k
f
I
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 17 december 1973
RAADSVERGADERING
van maandag 17 december 1973.
Aanwezig 32 leden de dames E. Brandenburg-
Sjoerdsma, J. Dijkstra-Bethlehem, G. Visscher-Bouwer
en M. M. Th. Visser-van den Bos en de heren S. Bouma,
G. Buising, G. F. Eijgelaar, T. H. van Haaren, O. Hei-
dinga, W. Hemstra, H. Jansma, J. F. Janssen, J. de
Jong, K. J. de Jong (weth.), A. Klomp (vanaf 14.10
uur), H. Meijerhof, W. Miedema, Ir. C. L .Rijpma, J.
Schaafsma (vanaf 15.15 uur), J. B. Singelsma, K.
Spoelstra (vanaf 14.45 uur), N. Sterk, J. Tiekstra
(weth.), Mr. B. P. van der Veen, P. van der Veen,
J. T. Vellenga, L. Visser, G. de Vries, F. van der Wal,
P. D. van der Wal, K. Weide (weth.) en J. Wiersma
(tot de theepauze); 1 vakature.
Afwezig: de heren J. ten Brug (weth.), J. Heetla
(weth.), J. Knol en W. S. P. P. de Leeuw.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
Voorts zijn aanwezig de heren Mr. W. J. G. Reumer,
loco-Secretaris, W. Braaksma, adj. Hoofd van de af
deling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organi
satie, M. F. Koopmans, Hoofd van de afdeling Sociale
Zaken en Welzijnsaangelegenheden, Mr. H. J. Winkel
man, Hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Za
ken, J. Wijngaarden, Hoofd van de afdeling Volkshuis
vesting en Openbare Werken, en C. IJsbrandij, Hoofd
van de afdeling Financiën en Belastingen.
Te behandelen punten:
1. Begrotingen van de gemeentelijke takken van
dienst en begroting van de algemene dienst der ge
meente voor het jaar 1974:
a. algemene beschouwingen;
b. punten genoemd in bijlage no. 379;
c. vaststellen van de begrotingen.
2. Verzoek om verlening van een aanvullende bij
drage uit het Gemeentefonds (bijlage no. 378).
3. Wijzigen van de Verordening op de heffing en
invordering van de straat- en rioolbelasting (bijlage
no. 376).
4. Heffen van opcenten op de hoofdsom der perso
nele belasting (bijlage no. 377).
5. Wijzigen van de Verordening op de heffing en
invordering van leges (bijlage no. 380).
6. Wijzigen van de gemeentebegroting voor het
dienstjaar 1974 (bijlage no. 375).
7. Investeringen van een aantal takken van dienst
voor het dienstjaar 1974 (bijlage no. 381).
8. Beschikbaar stellen van een krediet voor het in
richten van de administratie van de onroerend-goed-
belasting (bijlage no. 382).
De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom
op deze vergadering. Ik moet beginnen met U tot mijn
spijt mee te delen dat wij ook aan deze kant van de
tafel niet helemaal compleet zijn, nogal ongebruike
lijk voor een begrotingszitting, maar het is U stellig
allen bekend dat 2 Wethouders wegens ziekte verstek
moeten laten gaan en dat is de reden dat U enige
gaten aan deze kant van de tafel ziet.
Welke berichten van verhindering zijn er nog meer
binnen gekomen. Secretaris
De heer P. P. de Jong (secr.)De heer De Leeuw
18 vandaag verhinderd; de heren Schaafsma en Spoel
stra hebben te kennen gegeven iets later ter vergade-
r'ng te zullen verschijnen.
Punt la.
