to 17 16 dat betekent dus ook zonder meer, dat door het in uit voering nemen van dit project in belangrijke mate in werkgelegenheid in de regio wordt voorzien. Meer kan ik er op dit moment niet van zeggen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W., met aantekening, dat mevr. Woudstra- Peene en de heer Van Haaren worden geacht te hebben tegen gestemd. Punten 13, 14 en 15 (bijlagen nos. 77, 79 en 78). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 16 (bijlage no. 84). De heer Bouma: Laat ik beginnen met mijn waar dering uit te spreken voor de voortvarendheid, die ook van de kant van het College wordt betracht, wat be treft de voortgang van het Transvaalproject. Toen een aantal jaren geleden een brief van de be volking van de Transvaalwijk binnenkwam, ont stond in de Raad een debat over die brief, waarbij van de kant van het College werd gezegd, dat het geen plannen had met deze wijk en dat deze mettertijd een jaar of 10, 20 later wel gesaneerd zou worden. Als ik het verschil in opvatting tussen toen en nu van het College zie, dan verheugt het me toch, dat U op het initiatief van de bevolking van deze wijk zo hebt ingespeeld en vrij snel met de thans voorgestelde maat regelen komt. Dat ik toch het woord vraag, vindt zijn oor zaak in een punt, waarbij ik een protest wil aantekenen. Het staat op pag. 2 van de raadsbrief. U voert n.l. een post op van f 38.750,die bedoeld is als aandeel van de bevolking in het dekken van de apparaatskosten en de kosten, verbonden aan de aanstelling van een pro jectleider. Ik vraag mij daarbij afWie is de bevolking En hoe moet de bevolking die kosten dekken Uit de raadsbrief blijkt al voldoende, van hoeveel belang dit project is. U schrijft, dat hier sprake is van verbetering van woon- en leefklimaat, van een enorm belang met het oog op de algemene huisvestingsproblemen. Dat belang behoeven we dus niet verder uit te meten. Wie hebben er direct belang bij Uiteraard degenen, die hier hun woningen gaan verbouwen en verbeteren, maar ook degenen, die hun woning in deze wijk al in een eerder stadium hebben verfraaid of opgeknapt. Maar ik dacht, dat ook de mensen, die in de omgeving wonen, bijv. aan de Spanjaardslaan of de Noordersingel, er belang bij hadden. En eigenlijk hebben we er allemaal belang bij, dat zo dicht bij de binnenstad een goede woonwijk behouden blijft. Het aanstellen van een pro jectleider maakt ook geen punt van meningsverschil uit. Oorspronkelijk was de gedachte, dat deze in dienst zou worden genomen door de Gemeente. Naar mijn in formatie luidt en ik sta daar volledig achter heeft de Wethouder gezegd: Het is om tweeërlei re denen beter, dat deze projectleider niet aangehaakt wordt aan het gemeentelijk apparaat enerzijds om dat hij dan mogelijk bij andere taken ingeschakeld en daardoor mede belast zou worden terwijl het juist de bedoeling is, dat de man volledig ingezet wordt voor deze wijk anderzijds, omdat hij, als hij voor deze wijk wordt ingezet en in dienst is bij de Stichting Rehabili tatie, ook door de wijkbewoners als hun man gezien wordt en niet als iemand van de Gemeente. Dat is ove rigens geen verwijt aan het gemeentelijk apparaat, maar men ziet het nu eenmaal zo. Deze functio naris komt dus in dienst bij de stichting. Maar wordt de stichting nu opgeknapt met de inning van die f 38.750,Dat de bevolking een bijdrage verleent in de kosten van ue salariëring van deze projectleider en in diens bureaukosten, is geen punt, maar de stichting heeft geen enkel recht en ook geen mogelijkheden om geld te innen. Zou ze het al willen, ze kan het gewoon niet. Die mogelijkheid heeft de Gemeente uiteraard wel. Vandaar dus mijn vraag: Hoe wilt U die kosten door de bevolking laten dekken Want als U de stich ting hiermee belast en ze kan het niet, dan ontstaat er een ongedekt tekort. En ik zou het jammer vinden, dat wij, als wij iemand in dienst nemen, bij voorbaat weten, dat er daardoor een kleine f 40.000,tekort is op de kostenbegroting. Dan heb ik veel liever, dat U deze f 38.750,brengt onder de post „te dekken door de Gemeente"; dan mag de Gemeente die kosten op een wijze, zoals zij dat kan, in rekening brengen bij de