10 aan het bouwen van een serie afzonderlijke scholen maar bekeken hoe gekomen kan worden tot een an dere scholenbouw. Verder is er een commissie leerplan. Net ingesteld is de Commissie aansluiting lager onder- wijs-voortgezet onderwijs; over dat onderwerp hebben we in de vorige afdelingsvergadering behoorlijk lang gesproken. Dan is er een commissie die werkt op het terrein van de audio-visuele hulpmiddelen; die is be gonnen met het vraagstuk televisie op school en die is zo langzamerhand op andere terreinen terecht geko men. Er komt op het ogenblik heel wat aan technische hulpmiddelen voor het onderwijs aan de markt; het is goed een commissie te hebben die de hulpmiddelen be oordeelt, want je moet op dit gebied wel heel selectief te werk gaan. Misschien zijn alle hulpmiddelen die aan de markt komen, wel goed, maar elk middel is nog niet goed voor elke school en ook niet voor elke onderwijs kracht. Dan kennen we nog een Commissie Vakantierege ling; de vakantieregeling is ook een zaak van verte genwoordigers van openbaar en bijzonder onderwijs. Elk jaar wordt die zaak in goed overleg geregeld. Er is een Brugklascommissie; daarin zitten vertegenwoor digers van het voortgezet onderwijs. De commissie is vertakt in commissies voor de onderscheidene vakken die in de brugklas volgens de wet moeten worden ge geven. Die commissies proberen een aansluitingsmo- gelijkheid te vinden van het niveau van de verschil lende vakken in de verschillende scholen. Dan be staat er ook nog een commissie voor het gemeente lijk voortgezet onderwijs; dat is een vrij geregeld con tact tussen de directies van het Stedelijk Gymnasium, de stedelijke scholengemeenschap Atheneum-H.a.vjo, en de vier M.a.v.o.'s. U zult wel begrijpen, dat er een verbinding is tussen de diverse commissies. Dat kan ook niet anders. Er worden wel vraagstukken die in een bepaalde commissie opkomen, doorverwezen naar een andere. Ik dacht, dat ons moeilijk kan wor den verweten, dat wij op het terrein van het onder wijs praktisch niets aan commissiewerk doen. (De heer Van Haaren: Ik kan mij voorstellen, dat U niet precies kunt zeggen wie er in de diverse commissies zitten; daarvoor zijn het er te veel. Ik ben blij, dat er zoveel zijn. Ik wil nog wel graag weten of in die commissies ook mensen uit het onderwijs zitten.) M.n. mensen uit het onderwijs. (De heer Van Haaren,: Ondanks dat er zoveel commissies zijn, wilde ik toch vragen er nog één aan toe te voegen. Er is een com missie voor de aansluiting tussen basis- en voortgezet onderwijs en ik zou graag zien, dat de mogelijkheid onderzocht wordt een commissie in het leven te roe pen voor de aansluiting tussen kleuter- en basison derwijs.) Ik heb zopas al gezegd, dat er een overleg op gang gekomen is in het kader van de S.A.D. Ik zal nog eens bekijken of dat aanvulling behoeft. Als dat niet hoeft, moet je het m.i. laten lopen en geen zelfstandige commissie creëren; het gaat er tenslotte alleen om, dat het werk gebeurt. De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergade ring voor de koffiepauze. De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergade ring. Punten 6 t/m 10. De heer Snel: Iets over vraag 7. In de vraag en het antwoord is de zaak toegespitst op het bedrag dat voor administratiekosten beschikbaar wordt ge steld, maar ik zou wat dieper in willen gaan op en een vraag willen stellen over het hele exploitatiebe drag. Gisteravond hebben we dat bedrag vastgesteld voor 1972; de Wethouder van Onderwijs was toen niet aanwezig en daarom kom ik er nu op terug. (De Voorzitter: Zijn vervanger was er wel.) Akkoord, maar dezelfde vraag geldt ook de begroting voor 1973 en daarom heb ik mijn vraag voor vanavond bewaard. U hebt er kennelijk geen bezwaar tegen, dat ik mijn vraag nu stel. Het gaat over het bedrag per leerling dat is vastgesteld. Ik heb begrepen, dat de hoofden der scholen de kleinere uitgaven die uit dat bedrag per leerling moeten worden betaald, moeten voor schieten. Nu is het salaris van hoofden der scholen wel zodanig, dat dat wel kan, maar op zichzelf is het een beetje een merkwaardige zaak. Gaat het