De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergadering. De Voorzitter: Wij gaan nu verder met objectdoel 1.2-1. Er zijn een tweetal amendementen ingediend, één door de P.v.d.A. en één door Axies. Mevr. Visscher-Bouwer: Objectdoel 1.2-1 luidt: „Behoud door restauratie en renovatie hele binnenstad en de bebouwing direct aan de buitenzijde der grachten." U verwijst dan voor de belangrijkste objecten naar kaart 1. Wij vinden dat er een aantal straten, die wij in dit geheel ook belangrijk vinden, ontbreken en zouden deze graag zien toegevoegd en vastgelegd op de kaart. Wij stellen daarom voor objectdoel 1.2-1 aan te vullen met: Minnema- straat, Poststraat, Nieuwesteeg, Tweebaksmarkt, Here straat, Bagijncstraat n.z., Droevcndal en Sacramentsstraat. De heer P. D. van der Wal: Om de spraakverwarring niet te groot te maken trekken wij ons amendement in en sluiten wij ons aan bij het amendement van de P.v.d.A. De heer Tiekstra (weth.): Objectdoel 1.2-1 luidt dus: „Hele binnenstad en de bebouwing direct aan de buiten zijde der grachten." En er staat inderdaad bij„De belangrijkste objecten zijn aangegeven op kaart 1." Dat betekent dat allereerst door deze toevoeging wordt uit gesproken dat niet alle objecten die onder de omschrijving vallen van objectdoel 1.2-1 op de kaart zijn aangegeven, want dan zou de kaart helemaal onleesbaar zijn geworden. De amendering die door de fractie van de P.v.d.A. wordt voorgesteld is op dit moment ook niet meer dan een bepaalde groep straten die onder die zelfde omschrijving vallen. Dat betekent dus dat men een expliciete uitspraak doet m.b.t. bepaalde straten en dat men dus de rest buiten beschouwing laat. Ik geloof niet dat dat de vertaling is van het standpunt van de fractie van de P.v.d.A., maar het heeft als het ware een holle en een bolle kant. Ik dacht dat de omschrijving van het objectdoel 1.2-1 zoals het nu luidt completer is zonder dat ik aan kaart 1 het karakter van compleetheid toeken, gegeven de om schrijving „de belangrijkste objecten" en dat die zich beter verdraagt met de bedoeling van het richtdoel: „Behoud door restauratie (monumenten) en renovatie." Mevr. Visscher-Bouwer: Wij dienen dit amendement natuurlijk niet in om het objectdoel te ontkrachten. U geeft als toelichting dat U de belangrijkste objecten op kaart 1 hebt aangegeven. Wij vinden de door ons in het amendement genoemde straten even belangrijk als de door U aangegeven objecten. Wij willen het daarom alleen maar even aanvullen. Dat houdt dus niet in dat wij niet achter de formulering: „Hele binnenstad en de bebouwing direct aan de buitenzijde der grachten." staan. Daar staan wij wel achter. Het is een toevoeging omdat U het heeft over „de belangrijkste objecten". Wij vinden de door ons genoemde objecten even belangrijk. Dus wij ontkrachten helemaal niets. De heer J. de Jong: Als ik dit rijtje zo bekijk, dan zie ik daarop de Tweebaksmarkt staan. Nu, ik kan mij be grijpen dat je bepaalde punten van die Tweebaksmarkt wel heel erg waardevol vindt, ik denk b.v. aan de Kanse larij. Maar als ik naar Poststraat en Minnemastraat kijk, dan is het mij niet duidelijk misschien dat het om de terp gaat wat daar nu eigenlijk voor waardevolle be bouwing behouden moet worden. Heeft de P.v.d.A. - fractie misschien gedacht maar laat men het dan eerlijk zeggen Wij zetten de Poststraat en de Minnemastraat tussen wat andere straten op dit lijstje en als dit amende ment dan wordt aangenomen, zijn we meteen de parkeer garage kwijt. Ik geloof niet dat het reëel is het op deze wijze te doen. Je kunt dit lijstje inderdaad aanvullen met onnoemelijk veel straten in de stad die misschien