1 22 schijnen, zodat er dus nog een advies over uitgebracht kan worden. De heer De Jong (weth.): Ik dacht juist, dat wij hier vanavond over dit punt een beslissing konden ne men. Het is wel zo ver voorbereid, dat dat mogelijk is, dacht ik. (De Voorzitter: Dat willen we ook bijzon der graag.) De heer Knol: Maar dan begrijp ik niet, waarom wij in het verleden hiermee geconfronteerd zijn. Dat is dan zeker een abuis geweest. De heer De Jong (weth.): Dit punt is destijds in de Commissie voor het Woningbedrijf aan de orde ge weest om de problematiek als zodanig te bespreken en ik dacht, dat de commissie wel van gevoelen was, dat wat in deze raadsbrief neergelegd is, feitelijk een uit werking is van datgene wat toen in de commissie naar voren gebracht is. (De heer Knol: Er is toen gezegd: Er komt een werkgroep. Daarop hebben wij gezegd: Akkoord, en als die werkgroep klaar is, horen we het wel.) Dat leest U dan nu in de raadsbrief. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 23 t/m 32 (bijlagen nos. 354, 361, 360, 359, 362, 348, 349, 347, 346 en 366). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 33 (bijlage no. 368). Gemeentebegroting. De heer Heidinga: Ik wil erop wijzen, dat punt 2 (Organisatie-onderzoek ruimtelijke ordening) in dit voorstel moet worden geschrapt. De Voorzitter: Inderdaad. Punt 2 wordt geschrapt en dit komt automatisch terug in de volgende verga dering. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W., met inachtneming van de mondeling door de Voorzitter aangebrachte wijziging. Punt 34 (bijlage no. 342). Aanbeveling: de heer K. Weide. De Voorzitter: Ik moet hierbij opmerken, dat de heer K. J. de Jong, die al commissaris van de N.V. Frigas is, niet kan worden gekozen als vertegenwoor diger van de Gemeente in de vergadering van aandeel houders; combinatie van die functies is niet mogelijk. Verlangt nog iemand het woord over dit punt? De heer Vellenga: U zegt in de laatste alinea van Uw raadsbrief o.m. het volgende: ,,Naar onze mening verdient het uit praktische overwegingen aanbeveling, dat een lid van ons College als vertegenwoordiger van de Gemeente wordt aangewezen." De praktische over wegingen zelf worden niet genoemd. Zijn het tien of vijf of drie? Misschien mag ik eens een paar prak tische overwegingen uit Uw mond horen, mijnheer de Voorzitter. De heer Heidinga: Namens mijn fractie zou ik voor de functie als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de vergadering van aandeelhouders van de N.V. Fri gas willen aanbevelen de heer L. Visser. De Voorzitter: Wat de vraag van de heer Vellenga betreft, in het College is overwogen, dat in dit soort organen vrij regelmatig problemen aan de orde ko men en wij hebben dat mede gebaseerd op de gang van zaken bij de I.W.G.L. die nauw samenhangen met problemen die normaliter in het dagelijks bestuur van de Gemeente ook voorkomen. Daarom is dit voor ons geen principe-zaak. Wij meenden slechts uit prak tische overwegingen, dat een Wethouder, die de pro blematiek kent hij wordt er dagelijks mee gecon fronteerd de Gemeente in de aandeelhoudersverga dering van deze N.V. zou dienen te vertegenwoordigen. Dat was de enige overweging die wij hadden. De heer Velienga: Ik heb geen behoefte op Uw ant woord in te gaan, maar ik wil wel van onze kant de naam van de heer Knol noemen voor de functie van plaatsvervangend vertegenwoordiger van de Gemeen te in de aandeelhoudersvergadering van de N.V. Frigas. Aangewezen wordt als vertegenwoordiger van de Ge meente in de aandeelhoudersvergadering van de N.V. Frigas de heer K. Weide, met alg. stemmen, en als