2 De Voorzitter: Dames en heren, ik heet U van harte welkom op deze vergadering van de Raad. Ik stel voor, dat wij met onze werkzaamheden beginnen. Ik wil U allereerst nog even meedelen, dat de heer Knol vrijdag j.l. uit het ziekenhuis is ontslagen. Hij gaat goed vooruit, maar hij zal stellig nog een tijdje rust moeten houden voordat hij zijn taak weer kan aan vangen. Ik meende er goed aan te doen Uw Raad hier mee in kennis te stellen. Zijn er nog berichten van verhindering binnengeko men De heer P. P. de Jong (secr.). De heer Hemstra heeft meegedeeld, dat hij deze vergadering niet kan bijwonen. Punt 1. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Punt 2. Rondgezonden mededelingen. Sub A t.e.m. C. De berichten worden voor kennisgeving aangenomen. Sub D. De rapporten worden voor kennisgeving aangenomen. Sub E. De verzoeken worden in handen van B. en W. gesteld om preadvies. Sub F. De heer Van Haaren: De scholen vragen beperking van de geluidshinder; zij hebben de indruk, dat de lawaai-overlast sinds de zomervakantie is toegenomen en dat het steeds moeilijker wordt om verantwoord les te geven. Dan doen ze een heel concreet verzoek, n.l. dit: Wilt U bevorderen, dat tijdens de schooltijden niet meer wordt gevlogen? U gaat op dat concrete ver zoek helemaal niet in. U stelt voor het stuk in te bren gen in het overleg met betrekking tot de lawaai-over last. Nogmaals, als wij zo'n brief zien en weer zo'n antwoord zien, dan hebben wij opnieuw het gevoel, dat U de ernst van de situatie die is ontstaan, de hinder en de last die veroorzaakt wordt, toch onvoldoende ziet en dat dit soort antwoorden volkomen vrijblijvend zijn. Dit zijn verhaaltjes die je kunt vertellen bij de ontvangst van Sinterklaas. Maar ik vind, dat wij allen hier een stuk verantwoordelijkheid hebben omdat hier veel meer gebeurt dan het veroorzaken van wat hin der. Volgens mij wordt de geestelijke volksgezondheid van een aantal mensen aangetast; het is niet eens mogelijk om behoorlijk en volgens normale normen op een verantwoorde manier les te geven. Dat vind ik een zeer ernstige zaak, want kinderen lesgeven, kinderen opvoeden, kinderen iets laten leren is voor mij zo be langrijk, dat we m.i. niet kunnen volstaan met te zeg gen, dat we dat maar inbrengen in het overleg. Dat vind ik een onvoldoende en een zeer onbevredigend antwoord. (De heer De Vries: Geef eens een oplossing.) De Voorzitter: Wij vinden, dat wij hiermee het beste kunnen handelen als door ons is voorgesteld. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. Sub G. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub H. De heer De Vries: Het is ongeveer een jaar geleden, dat we in deze Raad afscheid hebben moeten nemen van onze sociaal raadsman en bij de kanttekeningen die we daar toen bij hebben geplaatst, hebben we o.m. gezegd, dat we ergens het gevoel hadden, dat een der gelijk instituut vanuit de Gemeente geregeld en geleid wel eens minder goed zou kunnen zijn gevallen bij de bevolking en dat dat misschien de oorzaak zou zijn waarom de belangstelling voor de sociaal raadsman zo gering is geweest. Wij hebben daarover toen onze spijt betuigd en wij hebben ook nog gevraagd of er misschien in de toekomst nog eens een regeling was te creëren waarbij niet vanuit de Gemeente maar via andere wegen een oplossing zou zijn te vinden; wij hebben toen gezegd: aan het experiment zoals het op dit moment veloopt, hebben wij geen verdere behoefte. Maar wat is er nu gebeurd in de loop van dit jaar? Er is een aantal jonge mensen gekomen die met elkaar het initiatief hebben genomen tot de stichting van een Rechtswinkel Friesland. En plotseling zien we, dat er wel degelijk in brede lagen van onze samenleving niet alleen belangstelling voor maar ook behoefte aan voor lichting en hulp is vanuit die Stichting Rechtswinkel Friesland. Ze zijn begin april met hun werkzaaamhe- den begonnen en ik heb mij laten vertellen door een insider, dat zich daar inmiddels