echt wel veel meer waarde hebben. Ik kan me hier niet mee ver enigen. De heer Heidinga: Ik acht het objectdoel 1.2-1 want daar gaat het tenslotte over ruimschoots voldoende. Er staat„Hele binnenstad en de bebouwing direct aan de buitenzijde der grachten." Wat wil je eigenlijk nog meer! Nu pik je er zo is het amendement van de P.v.d.A. acht objecten uit. (De heer Van Haaren: B. en W. geven op kaart 1 negen objecten aan en die worden bij dit amendement aangevuld.) Waar staan die negen dan? (Mevr. Visscher-Bouwer: Die staan op de kaart.) De toelichting die B. en W. geven verwijst naar kaart 1. In het objectdoel worden door B. en W. geen straten ge noemd. (Mevr. Visscher-Bouwer: Die kan je op de kaart vinden.) Je kan ze inderdaad van de kaart aflezen, maar dat is geen lijstje met straten. In ieder geval ben ik van mening dat, als we op deze wijze te werk gaan, we de hele lijn uit ons werk halen. Ik zie geen enkele reden om dan niet alle straten van de stad op te noemen. Zo hebben B. en W. het m.i. ook gezien. Er staat toch: „Hele binnenstad en de bebouwing direct aan de buiten zijde der grachten"? Dat is ruimschoots voldoende. Ik zie geen enkele reden om er acht straten apart uit te halen. De heer Tiekstra (weth.): Na hetgeen ik in eerste instantie heb gezegd en na hetgeen door verschillende raadsleden is gezegd, kan ik kort zijn. Ik herhaal nog maar even wat er onder richtdoel 1-2 staat: „Behoud door restauratie (monumenten) en renovatie" en wat als vervolg daarvan staat onder objectdoel 1.1-2: „Hele binnenstad en de bebouwing direct aan de buitenzijde der grachten; (De belangrijkste objecten zijn aangegeven op kaart 1)." Dat betekent dus dat wat op kaart 1 is aan gegeven niet de pretentie heeft van compleetheid. Men kan natuurlijk discussiëren over de vraag of deze straten zo belangrijk zijn dat ze ook een expliciete vermelding behoeven. (Mevr. Visscher-Bouwer: Daar gaat het om.) Daarover kan men van mening blijven verschillen. Maar ik geloof dat de Raad zich maar over dit amendement moet uitspreken. Dan merken we wel hoe de Raad er over denkt. Het is juist dat zoals de heer De Jong heeft opgemerkt als dit amendement wordt aangenomen, daarmee de parkeergarage aan de Minnemastraat geblok keerd gaat worden; dat is misschien ook wel de bedoeling. (De heer P. D. van der Wal: Die is al geblokkeerd.) De Voorzitter: Dit punt is nu voldoende besproken; we gaan over het amendement stemmen. De heer Heidinga: Ik verzoek U straat voor straat in stemming te brengen. De Voorzitter: Ik begrijp het verzoek van de heer Heidinga. De ene straat heeft een heel ander karakter dan de andere. Wat dat betreft vind ik het wel juist straat voor straat in stemming te brengen. T.a.v. het amendement van de P.v.d.A. om aan object doel 1.1-2 een aantal straten toe te voegen en vast te leggen op de kaart wordt als volgt besloten: Minnemastraat - verworpen met 17 tegen 16 stemmen; Poststraat - verworpen met 17 tegen 16 stemmen; Nieuwesteeg - aangenomen met 17 tegen 16 stemmen; Tweebaksmarkt - aangenomen met 29 tegen 4 stemmen; Herestraat - aangenomen met 27 tegen 6 stemmen; Bagijnestraat n.z. - aangenomen met 26 tegen 7 stemmen; Droevendal - aangenomen met 20 tegen 13 stemmen; Sacramentsstraat - aangenomen met 27 tegen 6 stemmen. Dc Voorzitter: T.a.v. het resterende deel van de object doelen onder II zijn door Axies vier amendementen in gediend. Ik stel die nu aan de orde. De heer P. D. van der Wal: Allereerst iets over ons amendement 1.4-2. In het stuk van het College staat onder objectdoel 1.4-1: „idem". Dat slaat dan op object doel 1.3-1„Oude stad, c.q. gebied binnen singelgrachten." Wij zouden