T/OS De heer Van Veen heeft gevraagd naar een alterna tief voor het geval we geen rijkssubsidie krijgen. Het enige alternatief is „sluiten" (of eigenlijk „niet ope nen"). Maar dan nog blijven we zitten met kapitaals- lasten. Ik acht sluiting echter niet verantwoord en ik zal mij daar stellig tegen verzetten. Wij zullen dan binnen onze begroting verschuivingen moeten aanbren gen om dit museum in 1973 open te kunnen stellen. Daar zal ik voor vechten. De Voorzitter: Ik weet niet of U met de intenties op het goede spoor was, mijnheer Weide. Maar dat blijkt dan wel uit het wel of niet claimen van dit punt voor de plenaire zitting. Zijn er raadsleden die dit punt in de plenaire zitting aan de orde willen stellen? Nee? Dan gaan we naar het volgende volgnummer. Volgno. 524. Mevr. Woudstra-Peene: In het antwoord op vraag 3 staat: „Naar onze mening is het uitgesloten, dat de Bonifatiuskerk hiervoor kan worden bestemd." Ik wil graag weten waarom. Waarop stoelt deze mening? De heer De Leeuw: Ik heb een vraag n.a.v. vraag 1. Heeft de Wethouder werkelijk de gedachte, dat de zaak (financiering verbouw Beursrond kan komen Ik wil wel even kwijt, dat ik langzaam maar zeker aarzelin gen ga krijgen. Niet dat ik spijt heb van de beslissing die we een aantal jaren geleden hebben genomen; ik begin mij echter wel af te vragen of het er inderdaad uit kan komen. Als, op grond van allerlei overwegin gen, duidelijk is, dat het vooreerst t.a.v. de Beurs niet kan, dan vraag ik me stilletjes af, of we dan toch in dat geval niet zouden moeten gaan denken aan een ombuigen van de prioriteit, of we in dat geval niet meer en sterker aan de Harmonie zouden moeten gaan denken. Ik wil niet zeggen, dat dat op het ogen blik mijn voorkeur heeft, maar als duidelijk is, dat de Beurs een zeer langslepende aangelegenheid zal gaan worden, dacht ik, dat er toch eens wat nagedacht moest worden over de vraag of we het beleid niet moeten ombuigen. De hear P. van der Veen: Ik wol my graech oan- slute by de wurden fan de hear De Leeuw. (Stim: Hawwe jimme dat öfpraet?) Wy hawwe neat öfpraet, mar ik haw deselde yntinsjes as hy. Ik leau, dat it wichtich wêze soe sjoen de finansiéle tastan fan 'e Gemeente en fan it Ryk dochs nochris to ünder- sykjen oft yndied de prioriteiten, sa't dy nou fêststeld binne, de krekte binne. De heer De Vries: Ik zou graag willen waarschu wen voor het ontstaan van paniek. We moeten er voort durend op blijven hameren, dat deze voorziening, waar voor we gekozen hebben, nodig is in onze stad. Wij moeten zorgen voortdurend daar op de trom te slaan waar het geld vandaan moet komen. De hear Buising: It antwurd op fraech 4 is: „Ons College verwacht in de loop van dit jaar inzake deze kwestie een advies van de Commissie Verbouw Har monie." Hwannear tinke Jo dat advys krekt to krijen? De heer Wiersma: Naar aanleiding van vraag 1 het gaat dus over de Beurs zou ik mij min of meer willen aansluiten bij hetgeen de heer De Vries stelde. Ik dacht ook zeer zeker, dat wij geen panische angst moeten krijgen ten aanzien van financiële middelen die er vandaag-de-dag misschien niet zijn. Als de plannen concreet worden, zal wel blijken, dat die iets duurder uit zullen vallen dan is voorzien. Wij zijn in 1969 ge start met de Commissie Verbouw Beurs. Er hebben zich sindsdien heel wat dingen goede en slechte; er zijn dingen gebeurd die beter niet hadden kunnen ge beuren afgespeeld. We zijn nu zo ver, dat er de Wethouder zal hier ook wel over praten het een en ander staat te gebeuren in de niet al te verre toekomst. Er zullen aan de Raad plannen ter nadere uitvoering worden voorgelegd. Ik vind het niet juist, dat we hier stellen, dat op dit moment de financiële middelen niet al te ruim zijn en dat we voor de uitvoering van deze plannen daarom niet veel geld zullen krijgen. Ik dacht, dat er een bepaald bedrag aanwezig was, dat al direct gebruikt zou kunnen worden voor de uitvoering van de plannen. Ik geloof ook niet, dat we al in 1972 een groot bedrag nodig zullen hebben. We moeten de rea lisatie van deze verbouw van jaar tot jaar, van fase tot fase, blijven volgen. De heer Weide (weth.)Mevr. Woudstra heeft ge vraagd waarom wij de Bonifatiuskerk ongeschikt ach ten voor inrichting als muziekcentrum. Wij hebben daar meerdere redenen voor. Ie. Wij zouden daarvoor dermate hoge investeringen moeten doen, dat het mis schien nog duurder zou worden dan het stichten van een nieuw concertgebouw of het verbouwen van de Beurs. 