2 genomen, het komende jaar veel van onze aandacht opeisen. Niet alleen van onze aandacht maar ook van onze financiële middelen. Op eigen kracht zullen wij niet bij machte zijn dit project te realiseren. Aanzien lijke financiële hulp van Rijk en Provincie zullen wij nodig hebben. Het is zeker één van de moeilijkste pro blemen die wij de komende jaren tot een oplossing zullen moeten brengen. Bijzonder verheugd mogen wij zijn dat wij in 1973 na een periode van circa 6 jaar de poorten van het museum ,,Het Princessehof" heb ben kunnen openen. Naast het Fries Museum hebben wij nu nog een museum van allure in deze stad. Het genre is echter totaal anders maar niet minder inte ressant. De belangstelling is goed en neemt nog voort durend toe. Dit is ook wel gebleken uit een televisie-uit zending van circa 20 minuten die tijdens de Kerstdagen aan het Princessehof is gewijd. In financieel opzicht blijft het museum ons helaas ernstige zorgen baren. Dat geldt eveneens voor ,,de Groene Ster". De ontwik keling van dit fraaie recreatiegebied vordert gestaag en gaat steeds meer betekenis krijgen voor een groter aantal bezoekers. Objecten als Harmonie, Princessehof en Groene Ster zijn van veel meer dan plaatselijke be tekenis. Het lijkt dan ook redelijk dat de rijksoverheid en eventueel de provinciale overheid permanent bijdra gen in de exploitatielasten van deze objecten, zodat die niet alleen ten laste van onze Gemeente komen. Deze lasten veroorzaken thans in belangrijke mate het te kort waarmee wij te kampen hebben. Een laatste punt dat ik wil noemen in het kader van de verbetering van de infra-structuur is het tot stand komen van de oostelijke buitentangent. Voor dat pro ject is meer dan 20 miljoen gulden nodig. Wij vertrou wen er op dat op zeer korte termijn ook met dat pro ject begonnen zal kunnen worden. Het is nodig voor een goede ontsluiting en bereikbaarheid van het in dustrieterrein ,,de Hemrik", terwijl het ook van veel belang is voor de verkeersvoorzieningen rondom de stad. Een geheel ander probleem dat ons de komende maanden bezig zal houden, is de ontwikkeling van de bevolking van de Friese hoofdstad en in nauwe samen hang daarmee het woningbouwprogramma voor de ko mende jaren. Dezer dagen hebben wij een nota over deze aangelegenheid om advies voorgelegd aan de Raad voor de Volkshuisvesting. Wij streven er naar deze problematiek nog in februari in de Raad aan de orde te stellen. Evenals in 1972 is de terugloop van de be volking het afgelopen jaar vrij aanzienlijk geweest. Hoewel exacte cijfers nog niet bekend zijn, zal deze wel in dezelfde orde van grootte liggen, n.l. circa 1.500. Dit is voornamelijk het gevolg van de suburba nisatie die zich ook hier duidelijk heeft gemanifesteerd. Gelet op de algemene ontwikkeling en rekening hou dende met het te verwachten beleid van de rijks- en provinciale overheid, lijkt het waarschijnlijk dat het migratieverlies de komende jaren geleidelijk zal ver dwijnen. De verwachting is dat het aantal inwonenden van Leeuwarden vanaf 1976 weer een geleidelijke stij ging zal vertonen. Het bouwprogramma zal zo goed mogelijk op de huidige en de te verwachten bevolkings ontwikkeling afgestemd moeten worden. Hoewel de leegstand van woningen wel is toegenomen, is die in deze gemeente tot dusverre niet verontrustend. Ik vertrouw er op dat wij, in goed overleg met onder meer de woningbouwcorporaties, er in kunnen slagen de bouwstromen zodanig te doen plaats hebben dat ook in de komende jaren ongewenste ontwikkelingen voor komen kunnen worden. Een verheugend verschijnsel dat het gevolg is van de wat geringere spanning op de woningmarkt, is het goed op gang komen van de doorstroming, waardoor ook woningen vrij komen voor gezinnen met een smal lere beurs. Op voet van de geldende