bewoners van de wijk, wie dat dan ook mogen zijn. Ik zou graag hierop antwoord van de Wethouder willen hebben. De heer Van Haaren: De rehabilitatie van de Trans vaalwijk is een uniek project, dat zowel landelijk als voor andere plannen in Leeuwarden als precedent kan dienen. We hebben op 22 februari door het verlenen van subsidie a gezegd en moeten nu m.i. ook b zeggen. Het aandeel in de kosten voor de Gemeente bedraagt ongeveer 5 y2 ton, maar de verbetering van het woon- en leefklimaat in deze buurt is dit geld ten volle waard. Wij onderschrijven geheel Uw zienswijze in deze op blz. 3 van bijlage 84. Gaarne zeggen wij dan ook onze medewerking toe aan de uitvoering van het rehabili tatieplan. We kunnen akkoord gaan met het voorstel, zoals het hier is afgedrukt, maar hadden ook een vraag, die echter inmiddels al door de heer Bouma is gesteld. Het gaat om wat staat op blz. 2 van de raadsbrief onder c ten aanzien van het bedrag van f 38.750,dat gedekt zou moeten worden door de bevolking. Ik kan er nu heel kort over zijn. Mijn vraag is: Is er over deze dekking overleg met de bevolking gepleegd? Er is indertijd in het vooroverleg gezegd, dat er geen stap zal worden gezet zonder overleg met de bevolking. Verder deze vraag - naar ik geloof, met andere woor den ook al door de heer Bouma gesteld -: Wanneer moet dat bedrag dan op tafel komen En ik geloof ook, dat er geen enkele rechtsgrond is, waarop een wijk commissie of een Stichting Rehabilitatie Transvaalwijk op het ogenblik heffingen aan de bevolking kan op leggen. Als deze kosten straks, als het project hele maal voltooid is, op de een of andere manier worden verrekend met de bevolking, die er dan effectief beter van is geworden, heeft mijn fractie er vrede mee. In dit geval kan overleg met de wijkbevolking worden gepleegd over de wijze waarop deze bedragen door de bewoners kunnen worden vergoed. Mevr. Visser-van den Bos: Wij hebben er behoefte aan uit te spreken, dat wij er bijzonder verheugd over zijn, dat het initiatief dat opgekomen is uit de bevol king, nu zijn voorlopige bekroning vindt in het stuk, dat hier voor ons ligt. Wij zijn blij met de aanstelling van de projectleider en wij zien het ook niet als zo onoverkomelijk, dat de bevolking een last opgelegd zou krijgen van nog geen 5 pet. van de kosten die de ver betering van de woningen meebrengt. Het moet toch bijzonder prettig zijn, dat de mensen, die daar natuur lijk allerlei problemen op te lossen krijgen, voortdu rend kunnen terugvallen op een deskundige die hun ieder ogenblik met raad en daad kan bijstaan. De heer Tiekstra (weth.)Terecht heeft de heer Van Haaren het woord „uniek" gebruikt met betrekking tot het project Transvaalwijk. En ik zou graag de heer Bouma willen zeggen, dat de waarderende woorden die hij uitgesproken heeft aan het adres van het College met betrekking tot de snel heid, waarmee dit voorstel tot stand is gekomen, in dank worden aanvaard. Die spoed bepaalt, dacht ik, ook in grote mate de opstelling die B. en W. tegenover dit project hebben ingenomen. Ik zou de heer Van Haaren verder nog willen zeg gen, dat juist de snelheid waarmee gewerkt moest wor den, vooroverleg heeft uitgesloten, praktisch onmoge lijk heeft gemaakt. Dat betekent niet, dat er geen over leg is geweest. Ik heb afgelopen donderdagnamiddag een uitvoerig gesprek gehad met een vertegenwoordi ging uit de buurt, ook met mensen, die behulpzaam zijn bij deze zaak. Ik kom nu op het enige besproken onderwerp, n.l. de ten laste van de bevolking gebrachte post van f 38.750, Wij weten niet precies, welke de taak van een project leider zal zijn. Ik moet de heer Bouma toch even cor rigeren; ik heb n.l. van het Jregin af aan het standpunt ingenomen, dat de werkzaamheden ter realisering van dit project in het bijzonder vanuit de bevolking door een vertrouwensman van die bevolking moesten worden gedaan. Ik heb er bij voortduring bezwaar tegen gehad om in dat opzicht ook maar enige schijn van gemeente lijke bemoeienis terzake met wat de bevolking wil, op de Gemeente te laden. Dat betekent natuurlijk niet, dat de Gemeente geen bijdrage levert. De stukken spreken in dat opzicht» dacht ik, een