4
en W. te laten uitbrengen over de hoogte van de bij
stand? Ik dacht, dat dat niet mogelijk was omdat de
hoogte van de bijstand door het Rijk en de Divosa
wordt bepaald. Ik zou graag meer inschakeling van de
commissie zien omdat een lid dan meer zinnige arbeid
kan verrichten. Zoals het nu is, heb ik het idee, dat
die commissie weinig zin heeft.
De heer Heetla (weth.): De betreffende commissie
komt niet vaak bijeen; daarvoor zijn allerlei oorzaken
aan te voeren. Er waren aanvankelijk geen richtlijnen,
maar die zijn inmiddels gekomen. Deze commissie heeft
geen uitvoerende taak, maar wel een interne taak wat
betreft de organisatie van de Sociale Dienst. Wij heb
ben er op het ogenblik geen behoefte aan de commissie
in te schakelen bij de behandeling van bezwaarschrif
ten omdat dat de procedure zou vertragen. De beschik
king wordt gemaakt bij de Sociale Dienst. Hebben de
mensen daartegen bezwaar, dan komt de zaak bij B.
en W. Weth. Ten Brug en ik ontvangen die mensen
voor een gesprek. Dat gesprek wordt schriftelijk vast
gelegd. Gaan ze dan nog niet akkoord, dan kunnen ze
binnen 14 dagen in beroep gaan bij G.S. Zo is de pro
cedure. Komt er nog een instantie tussen, dan wordt
o.i. de procedure te lang; dan verliezen we tijd. Zouden
we de huidige commissie willen inschakelen, dan zou
den we die moeten omvormen tot een heel andere
commissie. In de huidige commissie worden bespro
ken: begroting, bouwplannen, enfin, de algemene richt
lijnen van de organisatie. Zo nu en dan wordt ook in
de commissie verteld welke moeilijkheden zich voor
doen met bepaalde mensen; de mensen worden dan
niet met name genoemd, maar de gevallen worden be
sproken.
De Voorzitter: Ik begrijp, dat U het antwoord niet
erg bevredigend vindt. Het feit, dat een commissie
wij hebben er vrij veel in ons gemeentelijk bestel
misschien niet een taak heeft die noodzaakt, dat men
veel bijeenkomt, mag op zich geen aanleiding zijn die
commissie in te schakelen voor andere taken, terwijl
daar eigenlijk geen behoefte aan blijkt te bestaan. Er
zou reëel moeten blijken, dat er behoefte is aan in
schakeling van een commissie. En ten aanzien van
de kwestie die U aan de orde stelt, heeft het College
twijfel of inschakeling zinvol is. Wij hebben moeten
constateren, dat wij geen winstpunt zagen in het in
schakelen van die commissie bij de procedure. Dat is de
argumentatie van het afwijzende standpunt. (Mevr.
Dijkstra-BethlehemDaarom heb ik ook gevraagd,
wat de zin van zo'n commissie is, als die twee of mis
schien drie keer per jaar bijeen komt.) Dat is een
algemeen aspect. Er zijn inderdaad commissies die
maar zelden bij elkaar behoeven te komen omdat er
niet veel problemen te behandelen zijn. U moet wel
weten, dat wij met het probleem zitten, dat de wet
voorschrijft, dat er en dergelijke commissie moet zijn.
Wij hebben deze commissie al samengevoegd met de
commissie op grond van art. 61 van de Gemeentewet.
Het mag zijn, dat er zich niet met een grote frequentie
problemen opstapelen voor die commissie, maar wij
hebben toch wel de indruk, dat het zinvol is, dat deze
commissie er is. Neem alleen maar het feit, dat de
Wethouder overleg pleegt met de commissie over de
hele problematiek van het tot stand komen van een
nieuw gebouw voor de G.S.D. De commissie heeft in
dezen duidelijk een taak op dit moment.
ALGEMENE DIENST.
Hoofdstuk IX, Sociale Zorg en Maatschappelijk Werk.
Bejaardenzorg.
De heer De Vries: Wij hebben nog niet zo lang
geleden over het nu aan de orde zijnde onderwerp in
deze Raad een uitvoerige discussie gehad; wij zullen
trachten niet in herhaling te vallen.
In het antwoord op vraag 3 (mogelijkheden om de
intra- en extramurale zorg ten aanzien van de bejaar
den zo efficiënt mogelijk op elkander af te stemmen)
staat, dat de Raad voor Bejaardenaangelegenheden
bezig is een beleidsnota voor te bereiden waarin aan de
intra- en extramurale zorg ten behoeve van bejaarden
duidelijk aandacht zal worden besteed. Ik zou graag
willen weten of de G.G.D. ook is ingeschakeld bij deze
zaak. Intra- en extramurale zorg hebben ook belang
rijke medische componenten.
