//12 VtftQ De heer Knol heeft het spelen van thuiswedstrijden op zaterdag in overweging gegeven. Dit punt is meer dere malen onderwerp geweest van de besprekingen die wij met het bestuur hebben gehad. Met het spelen op zaterdag zou je ook een volksdeel, dat principiële be zwaren heeft tegen voetbal op zondag dat moeten wij zonder meer respecteren de gelegenheid geven de wedstrijden bij te wonen. Cambuur is zich ervan bewust, dat in de richting van de zaterdag moet wor den gewerkt. Er kan echter niet zo maar worden over geschakeld op spelen op zaterdag; daarbij spelen ver schillende zaken een rol. Bij spelen op zaterdagavond zal de verlichting ontstoken moeten worden; de dienst voor Sport en Recreatie zal daarvoor Cambuur een bepaald bedrag in rekening moeten brengen. De mo gelijkheid tot spelen op zaterdag is afhankelijk van een plaats op het totoformulier. Verder ben je afhan kelijk van de wil van de tegenpartij; als die niet op zaterdag wil spelen, gaat het niet door; de wedstrijd van a.s. zaterdag kost Cambuur f 750,extra (ver goeding aan H.V.C. i.v.m. spelen op zaterdag). Deze zaak zal binnen de K.N.V.B. moeten worden bespro ken. De heer Heidinga heeft gezegd, dat het 6/2 miljoen zal kosten om het stadion te kunnen opknappen. De voorlopige plannen belopen ongeveer 4:/2 miljoen. Dit zijn plannen die in fasen kunnen worden uitgevoerd. Het is absoluut noodzakelijk ook al hebben we geen Cambuur dat wij in Leeuwarden een stadion hebben, dat een maximum aan comfort kan bieden aan de be zoekers. Bij slecht weer willen de mensen droog en warm staan of zitten en als dat niet kan, blijven ze weg ook al speelt Cambuur nog zo'n fijne wedstrijd of ze gaan naar Heerenveen of Groningen waar de accommodatie wel aan de eisen voldoet. Wij kunnen de plannen tot verbetering van het stadion niet in één keer uitvoeren; wij moeten met beide benen op de grond blijven staan. Maar het stadion moet worden verbeterd en al zou er dan geen Cambuur meer zijn, dan is er stellig wel een amateurvereniging. Binnen de K.N.V.B. werkt men aan een reorganisatie, aan een andere competitie-indeling van het amateurvoetbal. Er zal waarschijnlijk wel een hoofdklasse amateurs ko men. Wij hopen, dat gezien de plaats op de rang lijst de Sportclub Leeuwarden tot die hoofdklasse zal gaan behoren. Dan zal zij stellig veel bezoekers trekken en zal zij gebaat zijn bij een goede accom modatie. De heer Heidinga is het niet eens met ons antwoord, dat de vergoedingsregeling voor de georganiseerde sport niet veranderd behoeft te worden. Ik heb van avond al eerder gezegd, dat wij het op dit moment niet opportuun vinden deze vergoedingsregeling, die slechts een paar jaar draait, te wijzigen. Wanneer we die regeling wel zouden wijzigen, zou de stroom van subsidie-aanvragen van de sportverenigingen nog aan zienlijk toenemen. Het is natuurlijk wel noodzakelijk, dat de sportverenigingen hun donaties, lidmaatschaps gelden enz. aanpassen aan de ontwikkeling van de tijd. In dit kader kan ik ook nog zeggen, dat wij intern bezig zijn met een reorganisatie binnen de Dienst voor Sport en Recreatie die een aanzienlijke bezuiniging zal kunnen opleveren; de sportverenigingen zullen meerde verantwoordelijkheid krijgen voor de accommodaties. Dit zal een van de onderwerpen zijn voor de eerst volgende vergadering van de commissie van advies en bijstand van de dienst. De verenigingen die gebruik maken van de accommodaties, zullen hun eigen sleutel krijgen; zij zullen verantwoordelijk zijn voor eventuele schade; op het ogenblik is het niet mogelijk de ver enigingen aansprakelijk te stellen voor schade. Wij proberen dus op een andere manier de kosten te druk ken; de vergoedingsregeling willen wij niet wijzigen. Ik geloof, dat ik hiermee wel in voldoende mate de vragen heb beantwoord. De heer Visser: De Wethouder is niet ingegaan op het subsidie-technisch aspect van het ongedekte te kort. Nu heb ik er geen behoefte aan daarover op dit moment een discussie uit te lokken, want het is een zeer ingewikkelde