4 Hwat dat wetter oanbilanget, dêroer kin ik it fol- slein mei de Wethalder iens wêze; dat is smoarch. Mar dér kinne wy troeh de ütwreiding mei hwat greide ek neat oan foroarje. De hear Tiekstra (weth.)Ik bin bliid, dat de hear Van der Veen dizze tallen efkes neamt. Ik moat him sizze, dat de kapasiteit fan it gebiet fan de Lytse Wielen, sa't dat der nou leit, maksimael 10.000 is (deirekréanten op ien dei dan). It bisyk konsintrear- ret him op in tal dagen. En ik tocht, dat ik forgeliken- derwize wol gelyk haw as ik siz, dat op dit stuit it gebiet somtiden yndied to swier bilêste wurdt en dat mei it each dërop ütwreiding fan it greatste bilang is, binammen as ik rekkening hald mei de omkriten hwer't dizze minsken weikomme en as ik ek noch rekkening hdid mei de suggestje fan de hear Miedema de tagong ta it gebiet to forbetterjen. Ik tocht, dat wy allinne in tsjinst biwize oan de deirekréaesje, as wy binammen dat elemint forsterkje. Mar ik herhelje, dat ik der wiis mei bin, dat de 1 ha natuergebiet der ek komme kin; dat hat opfiedkundich sjoen ek bi- tsjutting. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 14 (bijlage no. 325). De heer Hiemstra: lk wil U wel bekennen, dat ik deze bijlage de vorige week met stijgende verba zing heb doorgelezen. Eerst dacht ik nog, dat ik het ambtelijk vakjargon van degene, die dit stuk in elkaar had gezet, niet helemaal kon vatten. Maar toen ik de volgende dag de Leeskamer bezocht, was ik al gauw bekeerd en moest ik helaas tot de ontdekking komen, dat ik er meer van begreep dan mij lief was. (Stem: Dan moest U maar liever niet meer naar de Leeskamer gaan.) (Gelach) Zo ziet U maar, je leert ook wel eens wat negatiefs. Wat is de kwestie? De Borniastraat ligt er al 30 jaar, zoals die er nu ligt; alleen hebben we er een paar jaar geleden een nieuwe slijtlaag over gelegd. Wat wil len we daar nu mee doen? We willen die straat door het dorp Huizum heen trekken (9 m breed). En haaks daarop willen we het Heermoes verbinden met de Hui- zumerlaan (een verbindingsweg van 10 m breed). Daar ontstaat verkeerstechnisch waarschijnlijk een prachtig mooie oplossing. We zetten er een keurig nette ver keerslichteninstallatie, zodat blijkt, dat we van te vo ren de problemen hebben onderkend; en dat is dan dat. Maar dan ga je verder kijken en dan vraag je je af, wat daar straks nog meer gaat gebeuren. We zullen waarschijnlijk volgend jaar een voorstel krijgen om de Oostergoweg aan te leggen. Die weg komt dan 200 a 300 meter westelijk van de zojuist genoemde verbin dingsweg en krijgt waarschijnlijk een soortgelijke krui sing met de Borniastraat. Dan hebben we daar een prachtige carré gebouwd en midden in die carré zien we dan ons met enige trots naar voren gevoerde Ge zondheidscentrum Triotel liggen. Dat ligt dan te mid den van die heirbanen waarlangs het verkeer brult. Als we nog even verder kijken, dan zien we, dat we binnenkort in de omgeving van de ijsbaan onze brand weerkazerne zullen zetten. In het verslag van de Dienst Reiniging en Brandweer kunnen we lezen, dat de Brandweer minstens eenmaal per dag uitrukt (gemid deld zelfs iets meer dan eenmaal per dag). En we kun nen wel nagaan, dat waarschijnlijk in zeven van de tien gevallen de Brandweer naar het centrum, het wes ten of het noorden zal moeten. Het is logisch, dat de Brandweer dan via die korte nieuwe verbindingsweg gaat en met brullende sirenes langs Triotel gaat rijden ter verhoging van de feestvreugde. Dan bestaan er, dacht ik, ook nog plannen om mid den in deze kakofonie in de toekomst het Diakonessen- huis neer te zetten. Ik ben met dit geheel toch wel een beetje ongeluk kig. Ik vraag mij af of dat nu de omgeving is waar ons gemeentelijk centrum voor gezondheidszorg moet zijn. Ik dacht, dat we niet zo lang meer zouden behoe ven te wachten op de tijd, dat de verpleegden en de verplegers rare woorden zullen zeggen over de beslis sing m.b.t. deze kwestie. Ik dacht, dat uit dien hoofde deze zaak nog eens zou moeten