al meer dan 400 cliën ten hebben gemeld. Nu is het niet zo, dat deze Rechts winkel zelf juridische hulp geeft; er wordt alleen hulp geboden in de vorm van adviezen en verwijzingen. Men vraagt van iedere cliënt een rijksdaalder per consult. De cliënten worden verwezen naar alle mogelijke instanties, naar het consultatiebureau, deurwaarders en naar alle andere juridische hulpverleners die onze samenleving kent. Nu zit men bij de Rechtswinkel met het kosten- probleem. Hun werkkracht brengen ze gratis in; ze doen het werk uit een stuk ideële bewogenheid. Ik ge loof, dat de samenleving dit hoog zou moeten taxeren. Ze zitten uiteraard met kosten. Daarom doen ze voor een start-subsidie een beroep op de overheid. Nu hebt U geconstateerd, dat, hoe sympathiek deze zaak op zichzelf ook mag zijn, de gemeente Leeuwarden de financiële middelen ontbreken om dit start-subsidie te verlenen. U hebt als B. en W. daarvan mededeling ge daan aan de Stichting Rechtswinkel Friesland. Op zich zelf kunnen we ons de moeilijke financiële positie vol ledig indenken, maar wij hebben toch het gevoel, dat, als B. en W. willen en als de Raad wil, er toch wel een gaatje is te vinden. Wij zouden n.l. eerst willen vast stellen, dat deze Rechtswinkel op een manier functio neert waarvoor we alleen maar waardering kunnen hebben; in de tweede plaats vinden wij, dat een start subsidie van f 1.000,-van de Gemeente toch maar een betrekkelijk bescheiden vorm van hulpverlening is. Wij zouden U vanuit onze fractie de volgende suggestie willen doen. Zou U dit verzoek niet alsnog willen in willigen en de kosten willen putten uit het Fonds voor diverse bijzondere activiteiten? De stand van zaken met betrekking tot dit fonds ligt op het ogenblik juist ter inzage bij de begrotingsstukken en wij hebben ge zien, dat er per 1 augustus nog bijna f 16.000,be schikbaar was. Wij dachten, dat een dotatie van f 1.000,uit dit fonds toch alleszins een haalbare zaak moet zijn. Als we n.l. zien welke andere evenementen en activiteiten het College heeft gesteund uit dit fonds, dan dachten wij, dat deze Stichting Rechtswinkel Fries land daar toch ook wel op zijn minst aanspraak op zou kunnen hebben. De heer Van Haaren: Ik ben blij, dat niet alleen onze fractie met erg veel sympathie, belangstelling en een stuk enthousiasme achter deze Rechtswinkel staat. Ik wil mij ook bijzonder graag aansluiten bij de woorden van de heer De Vries. Ik geloof ook, dat het instituut van de sociaal raadsman niet is geslaagd omdat het verkeerd is opgezet. Dat ging gewoon niet. En hier ligt geen drempel, hier komen de mensen wel naar binnen. Ik ben er zelf op een donderdag geweest en heb de hele avond meegemaakt hoe het er toe ging. Wij zien binnen de Reclassering ook verwijzingen naar de Reclassering en omgekeerd verwijzen wij ook men sen voor allerlei civiele dingen waar wij geen verstand van hebben naar de Rechtswinkel. Die Rechtswinkel voorziet zonder meer in een heel duidelijke behoefte. De heer De Vries heeft een aantal van 400 genoemd, ik weet dat niet; in de brief staat in ieder geval, dat ze elf donderdagen zitting hebben gehouden en dat er 270 mensen zijn gekomen. Release heeft week in week uit hier zitting gehouden en er kwam om welke reden dan ook geen hond; daar was blijkbaar geen behoefte aan. Maar hier komen de mensen naar toe; hier staan ze inderdaad in de rij, hier krijgen ze ad viezen die volgens mij ook zeer verantwoord zijn. De jongelui die dit werk doen, doen het op een erg leuke en heel enthousiaste en, voor zover ik het kan beoor delen, bijzonder deskundige en verantwoorde manier. Ook landelijk zien we dat overal dit soort initiatieven vanuit de Jonge Balie, vanuit andere groeperingen van jonge juristen door het Departement van Justitie wor den gesteund. En wat vragen ze nu? Ze vragen of de gemeente Leeuwarden precies hetzelfde wil doen als de Provincie ook al gedaan heeft. De Provincie heeft al een subside van f 1.000,toegezegd. Wij