18 Sip hier yn 'e moanne dogge. Dat is my net bikend, mar wy sille der daelks efteroan om ris nei to gean oft dat yndied eat is, hwer't wy foar yn oanmerking komme. (De hear Miedema: Wy hawwe faker dit soart dingen hawn; earst hiene wy Bogaers-wennin- gen (dy mochten oeral boud wurde, ütsein yn de ge meente Ljouwert). Dêrnei hawwe wy „keuzewoningen" hawn; dy waerden ek oeral boud, mar foar de ge meente Ljouwert wiene se to min.) (De heer Heidinga: Eén blokje is hier gebouwd.) (De hear Miedema: Ja, it léste jier. Doe kaem üs yn it sin, dat it dochs wol hwat foar üs wie. En dêrom soe ik graech wolle, dat wy der nou earst by binne.) Ik haw al sein, dat wy der fuort efteroan sille. Foar de wenningen foar minsken op jierren wurdt hiersubsydzje jown en dêrom moatte wy mear fan dy wenningen hawwe, seit de hear Miedema. Ik tocht, dat dy m.n. yn Aldlan-east en it Westein projektearre binne en yn it Lekkumerein is al in hiel soad boud. Dêrfoar wurdt yndied f 250,mear subsydzje jown as de noarm. It is dus wol fan bilang, dat wy dy huzen bouwe. Mar der is oandacht oan bistege en ik tocht, dat wy yn dizzen as ütgongspunt nimme kinne hwat it rapport-Priemus deroer oanjowt. (De hear Miedema: Ik bigryp it net hielendal; it is my wol bikend, dat by de bou fan wenningen foar minsken op jierren mear subsydzje jown wurdt, hwertroch de hie- ren dus leger wurde, mar myn fraech wie, oft minsken dy't in ynkommen hawwe dat seis net heech genöch is om dy hier to biteljen, ek net in hiersubsydzje hawwe moatte. Leit dat foar in wenning foar minsken op jierren makliker as foar in wenningwetwenning (De hear J. van der Wal: Dat makket gjin forskil. It forskil sit allinnich yn ekstra subsydzje by de bou fan wenningen foar minsken op jierren.) De heer Van Haaren heeft erop gewezen, dat de Gemeente haar leegstaande huizen moet opknappen. Nu, hij weet, dat we een renovatieschema juist voor de vooroorlogse woningen hebben en dat we ook de gemeente woningen zoveel mogelijk opknappen. Zelfs als de norm voor het onderhoud het niet toelaat, zien we er niet tegen op om de reservefondsen, voor zover mogelijk, daarvoor beschikbaar te stellen, omdat we eigenlijk toch wel het gevoel hebben, dat we eraan moeten doen wat we er redelijkerwijze aan kunnen doen. Er wordt heel wat zorg aan besteed. De heer Van Haaren vindt, dat we de huur voor die woningen laag moeten houden. De huren van die woningen zijn inderdaad erg laag. Ze moeten niet worden dichtge spijkerd, zegt hij ook. Dichtspijkeren doen we niet eer der dan wanneer wij het gevoel hebben, dat het op knappen te veel gaat kosten, maar dan moeten ze eigenlijk ook zo gauw mogelijk geamoveerd worden. Dit kan echter niet altijd omdat je daardoor soms een gat in een gevelwand maakt. Op zichzelf ben ik het wel met de heer Van Haaren eens, dat het een triest gezicht is, als je te veel van die dichtgespijkerde hui zen hebt. Maar we zijn hier dus wel attent op. Mevr. Visser heeft nog gevraagd, of voor huizen met een huur boven de f300,— geen huursubsidie wordt gegeven. Waar ligt de grens precies, mijnheer Van der Wal? (De heer J. van der Wal: De bewoners van alle gesubsidieerde woningen onverschillig of het woningwetwoningen of premiewoningen zijn komen in principe in aanmerking voor een individueel huursubsidie. Het gaat er om, welk soort woning men bewoont. Is het een gesubsidieerde woning en heeft men een inkomen beneden een bepaald plafond, dan komt men in aanmerking voor een huursubsidie.) De heer Heidinga noemt het punt, dat onder 1 aan geroerd wordt: Leeuwarden zou de gelegenheid krijgen de opgelopen achterstand in te woningbouw in te ha