worden bekeken. Ook om een andere reden overigens. Hier wordt ons n.l. in feite weer een deelplan voorgelegd. U stelt zelf, dat een bestemmingsplan Huizum-Dorp in voorbereiding is. Het is vaker voorgekomen, dacht ik, dat wij op een gegeven moment een bestemmingsplan moesten goed keuren om wille van reeds uitgevoerde werken. Ik kan mij nauwelijks voorstellen, dat deze werken zo'n ur gentie hebben, dat ze niet zouden kunnen wachten tot het bestemmingsplan volledig gereed is. Tegen die tijd kunnen we, dacht ik, beter overzien wat er zou moe ten gebeuren. Ik zou U dan ook willen voorstellen om dit voorstel terug te nemen en dit in het totale be stemmingsplan Huizum-Dorp in te brengen. De heer Tiekstra (weth.)Ik zou willen beginnen met te zeggen, dat het uiteraard de heer Hiemstra niet euvel te duiden is, dat hij over minder informatie beschikt dan wij en deswege zo over dit voorstel praat. Als de suggestie van de heer Hiemstra zou worden gevolgd, zou het de tweede keer zijn ik moet mij al sterk vergissen als het niet zo is dat dit voorstel van de raadsagenda wordt afgevoerd c.q. uit het over leg in de Commissie Openbare Werken wordt terug verwezen naar B. en W. voor het zoeken van een nadere oplossing. Ik herinner mij nog heel duidelijk de zeer uitvoerige discussies die destijds met betrek king tot de situatie in Huizum-Dorp zijn gevoerd. Die gingen over de gevaarlijke situatie die op het ogenblik bestaat doordat de Huizumerlaan, de Tijnjedijk en het stuk Huizum-Dorp dat daar tussen in ligt, fungeert als verbinding met de rondweg. Daar is bestemmingsver keer, daar is verkeer van en naar de rondweg (Ald- lansdyk) i.v.m. bedrijven die in die omgeving zijn ge vestigd. Die omstandigheid is de voornaamste oorzaak waarom deze weg al een aantal jaren is getraceerd achter het dorp langs en dus niet door het dorp heen, een omstandigheid die uiteraard aan de heer Hiem stra niet bekend behoefde te zijn. Het betekent wel, dat de aanleg van deze weg, de verlengde Borniastraat, al een aantal jaren in het voornemen ligt; het is de be doeling in het bijzonder Huizum-Dorp van het verkeer te ontlasten. Ik geloof, dat de heer Hiemstra nogal gemakkelijk praat over het van een slijtlaag voorzien van de Bor niastraat. De Borniastraat is volledig nieuw aangelegd enkele jaren terug. Dat is geen oude Borniastraat voorzien van een nieuwe slijtlaag, dat is een nieuwe Borniastraat en het profiel van deze weg is juist zo gemaakt om de nu voorgestelde verbinding mogelijk te maken. -Nu heb ik de indruk, dat er nög een misverstand schuilt in het betoog van de heer Hiemstra. Hij heeft gesproken over de situering van de nieuwe brandweer kazerne. Ik wil graag staande deze vergadering het misverstand over de vestigingsplaats ophelderen. De brandweerkazerne is geprojecteerd niet in de omge ving van deze verkeersoplossing, maar aan de oost zijde van de Aldlansdyk, ten oosten van de Miro en ten noorden van de ontsluitingsweg naar de Hemrik. Ik ga niet verder op die plaatskeuze in; daarover heeft de Raad reeds geruime tijd geleden een besluit geno men. Maar deze plaatskeuze zal geen belasting bete kenen voor de verkeersoplossing waarover wij nu praten. Ik zou vervolgens willen opmerken, dat, hoe men het ook wendt of keert, een voorziening als Triotel een verkeersaantrekkend element is en dat men die verkeerstechnisch zo moet situeren, dat men er uit allerhande delen van de stad en ook uit allerhande de len van de provincie gemakkelijk kan komen. Een uit verkeerstechnisch oogpunt goede situering van dit soort voorzieningen is van enorm groot belang. Ten slotte zou ik nog willen opmerken, dat in het tan gentensysteem ik breng het niet in discussie, ik memoreer het alleen maar een aantal wegen met verdeelfuncties mogelijk moeten zijn om te voorkomen, dat alle verkeer dat zich in de stad beweegt, zich per se op het tangentieel systeem moet kunnen afwikkelen; het moet ook mogelijk zijn zonder zich op dat sys teem te begeven van wijk tot wijk