4 5 die mijnerzijds is gedaan, eigenlijk kunnen volstaan met het uitvoeren van het raadsbesluit, zoals het des tijds is genomen. Maar in het kader van het overleg over de vraag, wat er met dit soort objecten en vooral ook met dit object moet gebeuren, is het College (dit ter vermijding van misverstand) ook zelfstandig tot her-overweging gekomen; die is ons niet opgedrongen door een of andere instantie. Wel is de her-overweging mede voortgekomen uit het overleg dat we ter zake met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg hebben ge had. Het is dus vanzelfsprekend, dat het College erop attendeert, dat het hem onder deze omstandigheden juister lijkt dit pand te handhaven tot een nadere be slissing is genomen over de totale situatie en daarmee treed ik onmiddellijk in het voetspoor van de heer Vel- lenga. Ik zou de discussie op dit moment m.b.t. dit onder werp hiertoe willen beperken. De andere genoemde zaken komen stellig ter sprake, zodra de situatie van dit gebied in de problematiek van de binnenstad en dat zal hopelijk niet al te lang duren aan de orde komt. Dan hebben we, dacht ik, heel duidelijke, complete uitgangspunten voor wat er zal moeten ge beuren. De heer Van der Wal: Dus de discussie over dit hele gebied, met inbegrip van de panden, zoals dat van Wielinga, dat we voor zoveel ton hebben aangekocht, staat nu weer open? (De Voorzitter: Maar het raads besluit dat we nu nemen, blijft gehandhaafd.) Ja, maar we kunnen erop terug komen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. runten 5 t/m 8 (bijlagen nos. 236, 251, 245 en 261). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 9 (bijlage no. 264). De heer Van Haaren: Even een vraag. Wij vereni gen ons graag met dit voorstel, maar U schrijft: „Wij verwachten, dat dit object tot uitvoering kan komen in het kader van het door de Regering afgekondigde werkgelegenheidsprogramma." Ik zou gewoon willen weten, wat er gebeurt, als die verwachting niet uit komt. In de volgende raadsbrief(De Voorzitter: Die verwachting komt uit.) Nu, als dat zonder meer vaststaat, dan heb ik geen enkele vraag meer. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 10 (bijlage no. 263). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 11 (bijlage no. 265). De heer Van Haaren: Weer even een vraag: Ik be grijp niet helemaal, hoe het zit met dat enorm grote verschil tussen vrije uitvoering van het werk en uit voering op een andere manier. In het laatste geval is het twee keer zo duur. Vanwaar dat grote verschil Ik neem aan, dat het werk bij een vrije uitvoering allemaal mechanisch gebeurt en bij een gesubsidieerd werk worden verschillende onderdelen met de schop uitgevoerd. Nu is de vraag: Is dat wel gewenst? Kan men voor werkverschaffing of werkvoorziening niet beter andere objecten kiezen, waar mensen iets zin vollers kunnen doen dan werken met een schop, als de machine dat werk net zo goed kan doen? De Voorzitter: Nog andere vragen of opmerkingen? Neen? Dan is het woord aan Weth. Tiekstra. De heer Tiekstra (weth.): Ik dacht: aan Weth. Wei de, mijnheer de Voorzitter. De Voorzitter: Ik keek naar Weth. Weide, maar die zegt: Dit is een technisch probleem. De heer Weide (weth.): Ja, dit is wel een strikt technisch probleem. Ik ben blij, dat er geen andere vragen uit de Raad komen met betrekking tot Goutum en Lekkum. Ik dacht, dat de heer Van Haaren zichzelf al ant woord had gegeven. Bij het ene werk zal dus meer met machines worden gewerkt en bij het andere minder. Handenarbeid is in vele gevallen duurder dan machi nale werkzaamheden. Dat veroorzaakt inderdaad het verschil, maar wij hopen en vertrouwen, dat deze wer ken zeer spoedig „uit de computer zullen rollen", zo dat we zo spoedig mogelijk zullen kunnen beginnen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 12 (bijlage