8
Vy- ;,y\ '"fig*
en welke van de woningen afgebroken moeten worden.
Dat wil zeggen, dat de doelstelling van een rehabili
tatieplan een volstrekt andere is en een op veel langere
instandhouding gerichte regeling dan de instandhou
dingsregeling die nu aan de orde is. Die gaat uit van
de vooronderstelling, dat het gaat om woningen die
voor maximaal 10 jaar nog wat opgeknapt zullen
worden. Dn dan gaat het daarbij niet om plannen die
de aard van bestemmingsplannen zouden hebben. Het
gaat om projecten die uitsluitend betrekking hebben
op de woningen die in het geding zijn. Ik wijs er daar
bij op, dat het bezoek van de Staatssecretaris op 13
september j.l. heeft plaats gevonden. Hij poogt nog in
dit jaar tot besteding van de subsidie voor de in de
raausbrief genoemde 150 woningen te komen. De plan
nen moeten dus op zeer korte termijn bij elkaar ge
schraapt worden. Voor Oldegalileën kunnen we dat ver
moedelijk wel organiseren, maar het raadsbesluit dat
wij nodig hebben, kon daar niet op wachten. Wij moes
ten de vereiste kredieten op de begroting hebben, wil
den wij met deze projecten voortgaan.
Ik kan de heer Van Haaren wel gerust stellen. De
eerste hoorzitting m.b.t. Vegelinstraten is reeds vast
gesteld en wel op 11 oktober a.s., dus niet eens zolang
na deze vergadering. Ik heb deze hoorzitting durven
vaststellen in de veronderstelling, dat de Raad stellig
zal besluiten tot aanneming van dit voorstel.
De heer Van Haaren: Ik wil nog graag weten in
hoeverre m.b.t. die planmatige opzet dat geldt dus
niet alleen voor de Vegelinstraten rekening wordt
gehouden met de inspraakmogelijkheden van de be
volking. Ik neem aan, dat U toch met een uitgewerkt
plan zult moeten komen; tenminste dat versta ik on
der een planmatige opzet. Dergelijke plannen kun je
naar mijn mening niet eenzijdig opstellen; de bevol
king moet daar echt bij worden betrokken.
De heer Bouma: Op zichzelf ben ik wel erg con
tent met het voorstel t.a.v. de Vegelinstraten. Maar ik
zou U toch willen attenderen op een paar punten. Mis
schien kan de Wethouder daar nog even op ingaan.
Bij de Vegelinstraten wordt gesubsidieerd met 70 pet.,
waarvan 56 pet. voor het Rijk en 14 pet. voor de Ge
meente. Bij de Transvaalwijk wordt gesubsidieerd met
25 pet. Dat is een groot verschil. Bij de Vegelinstraten
gaat men tot een maximum van f 10.000,terwijl
het gemiddelde tot nu toe bij de Transvaalwijk onge
veer op f 13.000,— ligt. Het bedrag per woning loopt
dus niet zo ver uiteen. De dingen die op beide projec
ten worden verbeterd liggen vrijwel gelijk. De duur is
bij de Vegelinstraten voor zover mij bekend ongeveer
10 jaar; het kan ook nog korter zijn. Bij de Transvaal
wijk is die duur inderdaad langer, n.l. 25 jaar. Bij de
Vegelinstraten wordt voor projectkosten f250,per
woning vergoed; bij de Transvaalwijk is dat f 150,
per woning. Dat scheelt dus f 100,per woning. De
Gemeente biedt aan om de technische hulp, architecten
hulp enz., helemaal voor haar rekening te nemen bij
de Vegelinstraten, terwijl wij hier hele debatten hebben
gehad over een bedrag van f 30.000,a f 40.000,voor
technische hulp dat ten laste van de bewoners van de
Transvaalwijk zou moeten komen. Als ik nu het geheel
overzie dan zeg ik: Is er nu bij de Staatssecretaris
niet te bereiken, dat er voor de Transvaalwijk alsnog
gunstiger voorwaarden worden bereikt vallend on
der welke regeling dan ook t.a.v. die technische
hulp waarin de bewoners zelf moeten meebetalen, t.a.v.
de projectkosten per woning en ook ten aanzien van
die 25% subsidie. Het is toch te proberen, dacht ik zo.
Als men niets vraagt, krijgt men ook niets. Maar het
is altijd te proberen. Ik dacht toch, dat er geen enkel
bezwaar was voor deze wijk te pleiten bij de Staats
secretaris als hij toch, zoals de Wethouder zei, hier en
daar een handvol geld uitgeeft.
