#35 Van Driel gevraagd, of artsen van de G.G.D. de consultatiebureaus zouden kunnen leiden. De consul tatiebureaus zouden een zaak van de Kruisverenigin gen blijven. Wij hebben toen in principe daar ja op gezegd, niet alleen om aardig te zijn tegenover de Kruisverenigingen, maar ook omdat ons dit een prak tische zaak leek, daar toch de G.G.D. en m.n. de schoolartsen met dezelfde kinderen later weer te ma ken hebben op de kleuterscholen en in de verdere schooltijd. Er zou dus qua archiefmateriaal een een heid tot stand zijn te brengen. De situatie is nog pre cies zo als destijds; het is een zaak van Kruisvereni gingen en G.G.D. samen, beide zien er voordeel in. Ook de Kruisverenigingen staan nog steeds op het stand punt, dat dit voor Leeuwarden de beste oplossing is. Tot nu toe konden we er niet toe komen, omdat we te weinig schoolartsen hadden. Maar daar is een heel plezierige ontwikkeling in gekomen. We hebben jaren lang in plaats van 3/2 schoolarts 1moeten invullen. Nu is het inderdaad "mogelijk de zaak op deze wijze op te zetten en nu kan dan ook het concept-contract in werking treden, maar ik moet erbij zeggen, dat die 3y2 artsen nog niet „binnen" zijn. De hoofdschoolarts komt per 1 maart. Dus daarna wordt de zaak, uiteraard ook in overleg met de Kruis verenigingen, aangepakt. Het is een zaak van beide: de G.G.D.-schoolartsen doen het werk en voor dat werk is er een financiële regeling tussen de Kruisverenigingen en de Gemeente. (De hear Jansma: Mar de forant- wurdlikheit leit dus by de Gemeente.) Wat betreft de organisatie, is het een zaak van de Kruisverenigingen en de medische verantwoordelijkheid ligt bij de artsen. Mevr. Woudstra heeft gevraagd, wat de oorzaak is, dat pogingen die zijn aangewend om te komen tot aanstelling van een bedrijfsarts, niet het gewenste re sultaat hebben opgeleverd. Het zeer geringe aantal sollicitanten. De laatste sollicitant, met wie het dus tot een gesprek was gekomen, schrok dusdanig van de huisvesting van de G.G.D. in de barak, dat hij zei: Jaren later kunt U nog wel eens een beroep op mij doen. Of hij nu een profetische blik heeft gehad, dat hij wist, wat in de Raad maandagavond zou gebeuren, weet ik niet. In dit geval speelde dus letterlijk de huisvesting- van de dienst een rol. (De heer Heidinga: Is hier dan maandagavond iets bijzonders gebeurd?) Als U de kranten leest, zou U dat kunnen opmerken. (De heer Heidinga: U bedoelt die motie van afkeuring?) U moet niet vragen wat(De heer Heidinga: Maar U stelt iets.) Begrijpt U dat niet? (De heer Heidinga: Nee, ik niet.) Nou, dat is dan vrij dom. Er is een motie van(De heer Heidinga: Het is niet vrij dom; het kon wel eens heel wat anders van U zijn geweest om dit zo te stellen.) Ja, als we nu gaan twisten over el- kaars intelligentie, komen we er vanavond niet uit. Er is, dacht ik, in deze Raad een motie van een zekere mijnheer Heidinga aangenomen over uitstel van de si tuatie rond de G.G.D.-S.A.D. (De heer Heidinga: Over een redelijke gang van zaken, zoals hier in de Raad gebruikelijk is. Zo zit dat.) Mijnheer Heidinga, ik heb geen woord over onredelijkheid gebruikt; ik snap niet, waarom U nu ineens zo kwaad wordt. (De heer Hei dinga: Ja zeker, omdat die dokter zou zijn wegge gaan, omdat hij verwachten kon of had geroken, dat die motie-Heidinga in de Raad zou komen! Dat be weert U nu toch!) Ik heb geen enkele reden op dit soort opmerkingen van U in te gaan op het moment, want U weet het beter, maar U wilt niet anders. De heer Klomp heeft gevraagd, of het inderdaad nu wel zo belangrijk is, dat wij een bedrijfsarts krijgen. Ik dacht, dat het de Raad bekend is, dat wij al een aantal jaren zoeken naar een verbetering van de ge neeskundige controle, het geneeskundig toezicht, de gehele medische begeleiding van het personeel. Daar staan wij als gemeente niet alleen in, dat is bij veel meer gemeenten het geval en wij hebben op die weg de Provincie gevonden. En het is niet onmogelijk, dat op den duur indertijd is die gedachte ook naar voren gekomen ook andere grote bedrijven in de overheidssfeer