len, een gevoelige materie. Het is inderdaad zoals de heer Heidinga zegt: Er dreigt enigermate een stag natie op te treden. Wij zijn er goed attent op en van onze kant zullen we ons uiterste best doen om die stagnatie te voorkomen. Ik hoop, dat ik hiermee mag volstaan. T.a.v. vraag 2 vroeg de heer Heidinga: Komt de Gemeente nog wel te pas aan door de corporaties voor genomen bouwplannen of bepaalt haar taak zich tot het beschikbaar stellen van de financiën Als de bouw plannen door de Minister aanvaard zijn, dan is dit laatste ook nog maar een theoretische zaak, zegt hij, want de Raad kan dan moeilijk zeggen: We stellen geen geld beschikbaar. Ja, als alles goed verloopt, dan is het werk van de Raad in dezen inderdaad theore tisch. Maar de tendens van de vraag is, dacht ik: Kun nen de woningbouwverenigingen alles maar doen, zon der dat de Gemeente eraan te pas komt? M.i. zou, als hier een systeem van woningbouw zou ontstaan, dat helemaal niet zou kloppen met de behoefte wat hier gelukkig nog niet gebeurd is de Gemeente er wel iets aan kunnen doen. Doordat hier echter geluk kig een duidelijk op elkaar afstemmen van behoefte en woningbouw heeft plaats gehad, heeft de Gemeente, als de bouwplannen van de corporaties door het Rijk aanvaard zijn, eigenlijk niets anders te doen dan de financiën beschikbaar te stellen. De woningbouwcor poraties zijn hier dan ook baas in eigen huis. Wat punt 5 (overleg met partners „lichte gewest") betreft, heb ik het „doordenkertje" van mevr. Bran denburg al beantwoord; de gewestvorming kwam hier ook bij ter sprake en ik kon de heer Heidinga in dezen wel volgen. De heer Heidinga meende, dat vraag 7 anders moest worden gesteld, n.l.: of het College het verdedigbaar achtte, dat meerdraagkrachtigen in goedkope huizen blijven wonen, en hij vond, dat het probleem van die kant aangepakt moest worden, waardoor die wonin gen voor de minderdraagkrachtigen beschikbaar ko men. Ik dacht, dat dit juist een van de kernpunten was van het huisvestingsbeleid terzake van de ge richte doorstroming die wij stelselmatig bevorderd hebben. Ik ben het volkomen met de heer Heidinga eens, dat, als je dat goed aanpakt, je ruimte voor de minderdraagkrachtigen creëert en hun problemen op lost. Maar ik dacht, dat we daar druk mee bezig zijn. (De heer Heidinga: Ik heb nog nooit bemerkt, dat door ons eigen Woningbedrijf of door de woningcorpo raties (maar daar hebben we toch geen zeggenschap over) de bewoners van voor hen te goedkope woningen de huur wordt opgezegd. Waarom wordt dat niet ge daan?) Ik ben het met de heer Heidinga eens, als het zou kunnen. Dan zou het een paardemiddel in uiterste instantie of misschien ook al in eerdere instantie zijn, maar het mag niet. De gemeente Vinkeveen heeft het geprobeerd en er is pas een uitspraak gekomen, waarbij het besluit van Vinkeveen vernietigd werd. Ik kan me voorstellen, dat je voor een situatie zou kun nen komen te staan, waarin je, als het met een ge richte doorstroming niet gaat, de huur zou willen op zeggen. Maar dat is niet toegestaan. We kunnen zeg gen: Jammer, dat dat niet mogelijk is, maar we zullen het dus indirect moeten proberen met een zo gericht mogelijk doorstromingsbeleid. En dat doen we zoveel mogelijk. Overigens past zo'n rigoureuze maatregel wel in het kader van het doorstromingsbeleid en misschien komt het in de toekomst nog wel eens zo ver. Ik dacht, dat ik de vragen nu beantwoord heb. Hoofdstuk X, Stadsautobusdienst. Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Vraag 3 (goedko per tarief voor 65-plussers)Is de ton die dat extra zou kosten, berekend op deze basis: voor alle bejaar den, die op het ogenblik van de bus gebruik maken, korting toepassen? Of is er ook rekening gehouden met bepaalde, onderbezette uren, zoals het in de vraag gesteld wordt? De heer De Jong (weth.)Deze zaak is ook in het rapport van de Commissie voor de vervoersplanning aan de orde geweest en ze is ook in de Commissie voor de Stadsautobusdienst besproken. En die hebben zich afgevraagd: Is hier iets aan te doen? We hebben eigenlijk het gevoel gekregen, dat, wanneer we iets zouden willen doen, het zodanig moet geschieden, dat we met bejaardenkaarten, in de geest van het cultu reel paspoort, kunnen werken. Maar het schijnt tech nisch bijzonder moeilijk te zijn die kaarten alleen te laten gelden voor de onderbezette uren. We hebben vrij voorzichtig berekend, wat ons het systeem met bejaardenkaarten zou kunnen komen te kosten. Ik meen, dat Den Haag er een miljoen op toelegt. Arn hem heeft het ook geprobeerd. Er is een aantal voor beelden, dat aantoont, dat we het niet moeten doen. Ook van de zijde van de K.N.V.T.O. is men er tot en met bevreesd voor. De Fram wil het ook niet. Dus als we het in Leeuwarden zouden willen, zou de Ge meente het zelf moeten bekostigen en dat is nu net een van de dingen die ons niet passen. Toch is dit probleem in de landelijke organisatie K.N.V.T.O, nog weer aangesneden; het laatste woord is hier echt nog niet over gezegd. Men voelt het zo aan: Je kunt dit wel doen, maar eigenlijk moest er een soort rijks regeling, een uniforme regeling voor komen. De Com missie voor de Stadsautobusdienst had ook begrip voor onze bezwaren en vroeg: Kunnen we ook wat meer korting geven voor degenen, die 5- of 10-rittenkaar- ten nemen? Misschien kunnen we voor degenen voor wie de korting van de 10-rittenkaarten niet voldoende is, een abonnement met meer korting instellen. We hebben dus in deze richting gezocht naar alternatieven. En m.i.v. 1 januari zijn 6- en 8-rittenkaarten inge voerd, waarbij de korting van 10 pet. op 20 pet. is gebracht. We hebben dus wel naar een aantrekkelijk bejaardentarief gezocht en door een bepaalde korting op meerrittenkaarten is er iets aan gedaan, maar we hebben geen integraal bejaardentarief toegepast, om dat dat een ton zou kosten, een bedrag, dat we echt niet kunnen missen. De Voorzitter: Of we het vervelend vinden of niet, we moeten de realiteit onder ogen zien, en die is, dat we voor een begroting met een zwaar tekort staan. Dit zou ook een post zijn, die zo zeker als twee keer twee vier is, in dit stadium niet wordt aanvaard als een structureel verstorende factor. We zouden nu wel een bejaardentarief kunnen invoeren, maar dan moeten we volgend jaar de klok weer terugdraaien. We moe ten nu eerst zien waar we staan. Het is niet zo, dat B. en W. invoering van zo'n tarief onzin vinden; we hebben echter een faciliteit als deze tegen de achter grond van het zware begrotingstekort bekeken en ge zegd: Het zou een stukje beleid zijn, waarover men ons terecht verwijten zou kunnen maken. Het zou niet een voortzetting van „ongewijzigd beleid" zijn; het is een nieuwe maatregel die we niet kunnen ver antwoorden. De heer Van Haaren: Ik begrijp, dat je tegen zo'n ton zit aan te hikken, dat zo'n uitgave niet zo maar kan worden gedaan, maar deze zaak komt nog weer terug, als het landelijk rapport is verschenen. U weet, dat ik een tijdje geleden eens in Amsterdam over deze dingen heb gepraat en daar zei men, dat de tarieven voor bejaarden en ook jeugdtarieven, voor scholieren enz., leiden tot een veel grotere bezetting van de bussen. De bussen zijn hier ook dikwijls leeg. Door de grotere bezetting wordt het exploitatietekort