regeling krotont ruiming en doorstroming werd in 1973 in 775 ge vallen ruim f 1.200.000,aan premies toegekend. Binnen niet al te lange termijn zal de beslissing van de Regering afkomen op ons verzoek om een aanvul lende financiële bijdrage over 1973. Een soortgelijk ver zoek voor 1974 is inmiddels ook al ingediend. Het komende jaar zullen wij voor de bijzonder moei lijke opgave staan om ons wensenprogramma mede gebaseerd op middellange termijnplanning en de noodzakelijke sanering van de financiële huishouding zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Het lijkt een bijna onmogelijke opgave die ons zeker nog voor de nodige spanningen en waarschijnlijk ook wel teleur stellingen zal plaatsen. Toch blijf ik er vooralsnog op vertrouwen dat wij redelijke oplossingen zullen vinden. In dit verband hecht ik er aan te wijzen op de bijzon der goede contacten en de tot dusverre ondervonden medewerking van het College van Gedeputeerde Sta ten. Hoewel wij het niet altijd met hen eens zijn, heb ben de leden van dat college veel begrip getoond voor de bijzonder moeilijke situatie waarin wij ons bevinden. Het vinden van de juiste oplossingen is primair in het belang van de stad Leeuwarden, maar ook de provincie Friesland heeft er belang bij dat de hoofdstad zijn ta ken op adequate wijze kan blijven vervullen. Dat ook de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, de heer Polak, belangstelling heeft voor onze problemen, heeft hij getoond door kortgeleden een hele dag bij ons op bezoek te komen en zich samen met de Inspecteur voor de Gemeentefinanciën van de situatie op de hoogte te stellen. Een opmerkelijk feit is zeker ook de abnormaal hoge rente die thans voor kortlopende geldleningen moet worden betaald. Wij hebben reeds gelden moeten op nemen voor enkele maanden tegen een rentepercentage van 16. Ook dit beïnvloedt onze financiële positie in ongunstige zin. U zult begrijpen dat wij met grote zorg kennis heb ben genomen van een ander aspect dat onze moeilijk heden ernstig zal kunnen verzwaren. Dit betreft de pubiikatie omtrent het voornemen van de Regering om in het kader van de bezuiniging op de Rijksbegroting een bedrag van 250 miljoen gulden ten laste te laten komen van de lagere overheden. Dat lijkt een minder gunstig perspectief in het bijzonder voor de artikel 12- gemeenten. In het achter ons liggende jaar 1973 is er ook in onze Gemeente weer heel wat gebeurd en velen hebben er hard aan getrokken, zowel op het bestuurlijke als op het ambtelijke vlak. Als wij balans opmaken en om ons heen kijken mogen wij niet ontevreden zijn. Gaarne wil ik al diegenen die zich voor onze gemeentelijke belangen hebben ingezet daarvoor hartelijk dankzeg gen. Ook in 1974 staat ons veel en moeilijk werk te wach ten. Enkele problemen heb ik aangestipt, maar er is, zoals U allen weet, nog heel wat meer te doen. Van harte hoop ik dat, niettegenstaande de vele pro blemen die opdoemen, wij toch met elkander veel voor onze Gemeente tot stand zullen kunnen brengen in het nu voor ons liggende jaar. Ook van U, leden van de Raad, zullen de gemeentelijke problemen weer veel aan dacht vragen. Verschillende Uwer, zowel aan deze als aan gene zijde van deze tafel, zullen straks per 1 september door anderen afgelost worden. Een aantal met een soms lange tot zeer lange staat van dienst wensen hun taak aan jongeren over te dragen. Anderen zullen mis schien niet herkozen worden. Van harte hoop ik dat er in deze Gemeente voldoende bekwame en daaronder ook jongere lieden bereid zullen zijn de verantwoor delijke job van raadslid op hun schouders te nemen. Gaarne wil ik U allen, zowel in persoonlijk als in zakelijk opzicht, een gezegend en voorspoedig 1974 toe wensen. De heer Heidinga: Het is een goede gewoonte mijn heer de Voorzitter