zeer duidelijke taal. Wel bewust zijn overigens de formuleringen gehanteerd „door de Gemeente te dekken" en „door de bevolking te dekken". Er hadden andere formuleringen kunnen staan, n.l. „ten laste van de Gemeente blijvende" en „ten laste van de bevolking blijvende". Dat zou bete kend hebben, dat daarmee een eindbeslissing over deze posten werd gegeven. Dat wordt in deze opstelling niet gedaan. Maar het is ook heel duidelijk, dat de betrok ken projectleider in zijn verhouding tot de bevolking bepaalde concrete zaken voor de bevolking gaat be hartigen. Ik ben het met mevr. Visser eens, als zij zegt, dat het toch van het bedrag van f 897.000,dat voor de woningverbetering moet worden opgebracht, maar een bescheiden percentage is, en het zou bijzonder be langrijk zijn, dat dit werk door ging. Ik kan mij voor stellen, dat de projectleider juist met betrekking tot dit onderdeel concreet werk doet. Ik wil dus graag in eerste aanleg aan het stichtingsbestuur overlaten, in hoeverre het op vrijwillige basis met de bevolking tot een regeling kan komen, waardoor ook deze kosten ge dekt worden. Het bestuur van de Stichting Rehabilita tie Transvaalwijk bestuurt een rechtspersoon en het zal voor de taakuitoefening van die rechtspersoon, dacht ik, ook moeten proberen de middelen te vinden die daarvoor nodig zijn. Ik meen, dat dat een zeer reële zaak is. Maar ik wil wel nogmaals de aandacht vesti gen op de formuleringen „door de Gemeente te dekken" en „door de bevolking te dekken". Dat betekent dus niet, zo zei ik reeds, „ten laste blijvende van". Ik be doel daarmee te zeggen: Wij zullen en dan kom ik op het terrein van Weth. De Jong en hij zal mij deze „slipper" wel even willen toestaan (misschien spreekt de oud-Wethouder van Financiën) voor een aantal van dit soort projecten dekking moeten zoeken. Dat geldt voor renovatieprojecten, waar ook woonmilieu- verbetering aan verbonden is, dat geldt ook voor dit project, waarvoor een bijdrage door de Gemeente wordt gegeven voor de verbetering van de woonomgeving etc. En het zou dus kunnen zijn, dat wij ter dekking van de betreffende kosten toe moeten naar een of andere hef fing en dan kom ik dus inderdaad wel in de buurt van de redenering die de heer Bouma opzette. Die zegt n.l.: „Dat het zal gebeuren voor degenen, die nu hun wonin gen verbeteren, dat begrijp ik, maar het profijt van de lasten die de Gemeente op zich neemt, geldt voor veel meer mensen dan diegenen, die nu het werk aan hun woningen zullen laten doen." En in die zin heeft inderdaad het stichtingsbestuur op dit ogenblik geen rechtsgrond om dit bedrag te „versleutelen" over de bevolking. Het stichtingsbestuur kan zich natuurlijk wel verzekeren op basis van vrijwillige medewerking van de bevolking van zodanige rechtsgrond. Maar ik dacht, dat op het ogenblik het allerbelangrijkste was ik kom straks op de kwestie van renovatie-rehabili tatie nog even terug dat wij nu snel met dit project van start gaan. Ik geloof ook, dat wij over de eindbeslis sing over de laatste twee kolommen onderaan op blz. 2 van de raadsbrief ik schakel uiteraard met betrek king tot de woningverbetering mijn formulering „ten laste van de bevolking blijvende" even uit nog wel nader kunnen praten. Het belangrijkste is op dit mo ment, dat de op 1 maart j.l. in dienst getreden project leider hier zo snel mogelijk begint; dat de financiële middelen, die daarvoor nodig zullen zijn, zo snel mo gelijk moeten worden verschaft en dat dan, hetzij op basis van vrijwillig overleg in de wijk zelf, hetzij in nader overleg met de Gemeente, een oplossing wordt gezocht. Ik heb mij er nog niet van kunnen overtuigen, maar er zijn twee mogelijkheden. Ik gebruik het woord „baatbelasting" nu toch maar, ook in verband met de renovatiecomplexen: nagegaan kan worden, in hoeverre in de vorm van een baatbelasting de ten laste van de Gemeente blijvende kosten kunnen worden gedekt, en als er een baatbelasting komt dat is op zichzelf niet zo verwonderlijk dan zou overwogen kunnen wor den daar dan de post „door de bevolking te dekken" maar bij in te schuiven (wat dan betekent, dat in die wijk alle bewoners worden geconfronteerd met een hef