21 3 20 avonduren en gedurende de nacht. B. De Raad nodigt het College uit om op korte termijn overleg te openen met de betrokkenen om na te gaan of de tuin van het St. Ant. Gasthuis kan worden opengesteld en de Raad van het resultaat van dat overleg t.z.t. op de hoogte te stellen." De heer Tiekstra (weth.)Ik dacht dat we nu zo zoetjes aan weer op het goede spoor zitten. Dat betekent dus dat ik opnieuw over een aantal straten moet praten. Ik heb wat het amendement betreft m.b.t. Bij de Put weinig problemen. Wat het Schoenmakersperk betreft, ik dacht dat dit in strijd is met de eerder vastgestelde mogelijkheid van vernieuwing. Ik wijs er ook op dat juist de gevel van het Schoenmakersperk niet van de allerhoogste kwaliteit is. Het terreintje in de St. Anthony- straat is, dacht ik, het schoolplein. Welnu, daar moet de Raad zich maar over uitspreken. Over het Blokhuisplein is straks al gestemd. Hetzelfde geldt voor het Oldehoofster- kerkhof. De mogelijkheid van een voetgangersgebied van de Baljeebuurt naar de Voorstreek via de Bonifatiuskerk is na aanneming van het voorstel om de panden ten oosten van de kerk af te breken reëler geworden. Ik heb er geen bezwaar tegen dit toe te voegen als dat straks civiel rechtelijk mogelijk blijkt te zijn. Ik dacht dat de ingediende aanvulling op 1.8-1 eigenlijk geen duidelijk objectdoel is. Maar tegen de bedoeling die in dit voorstel is neergelegd heb ik niet het minste bezwaar. Om te doen wat nu mogelijk is, is het intrappen van een open deur. Wij doen wat nu mogelijk is voor verbetering van het groen in onze binnenstad. Daar is de Plantsoenendienst geregeld mee bezig. Ik kan tegen een zodanige uitspraak nauwelijks bezwaar maken. Dan nog de motie m.b.t. de Hoftuin. Afgezien van de vraag of het qua grootte een wezenlijke bijdrage zou vormen voor het doel dat de heer Buising voor ogen staat, zeg ik dat wegens de kostbare inhoud van dit gebouw het is niet allemaal eigendom van de Gemeente; de Ge meente draagt voor een deel van de inhoud verantwoorde lijkheid tegenover derden het eenvoudig een vereiste is dat wij een maximum aan beveiliging proberen te hand haven. Én de veronderstelling dat een maximum aan beveiliging zou kunnen worden bereikt door bij avond en bij nacht deze tuin af te sluiten, lijkt mij niet juist. Dat lijkt mij onvoldoende. Ik meen dus ik zeg dit met grote ernst dat de huidige situatie wat de tuin betreft beter zo kan worden gehandhaafd, nog afgezien van de vraag of vanuit de Beijerstraat inderdaad die ontsluiting mogelijk is zonder medewerking van derden, i.e. het bestuur van St. Anthoon. Dat betekent dat ik gegeven dat uitgangspunt ook weinig heil zie in een verder overleg met St. Anthoon over het openstellen van de tuin van St. Anthoon. Het is de Raad, dacht ik, bekend dat er een verzoek is van het bestuur van St. Anthoon om overleg over het bijtrekken van de tuin van het Hof bij de open ruimte van St. Anthoon, maar dat is dan natuurlijk een apart hoofdstuk. Ik zou de Raad dus aanneming van deze motie niet willen aanbevelen. De heer Heidinga: Ik wilde even een opmerking maken over het voetgangersgebied van de Baljeebuurt naar de Voorstreek via de Bonifatiuskerk. Het is net zoals de Wethouder gezegd heeft, het is particulier terrein. Ik zou er erg op tegen zijn het via de Bonifatiuskerk te doen. (De heer Janssen: Er langs.) O, bedoelen jullie dat. Ik dacht dat jullie van achteren de kerk in wilden en voor er weer uit. (Gelach) De heer Van Haaren: Ik wil alleen nog even opmerken dat het me toch verwondert dat ons amendement 1.2-1 zonder meer wordt weggewuifd en dat, als het uit een andere hoek komt, de Wethouder plotseling zegt: Met zo'n punt als Bij de Put heb ik weinig moeite en