graag als objectdoel 1.4-2 zien toegevoegd: „Het begrip „historische" (gevelwanden) dient ruimer geïnterpreteerd te worden zodat ook gevelwanden aan de Willemskade en Sophialaan hieronder vallen." We hebben gezien dat net aan de zuidzijde van de Willemskade weer een gat is gevallen in de gevelwand zonder dat we er iets aan kunnen doen. Ik wil niet zeggen dat we met dit objectdoel onmiddellijk de sloop kunnen stoppen. Ook dc Sophialaan loopt gevaar. Objectdoel 1.5-1 hoort bij richtdoel 1-5: „Handhaving karakteristieke terpbebouwing. Niet passende bebouwing in overeenstemming brengen met karakter en bestemming van dit gebied." Het College heeft geen objectdoel 1.5-1 geformuleerd en wij stellen voor als objectdoel 1.5-1 op te nemen: „Handhaven terpbebouwing Minnemastraat/ II Poststraat." Dat spreekt dacht ik wel voor zichzelf. Straks bij het hoofdstuk over het parkeren komen we er vanzelf wel op. Ik wilde daarom ons amendement maar intrekken en even afwachten wat de discussie over het parkeren oplevert. Onder objectdoel 1.6-1 noemt U vier historische toe gangen tot de binnenstad. Wij vinden dat wat te eng. Wij zouden dat objectdoel graag zien vervangen door: „Het begrip „historische" (toegangen) dient ruimer geïnter preteerd te worden zodat behalve de Vrouwenpoort, Wirdumerpoort, Hoekstcrpoort en Tuinen ook de Noor- derbrug, Oosterbrug en Eerste Kanaalbrug hieronder vallen." De toegangen die wij noemen zijn inderdaad minder oud dan de toegangen die U noemt, maar ze zijn in de loop der eeuwen zo in ons stratenpatroon gegroeid dat ze er helemaal in thuis horen. Verder stellen wij voor als objectdoel 1.6-2 toe te voegen: „Eventuele nieuwe toegangen mogen de naaste omgeving niet wezenüjk aantasten of de historische toe gangen hun functie ontnemen." Het hele richtdoel heeft weinig zin als je naast een bestaande brug een knoert van een nieuwe brug legt. Dan kan je wel zeggen dat je een historische toegang handhaaft, maar dan ontkracht je het natuurlijk op een verschrikkelijke manier. Dc heer Tiekstra (weth.): Ik heb eigenlijk weinig commentaar op deze amenderingen, omdat ze voor zich zelf spreken. Ik behoef het er natuurlijk niet mee eens te zijn; dat is een ander punt. Het standpunt dat door B. en W. is ingenomen, is wel duidelijk. Ik ben het in zoverre eens met de beschouwing van de heer Van der Wal dat inderdaad het begrip „historisch" een betrekkelijke waarde heeft. Bij de vraag: Wat is historisch zo waardevol dat het op het ogenblik ook nog functioneel past? moet ook onder ogen worden gezien welke nieuwe elementen voor een goed functioneren aan de binnenstad en het binnen stadspatroon moeten worden toegevoegd. Dat moet na tuurlijk wel met de nodige zorgvuldigheid plaats vinden. Dat ben ik volledig met de heer Van der Wal eens. Maar ik dacht dat ook deze en de komende generatie het recht toekomt, de vrijheid toekomt om een beslissing te nemen die betekent dat de elementen die een geringere historische waarde hebben worden vervangen door andere elementen die passen in de tijd waarin die beslissing wordt genomen. En daarom geloof ik dat het weinig zin heeft om deze amendementen in de objectdoelen op te nemen. De heer P. D. van der Wal: Wij willen natuurlijk ook wel nieuwe toegangen. Onder het hoofdstuk over het fiets- en voetgangersverkeer hebben wij amendementen ingediend die beogen nieuwe toegangen te creëren. Maar die zullen de functie van de huidige historische toegangen helemaal niet ontkrachten o.i.d. Wij zijn dus helemaal niet tegen nieuwe toegangen, maar die moeten dan wel zo zijn dat ze de huidige toegangen niet aantasten. Het amendement van Axies betreffende objectdoel 