kleiner. Het is ook gewoon prettig, dat er veel meer mensen met de bus gaan als er goedkopere tarieven zijn. Het is niet prettig, als de bussen leeg zijn. En dat aspect moet ook bekeken worden. Ik kan dat niet beoordelen, ik ben niet deskundig genoeg. Ik heb wel vernomen, dat men er in Amsterdam niet over zou piekeren die goedkopere tarieven af te schaffen; het was dus ook geen factor die de Gemeente zoveel geld kostte. (Mevr. Visser-van den Bos: En andere steden hebben toch ook begrotingstekorten. Hoe moet het daar dan?) Het was iemand van het gemeentelijk vervoersbedrijf in Amsterdam, die mij de kwestie heeft uiteengezet. Vé3J De heer De Jong (weth.): De zaak ligt in Amster dam natuurlijk heel anders. Je kunt Amsterdam niet vergelijken met Leeuwarden. De zaak is hier wel uit gezocht; ze is ook behandeld in het rapport van de Commissie voor vervoersplanning en die staat sympa thiek en positief tegenover een bejaardentarief. Het is zelfs zo sterk, dat ze een advies heeft gegeven, waarin ze zei: Dit lijkt ons wel iets. En dus moet men als Gemeente dan wel goed gemotiveerd zijn, als men zegt: En toch doen we het niet. Het punt is, dat we er geen geld voor hebben, al zouden we het nog zo graag willen. En daarom hebben we gezegd: Hoe kunnen we dan een korting in de tarieven in bouwen, waardoor we toch iets doen, waarmee we de betrokkenen tegemoet kunnen komen? De gedach ten gingen aanvankelijk uit naar een bejaardentarief, dat 50 pet. van de andere tarieven zou bedragen. En toen is men op de gedachte gekomen: Als we nu de korting van 10 pet. op de 5- en 10-rittenkaarten eens zouden vedubbelen, dan betekent dat een „opstap", waaruit duidelijk blijkt, dat je dit probeert, met in achtneming van de begrotingspositie. De zaak komt toch weer terug in de komende jaren; we kunnen er rustig op rekenen, dat we er niet omheen kunnen. De heer Van Haaren heeft zelf aangedrongen op het stel len van prioriteiten bij, bezuinigingen; dan kun je toch hier niet beginnen met dingen die meer geld gaan kosten! Dat is ons ook doodgewoon verboden. (De heer Van Haaren: Maar dat stelde ik toch ook niet.) Nee, maar dat is het kardinale punt, hoor! De Voorzitter: Het gaat terzake van het bejaar dentarief niet om een Leeuwarder probleem; het is een algemeen probleem. Als algemeen in den lande een bejaardentarief nodig wordt geacht, staan wij ook veel sterker. Wij zouden op dit moment, nu er talloze gemeenten zijn, die geen bejaardentarief hebben, niet zo'n tarief kunnen invoeren. Er zijn pré's voor zo'n tarief, maar wij nemen duidelijk het standpunt van het „ongewijzigd beleid" in en invoering van een be jaardentarief zou op dit moment een nieuwe maat regel betekenen; die mogen wij nu niet nemen, want wij weten, dat we volgend jaar een terechtwijzing op ons brood zullen krijgen. Dat is de enige motivering. Wij hebben het niet om principiële redenen afgewe zen. Maar dit punt komt stellig nog eens terug. Mevr. Visser-van den Bos: Ik heb nog niet ge hoord, of ook over de „onderbezette" uren is gesproken. En dat vind ik niet eens alleen een kwestie van be jaarden. Als je het gebruik maken van de bus op die uren en het afremmen op de piek-uren zou kun nen bevorderen, zou dat waardevol zijn. De heer De Jong (weth.): Bij de dienst stuit dit op technische bezwaren. Men zegt en men is het daar algemeen wel over eens Als je dit wilt doen, dan moet je het integraal doen. De Voorzitter: Nu zijn we ook op een redelijke tijd door de stof van deze avond heen. Ik dank U hartelijk voor Uw medewerking. De Voorzitter sluit, om 23.05 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 19