X 41 vanwege een overvolle agenda hierover in een hand omdraai moest beslissen en geen voldoende motivering beschikbaar had op dat moment. Hij gebruikte althans woorden van gelijke strekking. Alsof de aanvragers van het subsidie begin april werd de aanvraag for meel ingediend konden helpen, dat B. en W. op vrij dag 4 augustus een volle agenda hadden en dat de Wethouder die het overleg had gevoerd, toen juist met vakantie was In een interview in het oktobernum mer van het maandblad „Kaktus" gaf de Burgemees ter ongevraagd op zijn bekende sappige manier nog eens zijn zienswijze op de gang van zaken rond deze subsidie-aanvraag van maximaal f 2.000,De inhoud van dit interview, die door de Burgemeester noch wordt ontkend, noch is afgezwakt, illustreert overduidelijk, dat hij geen idee heeft watvoor problemen en mogelijk heden zich op het gebied van het organiseren van dit soort festivals voordoen. Dat verwacht ook niemand van hem, maar waarom laten hij en het College, waar van hij voorzitter is, zich dan niet informeren door hun ambtenaren die wel op de hoogte zijn, als er wordt getwijfeld aan de noodzaak van financiële steun aan een dergelijk festijn, in plaats van riicksichtlos het hele popfestival te torpederen. Heeft U zich wel ge realiseerd, dat U met Uw beslissing 8 dagen voordat het festival zou plaats vinden, toen alles al in kannen en kruiken was, een enorm stuk voorbereidend werk van jonge vrijwillige medewerkers te niet heeft ge daan? Je hoort de laatste tijd in deze zaal gemeente raadsleden nogal eens klagen over het gebrek aan zelf werkzaamheid onder de jeugd, maar als het werk ook op zo'n manier wordt afgebroken, is het dan een won der We vinden, dat het College dit subsidieverzoek pas op het allerlaatste moment te gehaast en daar door onzorgvuldig heeft behandeld, zonder dat dit de aanvragers van dit subsidie kan worden verweten. Daarom heb ik de eer U de volgende motie aan te bieden ,,De Gemeenteraad; in vergadering bijeen op dinsdag 19 december 1972; is van mening, dat het College van B. en W. bij de behandeling van het subsidieverzoek van het organisatiecomité „Salamander" ten behoeve van een gratis toegankelijk popfestival op het terrein voor dagrecreatie in het Groene Ster-gebied, te houden op 12 augustus, niet de nodige zorgvuldigheid heeft be tracht en zij verzoekt het College in soortgelijke toe komstige gevallen de grootst mogelijke medewerking te verlenen." Deze motie is mede-ondertekend door de heer Van Haaren. De heer Weide (weth.): Ik geloof niet, dat het juist zou zijn, dat wij weer helemaal in herhaling vallen van de discussie in mijn afdeling. Maar ik zou het volgende nog even willen opmerken. Ik meen, dat de heer Van der Wal een kleine denkfout maakt. Want alles heeft zich afgespeeld in de maand juli. Toen was een groot gedeelte van het College met vakantie. En de laatste keer, dat men bij het College aanklopte, was ik met vakantie. Maar het is echt niet zo, dat ik de zaak in het College met gunstig gevolg had kunnen verdedi gen; de ambtenaren hadden het voorstel in die mate voorbereid, dat de aanwezige leden van het College een goede, gedegen beslissing konden nemen. Er is een besluit genomen en dat behoeft bepaald niet in te hou den, dat het College geen medewerking zou willen of kunnen verlenen aan popfestivals. Wij hebben met de heren van het comité „Salamander" bijzonder prettige onderhandelingen gevoerd; we hebben onze volledige medewerking toegezegd, maar dat er op het laatste moment een kortsluiting is opgetreden, was, dacht ik, niet aan het College te wijten; ook het comité zelf was met het definitieve verzoek wel bijzonder laat het moest in de vakantieperiode behandeld worden. (De heer Van der Wal: De aanvraag was van april!) Ik zou het comité „Salamander" het advies willen geven in voorkomende gevallen ook het definitieve verzoek bijzonder tijdig in te dienen. De VoorzitterIk zou van mijn kant alleen willen zeggen, dat wij beslist niet onzorgvuldig hebben gehan deld. Ik aanvaard volledig, dat er meningsverschil kan zijn met betrokkenen; dat