naast de gemeentelijke en provinciale mee zullen doen. Ik dacht, dat het instituut van de bedrijfsarts inderdaad zeer nuttig en ook zeer gewenst is en het zou mij spijten, als de Raad nu zou zeggen: We zullen de zaak nog eens bekijken, we geloven dat het toch minder noodzakelijk is en, gezien de begro tingspositie, gaan we maar niet tot aanstelling van een bedrijfsarts over. Dat kan ook eigenlijk niet, want dan zou er eerst een overleg moeten komen tussen Gemeente en Provincie. We zijn, gezien de situatie die we zelf gekozen hebben, niet helemaal vrij meer. Maar naar mijn overtuiging is dit instituut zeer noodzake lijk. De heer De Vries heeft eraan herinnerd, dat er maandagavond ook gesproken is over eventuele al ternatieve mogelijkheden voor de huisvesting van de G.G.D. Wat ik nu zeg, is een standpunt van de meer derheid van het College, want die alternatieve moge lijkheden kwamen uit de minderheid. Een duidelijke om schrijving van alternatieve mogelijkheden kan ik op het moment niet geven, maar die zijn in het College ook nog niet aan de orde geweest of genoemd. Ik wil er wel bij zeggen, dat het huisvesten van de G.G.D. in een be staand pand een bijzonder dure zaak is. Want een medische dienst moet toch ook wel een bepaalde aan gepaste huisvesting hebben. Ik acht het niet goed mo gelijk deze dienst in een van de bestaande panden on der te brengen. Een van de belangrijkste voorwaarden is ook, dat alles zich gelijkvloers zal kunnen afspelen, gezien ook de vele invalide bezoekers van deze dienst. Ik ben er echt wel een voorstander van om als Gemeen te belangrijke panden voor de straatwand en dus ook voor de stad te kunnen bewaren. Ik dacht, dat een van de goede dingen die we hebben gedaan, is, in beginsel over te gaan tot de bouw van het G.S.D.-gebouw op het Vliet. Voor de G.G.D. lijkt het mij bijzonder moei lijk een oud pand te betrekken, maar daar zullen wij over drie weken verder over moeten praten. De School adviesdienst wordt gehuisvest in de oorspronkelijk ge plande uitbreiding van het G.G.D.-gebouw. En als je deze twee uit elkaar haalt, dan wordt inderdaad het G.G.D.-gedeelte iets duurder, omdat er nog wel enig- dubbel gebruik in zit. Het zijn twee diensten, die op vrij dure grond worden gebouwd maar die prijs hebben we zelf bepaald - en die grondprijs zou dan op één dienst komen te drukken. De Voorzitter: De problematiek van de huisvesting van de G.G.D. komt dus over drie weken nog weer op de agenda. Zijn daarbuiten nog zaken, die men in de plenaire begrotingszitting weer aan de orde gesteld zou willen zien Er blijven geen punten voor deze dienst voor de be grotingszitting over. Dienst voor Gezondheidszorg. De heer Visser: Een vraag die in het financiële vlak ligt. In het antwoord op de gestelde vraag kunnen we lezen, dat de aanloopverliezen worden afgeschreven en via rente en aflossing in de verpleegprijs opgenomen. Mijn vraag is: Ik neem aan, dat deze last in 1971 be langrijk hoger zal zijn dan in 1972 in verband met de betere bezetting van het ziekenhuis in 1972. Heeft in 1971 de vaststelling van de verpleegprijs in verband hiermede ook moeilijkheden opgeleverd in het overleg met de Haagse instanties ik meen de Ziekenhuis raad die hierin meespelen? Mevr. Woudstra-Peene: Ik lees in het antwoord op vraag 1, dat de bezetting van de kraamafdeling eigen lijk beneden de te verwachten maat gebleven is, omdat er geen gynaecoloog is. Nu is het verschrikkelijk duur een baby te krijgen in Triotel, vergeleken bij de andere ziekenhuizen. Heeft dat ook niet een rol gespeeld in de onderbezetting? Mevr. Visser-van den Bos: Kunt U mij ook zeggen, of er in Triotel een personeelsraad of iets wat daarop lijkt bestaat? En een tweede vraag: Hoe is het eigenlijk in zieken huizen maar hier betreft het dus ons eigen zieken huis en verpleegtehuis wanneer patiënten of fami lieleden menen, dat bij het ontslag op een minder juiste wijze gehandeld is Kan men dan bij iemand dood gewoon proberen daar een verklaring voor te vinden en kan men eventueel bij een zekere beroepsinstantie aankloppen 3 la De