2e. Hoewel de akoestiek van de Bonifatiuskerk nu bijzonder goed is het is in Leeuwarden en in Friesland (naast Workum) het gebouw met de beste akoestiek zouden we door drastisch vertimmeren en door het aanbrengen van voorzieningen de akoestiek geweld aan kunnen doen, waardoor de waarde van het gebouw verloren zou gaan. 3e. Bovendien dat is in den lande wel gebleken is het zo, dat, wanneer men een kerkgebouw gaat ombouwen tot cultureel cen trum, dit een drempel kan zijn voor de bezoekers. De heer De Leeuw heeft gevraagd, of ik werkelijk van mening ben, dat wij de zaak van de verbouw van de Beurs rond zullen krijgen. Hij bedoelt de financiële kant van de zaak, neem ik aan. Vorige week vroeg mij iemand wat de grootste teleurstelling was die ik tij dens mijn wethouderschap tot nu toe had ondervonden. Toen heb ik gezegd: „Dat de zaak van de Beurs zo verschrikkelijk lang duurt." We zijn twee jaar bezig geweest met het zoeken naar een architect. Dat heeft mij erg teleurgesteld. Wij hebben nu een architect. Ik kan U zeggen, dat de Commissie Verbouw Beurs vanaf oktober toen is het beleid van het College t.a.v. het benoemen van de architect door de Raad goedgekeurd verscheidene keren bij elkaar is geweest (werk groep en grote commissie) om het ontwerp-schetsplan en wat daar bij hoort uitvoerig te bespreken. Wij zijn nu zover, dat het definitieve schetsplan dat dus als eindplan moet worden gezien; een plan dat omvat het geen binnen de muren van de Beurs moet gebeuren volgende week kan worden ingediend. Volgende week zal ook de Commissie Verbouw Beurs zich over het plan gaan beraden. Daarna zullen wij al het mogelijke doen om realisering mogelijk te maken. Wij hebben inmiddels al diverse contacten gehad met de rijkscommissie die ons in het verleden ook geadvi seerd heeft ten aanzien van de prioriteiten die wij in Leeuwarden zouden moeten stellen. Wij zullen contact op moeten nemen met het T.N.O.; de architect heeft daarmee al contact gehad. Wij zullen andermaal bij C.R.M. moeten aankloppen in verband met het be schikbaar stellen van de benodigde middelen. Boven dien hebben wij in verband met dit project een aanvraag ingediend bij P.C.W., A.C.W: enz, voor extra financie ringsmiddelen, voor een extra subsidiëring. Wij doen al het mogelijke. Ik dacht, dat het niet juist was op dit moment de prioriteiten te gaan verleggen. (De heer De Leeuw: Dat heb ik ook niet gezegd.) Wij zouden daarmee veel tijd verliezen. Er is een raadsbesluit en daar koersen wij op. Wij hebben al een ernstige ver traging gehad in verband met de keuze van de archi tect. Nu zullen wij de verloren tijd in een ijltempo in moeten halen. Wij hopen, dat de verbouw van de Beurs tot con certzaal zo snel mogelijk zal kunnen geschieden. Dat laat onverlet, dat ook aan de Harmonie het nodige zal moeten gebeuren. B. en W. zijn van mening, dat tus sentijds voorzieningen in de Harmonie moeten worden aangebracht. Er is een werkgroep (uit de Commissie Verbouw Harmonie) bezig zich nader te oriënteren over de mogelijkheden van dit gebouw. Ik heb goede hoop, dat de Commissie Verbouw Harmonie die commissie vergadert ook deze maand tot de con clusie zal komen, dat dit gebouw zal moeten worden gehandhaafd en dat niet zal moeten worden overge gaan tot afbraak. Als de genoemde commissie zal uitspreken, dat de Harmonie zal moeten blijven, acht ik dat een gelukkige ontwikkeling. Dat betekent niet, dat ei< niet het nodige aan dit gebouw zal moeten ge beuren. Dezelfde commissie zal moeten uitspreken, of in de Harmonie grote of kleine toneelprodukties moe ten komen. Persoonlijk ben ik van mening, dat het mo