te komen. En als ik dat zeg, dan bedoel ik in dit geval de oplossing die, uiteraard partieel, gemaakt wordt vanaf de Aid- lansdyk tot aan laat ik het wat heel extreem zeg 5 gen de Koepelkerk toe. Dan hebben we weer een verdeelfunctie gecreëerd die in het totale verkeerspa- troon van de binnenstad zeer duidelijk op haar plaats is. Ik zie dus geen enkele reden op dit moment dit voor stel terug te nemen. Integendeel, ik meen, dat het nu tijd wordt, dat wij deze voorziening tot stand brengen, ook al om te bereiken, dat de voorzieningen voor de gezondheidszorg die in die omgeving liggen, een op timaal gunstige ligging krijgen. Het geluid, dat het verkeer zal veroorzaken, zal niet anders zijn, dan het geluid van het verkeer dat er zich nu beweegt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 15 (bijlage no. 324). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 16 (bijlage no. 334). De heer Van Haaren: Mijn fractie is bijzonder ver heugd, dat in Leeuwarden in het kader van het leer lingwezen een nieuwe cursus kan starten en dat er bij de partieel leerplichtigen voldoende belangstelling is voor deze aanvullende opleiding. Wij hebben de indruk, dat onderwijs voor en vor ming van partieel leerplichtigen in Leeuwarden nog niet goed van de grond is gekomen. Gerichte cursussen, zoals deze economisch-administratieve opleiding, be antwoorden aan een behoefte die er bij bepaalde cate gorieën partieel leerplichtigen leeft, en dragen er toe bij, dat de gedeeltelijke leerplicht meer waarde en inhoud krijgt. Verheugend is, dat ook niet-leerplichtigen aan de cursus kunnen deelnemen. Ik zou wel willen vragen of ook deze leerlingen het onderwijs gratis kunnen volgen en of hier de clausule geldt, dat zij reeds werk zaam moeten zijn in de economisch-administratieve sector. De heer Teil Brug (weth.): Met de heer Van Haa ren verheugen ook wij ons bijzonder, dat het mogelijk is gebleken deze cursus in Leeuwarden van de grond te krijgen. Voor de goede orde wil ik er even op wij zen, dat dit gebeurt zowel in het kader van de gemeen telijke scholen als ook in het kader van de christelijke m.e.a.o. in Leeuwarden. Er is gelukkig een samenwer king tussen deze twee cursussen mogelijk. Inderdaad is het mogelijk het staat in de raads- brief dat ook niet-leerplichtigen aan deze cursus deelnemen. Ik dacht ook, dat het juist was en dat het zelfs voor degenen die er heen moetengunstig werkt, dat ook degenen die er heen willenaan de cursus deel nemen. Eén van de problemen bij het vormingswerk is, dat, wanneer de dwang er achter staat, het zo moeilijk is er enige zin aan te geven. Ik geloof, dat één van de oplossingen is een samen deelnemen van „gedwongenen" en „vrijwilligers". Dat kan, meen ik, het cursuswerk alleen maar ten goede komen. Ik kan de heer Van Haaren op dit moment over het schoolgeld voor de niet-leerplichtigen geen inlichtingen geven. Ik weet niet hoe dat zit. Ik zal het voor hem nagaan. Wij zullen de rijksregeling moeten volgen. Hoe het nu precies zit met de kortgeleden aangenomen wet kan ik niet vertellen. Uiteraard is er geen mogelijk heid een andere regeling plaatselijk te maken, dan de regeling die onlangs in de Tweede Kamer is vastgesteld. Zodra ik weet hoe de zaak in elkaar zit, wil ik de heer Van Haaren graag nader inlichten. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 17 t.e.m. 21 (bijlagen nos. 310, 317, 316, 326 en 315). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 22 (bijlage no. 330). De heer Vellenga: Ik zou willen beginnen met, na mens mijn fractie, mij aan te sluiten bij de woorden van waardering die U terecht in de raadsbrief neer schrijft ten aanzien van de vorm, de inhoud, het uiter lijk, de verschijning van „Uw Leeuwarden" en de spijt betuigingen die daar bijgevoegd zijn, dat het om fi nanciële redenen moeilijk is om dit orgaan te hand haven. Wanneer ik dat doe, dan is dat eigenlijk alleen maar een vervolg op datgene wat ook van onze kant bij de behandeling van de begroting voor dit jaar naar voren is gebracht, toen wij er ook al niet direct zoveel voor voelden om mee te gaan met een voorstel om de betreffende post te schrappen, waarbij ook van onze kant toen bepaalde suggesties zijn gedaan. Nu moet ik U zeggen, dat, wanneer wij zouden moeten veranderen, ons dat ook spijt om de vorm, het eigen gezicht, de wijze waarop men op dit mo ment dit orgaan uitgeeft. En mijn eerste vraag is dan ook: Zou het mogelijk zijn om dat enigermate te hand haven, mogelijk dus ook als een kwartaaltijdschrift, in een soberder uitvoering? Dat maakt het geheel qua uiterlijk en aanzien minder aantrekkelijk, maar wan neer dan de binnenkant, de inhoud in enigerlei vorm gehandhaafd zou kunnen blijven mogelijk met iets minder pagina's zou ons dat op zichzelf wel een lief ding waard zijn; hoewel „lief ding" hier natuurlijk niet in het geding is, het gaat hier duidelijk om harde, zij het van tijd tot tijd door de inflatie aangetaste, guldens. Misschien kan daarmee ook samenhangen het pogen om bij een andere drukkerij een dergelijke so berder uitgave te krijgen voor een bedrag gelijk aan of lager dan het bedrag dat wij er op dit moment aan besteden. Want wij zijn toch wel sterk gehecht aan dat wat U zelf ook omschrijft als het eigen gezicht van dit blad, dat het stellig ook bij heel wat burgers in deze gemeente heeft gekregen. In dat geheel mag ik misschien nog op twee dingen wijzen. In de eerste plaats: Is er een mogelijkheid om in samenspel met de Dienst Sociale Werkvoorziening tot een goedkopere uitgave te komen Dan zou n.l. het mes van twee kanten snijden. Het zou ons mogelijk minder geld kos ten en het zou daar een attractief object zijn in de hele werkverlening. De andere suggestie doe ik dan in navolging van een brief die wij allen hebben gekregen van een hier verschijnend advertentieweekblad, waarin gezegd wordt, behalve dan iets over die pagina's waar ik zo meteen nog op kom, dat men ook daar nog wel eens een hernieuwd onderzoek wilde instellen om tot een goedkopere kwartaaluitgave te komen. Is het Col lege daar zonder meer aan voorbij gegaan of is het bereid alsnog die suggestie en die mogelijkheid te on derzoeken Er even van uitgaande, dat het niet in deze vorm mogelijk zou zijn hoewel wij daar dus erg sterk aan hechten, in de verschillende nuanceringen die ik heb gepoogd duidelijk te maken wilde ik nu iets gaan zeggen over datgene wat dan ook in de begro tingszitting o.m. van onze kant is betoogd: Is het niet mogelijk om aan pagina's te komen in één van de beide hier in de stad verschijnende advertentieweekbladen die als Leeuwarder weekblad huis aan huis worden bezorgd? Dat lijkt mij een concrete mogelijkheid om eens na te gaan. Ook daarover hebben wij een brief ontvangen van één van de beide tot nu toe niet zo zonder meer genoemde bladen; en daarbij wordt ook een bepaalde prijs genoemd. Kijk, daar zit mogelijk dit ene voordeel aan, dat je dan van 4 maal per jaar om hoog zou klimmen naar 12 maal per jaar om een aan tal dingen onder de aandacht van de burgers te bren gen. Dat frequentie-voordeel is, dacht ik, wel mee te nemen mits aan een paar voorwaarden wordt voldaan, n.l. dat men ook van gemeentewege duidelijk inspraak krijgt wat de opmaak en de opzet betreft, dat het dus ook een heel duidelijke Leeuwarder gemeente-pagina wordt om dat eigen karakter waarover ik zo pas sprak te handhaven en dat dat dus ook in de hele formatie, de hele opmaak van die pagina tot uitdruk king zou kunnen komen. Ik dacht, dat het zin zou kun nen hebben, dat U t.a.v. de beide hier verschijnende bladen wat dat betreft eens probeert er een concrete prijs uit te halen, mits ook aan genoemde voorwaarden wordt voldaan. Wij willen graag de uiterste zeggen schap hebben over de opmaak, de vulling, de inhoud en het eigen karakter van die pagina. Wanneer ik nu al deze dingen op een rijtje zet, dan zal het U duidelijk zijn, dat wij ons niet zonder meer

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 3