In vraag 5 wordt hetzelfde punt aan de orde gesteld,
dat wij ook al signaleerden toen wij de vorige week
spraken over de derde poot van Triotel. In de vraag
staat: „geen zalen van kamers voor een alleenstaande
hulpbehoevende". Zalen van kamers hoeven natuurlijk
niet. Maar ik dacht, dat mensen die hulpbehoevend
zijn en zich vaak in een invalidenwagen door hun
woonruimte en door het tehuis moeten voortbewegen,
juist behoefte hebben aan een behoorlijke ruimte.
Dan nog iets over vraag 7. Er wordt gevraagd of
het College bereid is, zolang er nog geen sprake is van
één stichting voor open bejaardenwerk, de activiteiten
van vrijwilligers financieel te steunen. U antwoordt
„Voor zover subsidiëring van dit werk binnen hel
kader van de geldende subsidieregelingen mogelijk is,
zijn wij, zoals in het verleden ook het geval is geweest,
daartoe bereid." Zou de Wethouder ook een uiteenzet
ting kunnen geven welke regelingen U hierbij precies
op het oog heeft
Mevr. Dijkstra-Bethlehem: Wat de bejaardenzorg
betreft, zou ik willen opmerken, dat wij allemaal we
ten, dat er nog lange wachtlijsten bestaan van bejaar
den die op opname wachten. Heeft U er ook enig idee
van hoe lang het nog zal duren voordat die mensen
ook inderdaad opgenomen zijn? Er zijn mensen die al
jaren op opname wachten en nooit en te nimmer komt
er een mogelijkheid, dat ze ook werkelijk in een ver
zorgingstehuis kunnen worden opgenomen.
Naar aanleiding van vraag 8 (cultureel paspoort
voor bejaarden) geeft U een hele opsomming van de
faciliteiten die door middel van dit paspoort worden
verleend. Zou het niet belangrijk zijn ook de stadsbus
hierbij te betrekken?
De Voorzitter: Ik moet wel opmerken, dat dit laat
ste punt afgehandeld is in de afdeling van Weth. De
Jong. Ten aanzien van deze kwestie krijgt U dus van
daag geen antwoord.
De heer Sterk: Vraag 1 handelt over de consequen
ties van de wijziging van de Wet op de Bejaarden
oorden t.a.v. de functie van de gemeentelijke Opname
commissie. U zegt in Uw antwoord, dat de Gemeente
reeds voldoet aan de gewijzigde wet. Dat verheugt mij
ten zeerste. Verderop in Uw antwoord lees ik: „Wel
zullen wij nog overgaan tot de formele vaststelling van
de werkwijze van de commissie en tot de benoeming
van leden." Ik dacht, dat dit inderdaad onze bijzondere
aandacht moet hebben. Ik heb persoonlijk van een ad-
spirant-bejaardenoordbewoner die niet is opgenomen,
wel eens te horen gekregen: „Ik kom nooit weer bij
de Opnamecommissie." Ik kan mij best voorstellen,
dat het voor de commissie een moeilijke taak is een
ieder tevreden te stellen. Maar ik vind het verwerpe
lijk en niet fair om een bejaarde met de door mij ge
schetste indruk van deze commissie zijn of haar le
vensavond in te sturen. Het is daarom, dat ik hiervoor
Uw bijzondere aandacht vraag.
In vraag 2 is sprake van een rapport van de pro
vinciale commissie voor studie en advies inzake de be
jaardenzorg over de planning van bejaardenoorden in
Friesland. U zegt in Uw antwoord, dat het rapport
om advies in handen gesteld is van de Raad voor Be
jaardenaangelegenheden en dat U op korte termijn
dat advies verwacht. Daarna zult U een standpunt be
palen. Is er al iets bekend over dat advies?
De heer Van Haaren: De heer De Vries heeft en
kele opmerkingen gemaakt over vraag 5; hij heeft
onder meer gezegd, dat zalen van kamers niet nodig
zijn. Wij hebben hierover ook al gesproken in de af
deling van Weth. Ten Brug, maar ik wil nogmaals
onderstrepen, dat de meeste mensen die naar de derde
poot van Triotel toe gaan, zich daar gewoon niet thuis
zullen voelen; de accommodatie is veel te mooi en veel
te groot. Het is een outillage die een enorme belasting
gaat leggen op het personeel. De belasting van het
personeel ten aanzien van deze categorie bejaarden is
al bijzonder groot en ik ben blij in Uw antwoord te
lezen, dat in het vervolg de Raad voor Bejaardenaan
gelegenheden zal worden ingeschakeld als men iets
wil gaan opzetten; ik heb n.l. het gevoel, dat bij het op
zetten van de derde poot van Triotel bepaald fouten
zijn gemaakt, dat het anders en beter kan. Het lijkt
mij goed, juist de Raad voor Bejaardenaangelegenhe
den in te schakelen bij dit soort zaken. (De Voorzitter:
De toezegging in dezen is al gedaan.) Ja.