zaak. Ik heb er al eens een uitvoerig gesprek over gehad met de waarnemer van de Ge meente bij Cambuur. U zult het ongetwijfeld goed vin den, dat ik nog eens met hem spreek. De Voorzitter: Ik zou bijzonder graag willen, dat U dat doet. Dat zal iedereen waarderen. Het is een zeer belangrijke zaak; daar hebt U gelijk in. Ik herinner mij, dat wij over dit onderwerp enkele jaren geleden eens hebben gediscussieerd; het is zeer gecompliceerd. Ik zal het zeer waarderen, dat U nog eens over deze kwestie spreekt met de heer Fuykschot. Dan hoeven we er nu niet dieper op in te gaan. De heer Weide (weth.)Ik wil nog wel met nadruk stellen, dat het College van mening is, dat de Gemeente niet ongelimiteerd door kan gaan met het verstrekken van subsidie aan Cambuur. Wij houden de vinger aan de pois. Het bestuur van Cambuur is erop gewezen, dat het ongedekte tekort door Cambuur moet worden aangezuiverd. (De Voorzitter: Daarover zijn we het duidelijk eens.) (De heer Visser: Dat is ook in over eenstemming met het raadsbesluit van 1966.) De Voorzitter: Ik mag misschien nog even zeggen, dat wij het met U eens zijn over het principe. Het is in het verleden louter een kwestie geweest of deze prin cipiële uitspraak in de praktijk te realiseren was. Dat was het enige dat moeilijkheden gaf. De heer Visser spreekt dus nog eens met de heer Fuykschot over de techniek. Wij kunnen hiermee dan van dit volgnum mer afstappen. Volgno. 544. Mevr. Woudstra-Peene: Ik zou iets willen zeggen over vraag 2 (improvisorisch voetbalveldje Bilgaard). Ik heb van iemand een suggestie gekregen. U zegt in Uw antwoord, dat die voetbalveldjes al zijn gereali seerd. Voor de veldjes in het Bilgaard zal de suggestie niet meer gelden, maar misschien is die te gebruiken voor een andere wijk. Als er een eenvoudig veldje wordt aangelegd, zou er dan niet tegelijkertijd een een klein walletje omheen geschoven kunnen worden met een bulldozer, of hoe zo'n ding maar heet zodat er 's winters op geschaatst kan worden? Voor kleine kinderen zou zo'n voorziening in een wijk na tuurlijk ideaal zijn. De hear Klomp: Dit folchnümer giet oer boarters- tunen. Kin ik hjirby it brief fan „Welgelegen" oan de oarder stelle of moat ik dêrmei wachtsje oant folch nümer 550, dat oer it wykwurk giet? (De Foarsitter: Dogge Jo it nou mar.) Neffens krantebirjochten soe „Welgelegen" al op 14 juni 1971 in brief oan de riedsleden stjürd hawwe Dat sil grif 14 jannewaris 1972 wêze moatte, hwant op 14 juny 1971 bistie dy foriening noch net. Dat is in flater fan „Welgelegen" seis, hwant yn it birjocht oan de kranten stie yndied 14 juny 1971. Dêr wol ik it nou fierder net oer hawwe. Ik wol graech witte hoe't de stan fan saken op 't heden is. Hoe fier is it mei it oerliz mei dy foriening? De heer Weide (weth.): Ik kan zo niet bekijken of de suggestie van mevr. Woudstra om rond een een voudig veldje een walletje te leggen technisch te reali seren is. Zo'n walletje moet dan ook goed zijn natuur lijk; het water mag er niet doorsijpelen. Ik zal deze kwestie nog eens met Openbare Werken bekijken. Ik wil graag even deze gelegenheid aangrijpen om U te zeggen, dat van de zijde van Openbare Werken een zeer goede ijscontrole plaats vindt in onze Gemeente. Er kan vrij op de slootjes geschaatst worden. Zodra het ijs slechter wordt, plaatst men direct de bordjes met "Gevaarlijk ijs". Het spijt mij, dat ik heb moeten constateren, dat in het Nijlan de bordjes allemaal on der het ijs verdwenen zijn. Maar goed, dat is een an dere zaak. We zullen deze kwestie dus opnemen met de technische dienst van Openbare Werken om te kij ken of het realiseerbaar is. Ik zie het niet, dat kan ik U bij voorbaat zeggen; ik voorzie de nodige proble men. Er heeft indertijd een artikel in de krant gestaan over „Welgelegen". Ik begrijp het artikel niet goed, want er is zowel met Weth. Tiekstra als met mij con tact geweest over de betreffende situatie. Zeer bin nenkort zal er weer een gesprek met het bestuur van „Welgelegen" zijn. Het probleem waar het om gaat, is niet zo eenvoudig. Je maakt niet zo maar een oude fabriek geschikt om dienst te doen als wijkcentrum; ook maak je van het omliggende terrein niet zo een, twee, drie een speelterrein. Er zullen de nodige finan ciën op tafel moeten komen. Het is bepaald niet waar, dat er geen contact is tussen het Gemeentebestuur en het bestuur van „Welgelegen". Volgno. 