no. 256). De heer Janssen: Wat betreft de vaststelling van het bestemmingsplan Lekkumerend-oost, bestaan er bij mijn fractie geen overwegende bezwaren. Hoewel de bestemming van de boerderij aan de noord kant van het plangebied nog niet vast staat, zijn wij zeer ingenomen met de handhaving hiervan. U spreekt in de raadsbrief over een sportveld in de noordoostelijke hoek van het plan, terwijl U dit verder op in de bijlage betitelt als een ruig terrein voor de jeugd. Is het nu een sportveld of een speelveld? Dan ligt er nog een bezwaarschrift van het Auto mobielbedrijf Engelsma en Wijnia N.V. Dit bezwaar schrift is te laat ingediend. Formeel kunnen we dus met veel met dit bezwaarschrift, maar het moet me wel van het hart, dat dit een onverkwikkelijke zaak dreigt te worden. Na jarenlange onderhandelingen is er nog steeds geen resultaat uit de bus gekomen, dat de volledige instemming heeft van dit bedrijf. Door de steeds gewijzigde situatie i.v.m. de verkeersvoorzie- ningen in dit gebied staat de hele zaak in feite op losse schroeven. Goed, er is een garage gedacht in dit plangebied, maar de verkoop van benzine geeft moeilijkheden i.v.m. het voortdurend uit- en invoegen van wagens. Wanneer we de oplossing zouden zoeken bij het Oud Tolhuis, zouden we daar met precies de zelfde moeilijkheden te maken krijgen. Wij vinden het jammer, dat Engelsma en Wijnia hier niet geholpen kunnen worden en zouden het College willen vragen alles te doen wat mogelijk is om het garagebedrijf annex benzineverkooppunt elders in Leeuwarden een goede plaats te bezorgen. De heer Van der Wal: Op de plaats van de bijkeu ken van de villa aan de Groningerstraatweg vlak bij het Oud Tolhuis is op de tekening van het bestem mingsplan een waterpartij getekend, terwijl de rest van het huis in een groen-gebied ligt. Het huis kan geen woonbestemming krijgen, omdat het te dicht bij de rijksweg ligt niemand heeft er verder last van. Ik zou ervoor willen pleiten, de waterpartij iets te ver leggen, zodat de bijkeuken behouden kan blijven. Verder wil ik, ook namens Theo(De Voorzitter: namens wie?) Namens Theo. Theo van Haaren, bedoel ik. Wij noemen hem altijd Theo. (Gelach) Ik wil er dus, ook namens Theo van Haaren, mijn waardering over uitspreken, dat de boerderij in het plan blijft ge handhaafd, en er een ruig speelterrein is gepland. We gaan de goede kant op. De hear Singelsma: Ik wie net fan plan ien wurd oer dit ütstel to sizzen, omt wy in Kommisje Romt- like Oardering hawwe dêr't alle problemen al oan de oarder west hawwe: de kwestje Engelsma en Wijnia, it hüs der't in feart troch hinne rint en dat stikje rüge greide krekt like goed. Ik wit wol, hjir yn dizze seal wurde de sakeu óf- hannele yn it publyk. Hwannear't wy dus neat sizze. is it krekt as soene dy protesten fan Engelsma en Wijnia op üs net de minste yndruk meitsje en as soe allinne de P.v.d.A.-fraksje dér oandacht oan bisteeg- je. Mar sa is it perfoarst net. Ik wol düdlik stelle, dal wy yn de Kommisje Romtlike Oardering hjir wiid- weidich oer praet hawwe en alle punten ündersocht hawwe; it spyt üs, mei de P.v.d.A.-fraksje, dat it Kol- leezje gjin oplossing foun hat. Ik wol dochs düdlik sizze, dat al dizze dingen oan de oarder west hawwe. Dêrom hie ik neat sizze wollen yn dizze gearkomste, mar nou't it oan de oarder is, siz ik der dochs hwat fan. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. De heer Tiekstra (weth.): Het lijkt mij, dat er enig misverstand heerst ten aanzien van de boerderij van Brandsma. De heer Janssen zegt daarvan n.l., dat, al hoewel de bestemming nog niet vast ligt, enz. Ik dacht, dat de bestemming van dit gebouw wel in het bestemmingsplan vast ligt; iets van culturele doelein den o.i.d. Uiteraard staat niet vast, dat deze bestem ming ook gerealiseerd kan worden op basis van de behoeften die de wijk ter zake heeft. In ieder geval is uitgangspunt, dat deze behuizinge in het plan ge handhaafd blijft. De hamvraag is dus, of de nu ge kozen bestemming inderdaad gerealiseerd kan worden. Ik geloof, dat ik er niet veel moeite mee heb een ruig speelterrein ook in verband te brengen met het begrip sportbeoefening. Het zal ongetwijfeld een ander soort sportbeoefening worden dan men gewoonlijk on der dat begrip „biflapt". Het lijkt mij nuttig om deze „ruige sportbeoefening" ook binnen de gemeente Leeu warden mogelijk te maken op basis van de vrije sport beoefening. Vervolgens een enkele opmerking m.b.t. Engelsma en Wijnia. Gegeven datgene wat het College in de afgelopen T jaren m.b.t. dit bedrijf heeft ondernomen, alle po gingen die we hebben gedaan om dit probleem tot een oplossing te brengen, kan de heer Janssen zich ver zekerd weten van de voortzetting van de medewerking als die ook inderdaad door de ondernemers van dit bedrijf op positieve en constructieve wijze wordt ont vangen. Het College is stellig bereid met dit bedrijf over een andere, zo gunstig mogelijke vestigingsplaats in deze gemeente te pratende bereidheid daartoe heb ben wij ook schriftelijk aan dit bedrijf te kennen ge geven. De heer Van der Wal komt met een wat moeilijker probleem. Hij wijst er n.l. op, dat de ene oever van een te graven waterpartij door een bijkeuken loopt. Die waterpartij is natuurlijk een onderdeel van een totale bestemming en niet alleen m.b.t. Lekkumerend-oost, maar ook m.b.t. datgene wat, dacht ik, nog belangrij ker is, n.l. de aanleg van de verkeersvoorziening van het Vrijheidsplein. Er zal niet alleen een waterpartij door de bijkeuken gaan lopen, maar we lopen ook de kans, dat we straks de auto's door de suite moeten sturen. Dat betekent, dat we niet alleen moeten kijken naar de bestemming zoals die nu op de tekening staat, maar tevens moeten kijken naar de oorzaken die ds Raad bekend zijn die er toe hebben geleid, dat het plan Lekkumerend-oost is gewijzigd; het gevolg hiervan is, dat deze waterpartij als begrenzing van dit bestemmingsplan precies in die bijkeuken terecht is gekomen. Punten 13 t/m 17 (bijlagen nos. 257, 258, 246, 253 en 238). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. I'unt 18 (bijlage no. 244). De heer Van Haaren: U stelt in Uw raadsbrief te recht, dat in een saneringsbuurt als Oldegalileën ver krotting en vervuiling door het treffen van passende maatregelen moeten worden tegen gegaan. Uit lie brief van de Wijkkern van 30 mei j.l. blijkt, dat deze maatregelen veel te lang zijn uitgebleven, en dat er allerlei communicatiestoornissen waren tussen de Wijk kern en de Gemeente. Nu zou je aan de hand van het preadvies denken: het had anders en beter gekund, maar het is nu toch voor elkaar gekomen. Volgens de Wijkkern is dat echter niet het geval. In het gebied van Werkmanslust zijn volgens de Wijkkern inder daad panden afgebroken, maar de opruiming zou bij lange na nog niet voltooid zijn. Ten aanzien van dc Tonslagerij en het Pieterseliewaltje wordt met klem gevraagd, nu reeds met de afbraak te beginnen, het geen mogelijk zou zijn omdat nog slechts drie pandjes op een klein gedeelte bezet zijn. Vorige week zou er in deze buurt tweemaal brand zijn geweest; de Wijk kern vreest, dat, als nog langer met de afbraak wordt gewacht, straks de hele zaak in lichter laaie staat. Bij de afbraak van het Mariahof zou er een enorme kuil zijn overgebleven die nu is volgestort met klei. volgens de Wijkkern niets anders op zitten, dan de omdat men in die klei tot de knieën weg zakt. Er zal volgens de Wijkkern niets anders opzitten, dan de klei weer te ver-wijderen en hier zand te storten, wil men het terrein goed kunnen egaliseren en de plannen met dit gebied kunnen realiseren. Gezien deze situatie zou ik B. en W. in overweging