De heer Tiekstra (weth.): Allereerst een opmer
king aan het adres van de heer Van Haaren. Dit pro
ject heeft hoofdzakelijk betrekking op particuliere wo
ningen. Dat betekent dus, dat je stellig de bewoner/
eigenaar te pakken moet hebben, maar dat betekent
ook, dat je de bewoners van de huurwoningen te pak
ken moet hebben. Voor de hoorzitting op 11 oktober
zijn beide categorieën uitgenodigd. Dat is ook logisch
want de opstelling van de Staatssecretaris is, dat hij
niet wil werken met individuele woninkjes en indivi
duele plannetjes, maar dat hij het liefst werkt met
een totaal-plan voor een x-aantal woningen in een
bepaalde wijk, een totaal-plan voor verbetering van die
woningen wat voornamelijk neerkomt op het opheffen
van achterstallig onderhoud.
Dan kom ik bij de heer Bouma terecht die opnieuw
een pleidooi houdt dat gebeurt niet voor de eerste
keei' voor de Transvaalwijk. Hij kan gerust zijn,
ik heb de vorige week een uitvoerig gesprek hierover
gehad met het bestuur van de Stichting Transvaalwijk
en met de leiding van het projectbureau. De heer
Bouma moet zich goed realiseren, dat de regeling voor
woningverbetering die wordt toegepast in de Trans
vaalwijk de landelijke regeling is die overal in den
lande geldt voor woningverbetering, niet alleen voor
Leeuwarden maar ook voor Sloten en Goejanverwelle-
sluis en noem maar op; ik noem maar wat plaatsen
op; die hebben op zich in dezen geen betekenis. (De
heer Bouma: Hiervoor koopt de Transvaalwijk niets.)
Nee, maar ik wijs er op, dat dit een van de regelingen
is die op de Transvaalwijk van toepassing is. Ik wijs
er ook op, dat die regeling voor de Transvaalwijk al
royaler is dan exact uit de regeling voortvloeit. Boven
dien wijs ik er op en dat is duidelijk dat het
eigen aandeel dat de bewoners van de Transvaal
wijk in hun woningen steken, ook een duurzame waar
devermeerdering betekent van die woningen. De Staats
secretaris heeft zich heel duidelijk uitgelaten in die zin,
dat hij zegt: Als er uit de overheidskas op deze wijze
zoveel middelen worden besteed, is het dan zo vreemd
om van de mensen te vragen, dat ze de betekenis van
die maatregel dan ook zo hoog schatten, dat ze zelf
bereid zijn een aanmerkelijk aandeel voor dit doel in
hun eigen bezit te steken? De heer Bouma moet hier
bij in aanmerking nemen, dat er tenslotte ook nog een
belangrijk bedrag aan verbetering van de woonomge
ving besteed zal moeten worden, een bedrag dat onge
veer 7 a 8 ton zal belopen en dat zo uit 's rijks kas
komt. Een ander punt is daarover hebben we ook
gesproken of het tegen de achtergrond van de
f 250,per woning voor de instandhoudingsgebieden
wel reëel is om vast te houden aan de f 150,per wo
ning voor de rehabilitatiegebieden. Ik heb het stich
tingsbestuur en de projectleiding uitgenodigd mij hard
aan te tonen in hoeverre de f 150,tekort zou schieten
en waarom f 250,wel gemotiveerd zou zijn. Want ik
neem niet aan, dat zonder enige harde motivering zelfs
deze Staatssecretaris bereid zal zijn om zo maar be
dragen te verhogen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 15 t.e.m. 17 (bijlagen nos. 272, 276 en 266).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 18 (bijlage no. 277).
De heer Van Haaren: Ik blijf bij wat ik naar vo
ren heb gebracht in de vergadering van 12 maart.
Naar mijn mening is de heer De Vries toch heel raar
gemanipuleerd en ik zie geen enkel redelijk belang dat
zich verzet tegen de openbaarmaking van dit schilderij.
De starre houding van oud-burgemeester Van der Meu-
len mag o.i. geen inbreuk maken op het recht van de
kunstenaar zijn schilderij, dat met gemeenschapsgeld
tot stand kwam, aan de gemeenschap te tonen. Ik zal
niet mijn argumenten herhalen, maar toch dringend
adviseren, dat de Gemeente maar geen verweer voert.
Laat de heer Van der Meulen zijn eigen boontjes maar
doppen en zichzelf belachelijk maken.
De Voorzitter: Ik heb geen behoefte weer op dit
punt in te gaan. Dat hebben wij enkele maanden ge
leden zeer uitvoerig gedaan. Ik moet U wel zeggen,
dat oud-burgemeester Van der Meulen zijn eigen boon
tjes niet zou kunnen doppen wanneer wij dit proces
niet zouden voeren. Dat is het simpele antwoord.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W. met aantekening, dat de heer Van Haa
ren wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd.