is een heel andere kwestie. Ik heb bijzonder uitvoerig mijn standpunt in afdeling VI uiteengezet. De raadsleden krijgen binnenkort het verslag van die vergadering en ik dacht, dat het daar om niet erg zinvol is alles te herhalen. De heer Van der Wal: Ik wil alleen even opmerken, dat de formele subsidie-aanvraag op 8 april is inge diend, dat er op 2 juni een gesprek met een vrij zware delegatie van de Gemeente is geweest onder voorzitter schap van de heer Weide, dat er toen twee maanden lang niets is gebeurd, dat wij bij voortduring hebben gebeld met „Culturele Zaken", dat men ons toen ant woordde: „Ja, het is nog steeds niet in B. en W. ge weest." En wat moet je dan? Dan ga je maar verder met de voorbereiding, omdat niemand ook niet op „Culturele Zaken" van de Wethouder de indruk had gekregen, dat er ook maar een mogelijkheid was, dat een subsidieverzoekje van maximaal f 2.000,niet zou worden ingewilligd. De afwijzing van het subsidiever zoek is gedateerd op 10 augustus, twee dagen voor de vastgestelde datum voor het popfestival. Toen heb ben wij dus het officiële bericht gekregen, na een tele foontje een paar dagen te voren: „Sorry, jongens, het subsidieverzoek is afgewezen." De Voorzitter: U handhaaft Uw motie, mijnheer Van der Wal, neem ik aan. Kunnen we bij handopsteken stemmen De hear Singelsma: Ik woe noch wol hwat sizze. Ik kin dit net bioardielje. Ik stel it bütengewoan op priis, as jonge minsken oan selswurksumheit dogge en ik fyn ek, dat, hwannear't der in birop dien wurdt op de Gemeente foar in lyts bidrach, harren forsyk soarch- faldieh bihannele wurde moat. Nou haw ik hielendal gjin reden om to foründerstellen, dat soks net it gefal west hat, mar ik bin wol fan bitinken, dat se goed fan to foaren witte moatte hwer't se oan ta binne en ik leau, dat hjir dochs in forfelende koartsluting west hat. En dan fyn ik it foar my seis in bytsje nuver oer in moty to stimmen oangeande in gefal, hwerfan ik de finesses eigentlik net kin. Kinne wy nou net yn it plak fan oer dy moty to stimmen, ta utering bringe, dat wy der fan oertsjüge weze wolle, dat it Kolleezje wol- wollend stiet tsjinoer in forsyk yn de takomst Ik wit it net it leit oan'e yntsjinner fan'e moty mar ik soe it net goed fine, as der nou in forfelende forhal- ding üntstiet tusken in groep jonge minsken en it Kol leezje. Dér hawwe wy gjin bilang by. De heer Vellenga: Wie zo de verhalen van deze en gene kant beluistert, komt inderdaad tot de conclusie, die de heer Singelsma ook al heeft getrokkenEr zitten wat communicatiestoornissen. Dat is vervelend. Je hoort die dingen vaker, wanneer men met overheids instanties in het algemeen en ook wel met Leeu warder instanties aan het stoeien is. Daar zijn soms gegronde redenen voor; soms kun je die van de bui tenkant ook niet helemaal overzien. Nu dacht ik, dat de heer Singelsma in zoverre gelijk heeft, dat wij als Raad moeilijk een precies waarderingsoordeel kunnen geven over het eerste stuk van de motie, over de on zorgvuldigheid. Als het waar zou zijn, zou ik best ook voor dat deel van de motie willen stemmen, maar als het niet zo zou zijn... Het roept alle mogelijke vragen op. Waar het nu de heer Van der Wal terecht om gaat, is, dat het natuurlijk in een gemeente als Leeuwarden mogelijk zou moeten zijn zo'n happening te organiseren. Dat meen ik persoonlijk ook, maar al zou ik er anders over denken, dan zou ik niet thuis durven komen, als ik het niet gezegd had, want mijn jeugd zou er ook graag naar toe gewild hebben. Maar, los daarvan, dat moet mogelijk zijn. Ik zou willen, dat we dat vanavond hier stipuleren met een duidelijke uitspraak van de kant van het College of met een uit spraak van de Raad over de motie, waarvan het eer ste stuk zou zijn afgekapt. Ik zou het liefst het eerste willen, maar in het tweede geval zou ik met een motie van die inhoud graag akkoord gaan, ook namens mijn fractie. We hikken wat tegen het eerste stukje aan, omdat we daar niet precies het juiste zicht op hebben Dat is wat ik graag ook namens mijn fractie hierover zou willen