hebben hier in Leeuwarden inderdaad te maken met een cliëntele van die Rechtswinkel die hoofdzakelijk bestaat uit bur gers van onze Gemeente die daar naar toe komen om dat ze gewoon niet weten waar zij zich moeten ver voegen. De jongelui die de Rechtswinkel bemannen, stellen hun tijd gratis ter beschikking; zij investeren een heleboel energie. Zij doen het bepaald niet om het gewin. En dan vind ik, dat zo'n klein bedrag van f 1.000,als start-subsidie moet worden verleend; ik vind, dat wij als Gemeente gewoon de plicht hebben om dit soort initiatieven te ondersteunen in het belang van onze burgers. Ik had hiervoor een motie gemaakt. Ik weet niet of U het voorstel van de heer De Vries over wilt nemen. Als dat zo is, dan kan de motie rustig blijven liggen. Ik zal hem toch even voorlezen. De mo tie die mede-ondertekend is door de heer Singelsma, luidt: „De Raad der gemeente Leeuwarden, op 19 novem ber 1973 in vergadering bijeen, besluit alsnog de Stich ting Rechtswinkel Friesland het gevraagde subsidie van f 1.000,te verlenen." Ik hoop, dat deze motie helemaal niet nodig is en dat U ingaat op de suggestie van de heer De Vries en zijn voorstel overneemt. De hear Jansma: Ik leau, dat wy it joun wol aer- dich mei inoar iens wêze kinne. (De hear Ten Brug (weth.): Wy bigjinne noch mar krekt.) Mai as it bigjin goed is, dan is de rest faek ek goed. Wy moatte mar ris öfwachtsje. Wy steane ek sympathyk tsjinoer it stribjen fan de Stichting Rechtswinkel Friesland. Der binne forskate minsken dy't ek wol op oare plakken torjochte kinne; ik tink oan minsken dy't oansluten binne by in fak- organisaesje ensfh. Mar der bliuwt dochs in kategory oer dy't dêr net torjochte kin. Ik tink oan studearjen- den, oan A.O.W.-ers, oan widdouwen, oan lytse sels- stannigen en sa. Foaral dit soarte minsken soene hjir hiel maklik torjochte kinne. De Provinsje hat al f 1.000,jown en wy soene dizze kant eins ek wol üt wolle. As it in bytsje kin dan soene wy ek dat bidrach jaen wolle. Wy moatte fansels öfwachtsje oft Dep. Steaten it goedkarre sille hwant wy binne art. 12- gemeente. Wy tochten eins wol, dat wy der hwat foar- waerden oan forbine moasten, ntl. dat wy graech wolle, dat, as hja hwat langer draeid hawwe, hja mei in opjefte komme fan de populaesje dy't der west hat: leeftiid, manlju of froulju, de biroppen dy't hja üt- oefenje ensfh.; wy soene dêr graech hwat gegevens oer hawwe wolle. Wy soene ek graech witte wolle mei hwat soarte fragen men kommen is en hokker ad- vizen der jown binne. Dan hawwe wy nei dy tiid in lyts bytsje sicht op hwat der allcgearre bard is en kinne wy foar de takomst üs bilied ek better bipale. De heer B. P. van der Veen: Het heeft weinig zin om aan dergelijke kleine bedragen hier veel tijd te ver knoeien. De Provincie heeft niet gesubsidieerd; er is een subsidie gegeven door G.S.; daar staat de Provincie als zodanig verder buiten. Het instituut Rechtswinkel is geen winkel en er wordt ook geen recht verkocht. Er wordt alleen ver wezen naar andere instanties. De kwaliteit van wat er gepresteerd wordt, kan niet geacht worden voldoen de te zijn; die wordt alleen geleverd door lieden die in de normale wereld niet geacht worden eigenhandig adviezen te kunnen geven op dit gebied. Daarom vind ik het een griezelig instituut. Het is overal in den lan de geprobeerd. Het gebeurt door een aantal enthou siastelingen die eigenlijk menen, dat resultaten van hun studie anders verloren zouden zijn geweest, gehuwde dames die niet meer in de praktijk terecht komen en die er ook nog wat aan willen doen. Het houdt overal op omdat, zodra de reclame en de nieuwigheid er wat 3 af is, het net zo hard in elkaar zakt als de sociaal raadsman, die we hier gehad hebben. De heer De Vries is meer deskundig, begrijp ik wel; dat heb ik trouwens ook van de anderen begrepen. (De heer De Vries: Ik ben geen belanghebbende.) Ik ook niet. (De heer Van Haaren: Waar is het in el kaar gezakt?) Overal is het in