hear Klomp: Hoe giet it mei it oanlüken fan it persoaniel Binne der al genöch forpleechsters foar in normale bisetting fan 95 pst.? De heer Ten Brug (weth.): De heer Visser heeft natuurlijk gelijk, dat het tekort op de exploitatie 1971 aanmerkelijk groter zal zijn dan in 1972. Hij vraagt: Is er bij de prijs van 1972 dat bedoelt hij, dacht ik, toch al rekening gehouden met het tekort van 1971 Hij heeft het oog waarschijnlijk op het overleg Cen traal Orgaan Ziekenhuistarief. Er is voor het zieken huis en voor het verpleegtehuis een bepaalde aanloop tijd en de algemene regeling is, dat de tekorten mo gen accumuleren, maar dat ze in een bepaalde tijd moeten worden afgeschreven. Het jaarlijkse tekort kan in de verpleegprijs voor volgende jaren worden meegenomen. De eindbesprekingen over 1971 met het C.O.Z. moeten nog worden gehouden, want er kan nog niet worden uitgemaakt, hoe het precies is met de aanlooptijd. Triotel is in februari vorig jaar geopend; het verpleegtehuis heeft een aanlooptijd van een jaar en het ziekenhuis een aanlooptijd van anderhalf jaar. We meenden aanvankelijk, dat het andersom zou zijn dat leek ons ook redelijk maar het is in ons overleg met het C.O.Z. gebleken niet het geval te zijn. Op het ogenblik heeft het ziekenhuisgedeelte van Trio tel buiten de kraamafdeling op de vraag van mevr. Woudstra kom ik straks terug een bezetting be reikt van 90% en dat is de vereiste bezetting. Dus binnen het jaar zijn wij op die bezetting gekomen. Moeilijkheden voor dit gedeelte krijgen wij dus niet. Inderdaad komen we niet op een 90%- maar op een 75 -bezetting (de l>/2 jaar is ook nog niet vol), wanneer we de moeilijkheden met de kraamafdeling incalcule ren. Mevr. Woudstra heeft gelijk, dat het aantal be vallingen in Triotel m.n. zeer gering is door de hoge prijs, maar dat geldt voor die bevallingen, die niet medisch geïndiceerd zijn (de sociale gevallen). Dan kiest men nu anders dan vroeger öf het Bonifa tius Hospitaal öf het Diakonessenhuis, omdat die re latief goedkoper zijn en vroeger koos men het Stads ziekenhuis, omdat dat het goedkoopste was. Wij had den anders wel rond kunnen komen, maar en dat is het probleem doordat wij geen full time-gyneaco- loog hadden, kregen wij ook niet de medisch geïndi ceerde bevallingen, die volledig door het zieken fonds worden betaald. U weet, dat de bij ons part time werkende arts i.v.m. zijn gezondheidstoestand geen bevallingen kon doen en dat heeft het aantal bevallingen in Triotel dit jaar zeer gering doen zijn. Wij hebben daar ook met het C.O.Z. over gesproken, want deze situatie kun je moeilijk onder de aanloop tijd brengen. Dit is een zeer bijzondere situatie. Ik heb begrepen, dat dit orgaan wel gevoel daarvoor heeft, te meer, daar per 1 augustus a.s. een full time- gyneacoloog bij Triotel in dienst zal zijn. Er kan dus spoedig daarna een andere situatie ontstaan. Maar wij menen en het C.O.Z. heeft daar ook enig begrip voor getoond dat in feite voor die afdeling per 1 augustus de aanlooptijd moet beginnen. Je kunt niet verwachten, dat er met een nieuw gevestigde arts op zéér korte termijn binnen enkele maanden een voldoende aantal kraamvrouwen in Triotel zal komen. Het kan zijn, dat wij, gezien de hoge prijs en daardoor het niet krijgen van de sociale gevallen, de bedden verdeling in het huis wat moeten veranderen, de kraamafdeling wat kleiner moeten maken. Ik acht wel de mogelijkheid aanwezig tot de norm van 90% te komen, die het C.O.Z. ons stelt. Mevr. Visser heeft gevraagd, of in Triotel ook een personeelsraad is. Wij zijn daarmee bezig geweest en wij zijn er nog mee bezig om dit op een of andere manier in het vat te gieten, maar een van de proble men daarbij is, dat de gemeentelijke verordeningen op dit terrein ons een klein beetje dwars zitten, m.n. de verordening op de medezeggenschapscommissies. De voorschriften voor die commissies zijn in vrij nauwe relatie met de vakbonden opgesteld. Zouden die voor schriften in acht worden genomen, dan zou het toch wel een wat beperkte opzet krijgen. Er is overleg gaande met de vakbonden