33 Die luidt: „en draagt het College op om, waar van gemeentewege afbraak wordt gepleegd, de braaklig gende terreinen op te schonen en toonbaar te maken ter voorkoming van nodeloze hinder voor de achter gebleven bewoners". Deze aanvulling komt dus gewoon achter de al in gediende motie. De heer Tiekstra (weth.)Mijn opstelling in eerste instantie, wat mijn beantwoording betreft, is volledig bepaald door de ervaringen die ik in de afgelopen jaren met deze problematiek heb opgedaan. Ik zeg dit met zoveel nadruk omdat ik graag wil voorkomen dat door uitspraken die in de Raad gedaan zijn de schijn gewekt wordt dat wij op dit terrein tot kapitale verbeteringen zouden kunnen komen. Waar op dit ogenblik een al gemeen gevoelen leeft in de Raad m.b.t. deze proble matiek, ben ik best bereid om, rekening houdende met de aanvulling op de motie, te proberen de motie zo goed mogelijk uit te voeren. De Voorzitter: De motie is dus door het College overgenomen. Dan is ook deze zaak afgehandeld. De heer Eijgelaar: Ik zou nog wel graag een ant woord hebben op mijn vraag over de boetebepaling. De heer Tiekstra (weth.)Er is enig misverstand ontstaan omdat de heer Van der Wal een boetebeding noemde dat niet bestaat. Ik zeg dit met nadruk. Hij heeft het oog op een aankoop die nog in de Raad moet komen. Omdat die aankoop zal geschieden op basis van vrij te aanvaarden, zal worden bepaald dat de eigenaar van het betreffende blok de verplichting heeft om vrij op te leveren, dus onverhuurd. Dat is het verhaal dat achter het woord „boetebeding" van de heer Van der Wal steekt. Het is ook duidelijk dat het zo moet, eenvoudig omdat, wanneer wij dit blok willen verwerven, bij vrij te aanvaarden door de eige naar een hogere prijs kan worden bedongen. Wanneer wij een lagere prijs bieden, kunnen wij het blok niet verwerven. Dat is het punt waar het om draait Maar ik zeg nog eens: Dit komt nog in de Raad, waarschijn lijk in de volgende raadsvergadering. Het is helemaal geen wonderlijke bepaling. Er zal waarschijnlijk bij staan dat de betaling van de koopsom niet eerder zal geschieden dan nadat de eigenaar in staat is het blok leeg op te leveren. De heer Ejjgelaar: Het antwoord van de Wethou der neemt mijn bezwaar helemaal niet weg, maar ik kom hier wel op terug als het betreffende punt in de Raad aan de orde komt. De Voorzitter: Ik heb begrepen dat de heer Vel- lenga een voorstel wil doen over de orde. De heer Vellenga: Ja, inderdaad. Ik kan mij voor stellen dat het lijkt alsof we vanavond klaar zouden kunnen komen. Nu heb ik begrepen uit opmerkingen van bepaalde raadsleden die nog aan het woord willen komen dat zij beducht zijn, wat hun uiteenzetting en ook wat de beantwoording betreft, onvoldoende aan hun trekken te kunnen komen. Ik heb zo goed moge lijk de gevoelens gepeild van verschillende mensen uit verschillende fracties. Die leiden mij er toe om op dit moment aan U voor te stellen voor heden de discus sies te sluiten en morgenavond om half 8 door te gaan om de onderwerpen die nog aan de orde komen vol doende tijd en aandacht te kunnen schenken. (De heer B. P. van der Veen: Het is een suggestie die ik graag onderschrijf. De Voorzitter: Ik merk wel dat niemand tegen dit voorstel is. Dan is het inderdaad beter nu te stoppen; het heeft geen zin nu tot 12 uur door te gaan; we gaan morgenavond verder. De Voorzitter schorst, om 23.25 uur, de vergadering Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag 18 december 1973 RAADSVERGADERING van dinsdag 18 december 1973. (voortzetting van de raadsvergadering van maandag 17 december) Aanwezig 30 leden de dames E. Brandenburg- Sjoerdsma, G. Visscher-Bouwer en M. M. Th. Visser van den Bos en de heren