elkaar gezakt. (De heer Van Haaren: O ja?) Ja, behalve in universi teitssteden waar dit nog onder de steun en de vleugels van de universiteit als proefobject voor studenten een of andere functie heeft. Ik vind het dus eenvoudig onbegrijpelijk, dat, waar iedereen gratis zijn enthou siasme inbrengt, daar nog steun voor nodig zou zijn. Ik zie dat niet. De Voorzitter: Ik had, voor de heer Van der Veen het woord voerde, al willen concluderen, dat er ken nelijk een grote mate van overeenstemming in de Raad bestond over de benadering van dit probleem. In ieder geval is de Raad niet unaniem. Maar als ik de spre kers goed beluisterd heb, meen ik te mogen zeggen, dat er tussen een zeer grote meerderheid van de Raad en het College van B. en W. stellig wel overeenstem ming bestaat over de mening, dat de heer De Vries sprak die mening uit deze Rechtswinkel functioneert op een wijze waarvoor wij alle waardering moeten heb ben. Ik wil graag beginnen mij daarbij aan te sluiten; dat is ook wel het standpunt van het College. De grote meerderheid van de Raad zal zeggen: Waarom trekt U daar dan niet de consequentie uit en geeft U niet vlot die f 1.000,Wij hebben daarvoor maar één ar gument dat staat ook in het stuk. En dat argument is onze financiële positie. Elke nieuwe uitgave die wij doen, zullen wij gemotiveerd moeten voorleggen aan het Provinciaal Bestuur en aan de Minister van Bin nenlandse Zaken. Men heeft ons duidelijk aangegeven, dat wij moeten beginnen met eerst kritisch te bekijken of wij in het belang van onze Gemeente een dergelijke nieuwe uitgave al dan niet willen voorstellen. En men heeft toch echt ook wel duidelijk gesteld, dat wij zelf ruimte zullen moeten scheppen voor alle nieuwe voor stellen, een ruimte die er in feite op het ogenblik niet is. Wij hebben gemeend te moeten concluderen, dat de Rechtswinkel ik handhaaf volledig de benadering van zoëven ook stellig zal functioneren zonder sub sidie van de Gemeente. Dat is dan de enige reden; gelet op de precaire financiële positie van de Gemeente enerzijds en gelet op het feit, dat de Rechtswinkel ook stellig voorlopig zal functioneren zonder dit subsidie anderzijds, hebben wij gemeend, dat wij een afwijzend standpunt moesten innemen. Nu men zich tot de Raad heeft gewend, menen wij U dit advies te moeten geven. Zowel de heer Van Haaren als de heer De Vries heeft in zijn benadering het woord „start-subsidie" laten val len. Zo is het niet bij ons voorgesteld. Als het inderdaad om een start-subsidie zou gaan, zouden we met elkaar kunnen overwegen dan is het een incidentele uit gave of er geen ruimte is in de post voor bijzondere activiteiten, die de heer De Vries noemde; dat fonds is ook bedoeld voor incidentele uitgaven voor dingen die wij allen van belang achten. Maar dan moet het ook werkelijk een start-subsidie zijn en mag het niet het karakter hebben van een subsidie dat elk jaar te rugkeert. Want daar is dat fonds niet voor bedoeld. Dan zullen we het moeten opvoeren in de begroting. Dat is een punt dat eventueel in discussie zou kunnen komen; dat zouden wij dan in B. en W. opnieuw moe ten overleggen, want die discussie hebben wij niet ge had. Wij zouden dan moeten bezien of wij al of niet uit dat fonds maar dan éénmalig -als start-subsi die f 1.000,zouden kunnen geven. Als U dat op prijs zou stellen, dan zou ik graag vanavond willen beslui ten, dat wij deze kwestie nog eens in B. en W. bekij ken. Ik kan op dit moment niet namens B. en W. spreken, want wij hebben deze zaak niet besproken, maar dat zouden we best morgen kunnen doen. Wij kunnen U daar dan verslag van uitbrengen in de vol gende vergadering. De heer De Vries: Ik geloof, dat wij wel in kun nen stemmen met Uw suggestie. Misschien is het mo gelijk, dat van de kant van het bestuur van de Stich ting Rechtswinkel Friesland ook nog even nadrukke lijk wordt gestipuleerd, dat het ook van die zijde be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1973 | | pagina 7