gelijk moet zijn ook grote produkties naar de Harmonie te halen; Leeuwarden heeft tenslotte een centrumfunc tie in Friesland. Dat houdt wel in, dat er een nieuwe toneelaccommodatie moet komen en de kosten daarvan liegen er niet om. Bovendien liggen er bij het Stich tingsbestuur van de Harmonie ook plannen tot veran dering van de ingangspartij (ingang, garderobe, toilet ten). Wij zijn druk bezig te trachten hiervoor de no dige financieringsmiddelen beschikbaar te krijgen, maar i.v.m. de huidige financiële situatie is het geen eenvou dige zaak. Wij zijn dus van mening, dat ook in de Harmonie voorzieningen zullen moeten worden aange bracht, maar de Beurs blijft no. 1. De Voorzitter: Moeten er nog punten worden vast gelegd voor de plenaire zitting? Ik zie, dat dat niet het geval is. Wij gaan weer verder. Volgno. 526. De heer Van Haaren: In het antwoord op de vragen 2 en 3 stelt U, dat B. en W. regelmatig adviezen ont vangen over de besteding van gelden die krachtens de 1 pct.-regeling beschikbaar komen (monumentale ver siering bij of aan gebouwen). Uit een in opdracht van C.R.M. door de Boekmanstichting te Amsterdam uitge voerd landelijk onderzoek is gebleken, dat van de rijks regeling van 1%% over de jaren 19681970 maar pet. is besteed en dat er nog een bedrag van ca 3.5 miljoen te besteden zou zijn voor beeldende kunst. Ik heb gehoord, dat de kunstenaars in Leeuwarden zich afvragen of de 1 pct.-regeling in deze stad wel steeds wordt toegepast. Ik begrijp, dat de Wethouder dat niet uit zijn hoofd kan opgeven, maar zou hij eens een lijstje kunnen laten samenstellen van de opdrachten die in het kader van die 1 pct.-regeling sinds 1 januari 1970 zijn gegeven Bij Triotel was naar ik vernam een bedrag van f 70.000,- - beschikbaar voor versiering door beeldende kunstenaars. Ik heb mij laten vertellen, dat bij het verstrekken van de opdrachten allerhande moeilijkhe den zijn gerezen. Kan de Wethouder hier iets over vertellen? Verder zou ik willen weten of er van het bedrag van f 70.000,nog een gedeelte over is en zo ja, wanneer hiervoor dan kunst zal worden aangekocht. T.a.v. Triotel is door kunstenaars verder gevraagd in de gangen exposities te mogen houden. Ik vind het een bijzonder leuk idee om op die manier de kunst bij de bevolking te brengen. Zou het niet mogelijk zijn, dat de Wethouder dit plan op de een of andere manier bevordert Bij nieuwe scholen is, naar ik gehoord heb, f 150, tot f 175,per lokaal beschikbaar voor versieringen. Men heeft mij ook verteld, dat de onderwijsmensen dat altijd reproductiegeld noemen. Mijn vraag is: Zou het niet wenselijk zijn voor zover mogelijk althans deze gelden te besteden aan levende kunst en niet aan reproducties? (De Voorzitter: Mag ik U even onder breken, mijnheer Van Haaren? Ik heb het idee, dat U een hele reeks nieuwe vraagpunten aansnijdt, waar van ik niet kan ontdekken, dat ze zelfs ook maar ver pakt zouden zijn in de vragen die onder dit volgnum mer zijn vermeld.) Het staat er wel in; ik ga in op de 1 pct.-regeling. (De Voorzitter: Die kwestie van de scholen valt onder een andere afdeling. Ik hoop er het beste van.) Ik wil de vragen toch stellen omdat in de antwoorden wordt gewezen op die 1 pct.-rege ling. (De Voorzitter: U zult moeten afwachten in hoe verre de Wethouder U een antwoord zal kunnen geven.) Goed. Ik hoop, dat hij een poging zal doen. Als hij zegt, dat hij er nu niet uit kan komen, dan kan hij mij mis schien op een ander tijdstip nader informeren. Ik heb gehoord, dat er ook voor het voortgezet on derwijs een subsidieregeling is voor verfraaiing van de gebouwen door kunstenaars, op basis van f 10,per leerling, met een minimum van f 5.000,Ik wil graag weten of dat juist is en zo ja, of die regeling in Leeu warden wordt toegepast. In Uw antwoord op de vragen 2 en 3 staat o.a.: „Uit de fondsen gemeentelijke moderne verzameling, Friese kunst en topografische historische atlas worden regel matig aankopen gedaan." Ik ben blij dit te horen. I.v.m. het fonds voor stadsverfraaiïng ik meen, dat dat f 