dan wel op deze dingen ingaat. Maar wij willen, als het mag, de suggesties van de P.v.d.A. graag steunen. (De heer Tiekstra (weth.)Bij de Put staat toch niet in jullie voor stel?) Ja hoor. (De heer Tiekstra (weth.): Sorry, dat is dan een verzuim van mij.) De heer Rijpma: Volgens de rest van de plannen is het zo dat Bij de Put nog steeds een autoroute vertoont. Ik dacht dat, als je dit als verfraaiing vastlegt, dat strijdig is met dat uitgangspunt. (De heer Ten Brug (weth.): Daar moeten we nog over beslissen.) Ik weet niet of we er nu over moeten beslissen of bij het onderwerp waar het thuis hoort. Als de lus over Bij de Put verworpen wordt is op dat moment Bij de Put vrij voor een andere be stemming. Dat zelfde geldt waarschijnlijk ook voor het Oldehoofstcrkerkhof. Ook dat plein heeft in de rest van de plannen een andere bestemming dan het nu heeft. Ik geloof dus dat je ook ten aanzien hiervan moet zeggen dat er over gestemd moet worden als het Oldehoofster- kerkhof niet bestemd wordt voor parkeren zoals door het College wordt voorgesteld. Op dat moment moet je terugkoppelen en praten over een andere bestemming. Ik weet eigenlijk niet hoe het met het Blokhuisplein zit; ik weet niet precies welke bestemming daar door het College aan is gegeven. (De heer Heidinga: Parkeren.) Uit een oogpunt van orde moeten we m.i. zeggen: Het moet behandeld worden daar waar het belangrijkste accent is; er moet niet zo even onderhands hier een bestemming vastgelegd worden. Er kan straks nog in extenso over worden geduscussieerd. De hear Singelsma: Ik wol even myn forwündering ütsprekke oer it feit dat it foarstel fan Axies sa mar fan de tafel reage is en dat, nou't it selde foarstel troch de P.v.d.A. yntsjinne wurdt, de Wethalder hielendal gjin muoite hat. Ik fyn dit hwat nuver, hwat frjemd. De heer Tiekstra (weth.)Ik heb, dacht ik, geblunderd wat Bij de Put betreft; dat zit er wel in. Ik heb vervolgens t.a.v. het Schoenmakersperk gezegd wat daar aan de orde was; ik heb dat dus niet zonder meer overgenomen. Wat het pleintje van de St. Anthonystraat betreft heb ik mij er gewoon buiten gehouden; laat de Raad het maar zeggen. Ik heb t.a.v. het Blokhuisplein niet opnieuw de bezwaren genoemd maar gezegd dat de Raad er een uitspraak over gedaan heeft. Bij het Oldehoofsterkerkhof kan ik wel weer even geblunderd hebben, dat weet ik zo niet. We zijn al vanaf half 8 bezig. (De heer B. P. van der Veen: Het is ook al laat.) De Voorzitter: In ieder geval staan in het amendement van de P.v.d.A. een aantal straten en pleinen genoemd die straks afgestemd zijn; dat moeten we inderdaad duidelijk vaststellen. De heer Buising: Er is hier op het ogenblik een sfeertje dat mij niet helemaal ligt. Dat kan dan komen doordat U de foute kop boven mijn voorstellen niet goed hebt gelezen. Nu moet er bij Axies niet het gevoel leven dat hun voorstellen worden weggewuifd en die van ons worden aangenomen. Als dat zo is dan neem ik graag de schuld op mij omdat de kop van mijn bijdrage dan misschien niet helemaal duidelijk was. Maar het gevoel dat er op dit moment bij Axies heerst wil ik toch wel proberen weg te werken want dat is niet in het minst de bedoeling geweest. (De heer Van Haaren: Als de voorstellen maar worden aangenomen, dan zijn wij allang tevreden.) De Voorzitter: Wij hoeven hier nu niet verder over te spreken. Dit is afgehandeld. Wij moeten nu gaan stemmen over de voorstellen die door de P.v.d.A. zijn ingediend. Het lijkt mij beter niet in een keer te stemmen over het amendement op object- doel 1.2-1, want dan krijgen we weer misverstanden. De heer Rijpma: Ik vind het toch niet juist dat er op dit moment beslist wordt terwijl er nog verkeersproblemen opgelost moeten worden. Ik