I
4
57^
mocht blijken dat dit voor de Gemeente een aanmer
kelijke verschuiving van de lasten betekent, dan zou
ik nader op dit punt in willen gaan. (De Voorzitter:
U zou het even kunnen laten afhangen van het ant
woord van de Wethouder.) Wij hebben de cijfers nu nog
niet.
De heer Heetla (weth.)Mevr. Visscher heeft ge
vraagd hoe het staat met de schaalvergroting. Ik heo
hier in de Bejaardenraad en in het Gesprekscentrum
ook al eens over gesproken. Men was ook van mening
dat het lang geduurd had voordat het Gemeentebestuur
een antwoord had gegeven. Het had inderdaad i.v.m.
de vakanties wat lang geduurd. Br is een gesprek ge
weest met deze groep. Die groep omvat dat kan ik
de heer Wiersma wel vast zeggen de vier instellin
gen voor maatschappelijk werk: de katholieke, de her
vormde en de gereformeerde instelling en Humanitas.
Dit gesprek is toen goed afgelopen. Maar op 12 no
vember is er weer een brief binnengekomen waarin
stond dat de brief die destijds ingestuurd was, is in
getrokken; er is een totaal nieuwe opzet gekomen,
volgens mijn informaties is er een afschrift van die
briei gezonden aan alle fractievoorzitters.
De heer Van Haaren is even ingegaan op het feit
dat op verschillende plaatsen in het land het maat
schappelijk werk wordt overgelaten aan particuliere in
stellingen naar zijn mening is dat onjuist. Volgens
informatie van de V.N.G. en dat heeft mij getypeerd
speelt dat in Noord Brabant. Als je nu ziet dat in
Brabant de katholieke instellingen voor maatschappe
lijk werk veel en veel groter zijn dan hier dan geeft
je dat te denken.
Ik kan nu al wel zeggen dat het overhevelen van
werknemers van de Sociale Dienst naar een nieuwe
stichting ontzettend moeilijk zal zijn. In de eerste plaats
wordt hun rechtspositie heel anders; detacheren mag
niet en uitlenen mag ook niet. De mensen zullen dus
vrijwillig moeten solliciteren bij de nieuwe instelling.
Op het ogenblik is nog in studie wat wij zullen
doen. Het College staat positief tegenover samenwer
king. We hopen, dat die goed zal lopen. Het zal wel
wat geld kosten; mijn visie is dat het niet direct goed
koper zal worden. Maar als door de samenwerking het
werk beter zal gaan dan is het geld niet weg. Als het
een verbetering inhoudt dan sta ik er ook helemaal
achter. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat er een
personeelsstop komt bij de afdeling individueel maat
schappelijk werk van de Sociale Dienst. Maar daar
moeten we erg voorzichtig mee zijn; dat heb ik de
heer Spoelstra ook al eens gezegd. Als je direct zou
beginnen een deel van de Sociale Dienst over te heve
len naar de nieuwe stichting dan zouden we in het
begin wel eens heel wat mensen tekort kunnen doen.
We zullen het heel langzaam aan moeten doen en we
zullen het goed moeten begeleiden. We moeten eens
zien hoe zich dit ontwikkelt.
Ik heb al gezegd dat wij opnieuw een brief hebben
ontvangen; gister is er een totaal-opzet van de ex
ploitatie binnengekomen. Over de vorm moeten we
ons nog beraden, ook met de Sociale Dienst; deze zaak
moet nog in B. en W. worden besproken. Als het Col
lege een positieve beslissing neemt dan komen wij er
i.v.m. een aanvullend subsidie voor 1974 op terug. (De
Voorzitter: Dit kan nooit buiten de Raad om. Wij
komen hier op terug.)
De heer Bouma: Nog even iets over de rechts
positie. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat de Wet
houder daar zo zwaar aan tilt. Wij hebben precies het
zelfde gehad t.a.v. Frigas; daarbij speelde de rechts
positie net zo goed een rol. Als twee ziekenhuizen el
kaar in de toekomst zouden vinden dan speelt de
rechtspositie van het personeel ook weer een rol.
De heer Heetla (weth.)Een collega van mij uit
Assen heeft mij verteld dat zij geprobeerd hebben twee
mensen te detacheren. Maar dat ontmoette bezwaren
bij het Ministerie; daar vond men dat deze mensen
ontslag moesten nemen bij de Gemeente en in dienst
moesten treden bij de betreffende instelling. Dat zal
je aan de mensen zelf over moeten laten; we moeten
de zaak met de mensen bespreken. Ik zeg niet dat het
niet kan, maar wel dat het erg moeilijk zal zijn.
