4
5
die mijnerzijds is gedaan, eigenlijk kunnen volstaan
met het uitvoeren van het raadsbesluit, zoals het des
tijds is genomen. Maar in het kader van het overleg
over de vraag, wat er met dit soort objecten en vooral
ook met dit object moet gebeuren, is het College (dit
ter vermijding van misverstand) ook zelfstandig tot
her-overweging gekomen; die is ons niet opgedrongen
door een of andere instantie. Wel is de her-overweging
mede voortgekomen uit het overleg dat we ter zake
met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg hebben ge
had. Het is dus vanzelfsprekend, dat het College erop
attendeert, dat het hem onder deze omstandigheden
juister lijkt dit pand te handhaven tot een nadere be
slissing is genomen over de totale situatie en daarmee
treed ik onmiddellijk in het voetspoor van de heer Vel-
lenga. Ik zou de discussie op dit moment m.b.t. dit onder
werp hiertoe willen beperken. De andere genoemde
zaken komen stellig ter sprake, zodra de situatie van
dit gebied in de problematiek van de binnenstad
en dat zal hopelijk niet al te lang duren aan de
orde komt. Dan hebben we, dacht ik, heel duidelijke,
complete uitgangspunten voor wat er zal moeten ge
beuren.
De heer Van der Wal: Dus de discussie over dit
hele gebied, met inbegrip van de panden, zoals dat van
Wielinga, dat we voor zoveel ton hebben aangekocht,
staat nu weer open? (De Voorzitter: Maar het raads
besluit dat we nu nemen, blijft gehandhaafd.) Ja, maar
we kunnen erop terug komen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
runten 5 t/m 8 (bijlagen nos. 236, 251, 245 en 261).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 9 (bijlage no. 264).
De heer Van Haaren: Even een vraag. Wij vereni
gen ons graag met dit voorstel, maar U schrijft: „Wij
verwachten, dat dit object tot uitvoering kan komen
in het kader van het door de Regering afgekondigde
werkgelegenheidsprogramma." Ik zou gewoon willen
weten, wat er gebeurt, als die verwachting niet uit
komt. In de volgende raadsbrief(De Voorzitter:
Die verwachting komt uit.) Nu, als dat zonder meer
vaststaat, dan heb ik geen enkele vraag meer.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 10 (bijlage no. 263).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 11 (bijlage no. 265).
De heer Van Haaren: Weer even een vraag: Ik be
grijp niet helemaal, hoe het zit met dat enorm grote
verschil tussen vrije uitvoering van het werk en uit
voering op een andere manier. In het laatste geval is
het twee keer zo duur. Vanwaar dat grote verschil
Ik neem aan, dat het werk bij een vrije uitvoering
allemaal mechanisch gebeurt en bij een gesubsidieerd
werk worden verschillende onderdelen met de schop
uitgevoerd. Nu is de vraag: Is dat wel gewenst? Kan
men voor werkverschaffing of werkvoorziening niet
beter andere objecten kiezen, waar mensen iets zin
vollers kunnen doen dan werken met een schop, als
de machine dat werk net zo goed kan doen?
De Voorzitter: Nog andere vragen of opmerkingen?
Neen? Dan is het woord aan Weth. Tiekstra.
De heer Tiekstra (weth.): Ik dacht: aan Weth. Wei
de, mijnheer de Voorzitter.
De Voorzitter: Ik keek naar Weth. Weide, maar
die zegt: Dit is een technisch probleem.
De heer Weide (weth.): Ja, dit is wel een strikt
technisch probleem. Ik ben blij, dat er geen andere
vragen uit de Raad komen met betrekking tot Goutum
en Lekkum.
Ik dacht, dat de heer Van Haaren zichzelf al ant
woord had gegeven. Bij het ene werk zal dus meer met
machines worden gewerkt en bij het andere minder.
Handenarbeid is in vele gevallen duurder dan machi
nale werkzaamheden. Dat veroorzaakt inderdaad het
verschil, maar wij hopen en vertrouwen, dat deze wer
ken zeer spoedig „uit de computer zullen rollen", zo
dat we zo spoedig mogelijk zullen kunnen beginnen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 12 (bijlage no. 256).
De heer Janssen: Wat betreft de vaststelling van
het bestemmingsplan Lekkumerend-oost, bestaan er bij
mijn fractie geen overwegende bezwaren.