546. De heer Bouma: Ik begin bij vraag 3: „Is de ver houding tussen de subsidies voor jeugd- en jongeren werk in het centrum ten opzichte van de diverse wij ken wel juist?" In het antwoord staat o.a.: „In de wijk Nijlan heeft een aantal maanden een beroepskracht gewerktenz. Wij hebben in de voorlaatste raads zitting een motie aangenomen waarin het College werd verzocht de hele kwestie Nijlan nog eens te bekijken. In die vergadering bleek duidelijk, dat de Raad in principe voor subsidiëring van deze beroepskracht was. In het antwoord op vraag 1 staat een verhaal over de subsidiëring van Sinneljocht. Ik wilde deze twee dingen graag even bij elkaar nemen, omdat a. door het De partement het subsidie voor het Nijlan is geweigerd (middels de Stichting Cultureel Werk) en men in het College deze zaak opnieuw zou bekijken; ik wil graag weten of daar inmiddels iets uit is gekomen, en b. ik uit betrouwbare bron heb vernomen, dat het Departe ment inmiddels het subsidie voor Sinneljocht ook heeft geschrapt; m.n. het subsidie voor de tweede kracht. Nu maak ik mij toch echt ongerust. Wij hebben al dat blijkt uit de beantwoording van de vragen geen professionele begeleiding meer van het jeugdwerk in de buitenwijken en nu begint men zelfs ook al te knab belen aan Sinneljocht men mag zich daarbij afvra gen of dat nu centrum is of buitenwijk en ik begin mij af te vragen wat er van het jeugdwerk overblijft. Ik wil mij alvast het recht voorbehouden bij de ple naire zitting op dit punt terug te komen, tenzij wij voor die tijd nog een voorstel krijgen van het College waaruit blijkt, dat er toch iets aan gedaan wordt en dat er nog mogelijkheden in zitten. Misschien komen wij bij de plenaire zitting zelf met een voorstel of een motie. (De heer Weide (weth.): Met betrekking- tot Sinneljocht of met betrekking tot Nijlan?) Wel licht met betrekking tot het gehele jeugdwerk. Dat moeten we nog eens bekijken. Dat is nog afhankelijk van Uw antwoord en van de ontwikkeling in de periode tussen nu en de plenaire zitting. Mevr. Woudstra-PeeneIk wilde graag weten hoe het op het ogenblik is met de accommodaties voor het jeugdwerk. Op dit moment draait alleen Biels nog. Het gebouw van de werkende jongeren in de Speelmans straat is gesloten; de Stins is dicht. Er doen allerlei geruchten de ronde, dat mijnheer Knukkel voor zich zelf wil beginnen; hij schijnt bezig te zijn een stichting in het leven te roepen. Als je dit allemaal ziet, krijg je wel de bibbers. Stel je voor, dat de Stichting Sociaal Cultureel Werk voor de Jeugd in Leeuwarden de Stins af zal moeten stoten. Die stichting zit met een enorme schuld; de Stins is gesloten en het tekort zal nog wel oplopen. Is er enige mogelijkheid, dat het Gemeente bestuur dit op kan vangen, zodat er toch weer iets zal kunnen gebeuren in de Stins De vragen 5 t.e.m. 8 beantwoordt U niet; U verwijst alleen naar het raadsvoorstel (bijlage no. 40) van 21 januari 1972. Gelukkig heeft vraag 5 (subsidie Hip popotamus) geen beantwoording meer nodig, maar de vragen 6, 7 en 8 gaan over de procedure m.b.t. sub sidie-aanvragen. Ik zou graag willen, dat U alsnog een antwoord geeft op die vragen. Dit probleem speelt niet alleen bij deze subsidie-aanvragen. Je vraagt je vaak af, of het werkelijk zo lang moet duren. De heer De Leeuw: Is het zo, dat de Wethouder, wanneer hij de vragen van mevr. Woudstra beant woordt, ons ook enig inzicht kan geven omtrent de situatie bij de Stins op dit ogenblik? Als dat niet zo zou zijn, wil ik daar nu expliciet om vragen. De hear Klomp: Ik wol in pear f ragen stelle oer fraech 15 (Popkonserten). 