De Voorzitter: We kunnen dit niet zonder meer
met Frigas vergelijken. T.a.v. Frigas kon een regeling
worden getroffen dat is wel bij meer instellingen
gebeurd dat men de status die men had, kon hou
den. Weth. Heetla doelt er op dat, als er mensen over
zouden gaan naar een organisatie waarbij zij de status
van ambtenaar niet kunnen houden, dat bij de betrok
ken mensen op grote bezwaren zou stuiten. Als men
bij het overgaan naar een andere instantie de status
van ambtenaar kan houden, dan heeft men meestal niet
zoveel bezwaren.
De heer Spoelstra: Ik heb nog gevraagd naar dat
overzicht. (De Voorzitter: Dat is ook zo. Aan wie
hebt U een overzicht gevraagd?) Ik heb er bij de
Sociale Dienst om gevraagd. Ik wil graag weten of
wij dat overzicht nog voor de begrotingszitting kun
nen krijgen. (De heer Heetla,! (weth.): Wat voor
overzicht wilt U precies hebben?) Ben soort simulatie
overzicht; een overzicht van de situatie in het geval
dat wij meedoen aan de gezamenlijke regeling op het
gebied van het maatschappelijk werk. Ik zou graag
willen dat in dat overzicht het financiële voor- of na
deel voor de Gemeente wordt aangegeven. Ik dacht
dat het een aanmerkelijk financieel voordeel voor de
Gemeente zou opleveren.
De heer Heetla (weth.): Als het tot een samen
werking zou komen dan zouden de 7 mensen van de
betreffende afdeling van de Sociale Dienst moeten wor
den overgeheveld naar de nieuwe instelling, ik heb
net al gezegd dat dat in eerste instantie nogal wat
moeilijkheden met zich mee zal brengen. Maar U mag
natuurlijk best weten wat die 7 mensen ons kosten.
Die opgave kunnen we U wel verstrekken; daar is
geen enkel bezwaar tegen.
De Voorzitter: Het is mij niet duidelijk welke op
gave U, mijnheer Spoelstra, precies hebt gevraagd en
ook niet aan wie U het hebt gevraagd en in welk ver
band. Hebt U er in een commissie om gevraagd of als
individueel raadslid?
De heer Spoelstra: Ik heb in de Commissie van de
Sociale Dienst gevraagd om een overzicht van de fi
nanciële gevolgen voor de Gemeente, als wij mee zou
den doen aan een gemeenschappelijke regeling voor
maatschappelijk werk.
De Voorzitter: Daar zullen wij niet zonder meer
een antwoord op kunnen geven. Wij zullen dan eerst
precies moeten weten wat die regeling inhoudt en wat
de consequenties daarvan zijn voor de Gemeente en
voor de andere organisaties. Pas dan zullen we finan
cieel balans op kunnen maken en zien wat het voor
deel of het nadeel is. Welke stap wij ook zetten, wij
komen hiermee in de Raad. Wij kunnen nergens toe
besluiten zonder de Raad er in te kennen. Wij zullen
een krediet nodig hebben. Ik dacht, dat wij dit punt
wel aan zouden kunnen houden tot we er mee in de
Raad komen. U mag het natuurlijk claimen, maar we
kunnen er ook bij de begrotingszitting geen stap ver
der mee komen, want de zaak is nog in studie. Zodra
het plan is uitgewerkt, komt het in de Raad aan de
orde. (De heer Spoelstra: lk wil het toch wel clai
men.) Dat is Uw goed recht.
De heer Heetla (weth.): Wij zijn wel bereid de ge
gevens die de heer Spoelstra vraagt bij de aanvullende
subsidienota te voegen. Die gegevens zal de Raad dan
ook moeten weten. Als de vier instellingen bij elkaar
gevoegd worden, zal het subsidiepercentage worden
verhoogd en ook het overkoepelend orgaan zal worden
gesubsidieerd. Ik kan U nu al wel zeggen dat het duur
der en niet goedkoper zal worden. We zullen de Raad
moeten vragen een krediet te geven.
De heer Bouma: Ik zou dit punt ook nog om een
andere reden willen claimen voor de begrotingszitting;
ik wil dit punt graag nog eens doorspreken.
De Voorzitter: Wij hebben het genoteerd.
Volgno. 574.
Mevr. Dijkstra-Bethlehem: In het antwoord op
vraag 1 zegt U dat U de bouw van een bejaarden
tehuis in het Westeinde alleszins verantwoord acht.