dat U, als Burgemeester van de ge meente Leeuwarden, in de eerste raadsvergadering van het jaar enige belangrijke aspecten van de samenleving belicht en de aandacht van de Raad daarop vestigt. Dat de energiecrisis ook op het leven in onze ge meente van invloed zou kunnen zijn, is haast wel ze ker en wij hopen met U dat de gevolgen daarvan voor de werkgelegenheid niet al te schrijnende proporties zullen aannemen. U hebt enige belangrijke zaken aangeroerd. Er wordt soms wel eens gezegd: Er gebeurt weinig in onze gemeente. Maar als men enkele d»ngen op een rijtje zet, zoals U zonet gedaan hebt uiteraard bent U met Uw opsomming lang niet volledig geweest en dat was Uw bedoeling ook niet dan verrast het ons toch meestal nog hoeveel er bereikt is en hoeveel Js\ M <ÊL' RaSSKKl Efc. 3 dingen er klaar zijn gekomen of in uitvoering zijn ge nomen. Het is inderdaad jammer dat het inwonertal van de gemeente nog zo onrustbarend daalt en er is momen teel niet zo veel aan te doen, maar we moeten wel vol houden, de kop er voor houden en dan komen we er echt wel overheen. Het jaar dat voor ons ligt, lijkt een moeilijk jaar te worden. U hebt gewaagd van de voetangels en klem men die er op onze weg liggen. Wij willen U gaarne de verzekering geven dat de Raad constructief zal mee werken om tot de nodige oplossingen te komen, al zal dat dan ook wel eens pijn doen. Natuurlijk onderschrijven wij geheel en al Uw hoop dat het ook na de komende raadsverkiezingen weer zal blijken dat er opvolgers zijn die met geestdrift willen werken op de plaatsen van hen die dan niet in de Raad terugkeren. Ik wil eindigen met U en Uw gezin nogmaals een voorspoedig 1974 toe te wensen. Wij hopen weer op een goede samenwerking tussen U, de wethouders en de Raad. Wij hopen ook dat we de grote lijnen in het oog mogen houden en ons niet verliezen in futiliteiten en betweterigheden. Dat is natuurlijk onze gewoonte niet en dat doen we ook niet, maar vooral als het moei lijk wordt, als we zouden moeten bezuinigen en de een wil hier bezuinigen en de ander wil daar bezuinigen, dan zou dit kunnen gebeuren. Want juist als we daartoe komen, vertroebelt dit zo vaak de verhoudingen en dat werkt zo deprimerend. Daarom eindig ik deze keer met een gedichtje van Fedde Schurer, waarin hij dit zo treffend beschrijft: Dit is hwat de minsken it slimst fortret Dat allegearre itselde foarlan ha Hja gunne elkoarren it ljocht yn de eagen net Mar stéfêst giet it nei de deaden ta. Lykwols in skoft is it libben jin noch jown Foar dwaesheit, kreauwerij en lyts bidriuw En sa lang is der hoop, in libbene houn Is altyd better as in deade liuw. Men is as libbene grif in reed yn 't foar Men wit tominsten dat men stjerre moat De deaden hawwe it hawn, hja gean toloar En witte neat fan hwat op ierde bart. Ja, leaf de en haet en trots lizze yn 'e groun Wylst elkenien hjar nammen glêd forgeat Dêr boppe stiet de sinne great en roun Hwat meitsje minsken faek in spul om neat. De Voorzitter: Na deze start moet ik beginnen met U tot mijn spijt mee te delen dat wij, evenals de vorige keer ik hoop niet dat dat usance wordt met een klein gezelschap aan deze kant van de tafel zitten. Wethouder Ten Brug is helaas nog steeds niet zodanig hersteld dat hij zijn taak weer op zich heeft kunnen nemen. We hopen dat het spoedig weer het geval zal zijn. Wethouder De Jong had een zeer dringende an dere vergadering. Hij heeft mij gevraagd om op grond daarvan dit is niet zijn gewoonte zoals U allen weet deze avond verstek te mogen laten gaan. Ziin er nog andere berichten van verhindering, Secretaris? De heer P. P. de Jong (secr.): Mevr. Dijkstra-Beth- lehem en de heer B. P. van der Veen hebben laten we ten dat zij deze bijeenkomst niet kunnen bijwonen. Punt 1. De heer P. D. van der Wal: Was de vergadering