wer kelijk zo, en zo ja, is er dan niet een andere regeling te treffen Verder zou ik willen vragen of het mogelijk is te komen tot een gezamenlijke inkoop van de schoolmid- delen. Ik zou mij kunnen voorstellen, dat een commis sie van hoofden van scholen en onderwijsdeskundigen gezamenlijk gaat inkopen; ik dacht, dat men dan gro tere kortingen zou kunnen krijgen. Dat zou goed kun nen functioneren. Dan nog een derde vraag. Die betreft het gestegen bedrag per leerling. Ik vraag mij af, of wel voldoende rekening is gehouden met de prijsstijgingen. Die stij gingen zijn de afgelopen jaren aanzienlijk geweest. U houdt nu rekening met een stijging van 5 Ik hoop, dat de prijzen niet met meer dan 5% zullen stijgen! maar ik heb mijn twijfels hierover. Hoe denkt U dé zaak eventueel op te vangen? De heer Visser: Ik zou nog wel even willen reage ren op vraag 6 (Kunnen B. en W. een beknopt over zicht geven van de bedragen, waarom de kosten van het onderwijs in Leeuwarden hoger zijn dan de door het Rijk vergoede kosten?). Dit punt is onlangs ook nog aan de orde geweest in een commissievergadering. Ik heb toen m.n. gewezen op de onderhoudskosten van gebouwen. Ik ben van mening, dat ten aanzien van de kleine reparaties eigenlijk een delegatie gegeven moet worden aan bepaalde medewerkers van Open bare Werken. Ik ben ervan overtuigd, dat de kosten van deze kleine reparaties wel gedrukt kunnen wor den. Het is in de overheidsdienst nu eenmaal zo, dat het nogal wat kost voordat kleine reparaties uitge voerd worden; daar is heel wat werk aan verbonden. Ik vind, dat de Gemeente, ongeacht de lopende onder zoeken, hier het initiatief moet nemen. Ik dacht, dat de noodzaak, gelet op de grote tekorten bij het on derwijs, aanwezig is te doen wat maar enigszins mogelijk is. Bij vraag 7 (administratiekosten) zou ik het vol gende nog willen opmerken. Gisteravond is het punt onder de hamer van de Voorzitter doorgegaan zonder enige discussie. Ik heb toen niet gereageerd omdat ik, wat de bijsturing van de trend betreft, volledig ak koord kon gaan. Ik zou nog wel even willen kijken naar de begroting 1973. Het besluit van gisteravond heeft so wie so tot gevolg, dat er nog een begrotings wijziging zal moeten komen t.a.v. deze post. Ik zou eigenlijk toch nog wel dit kwijt willen. Ik ben al herhaalde malen bezig geweest met het punt van de administratiekosten. Het bevredigt mij nog altijd niet. Ik ben er wel van overtuigd, dat er ook op de secretarie-afdeling al het nodige aan gedaan is dit tot zijn juiste propor ties terug te brengen, maar ik dacht, dat inmiddels bij de Gemeente binnengekomen was ter kennisne ming dan de begroting van het bureau Cenaco, als ik goed ben ingelicht tenminste. Ik zou U toch wel in overweging willen geven dit stuk niet ter zijde te leg gen, maar het eens goed door te nemen. Het Cenaco is een gespecialiseerd kantoor waar de schooladministra tie wordt verricht van plm. 250 scholen voor gewoon lager onderwijs. Op dat kantoor komt men voor 1973 op een bedrag van f 16,per leerling; t.a.v. de kleu terscholen komt men, meen ik, op f 15,per leerling; dan heeft men ook nog de administratie van een aan tal scholen voor voortgezet onderwijs en daarvoor ligt het bedrag even hoger. Ik geef U dus in overweging deze hele zaak nog eens te bekijken. De heer Schaafsma: Ook even iets over vraag 6. De uitkering die wij van het Rijk krijgen voor het onderwijs, is gebaseerd op een feitelijk gegeven van het Rijk, n.l. de kosten van de rijksscholen. (De heer Ten Brug (weth.): Er zijn praktisch geen rijks la gere scholen; in het hele land zijn er misschien 7.) Dan zijn er dus gegevens. (De heer Ten Brug (weth.): Voor het lager onderwijs niet.) Natuurlijk, men heeft rijksleerscholen. (De heer Ten Brug (weth.): Dat stelt niets voor.) Al zouden er maar 2 zijn, dan zijn er in ieder geval gegevens beschikbaar; ze zullen die toch niet uit de lucht plukken. ïi Ik geloof ook en dan sluit ik me aan bij de heer Visser dat je ten aanzien van de post onderhoud de kleine reparaties moet delegeren en niet via Open bare Werken moet laten lopen. Ik heb opgevraagd wat een