Toch lijkt het mij toe dat, ondanks de voorzorgsmaat
regelen tegen geluidshinder die U in het antwoord
noemt, het voor een ieder, maar in het bijzonder voor
ouderen, funest is. De klachten over de geluidshinder
worden niet minder; ze nemen toe. Dat heeft tot ge
volg dat de bewoners naar andere delen van de stad
verhuizen. Is het nu wel verantwoord om daar bejaar
dentehuizen te bouwen met de mogelijkheid dat er leeg
stand ontstaat?
Mevr. Visscher-Bouwer: Even iets over vraag 2; U
verwijst in Uw antwoord naar een antwoord onder
afdeling III. Ik heb dat antwoord gelezen. Ik weet dat
er gewerkt wordt aan een oplossing voor de noodtoe
stand op het gebied van de zorg voor psychisch ge
stoorde bejaarden; ik wil daar verder niet op ingaan.
Ik wil wel weten hoe lang de procedure zal zijn als
er zich een instantie meldt die geld beschikbaar heeft
en een tehuis voor psychisch gestoorde bejaarden wil
bouwen. Ik bedoel dus een instantie die zelf over fi
nanciële middelen beschikt, dit even ter vergelijking
met de situatie dat wij zelf een tehuis gaan bouwen.
Hoe zou U op zo'n aanmelding reageren?
Op vraag 3 hebt U geantwoord dat de cijfers om
trent de psychisch gestoorde bejaarden in Leeuwarden
moeilijk zijn te geven, aangezien de plaatsingen door
de S.G.D. de hele provincie omvatten. Hierover is in
de Bejaardenraad diverse malen gesproken. Ik begrijp
niet waarom dit zo moeilijk is. Deze mensen zijn door
de C.C.O.B. verwezen naar de S.G.D. en worden ergens
geplaatst. Dat staat ergens zwart op wit. Het lijkt mij
eenvoudig om, wanneer men dit in Leeuwarden graag
wil weten, door te geven waar die mensen gebleven
zijn. Ik dacht ook dat wij verantwoordelijk waren voor
deze Leeuwarder bejaarden. Wij zijn niet alleen ver
antwoordelijk voor de bejaarden die naar gewone ver
zorgingstehuizen en verpleeghuizen gaan, maar ook
voor deze groep. Het interesseert ons gewoon waar ze
blijven, in welk tehuis in of buiten Leeuwarden ze ge
plaatst worden. Ik dacht dat het tot onze verantwoor
delijkheid behoorde om dat te weten. Anders kunnen
wij ook helemaal niet beoordelen of het wel of niet naar
onze zin gaat. Wij hebben dit punt meerdere malen in
de Bejaardenraad besproken; wij weten helemaal niet
hoeveel psychisch gestoorde bejaarden er op die lijst
staan omdat wij niet weten hoe ze beoordeeld worden.
Ze worden beoordeeld door de S.G.D. maar wij weten
niet hoe.
De hear Klomp: Ik leau dat myn opmerking it
béste past by fraech 4. Ik kin in gefal fan in man op
jierren dy't eins al lang yn in tehüs opnommen wurde
moatten hie. Syn frou is gewoan bang dat hy har ris
hwat dwaen sil. Messen en foarken moatte foar him
opburgen wurde. En nou wurdt der sein ik wol
graeeh witte oft dat wier is dat sa'n man earst yn
oanmerking komt foar opname as der in üngelok bard
is.
Mevr. Visser-van den Bos: Ik zou mij bijna letter
lijk kunnen aansluiten bij de vragen van mevr. Visscher-
Bouwer over het antwoord op vraag 3. Het laatste deel
van dat antwoord bevreemdt mij ten zeerste. Ik meen
dat wij ook aansprakelijk en verantwoordelijk zijn voor
de psychisch gestoorde bejaarden uit Leeuwarden. Ik
vind het een heel ongelukkige geschiedenis om dit af
te doen met te zeggen dat de S.G.D. zich met de plaat
sing van deze mensen in de hele provincie bezig
houdt. Dat zal wel het geval zijn, maar ik ben er van
overtuigd dat men heel goed weet hoeveel Leeuwarder
psychisch gestoorde bejaarden elders in de provincie
geplaatst worden en hoeveel er nog geplaatst moeten
worden. Ik verzoek U dan ook vriendelijk om alsnog
een opgave te verstrekken van de Leeuwarder psy
chisch gestoorde bejaarden die buiten Leeuwarden ge
plaatst zijn met opgave van aantallen en tehuizen waar
zij geplaatst zijn. Ik zou zo'n opgave bijzonder op prijs
stellen.
De heer Van Haaren: Ik wil mij graag bij deze
vraag aansluiten wat vraag 3 betreft. Ik zal daar niets
meer over zeggen.