25.000,per jaar is verwacht U binnenkort een voorstel van de Commissie Monumentale Kunst. Waarom kon dit bedrag niet eerder beschikbaar ko men En dan nog een laatste vraag. Ik heb gehoord, dat in de Commissie Monumentale Kunst geen beoefenaar van deze kunst zit. Zou het niet wenselijk zijn in deze commissie ook een beeldende kunstenaar met ervaring op dit terrein te benoemen De heer Weide (weth.)De heer Van Haaren heeft een veelvoud van vragen op ons afgevuurd. ik wil hem graag toezeggen, dat ik een lijstje zal laten maken van ae opdrachten die sinds 1 januari 197U zijn verstrekt in het kader van de 1 pct.-regeling. Ik kan dat niet uit mijn hoofd zeggen; ik noop, dat hij mij dat niet kwalijk zal nemen. Ik zal de kwestie op nemen met mijn collega's onder wier portefeuilles de betreffende bouwwerken vallen. Wat het aankopen van kunstwerken voor Triotel betreft, het is een zaak tussen de directie van Triotel en de commissie die belast is met de aankoop van kunstvoorwerpen. Er liggen enige moeilijkheden en die zijn tot op heden niet opgelost. Er is nog f 35.000, over. Ik ben het met de heer Van Haaren eens, dat de vele gangen in Triotel zich wel zouden kunnen lenen voor exposities. Ik weet niet of die exposities binnen het kader van het ziekenhuis te realiseren zijn; dat kan ik niet beoordelen. Maar ik zeg U toe, dat ik dit met de directie van Triotel zal opnemen. De heer Van Haaren heeft verder gevraagd of het niet de voorkeur verdient, in plaats van reprodukties, „levende" kunst te gebruiken voor versiering van de schoollokalen. Reproducties zijn natuurlijk minder aan trekkelijk dan oorspronkelijke kunst, maar oorspronke lijke kunst kost vanzelfsprekend meer. Het bedrag, dat beschikbaar is in het kader van het fonds gemeente lijke moderne verzameling, is al laag. Wij hadden dat bedrag graag willen verhogen. B. en W. hebben ook al op advies van de Culturele Raad besloten dit fonds geleidelijk aan van f5.000,op f15.000.te brengen. Maar gezien de budgettaire positie van de Gemeente kan dit besluit dit jaar niet worden uitgevoerd. Dit heeft zonder meer gevolgen voor het subsidiëren van het aankopen van goede kunstwerken voor scholen. Op de vraag over het verfraaien van scholen voor voortgezet onderwijs de subsidieregeling van f 10, per leerling moet ik het antwoord schuldig blijven. Daar kan ik U op dit moment geen antwoord op ge ven. Misschien weet de Voorzitter tevens Wethou der van Openbare Werken hoe het precies gaat met die scholen; hij is direct bij de scholenbouw betrokken. In de Comm. Monumentale Kunst hebben zitting de he ren Achterhof (Openbare Werken), voorzitter, Manuput- ty (Stichting Vredeman de Vries), Romein (Directeur Princessehof), Klinker (graficus) en Van der Vegte (architect). U moet de heer Manuputty zien als de vertegenwoordiger van de beeldende kunstenaars. (De heer Van Haaren: De heer Manuputty is een lay-out- man. Mijn vraag is, iemand die zelf monumentale kunst schept, in die commissie op te nemen.) Ik begrijp U wel, mijnheer Van Haaren, maar de heer Manuputty is destijds in deze commissie gekomen als zijnde de ver tegenwoordiger van de beeldende kunstenaars. De beel dende kunstenaars zullen binnen hun eigen kring moe ten bekijken of zij de heer Manuputty als hun verte genwoordiger kunnen aanvaarden. Maar dit is dus een zaak van de beeldende kunstenaars zelf. De Voorzitter: Zijn er, wat de onder dit volgnum mer gestelde vragen betreft, nog punten overgebleven voor de plenaire zitting? Helemaal niets? Prachtig. Volgno. 536. De heer Buising: In het antwoord op de vragen 1 en 2 schrijft U, dat er het afgelopen jaar regelmatig contact is geweest tussen de Openbare Bibliotheek, de C.B.D., de Gemeente en de rijksinspectrice voor de openbare bibliotheken. Ik wilde graag weten hoe vaak dat contact heeft plaats gehad. Is er meer dan één of twee keer overleg nodig gebleken omdat men bijv. moeilijk tot overeenstemming kon komen? Mijn vol gende vraag is dan: Waarom kan men zo moeilijk tot

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 4