om te kijken, of de proble men binnen het kader van de regeling die wij hebben, zullen kunnen worden opgelost. Mevr. Visser heeft gevraagd, wat je eraan doen kunt, als iemand ontslagen wordt op een wijze die hij/zij zelf of de familie niet juist acht. Ik dacht, dat het meest normale was hierover contact te zoeken met de directie. En wanneer dat niet een duidelijke opheldering brengt, dan kun je je altijd nog tot de bestuurscommissie van het huis wenden. Dat is in dit huis niet anders dan in elk ander huis. Het eventuele voordeel van onze situa tie is, dat, wanneer het een algemene situatie zou zijn mevr. Visser heeft waarschijnlijk een incidenteel ge val op het oog (Mevr. Visser-van den Bos knikt beves tigend) het in het openbaar in de Gemeenteraad aan de orde kan worden gesteld. Dat hebben wij dan tegen, maar het grote publiek vóór. De heer Klomp heeft gevraagd naar de personeels- situatie. Wonder boven wonder dat mag toch wel eens gezegd worden zijn wij zeer gelukkig geweest met -het aantrekken van personeel. Dat wil niet zeg gen, dat er geen wensen meer op dit terrein zijn en m.n. in de leidinggevende sector bestaat nog wel wat behoefte. Maar het is toch inderdaad wel een buiten gewoon gelukkige situatie, dat we voor 320 nieuwe bedden (Er zijn 400 bedden in totaal, maar 80 waren al in het Stadsziekenhuis.) personeel hebben weten te krijgen. De zaak draait. ALGEMENE DIENST. Hoofdstuk IV, Volksgezondheid. Algemeen. De heer Buising: Ik wilde het graag even hebben over vraag 6. Er ligt n.l. bij de stukken in zake het Diakonessenhuis een brief, waaruit blijkt, dat het be stuur van dit ziekenhuis akkoord gaat met een onder zoek naar de mogelijkheid om te komen tot twee zie kenhuizen in plaats van drie. Is hierover inmiddels al overleg geweest? In de krant heeft een artikel gestaan, waaruit blijkt, dat er bij het Diakonessenhuis nogal wat bezwaar leeft, wat niet in overeenkomst is met de door mij genoemde brief. Bovendien is er nog een derde ziekenhuis, het Bonifatius Hospitaal, en ik zou wel eens willen weten, hoe het daarmee staat. Wat zijn in het algemeen de perspectieven in het opzicht van samen gaan? De hear Jansma: Fraech 5 yn kombinaesje mei fraech 8. Under 5 wurdt frege: „Is het juist, dat er in de Gemeente een teveel aan bedden voor somatische verpleegden bestaat?" en it antwurd is: „Er zijn zeker voldoende." Der wurdt dus net op de fraech antwurde, dat der yndied to folie binne, mar „zeker voldoende". Yn it antwurd op fraech 8 stiet: „Vooropgesteld dient te worden, dat er in de provincie Friesland een tekort is aan bedden voor psychisch gestoorde bejaarden." Myn fraech is: Kin hjirre it iene to'n goede komme fan it oare? It binne uteraerd forskillende kategoryen pa- sjinten, mar it soe wêze kinne, dat de iene öfdieling de oare helpe koe. Dan noch in opmerking, dy't forban haldt mei punt 9, hwer't it giet oer it Fryske Griene Krüs, dat eksperi- mintearret mei konsultaesjebureaus foar minsken op jierren. En nou woe ik de suggesty dwaen, dat men deroer prakkisearje koe, foar safier wy als Gemeente hjirmei to krijen hawwe, om yn wyksintra de hjir bisteande spreküre to halden. Ik tocht, dat soks wol nuttich wêze koe. De heer Wiersma: In het antwoord op vraag 1 heb ben B. en W. gezegd, dat de Gemeente voornemens is om een commissie in te stellen die zich zal bezighouden met vraagstukken i.z. milieuhygiëne. Mijn vraag is nu: Welk soort commissie heeft U zich voorgesteld Wordt dit een raadscommissie, een commissie van advies, een commissie, bestaande uit een aantal deskundigen uit de Gemeente, bijv. op het gebied van de medische we tenschap, technici, chemici enz. En wanneer dat het geval is, is het dan ook mogelijk, dat er aan gedacht wordt ook gewone mensen in deze commissie op te nemen, die ten aanzien van de milieuproblemen vooral met beide benen op de grond staan? De heer Van Haaren: Ik ben blij, dat de heer Wier sma deze vraag stelt. Ik had precies dezelfde willen stellen. Ik zou die commissie meteen al een probleem-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 2