zeggen. De heer Rijpma: Wij kunnen het standpunt van de heer Vellenga delen. De Voorzitter: Ik dacht, dat Weth. Weide al duide lijk ons standpunt heeft uiteengezet en ik spreek ook echt wel namens het College, wanneer ik herhaal wat ik vorig jaar heb gezegd, toen wij een discussie hebben gehad over een verzoek om een popfestival te houden in de Prinsentuin. U kunt zich waarschijnlijk herinne ren, dat ik toen namens het College heb gezegd, dat wij bereid waren ook aan een evenement als dit alle mogelijke medewerking te geven. En als er in de toe komst een probleem is m.b.t. een popfestival, dan zal er, naar ik hoop, eenzelfde goed overleg met de Wet houder plaats hebben. Het College heeft niet onzorg vuldig gehandeld. Dat wij in dit geval het verzoek, dat op het gegeven moment voorlag, hebben afgewezen, is een andere kwestie; daar was een meningsverschil over. Ik dacht, dat ik er mij thans duidelijk over heb uitgelaten, wat ons standpunt is. (De heer Vellenga: Als je dat nu twee dagen van te voren weet of twee maanden, dat maakt wel verschil. Dat is een van de grieven en daar kan ik eigenlijk wel in komen, hoor.) Ik moet U zeggen, dat datgene wat de heer Van der Wal betitelt als een afwijzing, geen absolute afwijzing is geweest. Het probleem in het College speelde inder daad in de vakantieperiode. Ik was niet met vakantie, maar er was één lid met vakantie, n.l. Weth. Weide, en misschien Weth. Heetla. (De heer Heetla (weth.): Nee, ik was er wel.) Op dat moment moesten wij hals over kop beslissen, terwijl in het College geen compleet voorstel aan de orde was geweest, om onmiddellijk een voor schot ter beschikking te stellen aan één of twee per sonen (niet aan een organisatie). Dat geld moest wor den betaald aan groepen, waarmee contracten waren afgesloten. Er was op dat moment dus geen beslissing genomen en wij hadden t.a.v. wat er mee zou gebeuren geen waarborgen. Wij moesten dus onmiddellijk het bedrag weet ik niet meer precies, maar dat weet de heer Van der Wal waarschijnlijk wel (De heer Van der Wal: f 1.800,f 1.800,- meegeven aan één of twee personen. Wij hebben gezegd: Dit doen wij niet zonder meer en wij hebben toen ook kenbaar ge maakt, dat wij er niet van overtuigd waren en dat is dan het meningsverschil, waarop ik zojuist doelde dat een regeling, waarbij ook degenen die bij het popfestival aanwezig zouden zijn, iets zouden bijdra gen, niet uitvoerbaar was. Meer hebben wij niet ge steld. De heer Weide (weth.): Ik zou er nog aan willen toevoegen, dat de Raad niet de indruk moet krijgen, dat wij niet welwillend zouden staan tegenover het houden van een popfestival. Wij staan net zo positief tegenover dit soort evenementen als tegenover elk an der evenement. In het onderhavige geval was echter de tijd te kort om de commissie van advies voor het Fonds voor Culturele Doeleinden, waaruit moest wor den geput, te raadplegen. Wij hadden uitvoerig en goed met het comité „Salamander" gediscussieerd over de mogelijkheden van het organiseren van een popcon cert. Toen het verzoek om zo'n festival in de Prinsen tuin te houden was afgewezen, hebben wij gesproken over de Froskepölle en toen is ons initiatief geweest om naar het Groene Ster-gebied te gaan. Dus wij heb ben ons bepaald niet afwijzend opgesteld. Doordat ech ter de tijd voor behandeling van het definitieve ver zoek en het inwinnen van adviezen voor onze defini tieve beslissing samenviel met de vakantieperiode, was de tijd van voorbereiding te kort. En daarom zou ik willen adviseren een verzoek voor een volgende keer tijdig in te dienen. De Voorzitter: Ik moet nu weten, of de heer Van der Wal de motie handhaaft. De heer Van der Wal: Ik ben niet overtuigd, moet ik eerlijk zeggen. We zijn echter wel bereid het eerste gedeelte te laten vervallen, maar dan moet de redactie van het tweede gedeelte even aangepast worden. De heer Van Haaren: De motie komt nu aldus te luiden: „De Raad der gemeente Leeuwarden; op 19 decem ber 1972 in vergadering bijeen; besluit: het College van B. en W. te verzoeken aan evenementen als een gratis