fing, die dan gewoon dient om de bedragen „terug te halen" die ten laste van de Gemeente zijn gebleven). Dit kan voor renovatieprojecten gelden, maar ook voor dit rehabilitatieproject. Als we deze financiële zeker heid niet onderschuiven, dan geloof ik, dat we het ri sico lopen, dat we in de toekomst de nog aan te wijzen renovatie- en rehabilitatieprojecten ook niet de finan ciële onderbouw geven die gewoon nodig is om de pro jecten tot uitvoering te brengen. Ik herhaal het: In die situatie, als die oplossing voorhanden is, zou er een oplossing voor de tweede f 38.750,gevonden kunnen worden. Dat is dus één mogelijkheid. Maar het zou ook mo gelijk kunnen zijn er is echter een duidelijk onder scheid dat de posten alle tezamen worden gescho ven in de nieuwe heffing op het onroerend goed, waar bij we ons wel moeten realiseren, dat dan uiteraard deze last wordt uitgesmeerd over de totale Leeuwarder bevolking en dat gaat, dunkt mij, net iets te ver. Het middel van de baatbelasting lijkt mij voor dit doel in de toekomst beter hanteerbaar omdat de bate ook direct ten gunste van de betrokken bewoner werkt dan de te verwachten nieuwe heffing op het onroerend goed, nog afgezien van de vraag, of de nieuwe heffing inderdaad de ruimte voor de door mij genoemde moge lijkheid zou bieden. Dit is mijn antwoord in eerste instantie. Ik hoop, dat de Raad hiermee akkoord wil gaan en ik kan wel zeggen, dat ik het overleg met de buurt, eventueel te zamen met Weth. De Jong, voort wil zetten. De Voorzitter schorst, om 23.00 uur, de vergadering voor de tweede koffiepauze. De Voorzitter heropent, om 23.15 uur, de vergadering. De heer Bouma: Ik heb er gewoon behoefte aan te zeggen, dat het antwoord van de Wethouder: „Laat die stichting nu vrijwilig proberen het door de bevolking te dekken gedeelte binnen te krijgen en lukt het niet, dan zullen we als gemeentelijk apparaat andere wegen moe ten bewandelen om via welke modus dan ook het geld binnen te krijgen," mij wel heeft bevredigd. Hij heeft mijn vrees, dat er een gat in de begroting zou vallen doordat een deel van de kosten niet gedekt zou zijn, weg genomen. Ik dank de Wethouder dan ook voor dit ant woord. De heer Van Haaren: Ik sluit mij aan bij de heer Bouma, maar ik wilde toch nog enkele korte opmer kingen maken. Het grote voordeel van renovatie heeft natuurlijk niet alleen betrekking op dit gebied en zijn bewoners. Hier wordt ook een stuk kapitaalsver nietiging voorkomen. Als je dit soort dingen niet doet, dan moet je een huizenbestand afbreken, dan moet je dus weer met nieuwbouwplannen aankomen die ontzet tend veel geld kosten. Heel Leeuwarden is met deze rehabilitatie gediend en ik geloof ook niet, dat het juist is, dat de Transvaalwijkbevolking ook voor deze aspecten moet meebetalen. Het is een uitsparing van kosten voor iedereen, voor heel Leeuwarden. Dan dacht ik, dat er in het overleg toch sprake van is geweest, dat de projectleider eventueel andere taken zou krijgen en eventueel ook bij andere zaken, in an dere wijken, zou kunnen worden ingeschakeld. Als dat zo is, is dat een reden te meer om toch enige vraag tekens te plaatsen achter het bedrag, dat door de Trans vaalwijkbevolking moet worden opgebracht. In eerste instantie ging het, wat de rehabilitatie be treft, om ambtenaren en dan zouden de kosten dus helemaal ten laste van de Gemeente zijn. Later is ge zegd, dat er ook particulieren bij zouden kunnen wor den ingeschakeld. Het feit, dat dit nu hier gebeurt, juich ik toe en dat is, dacht ik, ook volkomen juist maar het is ook een argument dat men naar voren kan brengen om te betogen, dat op deze manier ambtenaren werk uit handen wordt genomen en geld, uit te geven voor de salariëring van ambtenaren, wordt bespaard. De heer Tiekstra (weth.): Ik geloof, dat ik de heer Bouma verder geen antwoord schuldig ben en de uit spraken die de heer Van Haaren doet over kapitaals vernietiging, zouden mij best aanleiding kunnen geven een betoog te houden dat vermoedelijk een vérgaande discussie zou uitlokken. (De Voorzitter: Dat is niet de bedoeling.) Ik zal dat ook niet doen, hoewel ik het wel

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 9