plaatsvervangend vertegenwoordiger de heer J. Knol, met 17 stemmen (de heer L. Visser 14 stemmen, de heer W. Hemstra 1 stem en 1 stem blanco). De heren Buising en Jansma vormden met de Voor zitter het stembureau. De Voorzitter: Ik dank U allen voor Uw medewer king. Hierna sluit de Voorzitter, om 24.00 uur, de verga dering. Verslag van de vergadering op dinsdag 21 november 1972 van de afdeling III van de gemeenteraad ter voorbereiding van de behandeling van de Ontwerp-begrotingen voor 1973. Aanwezig van de afdeling de heren J. ten Brug (weth.), G. Buising, H. Jansma, J. Schaafsma, J. B. Singelsma, P. Snel (vanaf 20.00 uur) en L. Visser. Aanwezige overige raadsleden: de dames G. Visscher- Bouwer (tot 22.35 uur) en M. M. Th. Visser-van den Bos en de heren T. H. van Haaren, N. Sterk (tot 22.10 uur), P- van der Veen (tot 22.00 uur) en G. de Vries (tot de koffiepauze). Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester. Voorts zijn aanwezig: de heren P. P. de Jong, Secre taris, P. Bonnema, Directeur van de Dienst voor de Gezondheidszorg (tot de koffiepauze), H. B. Beuckens, ambtenaar van de afd. Onderwijs c.a., J. Dekker, Eco nomisch Directeur van de Dienst voor de Gezondheids zorg- (tot de koffiepauze), J. J. Oljans, Hoofd van de afd. Onderwijs c.a., D. J. Smit, Directeur van de Ge meentelijke Gezondheidsdienst (tot de koffiepauze), Mr. H. J. Winkelman, Hoofd van de afd. Kabinet en Algemene Zaken, en C. IJsbrandij, Hoofd van de afd. Financiën en Belastingen. Te behandelen punten: Gemeentelijke Gezondheidsdienst. Dienst voor de Gezondheidszorg. Algemene Dienst: Hoofdstuk IV, Volksgezondheid. Hoofdstuk VIII, Onderwijs (algemeen). Hoofdsuk VIII, par. la, Openbaar Kleuteronderwijs. Hoofdstuk VIII, par 2a, Openbaar basisonderwijs. Hoofdstuk VIII, par. 3a, Openbaar buitengewoon onderwijs. Hoofdstuk VIII, par. 4a, Openbaar voortgezet onderwijs. Hoofdstuk VIII, par. 4b, Bijzonder voortgezet onderwijs. Hoofdstuk VIII, par. 5, Wetenschappelijk onderwijs. Hoofdstuk VIII, par. 6, Diversen. De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op de vergadering van afdeling III. De heer Snel is er nog niet, maar ik veronderstel, dat hij nog wel zal komen. Ik stel voor, dat wij met onze werkzaamheden beginnen. GEMEENTELIJKE GEZONDHEIDSDIENST. De hear Jansma: Nei oanlieding fan de fragen 1, 2 en 3 (analyse fan de G.G.D. to'n oansjen fan it effekt fan de gemeentlike subsydzjes op it terrein fan de folkssounens) wurdt antwurde, dat it rapport fan de direkteur fan de G.G.D. „zeer binnenkort voor de Raad ter inzage zal worden gelegd". It lei juster noch net by de stikken en ik nim oan, dat it der noch net is. Myn fraech is: Komt dit rapport earst ek yn de Kom- misje foar de Folkssounens? Op fraech 7 (konsultaesjeburo foar minsken op jierren) wurdt antwurde, dat yn de situaesje sa't dy nou is, konsultaesjeburo's foar minsken op jierren, sa as troch it Griene Krüs foarsteld wurdt, yn üs ge meente net nedich binne. Neffens de krantebirjochten wie de Raad voor Bejaardenaangelegenheden it hjir eins net hielendal mei iens. Ik haw ek heard, dat der moarn yn forban hjirmei. noch in „hoorzitting" hal den wurde sil. Ik wit net hoe't it krekt ynelkoar sit. Ik wit wol, dat yn it jierforslach fan it Griene Krüs earne stiet, dat der yn de provinsje 6 konsultaesje buro's binne, dat dy allegearre treflik rinne en dat der och sa'n bihoefte oan is. Nou is myn fraech allinne: Hwerom soe der yn Ljouwert gjin bihoefte oan wêze? Miskien dat dêr hwat mear fan sein wurde kin. De hear Singelsma: Yn fraech 4 is sprake fan it haed fan de bidriuwsgenêskunde. Ik sjoch, dat der