Hoewel de bestemming van de boerderij aan de noord
kant van het plangebied nog niet vast staat, zijn wij
zeer ingenomen met de handhaving hiervan.
U spreekt in de raadsbrief over een sportveld in de
noordoostelijke hoek van het plan, terwijl U dit verder
op in de bijlage betitelt als een ruig terrein voor de
jeugd. Is het nu een sportveld of een speelveld?
Dan ligt er nog een bezwaarschrift van het Auto
mobielbedrijf Engelsma en Wijnia N.V. Dit bezwaar
schrift is te laat ingediend. Formeel kunnen we dus
met veel met dit bezwaarschrift, maar het moet me
wel van het hart, dat dit een onverkwikkelijke zaak
dreigt te worden. Na jarenlange onderhandelingen is
er nog steeds geen resultaat uit de bus gekomen, dat
de volledige instemming heeft van dit bedrijf. Door
de steeds gewijzigde situatie i.v.m. de verkeersvoorzie-
ningen in dit gebied staat de hele zaak in feite op
losse schroeven. Goed, er is een garage gedacht in
dit plangebied, maar de verkoop van benzine geeft
moeilijkheden i.v.m. het voortdurend uit- en invoegen
van wagens. Wanneer we de oplossing zouden zoeken
bij het Oud Tolhuis, zouden we daar met precies de
zelfde moeilijkheden te maken krijgen. Wij vinden het
jammer, dat Engelsma en Wijnia hier niet geholpen
kunnen worden en zouden het College willen vragen
alles te doen wat mogelijk is om het garagebedrijf
annex benzineverkooppunt elders in Leeuwarden een
goede plaats te bezorgen.
De heer Van der Wal: Op de plaats van de bijkeu
ken van de villa aan de Groningerstraatweg vlak bij
het Oud Tolhuis is op de tekening van het bestem
mingsplan een waterpartij getekend, terwijl de rest
van het huis in een groen-gebied ligt. Het huis kan
geen woonbestemming krijgen, omdat het te dicht bij de
rijksweg ligt niemand heeft er verder last van. Ik
zou ervoor willen pleiten, de waterpartij iets te ver
leggen, zodat de bijkeuken behouden kan blijven.
Verder wil ik, ook namens Theo(De Voorzitter:
namens wie?) Namens Theo. Theo van Haaren, bedoel
ik. Wij noemen hem altijd Theo. (Gelach) Ik wil er
dus, ook namens Theo van Haaren, mijn waardering
over uitspreken, dat de boerderij in het plan blijft ge
handhaafd, en er een ruig speelterrein is gepland. We
gaan de goede kant op.
De hear Singelsma: Ik wie net fan plan ien wurd
oer dit ütstel to sizzen, omt wy in Kommisje Romt-
like Oardering hawwe dêr't alle problemen al oan de
oarder west hawwe: de kwestje Engelsma en Wijnia,
it hüs der't in feart troch hinne rint en dat stikje
rüge greide krekt like goed.
Ik wit wol, hjir yn dizze seal wurde de sakeu óf-
hannele yn it publyk. Hwannear't wy dus neat sizze.
is it krekt as soene dy protesten fan Engelsma en
Wijnia op üs net de minste yndruk meitsje en as soe
allinne de P.v.d.A.-fraksje dér oandacht oan bisteeg-
je. Mar sa is it perfoarst net. Ik wol düdlik stelle, dal
wy yn de Kommisje Romtlike Oardering hjir wiid-
weidich oer praet hawwe en alle punten ündersocht
hawwe; it spyt üs, mei de P.v.d.A.-fraksje, dat it Kol-
leezje gjin oplossing foun hat.
Ik wol dochs düdlik sizze, dat al dizze dingen oan de
oarder west hawwe. Dêrom hie ik neat sizze wollen
yn dizze gearkomste, mar nou't it oan de oarder is,
siz ik der dochs hwat fan.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
De heer Tiekstra (weth.): Het lijkt mij, dat er enig
misverstand heerst ten aanzien van de boerderij van
Brandsma. De heer Janssen zegt daarvan n.l., dat, al
hoewel de bestemming nog niet vast ligt, enz. Ik
dacht, dat de bestemming van dit gebouw wel in het
bestemmingsplan vast ligt; iets van culturele doelein
den o.i.d. Uiteraard staat niet vast, dat deze bestem
ming ook gerealiseerd kan worden op basis van de
behoeften die de wijk ter zake heeft. In ieder geval
is uitgangspunt, dat deze behuizinge in het plan ge
handhaafd blijft. De hamvraag is dus, of de nu ge
kozen bestemming inderdaad gerealiseerd kan worden.