1. Bislute B. en W. oer de forgunning foar in popkonsert op 'e Froskepölle of moat ek de Ried dêr yn kend wurdei 2. As B. en W. forgunning forliene, bliuwt de Froskepólle dan ünder it konsert frij tagonklik foar alle publyk? 3. Hwa moat de kosten bitelje en bislüt de Ried dêr ek oer? 4. Foar it publyk, dat de Froskepölle bisiket, jildt, dat it de Froskepólle in healüre of in ure nei sinne-ündergong forlitte moat. Jildt dit ek foar de bisikers fan it pop konsert Dan noch eat oer de léste alinea fan it antwurd; oer it liedingwetter. Is der wier gjin liedingwetter op 'e Froskepölle Hwer komt it wetter, dat simmers üt de kranen fan de toiletwein komt, dan wei? As bislüt noch myn persoanlike miening. Op 'e Fros kepölle mei gjin popfestival halden wurde, as der ek mar in hiele lytse kans bistiet, dat de saek üt 'e han rinne kin. Ik bin pür tsjin op tastannen, lyk as yn de Kralingerbosk yn Rotterdam. Mevr. Woudstra-Peene: Ik had niet gezien, dat de vragen op pag. 99 ook nog bij dit volgnummer horen. Mag ik ook nog iets zeggen over vraag 15? (De Voor zitter: Toe dan maar.) De aanvraag voor een pop- consert in de Prinsetün is destijds afgewezen. De Wet houder is toen, meen ik, zelf op het idee van de Froske pölle gekomen. Een popfestival is natuurlijk heel iets anders dan een gratis popconcert. Ik maak me over de organisatie niet zo druk; daar zal „Salamander" zich wel mee bezig houden. Maar, gezien het antwoord op de gestelde vraag en gezien de vragen van de heer Klomp er zijn nog wel meer moeilijke vragen te be denken kom je eigenlijk tot de conclusie: Dat pop festival zal ook wel niet door kunnen gaan; het is öf onmogelijk öf te duur. Dan zou ik toch nog even willen vragen of er geen mogelijkheid is te vinden voor die gratis concerten, al of niet in de Prinsetün. (De Voor zitter: Niet in de Prinsetün; dat is een uitgemaakte zaak. We zouden een andere plaats zoeken. Dat was de afspraak.) De hear P. van der Veen: Der is alris oppere, dat der miskien in mooglikheit wie op it plein by de Alde- hou. Ik soe wolris witte wolle oft dêr al nei fornom- men is en oft dêroer ek kontakt west hat mei „Sala mander". De heer Snel: Vraag 2 gaat over de samenbunde ling van het jeugdwerk. In het antwoord staat, dat er kandidaat-partners zijn voor de Stichting Coördinatie Dienstverlening Jeugd- en Jongerenwerk. Ik wil graag weten welke partners worden bedoeld. In vraag 13 wordt gesproken over het subsidie voor de Stichting Sociaal Cultureel Werk voor de Jeugd en wel speciaal over het subsidie voor vakantie-ontspanning. Er is in eerste instantie op gerekend, dat het Rijk bij zou dragen in de kosten die f 15.000,bedragen. Dat blijkt dus niet juist te zijn. Wil dit festijn zo wil ik het maar noemen doorgang vinden, dan hebben de men sen van de stichting geld nodig. In het antwoord op de vraag staat, dat er allerlei adviezen zullen wor den gevraagd en ook, dat er overleg gepleegd zal wor den met het Rijk. Mijn vraag is: Hoe ver is het daar mee? In het antwoord op vraag 14: „Is er een vorm te vinden om het niet geprofessionaliseerde jeugdwerk op te nemen in de Stichting Sociaal Cultureel Werk voor de Jeugd? schuift U deze zaak naar de betreffende stichting. Dat is in wezen wel juist. Als ik nu voor de Stichting Sociaal Cultureel Werk voor de Jeugd in de plaats zet de Stichting Coördinatie enz., ziet U dan mogelijkheden De heer Van Haaren: Ik moet U zeggen, dat ik er kentelijk ben voor de uitvoerige en duidelijke beant woording van vraag 11. Dat ben ik niet altijd, zoals U weet. U had ook kunnen zeggen: Dit is niet juist. Nu weet ik tenminste hoe het gaat met subsidie-aanvragen voor jeugdwerk. Ten aanzien van de gang van zaken zou ik me toch voor kunnen stellen, dat ik het iets an ders zou doen. Mijn methode zou zijn: B. en W. gaan overleggen met de aanvrager, leggen de subsidie-aan vraag daarna voor aan de Raad voor Jeugdaangelegen- heden en dan gaat de zaak pas naar de Minister. Op die manier kan je meer eisen aan de Minister voor leggen en zeggen: Dit willen wij in Leeuwarden, dit

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 7