1 RAADSVERGADERING t.a.v. dit punt, zie ik er geen kans toe mijn verhaal in tweeën te knippen. Dan wordt het een verwarde boel. De Voorzitter: Het spijt mij bijzonder, maar ik moet nu onze bezoekers vragen de tribune te verlaten; ik hoop, dat zij intussen een kop koffie kunnen krijgen. Wij zullen de deuren sluiten en overgaan tot een be sloten zitting. Na de besloten zitting wordt van de zijde van het College geantwoord op de tot nu toe ge maakte opmerkingen. De Voorzitter heropent, na de tweede koffiepauze, de openbare vergadering. De heer Rijpma is inmiddels ter vergadering geko men. De heer Xiekstra (weth.): Terecht zijn, dacht ik, bij de aanvang van de eerste instantie door een aantal raadsleden de raadsbesluiten die op 9 januari zijn ge nomen, als uitgangspunt genomen. Ik zal daarop niet meer gedetailleerd ingaan. Ik geloof n.l. en ik stel dit nadrukkelijk dat het College bij zijn beleidsvoe ring in de daarop volgende maanden in het bijzonder m.b.t. de voorziening in de vakature die vanavond aan de orde is, juist aan deze raadsbesluiten als uitgangs punt consequent heeft vastgehouden. Ik ben het ook eens met die raadsleden die van oordeel zijn, dat bij de behandeling in de vergaderingen van 8 en 9 januari toch duidelijk ook de positie van de secretarie-afdeling V.O.W. aan de orde is geweest. Ik wil dan heel kort ook met het oog op het mid dernachtelijk uur schetsen hoe het College unaniem deze zaak ziet en neem dan als uitgangspunt de in houd van de Gemeentewet die nu eenmaal voor ons als uitgangspunt bepalend is. In de Gemeentewet treft men regelingen aan omtrent de Gemeenteraad, in de Gemeentewet worden de functionarissen als wethou ders genoemd, de burgemeester wordt daarin genoemd, en tevens de gemeentesecretaris en de gemeente-ont vanger. Dat betekent, dat de positie van de gemeente secretaris met zijn apparaat, de Secretarie, duidelijk in de Gemeentewet is aangegeven. Maar de Gemeentewet kent ook art. 252, waarbij voor bijzondere, zelfstandige taken diensten kunnen worden opgericht, een artikel dat wij in onze Gemeente bij herhaling hebben toege past. Dit betekent, dat, als specifieke taken in een dienst ex art. 252 zijn opgenomen, dat nog niet impli ceert, dat er niet een evenknie van deze organisatie binnen de secretarie-organisatie is. Ik noem er een aantal. De evenknie van de Gemeentelijke Sociale Dienst is de secretarie-afdeling S.Z.W.; als ik het heb over Triotel dan zit, wat de volksgezondheid betreft, deze materie in de secretarie-afdeling K.A.Z. Zo zijn er dus in de secretarie-functies een aantal functionele afdelingen waartoe ook de secretarie-afdeling V.O.W. behoort. Dat betekent, dat, hoe dan ook, de Secretarie als totaal beleidsorgaan ter beschikking van het be stuur, i.e. Raad en B. en W., er altijd zal zijn en het betekent ook, dat er onder die omstandigheden altijd een secretarie-evenknie zal zijn tegenover een dienst ex art. 252. Dit uitgangspunt hebben B. en W. na drukkelijk vastgelegd en dat is een unaniem stand punt van B. en W., ingenomen op de vergadering van 26 juni 1973. Ik zal het ter informatie aan de Raad vol ledig voorlezen „Burgemeester en Wethouders zijn oordeel, als gevolg van het thans lopende organisatie onderzoek ruimtelijke ordening, dat ten principale geen wijziging aangebracht dient te worden in de aan de secretarie-afdeling V.O.W. opgedragen taken. Het or ganisatie-onderzoek zal in hoofdzaak betrekking moe ten hebben op de reorganisatie van de dienst zelf, m.n. wat betreft de invoering van project-organisties. De afdeling V.O.W. heeft als onderdeel van de Secretarie een taak met een eigen karakter die ook