Ik geloof, dat ik er niet veel moeite mee heb een
ruig speelterrein ook in verband te brengen met het
begrip sportbeoefening. Het zal ongetwijfeld een ander
soort sportbeoefening worden dan men gewoonlijk on
der dat begrip „biflapt". Het lijkt mij nuttig om deze
„ruige sportbeoefening" ook binnen de gemeente Leeu
warden mogelijk te maken op basis van de vrije sport
beoefening.
Vervolgens een enkele opmerking m.b.t. Engelsma en
Wijnia. Gegeven datgene wat het College in de afgelopen
T jaren m.b.t. dit bedrijf heeft ondernomen, alle po
gingen die we hebben gedaan om dit probleem tot een
oplossing te brengen, kan de heer Janssen zich ver
zekerd weten van de voortzetting van de medewerking
als die ook inderdaad door de ondernemers van dit
bedrijf op positieve en constructieve wijze wordt ont
vangen. Het College is stellig bereid met dit bedrijf
over een andere, zo gunstig mogelijke vestigingsplaats
in deze gemeente te pratende bereidheid daartoe heb
ben wij ook schriftelijk aan dit bedrijf te kennen ge
geven.
De heer Van der Wal komt met een wat moeilijker
probleem. Hij wijst er n.l. op, dat de ene oever van
een te graven waterpartij door een bijkeuken loopt. Die
waterpartij is natuurlijk een onderdeel van een totale
bestemming en niet alleen m.b.t. Lekkumerend-oost,
maar ook m.b.t. datgene wat, dacht ik, nog belangrij
ker is, n.l. de aanleg van de verkeersvoorziening van
het Vrijheidsplein. Er zal niet alleen een waterpartij
door de bijkeuken gaan lopen, maar we lopen ook de
kans, dat we straks de auto's door de suite moeten
sturen. Dat betekent, dat we niet alleen moeten kijken
naar de bestemming zoals die nu op de tekening staat,
maar tevens moeten kijken naar de oorzaken die
ds Raad bekend zijn die er toe hebben geleid, dat
het plan Lekkumerend-oost is gewijzigd; het gevolg
hiervan is, dat deze waterpartij als begrenzing van
dit bestemmingsplan precies in die bijkeuken terecht
is gekomen.
Punten 13 t/m 17 (bijlagen nos. 257, 258, 246, 253 en
238).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
I'unt 18 (bijlage no. 244).
De heer Van Haaren: U stelt in Uw raadsbrief te
recht, dat in een saneringsbuurt als Oldegalileën ver
krotting en vervuiling door het treffen van passende
maatregelen moeten worden tegen gegaan. Uit lie
brief van de Wijkkern van 30 mei j.l. blijkt, dat deze
maatregelen veel te lang zijn uitgebleven, en dat er
allerlei communicatiestoornissen waren tussen de Wijk
kern en de Gemeente. Nu zou je aan de hand van het
preadvies denken: het had anders en beter gekund,
maar het is nu toch voor elkaar gekomen. Volgens de
Wijkkern is dat echter niet het geval. In het gebied
van Werkmanslust zijn volgens de Wijkkern inder
daad panden afgebroken, maar de opruiming zou bij
lange na nog niet voltooid zijn. Ten aanzien van dc
Tonslagerij en het Pieterseliewaltje wordt met klem
gevraagd, nu reeds met de afbraak te beginnen, het
geen mogelijk zou zijn omdat nog slechts drie pandjes
op een klein gedeelte bezet zijn. Vorige week zou er
in deze buurt tweemaal brand zijn geweest; de Wijk
kern vreest, dat, als nog langer met de afbraak wordt
gewacht, straks de hele zaak in lichter laaie staat.
Bij de afbraak van het Mariahof zou er een enorme
kuil zijn overgebleven die nu is volgestort met klei.
volgens de Wijkkern niets anders op zitten, dan de
omdat men in die klei tot de knieën weg zakt. Er zal
volgens de Wijkkern niets anders opzitten, dan de
klei weer te ver-wijderen en hier zand te storten, wil
men het terrein goed kunnen egaliseren en de plannen
met dit gebied kunnen realiseren. Gezien deze situatie
zou ik B. en W. in overweging willen geven nog eens
contact met de Wijkkern op te nemen alvorens een
antwoord op de brief van de Wijkkern te verzenden,
omdat we anders in een volgende vergadering weer
een antwoord op dat antwoord zouden moeten be
handelen.