vergelijkbare school aan onderhoud en verwarming vraagt; het gaat daarbij om de rijksscholengemeen schap waar ik werk. Dat bedrag beloopt naar mijn be rekening f 105.000,En als ik daar de gemeentelijke scholen mee vergelijk stedelijke scholengemeenschap f150.000,stedelijk gymnasium f70.000,dan geloof ik, dat de gemeentelijke scholen wat aan de hoge kant zitten. Ik weet het niet zeker, want dit is beke ken met hetzelfde amateurisme waar ik het straks al over had. Maar ik meen, dat het voor ieder zaak is deze uitgaven, die niet direct onderwijsuitgaven zijn maar toch het budget behoorlijk zwaar belasten, nauw keurig in het oog te houden. Ik heb niet voor niets in afdeling II opgevraagd, wat de uurlonen zijn die Open bare Werken berekent. Als we dat weten, kunnen we n.l. zaken doen. Als we de uurlonen te hoog vinden, dan kunnen we zeggen: Dit wordt ons te duur, dit kunnen we delegeren. Ik geloof, dat het belangrijk is, dat ik die gegevens wel op tafel krijg. De heer Van Haaren: De vragen 8 en 9 gaan over de documentatiecentra. Het antwoord klinkt mij bij zonder hoopvol in de oren. Ik begrijp eruit, dat men van start kan gaan. Er is gevraagd, of een en ander dit jaar al gerealiseerd kan worden, maar mijn vraag is: Wanneer denkt U van start te kunnen gaan? Vraag 10 betreft het onderzoek naar de brandveilig heid van de schoolgebouwen. De rapporten over de houten scholen zijn inmiddels binnen. Blijkt daar nu uit of ze al dan niet veilig zijn en of er al dan niet iets aan moet gebeuren? Als er iets moet gebeuren, dan zou ik zeggen: Laten we niet wachten op de re sultaten van het onderzoek bij de resterende scholen, maar laten we al vast beginnen met wat er ten aan zien van de houten scholen gedaan moet worden. De heer Visser: Ik wil ook graag nog iets zeggen naar aanleiding van vraag 10. Ik kan mij in grote lijnen wel aansluiten bij de vragen van de heer Van Haaren. Voor mij is ook van belang te weten of, als er urgente gevallen bekend zijn dat zou kunnen het College met maatregelen wil wachten tot het re sultaat van het volledige onderzoek bekend is en dan met voorstellen wil komen. Of wilt U eventuele ur gente gevallen voorrang geven? De heer Ten Brug (weth,): De heer Snel heeft ge sproken over het probleem van de declaratie van de scholen bij het Gemeentebestuur; hij sprak m.n. over de kleine uitgaven. In de praktijk gebeurt het inder daad wel, dat hoofden van scholen die kleine uit gaven moeten voorschieten. Hij heeft ook de kwestie van de gezamenlijke inkoop aangehaald. Ik heb bij mijn opsomming van de diverse commissies vergeten te vertellen, dat er een commissie is ingesteld uit het personeel van de scholen die zal bekijken op welke wijze er een meer bevredigende regeling kan worden getroffen èn voor de declaraties èn voor de inkoop; het eerste is een kwestie van gemak, het tweede een kwestie van voordeel voor de Gemeente. Dan heeft de heer Snel gevraagd of er ten aanzien van het bedrag per leerling dat gister is bijgesteld voor 1972, wel voldoende rekening is gehouden met oe prijsstijgingen. Wij hebben in het voorstel, dacht ik, een percentage van 5 geraamd. Wij hebben tot nu toe steeds de politiek gevoerd en ik zie geen reden daar op dit moment van af te stappen dat, wanneer in de loop van het jaar blijkt fals we er een goed zicht op hebben hoe het in het betreffende kalen derjaar gelopen heeft), dat het bedrag te laag is ge steld, we het bedrag bijstellen. Dat is voor 1972 ge beurd en dat kan ook voor 1973 gebeuren. De heer Visser heeft gesproken over het bedrag per leerling; dat heeft hij hier al meermalen aan de orde gesteld'. Ik dacht, dat hij in ieder geval akkoord kan gaan met de consequentie die wij hebben getrok ken uit het indertijd vastgestelde bedrag op grond van de metingen naar het aantal uren dat het personeel aan de administratie van het openbaar onderwijs moest werken. Wij hebben inderdaad ontdekt, dat, gezien het verloop van de trend van de salarissen, wij met f 9,te laag uitkwamen en deswege hebben wij het bedrag verhoogd tot f 11,20. Dat zal voor de begroting 1973 nog nader moeten worden vastgesteld; ik