onderschei den moet worden van die van de D.S.O. Zij beziet n.l. de door de D.S.O. voorbereide zaken op de daaraan verbonden administratief-rechtelijke, bestuurkundige aspecten en beoordeelt deze voorts in het licht van het algemeen beleid van B. en W. en Raad. B. en W. ach ten volledige handhaving van deze functie noodzake lijk, ook wanneer uit het reorganisatie-onderzoek zal blijken, dat bepaalde administratief-rechtelijke aspec ten bij de D.S.O. versterkt moeten worden. Bij de in te stellen project-groepen zal de afdeling V.O.W. dui delijk moeten worden ingeschakeld. In deze gedachten- gang past het echter, dat werkzaamheden welke een duidelijk uitvoerend karakter dragen en die thans door de afdeling V.O.W. worden verricht, omdat in het ver leden de D.S.O. niet steeds goed functioneerde, van deze afdeling zullen worden overgeheveld naar de D.S.O. Voor het overige zullen eventuele wijzigingen in de verdeling van de taken tussen de afdeling V.O.W. en de D.S.O. slechts aan de hand van de opgedane er varingen in de loop van de jaren geleidelijk mogen worden ingevoerd." Ik dacht, dat dit een duidelijke op stelling is! Uitgangspunt is, dat, in de overheidsstruc tuur zoals wij die op lokaal niveau kennen, wij niet alleen de diensten ex art. 252 hebben, maar er ook altijd de Secretarie zal zijn met zijn beleidsadvisering en zijn bestuurkundige taak. Bij het proces van de ruimtelijke ordening zullen verschillende functionele afdelingen van de Secretarie worden betrokken; even goed als de afd. V.O.W. kan dat de afd. Onderwijs, kan dat de afd. S.Z.W. zijn. Dat is, dacht ik, d= over heidsstructuur waarvoor wij staan. En in dat licht moet ook de post van hoofddirecteur van de D.S.O. worden beoordeeld. Nu dacht ik, dat de tweede fase van het onderzoek, zoals dat nu op gang is en waarvan de rapportering geleidelijk op tafel komt en ook geleidelijk in de bege leidingscommissie aan de orde zal komen, zal resulte ren ik zeg dat met nadruk in een beheersveror- dening m.b.t. de geïntegreerde dienst waarin ook dui delijk de taakafbakeningen t.o.v. de secretarie-afdeling V.O.W. zullen voorkomen. Dat houdt dan in, dat bij de procesvoering op het terrein van de ruimtelijke orde ning een vroegtijdige inschakeling van de Secretarie steeds moet blijven gewaarborgd en dat op deze wijze een goed samenspel moet zijn verzekerd bij de totale behartiging van deze belangen. En bij dat samenspel zal altijd de secretarie-afdeling V.O.W. met het daar bij behorende verantwoordelijke hoofd blijven betrok ken. Ik denk, dat ik in mijn streven om kort te zijn, waarschijnlijk niet volledig ben geweest, maar ik meen, dat ik wel de essentie van de discussie zoals die gevoerd is, heb aangegeven. Ik heb reeds gezegd, dat naar mijn oordeel in de hele procedure de informatie van B. en W. aan de Raad optimaal is geweest, en dat ik niet eerder heb meegemaakt, dat een procedure om tot een benoeming te komen van een hoofd van dienst met een zo grote mate van zorgvuldigheid heeft plaats gevonden. Ik zou het hierbij willen laten. Er zal wel blijken of ik voldoende heb gezegd. Mevr. Dijkstra-BethlehemIk heb nog een vraag ge steld over een vertrouwelijke brief die in de krant stond voordat de raadsleden die ontvingen. De Voorzitter: Daar zijn wij niet verantwoordelijk voor. Wij hebben de pers geen gegevens verstrekt. Hoe de gegevens bij de pers zijn gekomen weten wij niet. Wij kunnen Uw vraag dus niet beantwoorden. (De heer Ileetla (weth.): De gegevens kwamen ook niet van mij.) De heer Tiekstra (weth.)Ik kan alleen maar zeg gen, dat de pers bijzonder inventief is om zijn infor maties op te sporen. Dat is en blijft