al in dokter oansteld is en dat dy wurkje sil foar Pro vinsje en Gemeente. Mei hoefolle persoanen sil hy him dwaende halde? Der stiet yn it antwurd hwer't hy allegearre oan meiwurkje sil. Ik kin my net sa goed foarstelle hoe't dy man to wurk gean sil. Moat hy seis it inisiatyf nimme of wachtet hy óf Dat woe ik wol graech ris witte. Yn it antwurd op fraech 7 stiet in hiel frjemd wurd, n.l. „screening". Ik kin kwalik goed Nederlansk léze, lit stean it Ingelsk dat hjir stiet. (De Foarsitter: Dat is Nederlansk.) Ik freegje mar nei't ik wiis bin. Der wurde sokke frjemde wurden brükt. (De heer Van Haaren: Het betekent „doorlichting".) It sil wol sa wêze. De heer Schaafsma: Even iets over de vragen 4 en 5 (bedrijfsgeneeskunde). Nu de Commissie voor de Gemeentelijke Gezondheidsdienst nog niet al te vaak bij elkaar komt en het aantal rondvragen dus navenant gering is, wil ik mijn vraag hier graag stellen. Wordt er, nu de bedrijfsgeneeskundige dienst zijn werkzaam heden volgend jaar kan beginnen, al over gedacht om tot een uitbreiding te komen tot bijv. een districtsge- neeskundige dienst? Dan zouden ook kleine bedrijven en scholen ik heb er ook al eens met de Wethouder over gesproken de gelegenheid hebben deel te ne men. Door een kleine uitbreiding kan je misschien een efficiënter en economischer behandeling krijgen en bo vendien kom je tegemoet aan de behoefte van kleine bedrijven en scholen om ook mee te doen aan een be drijfsgeneeskundige dienst. De heer De Vries: In het antwoord op de vragen 1, 2 en 3 wordt het rapport van de G.G.D. aangekon digd over het effect van de gemeentelijke subsidies op het terrein van de volksgezondheid; dat rapport zal ter inzage worden gelegd. Als het een niet te lijvig stuk is, zouden wij het op prijs stellen, dat de raads leden dat rapport toegezonden krijgen. Ten aanzien van de bedrijfsgeneeskundige die aan gesteld is en tot 1 mei 1973 in opleiding is, zou ik me wel willen aansluiten bij de heer Schaafsma. Ik zou echter wel graag zien, dat we eerst de zaak in Leeuwarden goed op poten zetten, want ik dacht, dat zo al heel wat taken op het programma staan die eerst goed op gang moeten komen, willen we tot ver dere uitbouw komen. N.a.v. Uw antwoord op vraag 7 (consultatiebureau voor bejaarden) zou ik graag nog even willen verwij zen naar het antwoord, dat U het vorig jaar hebt ge geven, toen een vraag van dezelfde strekking aan de orde kwam. U hebt toen uiteengezet, dat bij wijze van experiment het Groene Kruis in een vijftal plaat sen in de provincie consultatiebureaus voor bejaarden wilde gaan openen, omdat de Provincie daarvoor een startsubsidie had uitgetrokken van f 40.000,U zei toen: Er zijn reeds besprekingen gaande tussen de Kruisverenigingen, de Sociaal-Geriatrische Dienst, de Gemeentelijke Gezondheidsdienst en de Centrale Com missie Opnamebeleid Bejaarden om te bekijken of ook in Leeuwarden met een dergelijk experiment zou kun nen worden gestart. Uit de beantwoording van de vraag nu zouden we kunnen opmaken, dat die bespre kingen niet tot resultaat hebben geleid en in dat ver band zou ik graag willen weten hoe intensief het over leg geweest is en op welke knelpunten het heeft vast gezeten. Ik zou er n.l. nog iets aan toe willen voegen in deze zin, dat ik het gevoel heb, dat, wanneer Leeu warden wel mee zou doen en misschien een van de artsen zelfs actief zou kunnen inschakelen om hierbij behulpzaam te zijn, het ook nog wel bepaalde finan cieel voordelige kanten voor de Gemeente zou kunnen hebben om in dit grotere verband samen te werken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 1