De heer Vellenga: Heeft het zin je dik te maken
over min of meer kleine gemeentelijke problemen, ter
wijl er sprake is van een energiecrisis, een olieboycot,
een verslechterende financieel-economische situatie en
ga zo maar door? Het is niet moeilijk een direct ver
band tussen die verschijnselen en het gemeentelijk be
leid aan te wijzen. Ook de gemeentelijke overheid moet
besparen op energiegebruik. De Minister van Binnen
landse Zaken heeft, meen ik, aanwijzingen gegeven aan
de gemeentebesturen, maar mogelijk is er daarnaast
ruimte voor eigen initiatieven. Voor de hand liggen
zaken als besparing op verlichting en verwarming in
alle soorten overheidsgebouwen, op de z.g. openbare
verlichting e.d. Iets verder af, geen onnodige luxe- of
feestverlichting, waar de gemeente indirect bij be
trokken is. Kan er nog omgeschakeld worden van olie
op aardgas bij b.v. scholen, blokverwarming huizen e.d.
of komt daar geen olie meer voor? Is er reeds nage
dacht over betere isolatiemogelijkheden in gebouwen
en huizen? Kortom is het College reeds in staat iets
over zijn beleid in dezen mede te delen? Plus de vraag
of de gemeente meteen al klaar is voor benzine-distri-
butiewerkzaamheden. Het laat zich denken dat ook de
werkgelegenheid in bepaalde sectoren in de knel kan
komen. Kunnen daarover voor onze gemeente reeds
aanwijzingen genoemd worden of lijkt er geen reden
tot zorg te zijn?
Er is een andere reden om, ondanks de genoemde
problemen, mijn beginvraag bevestigend te beantwoor
den. Als de mobiliteit afneemt, als de actie radius be
perkt wordt, als de marges smaller worden, krijgen we
meer oog en aandacht voor wat dichtbij is! Ook voor
de kleinere gemeenschappen. Los nog van de blijvende
verantwoordelijkheid zowel voor de grote als de kleine
gemeenschappen. Daarin ligt ook het aantrekkelijke
van de gemeentepolitiek. Een overzichtelijk terrein met,
als het goed is, een doorzichtig beleid. De burgers ken
nen hun raadsleden, de raadsleden kennen heel wat
burgers. Mensen en zaken zijn onder handbereik.
In deze zaal, op de tribune, via de uitvoerige pers
verslagen, in tal van vergaderingen en bijeenkomsten
in groter en kleiner verband, wordt de democratie be
leefd. Wel eens vermoeiend en saai, soms boeiend en
belangwekkend, maar toch is dat beleven van de de
mocratie een groot goed voor wie aan Praag, aan
Athene, aan Johannesburg en aan Chili denkt. Natuur
lijk blijven er onverschilligen en tragen, betweters en
negatieve kritikasters. Ze zullen er altijd wel blijven.
Maar belangrijker is dat er anderen blijven. Meeleven
de burgers die willen meepraten en meewerken. Ons
raderwerk van raden en commissies bewijst dat. Een
kleine commissie zou de efficiency en de samenhang
in die „radenrepubliek" eens moeten gaan bekijken.
Bij de start van een nieuwe Raad zou men n.a.v. het
resultaat van dat commissiewerk mogelijk beslissingen
kunnen nemen. Over dezelfde of een andere opzet, over
de coördinatie, de integratie, de wenselijkheid wel of
niet van een R.O.A., om slechts een greep in de jargon
doos te doen. Nu al, dachten wij, kunnen na de stelsel
matige en etappegewijze op- en uitbouw van o.a. het
werk der commissies, de deuren van alle commissie
kamers wel open. Die openbaarheid zien wij als sluit
stuk op een bepaalde ontwikkeling nu duidelijk zitten.
In verband met het optreden van een nieuwe Raad
in september 1974 begint over enige tijd de kandidaat
stelling in de partijen. In de Tweede Kamer is opnieuw
aangedrongen op het wegnemen van wettelijke c.q. for
mele en financiële belemmeringen voor het raadslid
maatschap. Ook de commissie Merx van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten bepleit dit. Soms in werk
tijd, vaker nog in z.g. vrije tijd besteden raadsleden
vele uren aan dit brok gemeenschapswerk. In gemeen
ten als Leeuwarden is het een nevenfunktie geworden.
Daar is de honorering niet op afgestemd. Het lijkt
waarschijnlijk dat van rijkswege verbeteringen worden
voorgesteld, mede met het oog op september 1974. De
raadsvergadering is slechts een top van de ijsberg van
het raadswerk. Toch is de belangstelling voor die ver
gaderingen verheugend. Eigenlijk zou je eens een en-