De heer Heetla (weth.): De heer De Vries heeft
allereerst gesproken over de beleidsnota van de Raad
voor Bejaardenaangelegenheden over de intra- en
extramurale zorg ten behoeve van bejaarden. Wij heb
ben die nota nog niet ontvangen. De Gemeente is in
de Raad voor Bejaardenaangelegenheden vertegen
woordigd door de heren Aarts en Terpstra, zodat ik
kan stellen, dat de G.S.D. en de G.G.D. bij deze zaak
zijn ingeschakeld.
De opmerkingen van de heer De Vries over vraag 5
betroffen de woonruimten in de derde poot van Triotel;
hij zei, dat de ruimten moesten zijn berekend op het
gebruik van rolstoelen. Ik dacht, dat collega Ten Brug
ook al iets over deze kwestie verteld had. De derde
poot van Triotel wordt een verzorgingstehuis; in de
eerste plaats gaan daar de mensen naar toe van de
Hanio steeg. Misschien zijn er enkele mensen in de
Haniasteeg voor wie opname in het nieuwe tehuis
minder gewenst is. In overleg met de Opnamecom
missie zal voor die gevallen gezocht moeten worden
naar een oplossing: opname in een ander tehuis. Het
gaat in de Haniasteeg over het algemeen om mensen
die verzorging behoeven. Ik wil hier nog aan toe
voegen waarschijnlijk heeft Weth. Ten Brug hier
ook al over gesproken dat de kamers in het nieu
we tehuis wel groot zijn, maar dat dat juist voor
vele mensen een zegen zal zijn. Vooral als het echt
paren betreft waarvan één partner zware verzorging
behoeft terwijl de andere nog gezond is, is het prettig,
dat er een zitkamer en een aparte slaapkamer zijn.
Het mag dan duur zijn, maar het zal voor de mensen
een enorm genot zijn, dat deze accommodatie er is.
(De heer Van Haaren: Ik wil nog opmerken, dat
Weth. Ten Brug m.i. terecht heeft gezegd, dat juist
de mensen uit de Haniasteeg voor een dergelijke over
gang een intensieve begeleiding nodig hebben. Hij heeft
ook toegezegd, dat ze die zullen krijgen. De overgang
zal bijzonder groot zijn. U weet ook, dat er in de Ha
niasteeg mensen uit een bepaald sociaal milieu zitten
voor wie de overgang ontstellend groot zal zijn. Die
mensen kan je echt niet zo maar overpoten.) Ik kan
U zeggen, dat de arts die straks de verzorging krijgt
van de mensen in de derde poot van Triotel dokter
Bruintjes al in de Haniasteeg werkt. Hij is daar
dagelijks aanwezig. Hij heeft dus al contact met de
mensen. Dit probleem heeft beslist de bijzondere aan
dacht van de mensen die straks over opname in het
nieuwe tehuis moeten beslissen.
Verder heeft de heer De Vries nog een vraag ge
steld over de subsidiëring van het open bejaardenwerk
(vraag 7). Er wordt inderdaad open bejaardenwerk
gesubsidieerd en wij zijn ook van plan daarmee door
te gaan. U hebt indertijd wel gezien, dat wij het pro
ject „De Kei" gesubsidieerd hebben; dit subsidie ging
via het dienstencentrum Willem Sprengerstraat. Wij
subsidiëren ook al jaren de bejaardensociëteit in de
binnenstad. Verder zijn er nog een aantal kleine sub
sidies: o.a. het bejaardenwerk in Wirdum, Goutum en
Lekkum. Het open bejaardenwerk in de wijken is vaak
gekoppeld aan het werk van een dienstencentrum. Er
wordt mij net in het oor gefluisterd, dat er diensten
centra in oprichting zijn in het westen en in Huizum;
die worden nu gekoppeld aan het dienstencentrum
„Het Vliet".
De heer Sterk heeft een aantal opmerkingen ge
maakt over de werkzaamheden van de Opnamecom
missie. Hij heeft gevraagd bijzondere aandacht te be
steden aan het samenstellen van deze commissie. Ik
heb al meer gezegd, dat deze commissie, naar onze
mening, bijzonder goed werk doet. De heer Sterk heeft
gezegd, dat het voor bejaarden niet prettig is naar die
commissie toe te gaan omdat ze vaak een antwoord
krijgen dat hen niet bevredigt. We zitten natuurlijk
met het probleem mevr. Dijkstra heeft daar ook al
op gewezen dat er een groot aantal bejaarden zijn
die niet op korte termijn opgenomen kunnen worden.