popfestival alle medewerking te verlenen." De Voorzitter: Deze motie nemen wij niet over. Ze komt dus in de plaats van de door de heer Van der Wal ingediende motie? (De indieners antwoorden be vestigend.) De motie van de heren Van Haaren en Van der Wal wordt verworpen met 18 tegen 14 stemmen. Voor stemmen de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, J. Dijk- stra-Bethlehem en G. Visscher-Bouwer en de heren S. Bouma, G. Buising, T. H. van Haaren, J. F. Janssen, H. Meijerhof, P. Snel, K. Spoelstra, P. van der Veen, J. T. Vellenga, G. de Vries en P. D. van der Wal. (De heren J. Tiekstra (weth.) en Mr. B. P. van der Veen waren tijdens de stemming niet in de zaal.) Volgno. 536. De heer De Vries: Het bibliotheekwezen heeft te maken met een belangrijk stuk cultuuroverdracht, met een stuk volksontwikkeling en met wat men tegen woordig noemt uitwisseling van informatie en perma nente opvoeding. Als je al deze factoren op een rijtje zet, zou iedereen zonder meer tot de conclusie moeten komen dat alles wat te maken heeft met de bibliotheek en het bibliotheekwezen, door de gemeenschap ter be schikking van al haar leden gesteld zou moeten wor den, net zoals Axies dat wenst m.b.t. de gratis pop festivals. Dat is helaas niet zo. Als ik het voor het zeggen had, zouden morgen alle contributies van de bibliotheken worden afgeschaft en zouden we net zo handelen als de Provincie doet met haar bibliotheek op het Oldehoofsterkerkhof, die ook de boeken enz. kosteloos voor de lezers ter beschikking stelt. We zit ten hier evenwel met een andere, gegroeide, siuatie. Bovendien wordt er van de kant van de rijksoverheid druk uitgeoefend om de contributie van de bibliothe ken te verhogen. Er is een voorschrift van de kant van C.R.M., waarbij een norm is aangegeven en waar bij nadrukkelijk is bepaald, dat de contributie zich zal moeten bewegen tussen f 3,50 en f 10,per jaar, per aangesloten lid. De Openbare Leeszaal en Bibliotheek in Leeuwarden hief tot het vorige jaar een contributie van f 4,50. Men heeft toen, mede na overleg met het Gemeentebestuur i.z. de hoogte van het subsidie, als mede n.a.v. de opening van het filiaal Bilgaard dat nogal wat extra kosten met zich meebracht, de con tributie over de gehele linie op f 6,50 per jaar ge bracht. Enige maanden geleden kwam de aanbiedings brief bij de begroting 1973 en daar staat in, dat de Gemeente, in navolging van het advies, dat uitge bracht is door de Centrale Bibliotheekdienst, ervan uit gaat, dat de contributie van de O.L.B. tot f 10,per jaar wordt verhoogd. Toen ik dat stuk las, schrok ik even, want het was mij bekend, dat dit een zaak was, die helemaal nog niet in het bestuur van de O.L.B. a ;vn de orde was geweest. Om die reden, dat deze za ken zo op een rijtje zijn gesteld om nog eens na te gaan, hoe de gang van zaken is geweest. Enfin, B. en W. hebben zelf in hun beantwoording in de mem.v.a. toegegeven, dat er geen overleg was geweest. Op zich zelf meen ik, dat iedere gesubsidieerde instelling bij een wijziging van een subsidienorm toch wel in de eer ste plaats recht heeft op informatie vooraf. Bovendien bent U en dat neem ik U toch eigenlijk wel kwalijk op de stoel gaan zitten van het bestuur van de O.L.B. De O.L.B. heeft U op 11 september een brief gestuurd, waarin ze U de mededeling heeft gedaan, dat ze de contributie van f 6,50 per jaar heeft ver hoogd tot f 7,50, altijd nog een trend, die ligt boven de gemiddelde kostenstijgingen. Ze heeft U tevens voor gerekend, dat het hier niet gaat om een verschil van f 20.625,maar dat het uiteindelijke verschil f 9.585, zou zijn, omdat men in de tussenliggende tijd een ont wikkeling heeft doorgemaakt, waardoor er zowat 10% nieuwe leden zijn bij gekomen. Rekening houdende met die toename en met de verhoging van de contributie van f 6,50 tot f 7,50, kon het „gat" van f 20.000,wor den teruggebracht tot f9.585,In de afdelingsverga dering is deze zaak ook aan de orde geweest en heb ben we er even met elkaar over gediscussieerd hoe we

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 3