Mevr. Dijkstra-BethlehemIk kan mij voorstellen,
dat de aankoop van percelen en panden vaak niet op
korte termijn mogelijk is en dat dit grote moeilijkhe
den kan opleveren. Toch ben ik van mening, dat door
het College alle mogelijke wegen bewandeld moeten
worden om een algehele reconstructie van deze wijk
sneller te doen plaats vinden. Het zal duidelijk zijn,
dat de toestand van deze saneringswijk de bewoners
niet lekker zit. Het gaat niet alleen om het aanzicht
van de wijk ik denk daarbij aan de afbraakpanden
maar ook om de volksgezondheid. Vooral voor de
kinderen die in een dergelijke omgeving moeten spe
len, is de situatie slecht. Daarom ben ik van mening,
dat alles in het werk moet worden gesteld om zo snel
mogelijk de daarvoor in aanmerking komende panden
af te breken. Het is ook bijzonder belangrijk, dat daar
bij de rommel zo snel mogelijk wordt verwijderd, en
dat de zaak zo goed mogelk wordt geëgaliseerd. Bij
de afbraak van de panden Oldegalileën/hoek Eestraat
moest men gebruik maken van de tuin van een nog
bewoond pand om het puin af te voeren. Dat was na
tuurlijk noodzakelijk. Maar ondanks het afvoeren van
het puin blijkt, dat er een slecht straatbeeld te zien
is. Het minste wat je zou kunnen verwachten, is toch
wel, dat een hek, dat voor de afvoer van het puin moest
worden weggehaald, weer in de oude staat terug ge
bracht zou worden; dat is echter niet gebeurd. Het
ziet er daar dan ook treurig uit.
Het is bekend, dat de bewoners van de wijk Willem
Sprengerstraat e.o. alles willen doen om medewerking
te verlenen aan het opknappen van de wijk. Maar ook
hier kan de liefde niet van één kant komen. Het is
mij bijv. bekend, dat er momenteel bij de Wijkkern
voor f 14.000,aan rekeningen liggen. De Gemeente
heeft subsidie toegezegd. Ik vraag mij af, wanneer de
betreffende Wijkkern de verrekening van de Gemeente
tegemoet kan zien.
Dan nog iets over de zgn. bejaardenwoningen aan
de Geraniumstraat. Het College stelt, dat het technisch
niet mogelijk is in deze woningen een toilet aan te
leggen op de begane grond; een eventuele uitbouw
daarvoor zou f 10.000,(per woning) moeten kosten.
Ik kan de technische kant van deze zaak niet bezien.
Het staat voor mij echter wel vast, dat het ondoenlijk
is de huidige toestand het toilet op de bovenverdie
ping te laten voortduren, juist omdat het hier om
bejaardenwoningen gaat. Het is voor mij dan ook de
vraag, of je deze woningen met het toilet op de
bovenverdieping wel in alle redelijkheid aan bejaar
den kan verhuren. Ik meen ook te weten, dat deze wo
ningen niet gebouwd zijn voor bewoning door bejaar
den. Misschien is later gezegd, dat ze daar wel ge
schikt voor waren, maar in eerste instantie waren ze
er niet voor bestemd. Er is van de Wijkkern niet een
schriftelijk verzoek m.b.t. deze kwestie ontvangen,
maar desondanks zou ik toch het College willen ver
zoeken, te bekijken, of op de een of andere manier
bijv. door een eenvoudige uitbouw een toilet op de
begane grond kan worden aangelegd, en eventueel met
de bewoners hierover overleg te plegen.
Mevr. Brandenburg-SjoerdsmaIk wil mij graag
aansluiten bij de suggestie van de heer Van Haaren,
eerst nog eens met de Wijkkern te gaan praten (en
natuurlijk ook te gaan kijken) alvorens U een ant
woord op de ingekomen brief verzendt.
Dan wilde ik ook nog even ingaan op de kwestie van
de woningen aan de Geraniumstraat. Het zijn inder
daad geen bejaardenwoningen, want er zijn 3 slaap
kamers op de bovenverdieping en er is 1 slaapkamer
beneden, achter de woonkamer. Wij hebben deze zaak