S. Bouma, G. Buising, G. F,. Eijgelaar, T. H. van Haaren, O. Heidinga, W. Hemstra, H. Jansma, J. F. Janssen, J. de Jong, K. J. de Jong (weth.), A. Klomp, H. Meijerhof, W. Miedema, Ir. C. L. Rijpma, J. B. Singelsma, K. Spoelstra, N. Sterk, J. Tiekstra (weth.), Mr. B. P. van der Veen, P. van der Veen, J. T. Vellenga, L. Visser, G. de Vries (vanaf 20.35 uur), F. van der Wal, P. D. van der Wal, K. Weide (weth.) en J. Wiersma (vanaf 19.50 uur); 1 vakature. Afwezig: mevr. J. Dijkstra-Bethlehem en de heren J. ten Brug (weth.), J. Heetla (weth.), J. Knol, W. S. P. P. de Leeuw en J. Schaafsma. Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester. Secretaris: de heer P. P. de Jong. Voorts zijn aanwezig: de heren Mr. W. J. G. Reumer, loco-Secretaris, P. de Boer, ambtenaar van de afdeling Financiën en Belastingen, W. Braaksma, adj. Hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie, M. F. Koopmans, Hoofd van de afdeling Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden, J. Wijn gaarden, Hoofd van de afdeling Volkshuisvesting en Openbare Werken, en Mr. H. J. Winkelman, Hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken. De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor dat wij onze werkzaamheden hervatten. Hoofdstuk V, Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. Volgno.'s 168 en 170. Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Bij de besprekingen in de IVe afdeling deelde U mee dat een nota in de maak is over de achtergronden van het woningbouw beleid ook m.b.t. Camminghaburen en dat de Raad waarschijnlijk in februari daarover kan spreken. Op mijn vraag in de afdelingsvergadering of ook de hoogte van de huren een punt zou zijn in die nota, antwoordde U ontkennend. Ikzelf ben van mening dat je niet goed over de gehele problematiek van de volkshuisvesting kunt spreken zonder daarin de huren te betrekken vandaar mijn claim op dit onderwerp. Het lijkt mij ook van belang dat U weet welke opvattingen hierover le ven in de Raad. Zonodig kunnen wij het in februari altijd weer in onze beschouwingen betrekken. Ik zou willen beginnen met het veranderen van de term goedkope woningen" in „eenvoudige woningen". Goedkoop is n.l. geen enkel huis meer. De eengezins woningen die wij op het ogenblik bouwen, hebben in de meeste gevallen vier en soms vijf slaapkamers. De behoefte daaraan vloeit niet voort uit de tegenwoor dige gezinsgrootte. Het is meer de luxe van de extra kamer waardoor dan wel weer dat is nu eenmaal een voorschrift ook andere voorzieningen in zo'n huis worden opgeschroefd, o.a. de sanitaire voorzie ningen. Ik pleit voor de bouw in deze gemeente van eenvoudige woningen met toch alles er op en er aan. In sommige andere gemeenten is men tot m.i. aanvaardbare oplossingen gekomen. Ik doel hier op de Woningstich ting Talma. Na de eerste serie in Drogeham bouwt men nu een verbeterd type in andere gemeenten, o.a. Keerde en Callantsoog, voor een huurprijs van plm. f 200,per maand bij grondkosten van f 8.500,in een tweede klas gemeente. Bij de nieuwe subsidierege ling over 1974 kwam men op f 190,huur per maand en Leeuwarden heeft dan het voordeel een eerste klas gemeente te zijn en dan mogen de grondkosten wat hoger liggen. Waarom zouden in onze gemeente deze woningen niet kunnen worden gebouwd? Er is door Talma een type ontwikkeld dat niet zou misstaan in onze dorpen, n.l. een met een aan de achterkant laag aflopend dak waaronder een inpandige berging. Mis schien zou ook in Aldlan-oost derde fase eens kunnen worden bekeken of niet in overleg met ontwerper en bouwer en met dezelfde kist zo noemt men dat in die kringen een iets eenvoudiger woning kan wor den gebouwd. Verder liggen er misschien mogelijkhe den in de