willen geven nog eens contact met de Wijkkern op te nemen alvorens een antwoord op de brief van de Wijkkern te verzenden, omdat we anders in een volgende vergadering weer een antwoord op dat antwoord zouden moeten be handelen. Mevr. Dijkstra-BethlehemIk kan mij voorstellen, dat de aankoop van percelen en panden vaak niet op korte termijn mogelijk is en dat dit grote moeilijkhe den kan opleveren. Toch ben ik van mening, dat door het College alle mogelijke wegen bewandeld moeten worden om een algehele reconstructie van deze wijk sneller te doen plaats vinden. Het zal duidelijk zijn, dat de toestand van deze saneringswijk de bewoners niet lekker zit. Het gaat niet alleen om het aanzicht van de wijk ik denk daarbij aan de afbraakpanden maar ook om de volksgezondheid. Vooral voor de kinderen die in een dergelijke omgeving moeten spe len, is de situatie slecht. Daarom ben ik van mening, dat alles in het werk moet worden gesteld om zo snel mogelijk de daarvoor in aanmerking komende panden af te breken. Het is ook bijzonder belangrijk, dat daar bij de rommel zo snel mogelijk wordt verwijderd, en dat de zaak zo goed mogelk wordt geëgaliseerd. Bij de afbraak van de panden Oldegalileën/hoek Eestraat moest men gebruik maken van de tuin van een nog bewoond pand om het puin af te voeren. Dat was na tuurlijk noodzakelijk. Maar ondanks het afvoeren van het puin blijkt, dat er een slecht straatbeeld te zien is. Het minste wat je zou kunnen verwachten, is toch wel, dat een hek, dat voor de afvoer van het puin moest worden weggehaald, weer in de oude staat terug ge bracht zou worden; dat is echter niet gebeurd. Het ziet er daar dan ook treurig uit. Het is bekend, dat de bewoners van de wijk Willem Sprengerstraat e.o. alles willen doen om medewerking te verlenen aan het opknappen van de wijk. Maar ook hier kan de liefde niet van één kant komen. Het is mij bijv. bekend, dat er momenteel bij de Wijkkern voor f 14.000,aan rekeningen liggen. De Gemeente heeft subsidie toegezegd. Ik vraag mij af, wanneer de betreffende Wijkkern de verrekening van de Gemeente tegemoet kan zien. Dan nog iets over de zgn. bejaardenwoningen aan de Geraniumstraat. Het College stelt, dat het technisch niet mogelijk is in deze woningen een toilet aan te leggen op de begane grond; een eventuele uitbouw daarvoor zou f 10.000,(per woning) moeten kosten. Ik kan de technische kant van deze zaak niet bezien. Het staat voor mij echter wel vast, dat het ondoenlijk is de huidige toestand het toilet op de bovenverdie ping te laten voortduren, juist omdat het hier om bejaardenwoningen gaat. Het is voor mij dan ook de vraag, of je deze woningen met het toilet op de bovenverdieping wel in alle redelijkheid aan bejaar den kan verhuren. Ik meen ook te weten, dat deze wo ningen niet gebouwd zijn voor bewoning door bejaar den. Misschien is later gezegd, dat ze daar wel ge schikt voor waren, maar in eerste instantie waren ze er niet voor bestemd. Er is van de Wijkkern niet een schriftelijk verzoek m.b.t. deze kwestie ontvangen, maar desondanks zou ik toch het College willen ver zoeken, te bekijken, of op de een of andere manier bijv. door een eenvoudige uitbouw een toilet op de begane grond kan worden aangelegd, en eventueel met de bewoners hierover overleg te plegen. Mevr. Brandenburg-SjoerdsmaIk wil mij graag aansluiten bij de suggestie van de heer Van Haaren, eerst nog eens met de Wijkkern te gaan praten (en natuurlijk ook te gaan kijken) alvorens U een ant woord op de ingekomen brief verzendt. Dan wilde ik ook nog even ingaan op de kwestie van de woningen aan de Geraniumstraat. Het zijn inder daad geen bejaardenwoningen, want er zijn 3 slaap kamers op de bovenverdieping en er is 1 slaapkamer beneden, achter de woonkamer. Wij hebben deze zaak

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 3