Wat vraag 1 betreft, sluit ik me in grote lijnen aan
bij hetgeen mevr. Dijkstra heeft gezegd. In het ant
woord staat, dat de initiatiefnemers menen door aller
hande bouwkundige voorzieningen de geluidshinder te
kunnen beperken. Mijn fractie verschilt daarover van
mening met de initiatiefnemers, gezien het feit dat dit
bejaardentehuis zo ontzettend dicht bij de vliegbasis
ligt. Het heeft echter bijzonder weinig zin om hierover
te gaan discussiëren. (De Voorzitter: Het is niet een
zaak van de Gemeente.) Ik ben er van overtuigd dat
de klachten van deze mensen vanzelf wel op ons af
zullen komen. Dat zal dan een reden te meer zijn om
echt iets te doen aan deze geluidshinder. Het gaat niet
alleen om de betreffende bejaarden maar het gaat om
alle bewoners van de wijk Westeinde. (De Voorzitter:
De kwestie van de geluidshinder is al afgewerkt in
een andere afdeling.)
De heer Heetla (weth.): Mevr. Visscher heeft ge
vraagd wat B. en W. zullen doen als er zich een in
stantie meldt die een tehuis voor bejaarden wil bou
wen. Toen destijds de aanvragen van Erasmushiem en
het N.V.V. (de instantie die ook Greunshiem heeft ge
bouwd) binnenkwamen, bestond de Bejaardenraad nog
niet. Die instanties zijn nog bezig. Als er weer een aan
vraag komt, zal B. en W. de Bejaardenraad om advies
vragen; misschien worden er nog andere instanties,
b.v. op het gebied van de volkshuisvesting, bij betrok
ken. Provinciaal wordt trouwens ook terdege bekeken
of er nog wel behoefte is aan verpleeghuizen. Dat
schijnt op dit moment niet het geval te zijn. Er schijnt
sprake te zijn van een teveel aan bedden, niet in de
verzorgende sector maar in de sector van de verpleeg-
gevallen. Wij zitten echter met een tekort aan bedden
voor psychisch gestoorde bejaarden; dat ben ik met de
vragenstelsters eens. Er zijn op het ogenblik onder
handelingen gaande met Nieuw Toutenburg, met Tri-
otel en met de Inspecteur voor de Volksgezondheid
eigenlijk met iedereen die hiermee iets te maken heeft
hoe wij hiermee aan moeten. Wij zitten in ons te
huis in de Haniasteeg met een aantal psychisch ge
stoorde bejaarden. Ik wil mij er niet af maken, maar
de verpleging van deze gestoorde bejaarden behoort
niet tot mijn competentie; dit is Volksgezondheid en
dat hoort bij de afdeling van weth. Ten Brug. Ik wil
het verzoek om cijfers met alle plezier aan hem over
brengen. De cijfers moeten komen van de heer Seepma
die zich met de opname in Triotel en de psychisch
gestoorde bejaarden bezig houdt. Het is een feit dat
er een tekort is aan bedden voor psychisch gestoorde
bejaarden. Maar wij zijn druk bezig met te onderzoe
ken wat hieraan gedaan kan worden. Het College is
hier ook nog niet uit. Ik kan er moeilijk meer over
zeggen. Misschien kan de Voorzitter er straks nog iets
over zeggen.
Het geval dat de heer Klomp noemde is zeer triest;
zulke gevallen komen zo nu en dan voor. Ik raad hem
aan het eens met de opnamecommissie te bespreken, in
deze met dokter Terpstra. Het kan zijn dat het hier
een geval van krankzinnigheid betreft en dan is de
situatie inderdaad griezelig want dan moet er eerst
iets ernstigs gebeuren voor de man in een krankzin
nigeninrichting kan worden opgenomen. (De hear
Klomp: Der wurdt yndied sein dat der earst hwat
slims barre moat foar't de man opnommen wurde kin.)
De Voorzitter: Dit is natuurlijk niet de algemene
stelling. De mensen worden echt niet pas geholpen als
er ongelukken gebeurd zijn. Weth. Heetla raakt even
een heel ander probleem aan. Je kunt niet iemand zo
maar laten overbrengen naar een krankzinnigeninrich
ting. Dan moet er inderdaad een ernstige situatie zijn.
Bij een gedwongen opname in een dergelijke inrichting
is de grens soms moeilijk vast te stellen. Maar dat
speelt niet bij de categorie bejaarden waar we nu over
spreken. Daarvoor geldt dat criterium stellig niet.
De heer Heetla (weth.)Dan kom ik nu bij de
vraag over de geluidshinder in het Westeinde. U, mijn
heer de Voorzitter, bent zelf bij de bespreking geweest
met enkele mensen van de betreffende stichting, o.a.