de verantwoordelijk heid van de pers. Maar B. en W. dragen in deze geen enkele verantwoordelijkheid. De heer Heidinga: Ik wil namens mijn fractie mee delen, dat wij het voorstel, dat ik in eerste instantie heb aangekondigd, niet zullen indienen. Alle inlichtin gen die nu zo voor en na zijn verstrekt en alle debat ten die hebben plaats gehad geven ons geen aanleiding meer het voorstel in te dienen. Wij menen, dat er van avond wel tot stemming kan worden overgegaan. Benoemd wordt de heer J. van de Wal met 19 stem men (de heer Visser 17 stemmen en de heer De Ko ning 1 stem). De heren Miedema en De Vries vormden met de Voorzitter het stembureau. De Voorzitter sluit, om 24.15 uur, de vergadering. Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 17 september 1973 van maandag 17 september 1973. Aanwezig 36 leden: de dames E. Brandenburg-Sjoerd- sma, J. Dijkstra-Bethlehem, G. Visscher-Bouwer en M. M. Th. Visser-van den Bos en de heren S. Bouma (van af 19.45 uur), J. ten Brug (weth.), G. Buising, G. F. Eijgelaar, T. H. van Haaren, J. Heetla (weth.), O. Hei dinga, W. Hemstra, H. Jansma, J. F. Janssen, J. de Jong, K. J. de Jong (weth.), A. Klomp, J. Knol, W. S. P. P. de Leeuw, H. Meijerhof, W. Miedema, Ir. C. L. Rijpma, J. Schaafsma, J. B. Singelsma, K. Spoelstra, N. Sterk, J. Tiekstra (weth.) (tot de koffiepauze), Mr. B. P. van der Veen, P. van derVeen, J. T. Vellenga, L. Visser, G. de Vries, F. van der Wal, P. D. v. d. Wal, K. Weide (weth.) en J. Wiersma; 1 vakature. Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester. Secretaris: P. P. de Jong. Voorts zijn aanwezig: de heren Mr. w. J. G. Reumer, loco-Secretaris, en Mr. H. J. Winkelman, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken. Te behandelen punten: 1. Vaststellen van de notulen van de vergaderingen van de Raad, gehouden op 19 februari 1973 en 12 maart 1973 en van de informatieve vergadering van de Raad, gehouden op 18 juni 1973. 2. Mededelingen. 3. Aankoop diverse percelen (bijlage no. 253). 4. Voltooien bouwrijpmaken bestemmingsplan „Wir- dum-Zuid II" (ten westen van de Wirdumervaart) (bij lage no. 255). 5. Vaststellen voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ten behoeve van een in voorbereiding zijnd bestemmingsplan voor Wirdum (bijlage no. 250). 5a. Uitbreiden deelplan H-l Groene Ster (noordzijde Kleine Wielengebied) (bijlage no. 258). 6. De situering van het wandelpad langs het Van Hai inxmakanaal in het bestemmingsplan Aldlan-Oost (bijlage no. 229). 7. Beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de stichting van een vierklassige openbare school voor gewoon lager onderwijs te Goutum (bijlage no. 2481. 8. Onderhouden en verbeteren van het complex Za len Schaaf (bijlage no. 254). 9. Adres aan de Raad van de huurdersvereniging „Het Westen" tegen de voorgenomen huurharmonisatie per 1 april 1973 (bijlage no. 260). 10. Verordening op de heffing en invordering van veemarktrechten (bijlage no. 246). 11. Heffing op de elektrische energie (bijlage no. 12. Wijzigen van enige verordeningen en besluiten met betrekking tot het beheer van enige takken van dienst (bijlage no. 262). 13. Vaststellen verordening studiefaciliteiten (bijla ge no. 247). 14. Wijzigen Algemeen Ambtenarenreglement (bij lage no. 251). 15. Wijzigen bezoldigingsverordening 1960 en be sluit, houdende aanwijzing van ambtenaren, te benoe men door de Raad (bijlage no. 249). 16. Aangaan van een gemeenschappelijke regeling Regio Leeuwarden (bijlage no. 263). 17. Uitvoeren Wet ambulancevervoer (bijlage no. 261). 18. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Grondbedrijf, het Woningbedrijf, de Dienst voor Sport en Recreatie en het Eleetrieiteits- bedrijf voor het dienstjaar 1973 (bijlage no. 259). 