gebieden waar de woningen niet meer te re noveren zijn; renoveren is zo langzamerhand een dure zaak. De woningen in de Balistraat doen na renovatie f 150,huur per maand en het zijn dan niet meer dan bejaardenwoningen, helaas zonder centrale verwar ming. Alle volgende renovaties zullen zo duur worden dat deze ingrijpende manier van woningverbetering moeilijk haalbaar wordt. Mogelijk blijft m.i. alleen een proces van woningverbetering in de geest van de in standhoudingsregeling, dus voor maximaal 10 jaar. De Wethouder heeft gisteren, in antwoord op een vraag van mevr. Dijkstra, geattendeerd op de bestaan de regeling van individuele huursubsidie. Uit zijn me dedeling heb ik begrepen dat hij er de voorkeur aan geeft de mensen op die manier te helpen. Ik heb daar tegen de volgende bedenkingen. Momenteel krijgen in deze gemeente al 1.400 gezinnen dit subsidie uitbe taald. De regeling voorziet dus in een behoefte, maar het is toch ook een teken aan de wand. Veel jonge ge zinnen, z.g. starters, die met behulp van dit subsidie de huur net kunnen betalen, zien in de eerste tien jaar een flink deel van hun reële inkomensverbetering op gaan aan de afbraak van het subsidie dat jaarlijks weer moet worden aangevraagd en wordt vastgesteld aan de hand van het inkomen. Juist in de jaren dat de kinderen worden geboren en opgroeien! Verder moet de Gemeente bij iedere aanvraag aan het Ministerie verklaren dat geen andere passende woonruimte voor deze huurders voor handen is. ,Nu komt er al leegstand in de gezinsflats met een huurprijs van plm. f200, per maand. Zal de Minister dat passende woningen vin den en komen deze jonge gezinnen dan toch daarin terecht tegen hun zin? Sommige bevolkingsgroepen hebben in feite geen keus. Zij kunnen alleen nemen wat voor anderen al lang niet meer aantrekkelijk is. Waarom zouden we het in Leeuwarden niet eens pro beren? Het hoeft niet direct bij honderden woningen tegelijk. Ik denk dat een aantal van 60 al wel aantrek kelijk is voor een bouwer. Laten we er eens een proef mee nemen. Ik ben van mening dat de Federatie van Woningbouwcorporaties best eens een beetje risico mocht nemen om dan hopelijk te ontdekken dat ze nog wel kunnen bouwen voor de mensen voor wie ze dat bij de aanvang van hun ontstaan in eerste instantie ook deden. De heer Eijgelaar: De woningbouwverenigingen heb ben er steeds naar gestreefd te komen tot het bouwen van goede woningen tegen een lage huur. De vraag daarbij was, en is ook nu nog: Wat verlangt de huur der en wat kan en wil deze daarvoor betalen? Voorop stond en staat dat er goede, volwaardige woningen ge bouwd moeten worden, juist ook voor de mensen met een laag inkomen. Daarvoor zijn deze woningbouwver enigingen er. Ik ben van mening dat wij geen behoefte hebben aan een herhaling van de fouten waar diverse voorbeelden van te noemen zijn, waarbij door ondeug delijke, goedkope bouw een groot onderhoudstekort is ontstaan. Oud-minister Bogaers heeft destijds de ge meenten en de woningbouwcorporaties in de gelegen heid gesteld een beleid te voeren dat resulteerde in betere woningen en het is m.i. een goede zaak dat daar in Leeuwarden gebruik van is gemaakt. De woning bouwcorporaties voeren hun beleid in nauw overleg met de Nationale Woningraad en met de Directie voor de Volkshuisvesting. De Nationale Woningraad noemt de roep om goedkope of, als U wilt, eenvoudige wo ningen een kreet. Want wat is goedkoop, wat verlangt men en wat krijgt men er voor? Willen de mensen werkelijk uitgeklede woningen met niet teveel ruimte, zoals deze in sommige dorpen gebouwd worden, wo ningen die, als ze in Leeuwarden gebouwd zouden wor-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1973 | | pagina 1