meen, dat onze voorlopige berekening uitkomt op f 12, Het is duidelijk, dat het in de voorlopige begroting ge noemde bedrag van f 16,25 fout is; ik weet ook wer kelijk niet hoe dat getal erin gekomen is. Het bedrag moet f 12,zijn. Het is mij bekend, dat het Cenaco komt op een bedrag van f 16,het bureau van de katholieke scholen komt op een nog hoger bedrag. Wij hebben er al zo vaak over gediscussieerd. Ik kan me indenken, dat U het een onbevredigende zaak vindt. Ik moet wel stellen, dat in de dienstverlening van Openbare Werken een stuk administratiekosten zit; die zou je er dan bij moeten tellen. De oplossing zou natuurlijk zijn, dat de Minister eindelijk uitvoering geeft aan zijn voornemen om een bedrag vast te stellen. Ik heb bij het laatste bezoek van de Staatssecretaris begrepen, dat we daar voor lopig niet op hoeven te rekenen, omdat het Rijk in feite dezelfde problemen heeft als wij. (De heer Schaafsma: Moet de Kroon hierin niet een beslis sing nemen?) Ja, maar de Minister is adviseur van de Kroon en als hij niets doet, doet de Kroon ook niets. Dan de kwestie van de onderhoudskosten. Daar zit een stuk administratiekosten in; die moet je in de berekening opnemen. Ik ben het met de heren eens, dat je deze zaak eens uit zou moeten pluizen. Wij zijn daar al eens mee begonnen, ook in overleg met andere gemeenten. Ik meen, dat de gemeente Leiden dacht een voorlopige oplossing te hebben gevonden, maar die is met die oplossing de mist in gegaan, die werkte niet zo bevredigend als men dacht. Ik geloof, dat wij ons nog eens moeten beraden of wij hier niet uit kunnen komen. Een delegatie aan men sen van Openbare Werken in de zin die de heer Vis ser bedoelde, helpt niet veel, want het gaat juist om de kosten van Openbare Werken; als de timmerman van Openbare Werken ergens een karweitje opknapt, dan zitten de totale kosten van die timmerman in de totale kosten van de dienst. We moeten de zuivere kosten wel vaststellen, maar als U de zaak beziet in het licht van de tekorten, is het natuurlijk een kwestie van vestzak-broekzak. (De heer Schaafsma,: Nee.) Jawel. Een deel van de algemene kosten die op die timmerman rusten, blijven in het kader van de dienst Openbare Werken zitten als je een zuivere berekening maakt en dat deel komt dan rechtstreeks in de al gemene dienst boven water. (De Voorzitter: Of we zouden mensen moeten kunnen ontslaan.) Het bete kent alleen, dat er ruimte komt bij de mensen die het werk doen. Maar de doorberekening van de top op die mensen is dan niet meer mogelijk. Afgezien daar van geloof ik, dat in de hele verhouding openbaar/ bijzonder onderwijs moet worden bekeken of er iets aan te doen is. Misschien is delegatie aan hoofden der scholen mogelijk, maar ook dat heeft allerlei be zwaren. Ik beloof, dat we de zaak zullen bekijken. Ik moet wel enige clementie vragen. De afd. Onderwijs is door het vertrek van enkele mensen niet zo sterk bezet; wij hebben bovendien de laatste jaren nogal wat op onze schouders genomen en de afd. Onder wijs heeft ook in verband daarmee er hard aan moe ten trekken. Er zijn veel eenmalige dingen geweest die toch van de afdeling belangrijk veel tijd hebben gevraagd. De heer Schaafsma heeft over de onderhoudskosten ook enige opmerkingen gemaakt. Ik moet wel zeg gen, dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen de uitkeringen uit het Gemeentefonds die betrekking hebben op het kleuter- en basisonderwijs, en de ver goedingen voor het voortgezet onderwijs. Van de ver goedingen in het kader van de normuitkering zegt het Rijk, dat het die van de werkelijke kosten afleidt. Maar èn de gemeenten èn de V.N.G. hebben nog nooit inzage gehad in de berekeningen van die ver goedingen. Dat is het nare van het geval. Daarom is het ook zo moeilijk met het Rijk over deze kwestie te discussiëren. Maar een rijksnorm op basis van een eigen school is er wat het lager onderwijs betreft niet; dat is bij het voortgezet onderwijs waarover de heer Schaafsma ook sprak -anders; daar zijn de rijksscholen de norm. Ik moet erbij zeggen, dat dit

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 6