De moeilijkheden t.a.v. de verpleging-behoevenden zijn
opgelost nu het verpleeghuis van Triotel gereed is.
T.a.v. de verzorging-behoevenden ligt de zaak anders.
Er is nog geen verzorgingstehuis bijgekomen. De
Stichting Erasmushiem gaat binnenkort met de bouw
van een nieuw tehuis beginnen. Met de derde poot van
Triotel is men al aan het bouwen. Dat tehuis zal een
capaciteit krijgen van 180 bedden, meen ik. In de Ha
niasteeg verblijven op het ogenblik ca 100 mensen.
Als de derde poot van Triotel klaar is, krijgen we er
dus ongeveer 80 bedden bij. Het nieuwe tehuis van de
Stichting Erasmushiem krijgt ook een capaciteit van
ca 180 bedden, zodat we, als dat klaar is, 260 bedden
meer hebben dan nu. Verder zal het N.V.V. nog een
tehuis bouwen. Vermoedelijk zullen we, als al deze
plannen zijn uitgevoerd, genoeg bedden hebben, maar
op het ogenblik zitten we nog met een groot tekort en
dat is vervelend. Ik kan me voorstellen, dat U klach
ten krijgt, maar die krijg ik natuurlijk ook wel. Als
er een grote wachtlijst is, moet je een keuze doen en
het is voor iedereen moeilijk precies te zeggen wie
voorrang moet hebben. Uiteindelijk hebben de tehuizen
zelf ook inspraak bij de opname. Het is beslist geen
sinecure lid te zijn van de Opnamecommissie. Je wordt
elke dag opgebeld en je hebt er veel werk mee. Ik
heb echt wel respect voor de mensen die het opbren
gen lid van deze commissie te zijn. Het is misschien
een wat ondeugende opmerking, maar ze krijgen er
ook nog niets voor; het is een kwestie van vrijwilli
gerswerk. Er zijn enkele mensen die ambtshalve lid
van de commissie zijn, n.l. dokter Terpstra (voor de
medische kant) en de heer Gooijenga (voor de sociale
kant). Wij zullen met de opmerkingen van de heer
Sterk rekening houden.
Volgno. 560.
De heer De Vries: Een paar weken geleden hebben
we een pamflet in de bus gekregen waarop stond:
„Ouders, de Gemeente wil U meer laten betalen." Wij
waren daar op dat moment al van op de hoogte, want
we hadden de begroting van de Gemeente in ons bezit
en we wisten, dat het College ten aanzien van de aan
vraag van het bestuur van het kinderdagverblijf met
betrekking tot de verhoging van het subsidie heeft
gemeend te moeten besluiten, dat het subsidie dient
te worden gehandhaafd op 45 pet. van de kosten. Als
oplossing voor de financiële problemen heeft het Col
lege gesuggereerd, dat het bestuur maar moet pro
beren door midddel van verhoging van de tarieven tot
een sluitende exploitatie te komen. Er is op het ogen
blikken gat van f21.000,Als ik goed ben ingelicht,
zijn er in het kinderdagverblijf op dit moment tussen
de 60 en 70 kinderen. De oplossing die het College aan
geeft, betekent, dat er gemiddeld een bedrag van
f 300,per kind per jaar meer aan eigen bijdrage
door de ouders zal moeten worden betaald; dat be
tekent gemiddeld ca f 6,meer per kind per week,
maar als je de progressiviteit in de tarieven wilt hand
haven, zal het betekenen, dat de mensen met een laag
inkomen per week minder dan f 6,en de mensen
met een hoog inkomen meer dan f 6,extra zullen
moeten betalen. Het kinderdagverblijf is eertijds ont
staan op instigatie van de Gemeente; het initiatief is
uitgegaan van de Sociale Dienst. Wij hebben het ge
voel, dat we deze instelling destijds in het leven hebben
geroepen omdat het een voorziening betreft die een
sociale functie heeft en ook niet gemist kan worden in
onze samenleving. Het aantal kinderen in het dagver
blijf (60 a 70) betekent een hausse, want ik kan mij
niet herinneren, dat er ooit een hoger aantal kinderen
in het kinderdagverblijf was opgenomen. En als we nu
nagaan welke ouders, welke alleenstaande moeders
profijt hebben van dit kinderdagverblijf, dan geloof ik
te mogen zeggen en dat doe ik dan ook omdat ik
me heb laten inlichten door insiders dat het in
overwegende mate mensen zijn die om sociale redenen
op het kinderdagverblijf zijn aangewezen. Daarom
hebben wij ons in onze fractie afgevraagd of het niet
nodig zou zijn, dat wij deze zaak eens tot op het bot
afpluizen om te kijken welke kanten hier allemaal
aan zitten. Wij zouden graag een nadere uiteenzetting
over dit probleem hebben, als het kan liefst vóór de