bedrag, dat voor het gewoon
lager onderwijs beschikbaar wordt gesteld. Ik dacht
juist, dat voor dit bijzondere onderwijs het bedrag per
leerling hoger zou moeten zijn; in ieder geval niet lager.
De heer Ten Brug (weth.): De f33,10 is gevonden
door het bedrag van vorig jaar met het normale per
centage te verhogen. Toen was het f 31,50. Om een ver
gelijking te kunnen maken met de bedragen die voor
het gewoon lager onderwijs zijn genoemd, moet bij de
f33,10 worden geteld f4,50 (voor handenarbeid; dat
heeft deze klas niet) en f 1,50 (televisietoestel; dat
heeft die klas ook niet). Als U deze drie bedragen op
telt, komt U op een bedrag van f39,10; dat is het
bedrag, dat U terug vindt (f37,plus f2,in de
raadsbrief behorende bij het volgende agendapunt.
De heer Snel: Waarom hebben deze kinderen geen
handenarbeid
De heer Ten Brug (weth.)Handenarbeid is op deze
school nog niet ingevoerd. Dat is ook niet zo gemak
kelijk, want deze school heeft een zeer vlottende be
volking. Maar wordt handenarbeid ingevoerd, dan heb
ben wij daar geen enkel bezwaar tegen; dan zullen we
daarvoor alsnog betalen. U ziet wel, dat het totale be
drag niet veel voorstelt, want het gaat maar om 15
leerlingen. Bovendien en daar gaat het bij de vast
stelling van dit bedrag om; dat is wel belangrijk zijn
er geen overeenkomstige bijzondere scholen die tekort
zouden kunnen komen. Er is alleen een Sehippers-
school, maar die openbare school wordt in het vol
gende voorstel „in bijzondere omstandigheden" ver
klaard.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 17 (bijlage no. 59).
De heer Visser: Ik zou graag eerst een punt van
orde willen stellen. Is het de bedoeling, dat we van
avond ook een besluit nemen over eventuele deelneming
in een documentatiecentrum? Moet dat vanavond wor
den besloten, of kan dat bij de begroting? Als ik de
raadsbrief goed lees, dan zit het er wel in.
De heer Ten Brug (weth.): De heer Visser heeft
terecht deze opmerking gemaakt. Als de Raad nergens
over zou praten, dan zou je, gezien de tekst van deze
raadsbrief (niet wat de vaststelling van het besluit
betreft, maar wel wat betreft de tekst van de raads
brief), moeten zeggen: Wij hebben eigenlijk ook een
besluit genomen over die f 5,per leerling. Ik heb er
geen bezwaar tegen dit uit te stellen tot de begrotings
zitting, omdat om andere redenen; daar kom ik
straks wel op die f 5,voorlopig buiten de ver
rekening met het bijzonder onderwijs is gelaten.
De heer Visser: Om des tijds wille zou ik een paar
korte opmerkingen willen maken. Onze fractie kan in
grote lijnen wel akkoord gaan met de hoogte van het
leerlingenbedrag. U stelt in de raadsbrief, dat U be
reid is, na meer inzicht te hebben gekregen in de prijs
ontwikkeling, bepaalde kostenfactoren nog eens onder
de loep te nemen. Ik dacht, dat daar ook alle aanlei
ding toe was, want in het leermiddelenbedrag is reke
ning gehouden met een prijsstijging van 5 pet. Dat is
aan de magere kant, dacht ik.
In de Commissie Onderwijs is ook besproken
mede naar aanleiding van een opmerking van de
Schoolraad voor het Openbaar Onderwijs de kwestie
van het kijkgeld. Uit het oogpunt van billijkheid is het,
meen ik, aan te bevelen dat kijkgeld per school be
schikbaar te stellen en uit het bedrag te nemen en het
resterende dan per leerling om te slaan. Dat zou ik U
alsnog in overweging willen geven.
Mijn derde punt betreft de administratiekosten, een
punt, dat al meerdere malen hier gespeeld heeft. Dit
ligt bij mij altijd nog wat moeilijk, want als men de
gegevens van het C.B.S. hierbij inschakelt, dan komt
men tot de wonderlijkste conclusies. Ik heb mijn
licht eens opgestoken bij diverse gemeenten in Fries
land. En dan is het voor 1972 zo ik zal maar met een
lage beginnen de gemeente Sneek heeft dit jaar