geloof dat dit gewoon ver keerd is. Ik heb ook een voorstel ingediend m.b.t. de verkeersroute over Bij de Put, dus op zichzelf ben ik voorstander van het voorstel m.b.t. Bij de Put. Maar op dit moment wil ik er niet over stemmen. (De heer Ten Brug (weth.): Deze beslissing houdt toch een basis in voor nader te nemen beslissingen.) Ik vind dat het belang rijkste facet ook het accent moet krijgen. (Mevr. Visscher- Bouwer: Wat is het belangrijkste facet? Het is maar hoe je het bekijkt.) (De heer Ten Brug (weth.:) Voor ons is dit het belangrijkste.) De Voorzitter: Je kunt dit inderdaad heel verschillend interpreteren. Ieder heeft het recht dit te interpreteren zo hij het wil. Het is maar waar je het accent legt. (De heer Rijpma: Er wordt ons een stuk discussiemogelijkheid en motivering ontnomen als we straks over andere pro blemen praten.) Hier zullen we het niet over eens worden. Het gaat er om waar je het zwaartepunt legt. Ik zou nog wel willen zeggen dat, ook al zou een bepaalde straat een bepaalde functie krijgen b.v. een verkeersroute over Bij de Put je toch wel wat kunt doen aan verfraaiing; dat lijkt mij wel mogelijk. (De heer Rijpma: Dat wordt dan een wat inhoudloze discussie.) Wij gaan nu over tot stemming. Het amendement van de P.v.d.A. betreffende object- doel 1.2-1 m.b.t. Bij de Put wordt aangenomen met 16 tegen 15 stemmen. Het amendement van de P.v.d.A. betreffende object- doel 1.2-1 m.b.t. het Schoenmakersperk wordt aangeno men met 18 tegen 13 stemmen. Het amendement van de P.v.d.A. betreffende object- doel 1.2-1 m.b.t. het pleintje St. Anthonystraat wordt verworpen met 17 tegen 14 stemmen. Het amendement van de P.v.d.A. betreffende object- doel 1.2-1 m.b.t. het Blokhuisplein wordt verworpen met 23 tegen 8 stemmen. Het amendement van de P.v.d.A. betreffende object- doel 1.2-1 m.b.t. het Oldehoofsterkerkhof wordt ver worpen met 16 tegen 15 stemmen. De Voorzitter: Dan is nu de kwestie van het voet gangersgebied van de Baljeebuurt naar de Voorstreek langs de Bonifatiuskerk aan de orde. Het amendement van de P.v.d.A. betreffende object- doel 1.6-1 wordt aangenomen met 30 tegen 1 stemmen. De heer Heidinga: Er wordt gelachen omdat ik tegen dit amendement stem. Maar in deze kerk zitten heel dure gebrandschilderde ramen. Op het ogenblik begint de jeugd er al hier en daar stenen door te mikken en ik ben er bijzonder bang voor daar een openbaar pad langs te maken. Dat was mijn beweegreden tegen dit voorstel te stemmen. De Voorzitter: Dan krijgen we nu de aanvulling op objectdoel 1.8-1. Het betreft het voorstel in de bestem mingsplannen beplantingsplannen op te nemen. Ik vind dat dit beter in stemming kan komen als motie en niet als amendement. (De heer Buising: Volgens mij heeft de Wethouder straks al gezegd dat hij er helemaal geen moeite mee had en dat hij er graag rekening mee wil houden.) Ja, daar sluit ik mij bij aan, maar dan vatten wij het op als een motie. (De heer Tiekstra (weth.): Omdat het als zodanig geen objectdoel is.) Gaat U er mee akkoord dat het als motie in stemming komt? (De heer Buising: Nee.) Goed, dan is het een amendement. Het amendement van de P.v.d.A. betreffende object doel 1.8-1 wordt verworpen met 16 tegen 15 stemmen. De Voorzitter: Dan krijgen we tot slot de motie over het openstellen van de Hoftuin en het overleg met het bestuur van St. Anthoon. De motie van de P.v.d.A., behorende bij III, Fysiek klimaat, wordt verworpen met 16 tegen 15 stemmen. De Voorzitter: Dit onderdeel is afgewerkt. De vol gende week kunnen we starten met het hoofdstuk Functies. De Voorzitter schorst, om 24.10 uur, de vergadering tot 25 maart 1974, 19.30 uur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1974 | | pagina 11