van 24 september 1973 een informatieve vergadering De Voorzitter: Het woord „informatieve" staat er ten onrechte. Het was geen informatieve raadsverga dering, dus we kunnen het woord schrappen. Ik stel U voor de notulen vast te stellen met inbegrip van deze correctie. De notulen van 24 september 1973 worden vastge steld, inclusief de door de Voorzitter genoemde cor rectie. De notulen van 25 september 1973 en 15 oktober 1973 worden ongewijzigd vastgesteld. Punt 2. Rondgezonden mededelingen. Sub A t.e.m. D. De berichten worden voor kennisgeving aangenomen. Sub E. De besluiten worden voor kennisgeving aangenomen. Sub F. De rapporten worden voor kennisgeving aangenomen. Sub G. De verzoeken worden in handen van B. en W. ge steld om preadvies. Sub H. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub I en J. De brieven worden in handen van B. en W. gesteld om preadvies. Sub K. De heer Van Haaren: Ik wil niet in herhaling vallen wat al de discussies over Kalkar in deze Raad betreft, maar ik wil toch wel heel duidelijk stellen dat mijn fractie het volledig eens is met de zienswijze van de schrijvers van deze brieven, waarin zij schrijven dat de Raad hier een verkeerde beslissing heeft genomen en dat daar door mensen echt in gewetensnood zijn geraakt. Zij willen wel een heffing betalen, maar dan voor andere onderzoeken en niet voor de snelle kweekreactor in Kalkar. Er is geen kans dat, zoals zij voorstellen, deze Raad terugkomt op een eerder genomen beslissing, hoewel ik wel heb vernomen dat een aantal voorstem mers voor de heffing toch wel zijn gaan twijfelen aan de juistheid van deze beslissing. Een motie om de genomen beslissing ongedaan te maken heeft dus ook geen enkele zin, omdat die geen enkele kans van sla gen heeft en ook onze fractie zal zich, onder protest, neerleggen bij Uw antwoord. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 3 (bijlage no. 5). De heer Eygelaar: In deze bijlage zegt U op pa gina 2 o.a.: „Met betrekking tot het beding sub 2 van de aankoop, vermeld onder 1, merken wij in aanslui ting op het verhandelde in de gemeenteraadsvergade ring van 17 december j.l. nog op, dat dit beding is op genomen om te bereiken, dat dit complex woningen na verwerving onmiddellijk kan worden gesloopt en, gelet op de saneringsbeschikking van de Staatssecre taris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de totale kosten spoedig aan het Rijk kunnen worden gedeclareerd." Ik kan me voorstellen dat dit voor ons van belang is, maar dit betekent dan natuurlijk wel dat de huidige eigenaar moet zorgen voor gelijkwaar dige, aanvaardbare vervangende woongelegenheid voor de tegenwoordige bewoners. Dat moet deze huidige eigenaar doen omdat de koper, de Gemeente, dat als voorwaarde heeft gesteld. Wat gaan wij doen als dat nu eens niet op redelijke wijze kan gebeuren? Zeg gen we dan Dat moet de verkoper maar met de huurders regelen; dat is hun zaak. Vindt U niet dat de Gemeente verplicht is niet juridisch, maar moreel deze bewoners bij voorrang aan andere vervangende woonruimte te helpen? U hebt toch die voorwaarde tot ontruiming gesteld! Op deze vraag zou ik graag een duidelijk antwoord willen hebben. De bewoners mogen toch beslist niet de dupe worden van een koopovereen komst waar deze Gemeente bij betrokken is? Onder I, sub 2, van het ontwerp-raadsbesluit staat „De levering geschiedt leeg en ontruimd, tegelijk met het verlijden van de akte en de betaling." Dit punt eindigt met: „De volledige ontruimde oplevering zal binnen 3 maanden na het verlijden der akte plaats vin den." Klopt dit met elkaar? Misschien wel, maar ik zou graag willen weten hoe dit zit. In de raadsbrief zegt U dat deze woningen direkt na verwerving wor-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1974 | | pagina 2