9
Punt 19 (bijlage no. 278).
Openbare Werken.
De heer Wiersma: Er is hier sprake van een aan
schaf van een huistelefooninstallatie en daar is een
bedrag mee gemoeid van f 116.000,Ik zou graag
een nadere specificatie van dat bedrag willen hebben.
Ik kan mij n.l. niet voorstellen, dat een huistelefoon
installatie een bedrag van een ton te boven zou gaan.
Er zullen dus waarschijnlijk bijkomende werkzaamhe
den zijn. Wij kunnen dat uit de stukken niet opmaken,
ook niet uit de stukken die ter inzage hebben gelegen.
Ik zou daar nog graag iets naders over horen.
De heer Tiekstra (weth.): Ik wil in antwoord op
de opmerking van de heer Wiersma wel aan de Raad
meedelen, dat er al eerder een offerte is gedaan voor
vervanging van de telefooncentrale van de Dienst
Stadsontwikkeling, toen die nog Dienst Openbare Wer
ken heette. Die offerte is toen gedaan omdat het voor
zienbaar was, dat deze telefooncentrale toch wel te
eniger tijd zou moeten worden verwijderd wegens over
belasting en vertoning van ouderdomsverschijnselen. Ik
kan de Raad wel zeggen, dat, als de Raad niet zou
besluiten tot deze aanschaf, de P.T.T. deze installatie
nog hoogstens een half jaar laat staan en dan weg
haalt.
De specificatie van de f 116.000,isf 97.500,voor
de centrale (een verdere specificatie van dat bedrag
heb ik uiteraard niet)daarbij komen nog kosten voor
kabellegging, timmerwerk enz. die het totale bedrag
op f 116.000,brengen. Kabellegging en timmerwerk
lijken mij onvermijdelijk en gelet op de tegenwoordige
lonen in de c.a.o.'s lijkt het mij niet onwaarschnlijk,
dat men totaal op f 116.000,komt. Ik geef toe, dat
het een vrij magere specificatie is, maar het is dan
toch nog een zekere specificatie.
De hear Jansma: Ik wol noch graech in oar faset
yn it midden bringe. It is sa, dat in bilangrike groep
minsken blyn is. It is in kategory persoanen dy't net
folie wurksumheden ütoefenje kinne. In funksje dy't
hja faek wol ütoefenje kinne, is dy fan telefoanist.
Myn fraech is: Kin dizze ynstallaesje miskien tsjinst
dwaen foar in bline? Der binne yn Frysldn fakentiden
noch wol in stik as hwat minsken dy't op sa'n funksje
sitte to wachtsjen. Ik kin net bioardielje hwat de fre-
kwinsje fan de wurksumheden is dy't hjir oan for-
boun binne. Mar mocht it sa wêze, dan soe ik hjir wol
foar pleitsje wolle. Ik wol der ek op wize, dat der
fünsen binne dy't yn de mear-kosten foarsjen kinne.
De Foarsitter: Dit stiet efkes los fan dit foarstel,
mar wy kinne der wol ris oandacht oan bisteegje.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 19a (bijlage no. 285).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 20 (bijlage no. 281).
Voordracht:
de heer A. D. van der Berg te Leeuwarden.
Benoemd wordt de voorgedragene met alg. stemmen.
Punt 20a (bijlage no. 283).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 20b (bijlage no. 282).
Voordracht:
de heer A. J. H. Hermans te Stiens.
De heer Velienga: Een korte opmerking van onze
kant. Wij hebben de stukken vrij laat gekregen. Ove
rigens was U zo attent geweest om de zaak met een
aantal fractievoorzitters door te spreken. Wij hebben
begrip voor de situatie die hier is ontstaan. Het is
alleen om die reden, wetend van de moeilijkheden op
dit gebied, dat wij a. akkoord gaan met de voordracht
waarop slechts één naam voorkomt en b. met de man
die daarop genoemd wordt.
De Voorzitter: Ik wil graag herhalen wat ik ook
tegen de fractievoorzitters heb gezegd. Ook het Col
lege ziet dit per se als een uitzonderingsgeval om de
motivering die de heer Velienga zo juist heeft ge
noemd en die ik niet behoef te herhalen.
Benoemd wordt de voorgedragene met alg. stemmen.
De heren N. Sterk en F. van der Wal vormden met
de Voorzitter het stembureau.
De Voorzitter sluit, om 21.00 uur, de vergadering.