19. Benoemen van: a. een hoofd van de Menno van Coehoornschool (g.l.o.) (bijlage no. 257); b. een commissie van rapporteurs voor de behandeling van de begroting 1974; c. de leden van de afdelingen van de Raad voor de behandeling van de begroting 1974. De Voorzitter: Dames en heren, ik heet u hartelijk welkom op deze vergadering van de Raad. Alvorens wij met het eerste punt van de agenda be ginnen, heb ik enkele mededelingen. In de eerste plaats zou ik willen memoreren, dat het voor weth. Tiekstra vandaag een bijzondere dag is. Hij is n.l. vandaag 60 jaar geworden. Ik dacht dat ik de toik van U allen ben als ik vanaf deze plaats en op dit moment hem van harte geluk wens met deze voor hem en zijn gezin belangrijke dag. Wij wensen hem nog veie jaren in de beste gezondheid toe. (Applaus) De tweede mededeling is deze. Enige tijd geleden hebt U van het raadslid Hiemstra een vrij uitvoerige brief ontvangen waarin hij zijn motieven heeft uiteen gezet, waarom hij gemeend heeft als lid van deze Raad te moeten bedanken. Hij heeft daarin kenbaar gemaakt, dat hij vanaf 1 september 1973 de vergaderingen van de Raad niet meer zal bijwonen. Het was logisch ge weest, dat wij aan het slot van de vorige vergadering daar even bij stil hadden gestaan. Ik moet U zeggen, dat het mij niet is ontkomen. Maar gelet op het late uur en gelet op de stemming die op dat moment in de Raad heerste, leek het mij niet erg zinnig toen nog te gaan praten over het afscheid van de heer Hiemstra; ik heb dat dus toen laten gaan. De heer Hiemstra is later bij mij op bezoek geweest; ik heb hem daartoe uitge nodigd. Ik heb hem toen ook meegedeeld, waarom ik in de Raad geen afscheid van hem heb genomen en de heer Hiemstra had daar alle begrip voor. Ik heb in dat gesprek ik meende cr goed aan te doen dat ook nu in deze vergadering mee te delen de heer Hiemstra dank gezegd voor datgene, wat hij het afgelopen jaar op zijn wijze in het belang van onze gemeente heeft gedaan. Ik doe deze mededeling bij deze aan Uw Raad, opdat dit ook in het verslag zal worden vastgelegd. Ik kan U overigens mededelen, dat wij een wat typi sche situatie zullen meemaken. Er is geen opvolger voor de heer Hiemstra. Alle opvolgers op de betreffen de lijst van zijn politieke partij hebben bedankt voor het raadslidmaatschap. Het Centraal Stembureau komt op 24 september bijeen en zal dat nog formeel moeten constateren, maar het heeft weinig keus. Een en ander zal betekenen, dat wij tot september volgend jaar niet 37 maar 36 raadsleden rijk zullen zijn. De derde mededeling betreft het Hof. U weet stellig allemaal uit berichten die in de pers zijn verschenen, dat wij vandaag de benedenverdieping van het Hof in gebruik hebben genomen. Wij hebben als B. en W. ge meend, dat wij daar helemaal geen afzonderlijke festi viteiten aan behoeven te verbinden, maar het is toch een zo belangrijk gebeuren in onze gemeente, dat ik U voorstel om straks in onze eerste pauze gezamenlijk aan de overkant koffie te gaan drinken en dan meteen te gaan zien wat er gemaakt is van de benedenetage. U zult nog geen vergunning krijgen om de trap op te gaan. Dat is ook niet geraden, want boven zijn allerlei vloeren opgebroken. U zou er Uw nek kunnen breken. (De heer Vellenga: Dan komen er nog meer vakatu- res.) De bovenetage komt misschien volgend jaar aan de beurt. De benedenverdieping is echt de moeite waard. Wij hebben vanmorgen ook de televisie op be zoek gehad. Dat is voor Leeuwarden helaas nog een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1973 | | pagina 11