1.4-2 wordt verworpen met 31 tegen 2 stemmen. Het amendement van Axies betreffende objectdoel 1.6-1 wordt verworpen met 31 tegen 2 stemmen. Het amendement van Axies betreffende objectdoel 1.6-2 wordt verworpen met 31 tegen 2 stemmen. III, Stedcbouwkundige en architectonische waarden. De heer Schaafsma: Ik zou graag de eerste motie van mijn fractie zien behandeld bij objectdoel 1.1-1. (De Voorzitter: Goed, U kunt die motie nu toelichten.) Onze motie luidt: „De panden af te breken gelegen achter de Bonifatiuskerk (Baljeebuurt)." Nu de Boni- fatiuskerk en -toren op de Monumentenlijst zijn geplaatst lijkt het ons dienstig dat dit complex niet zo aan het oog onttrokken blijft als nu het geval is. M.n. de Baljeebuurt staat op een ernstige wijze in de weg. Vanaf de Ooster singel zou de Bonifatiuskerk veel duidelijker in het oog vallen als we de tegen het onbewoonbaarverklaard aan zijnde woningen tussen het rusthuis „Het Nieuwe Hoek" en de Amelandstraat kwijt zouden raken. De Voorzitter: Als ik U goed begrijp dan dient U een motie in om door een uitspraak van de Raad objectdoel 1.1-1 te versterken. (De heer Schaafsma: Ja.) De heer Tiekstra (weth.)Ik geloof dat deze motie op zich wel juist is. Het is aantrekkelijk dat de bebouwing die ten oosten van de Bonifatiuskerk staat afgebroken wordt zodat de ruimte rondom de kerk volledig beschik baar kan komen. Ik heb dus geen bezwaar tegen deze motie. De motie van de V.V.D. betreffende objectoel 1.1-1 wordt door het College overgenomen. De Voorzitter: De fractie van Axies heeft een amende ment ingediend m.b.t. objectdoel 1.1-2. De heer P. D. van der Wal: Richtdoel 1-1 luidt: „Markering plaats binnenstad door bepaalde kenmerken (torens, grachten, bruggen enz.)." Wij zouden graag aan het objectdoel 1.1-1 zien toegevoegd een objectdoel 1.1-2: „Er dient voor gewaakt te worden dat de markering binnenstad niet nog verder wordt aangetast door opvallen de nieuwbouw." Daarvan zijn in de binnenstad legio voorbeelden te vinden; ik denk aan Amicitia, Friesland Bank, I.W.G.L.-gebouw en Het Nieuwe Hoek. Tot onze vreugde wordt dat laatste gebouw nu weer afgebroken want wij hebben net een motie aangenomen: „De panden af te breken achter de Bonifatiuskerk." (Gelach) De P.T.T.-toren is ook zo'n foeilelijk ding. Ik denk dat wij in de toekomst ook zullen moeten proberen dat ding kwijt te raken. De heer Tiekstra (weth.): Ik geloof dat ik allereerst even een misverstand moet wegnemen. Ik heb in mijn beantwoording m.b.t. de motie van de V.V.D. zeer na drukkelijk gesproken over de bebouwing ten oosten van de Bonifatiuskerk. (De heer P. D. van der Wal: In de motie staat: „achter de Bonifatiuskerk".) Ja, maar de discussies spelen ook een rol. (De Voorzitter: Wij hebben de motie overgenomen zoals die door ons wordt geïnter preteerd.) Ja, dat wilde ik ter vermijding van misverstanden duidelijk uitgesproken hebben. (Gelach) (De heer Vel- lenga: Een klein grapje van het College.) (De heer Van Haaren: Dan zijn wij alsnog tegen de motie van de V.V.D.) (De Voorzitter: Dat zal in het verslag worden opgenomen.) Het amendement: „Er dient voor gewaakt te worden dat de markering binnenstad niet nog verder wordt aan getast door opvallende nieuwbouw" is op zich duidelijk. Maar ik dacht het het vrijwel onuitvoerbaar is. Ik dacht dat wij in de loop van de eeuwen dat deze stad bestaat voortdurend nieuwe elementen aan het profiel van de stad hebben toegevoegd. Dat die nieuwe elementen altijd een opvallend karakter hebben gehad geldt voor een aantal historische elementen die destijds nieuw gemaakt zijn en het zal ook gelden voor de architectuur die nu gehanteerd wordt t.a.v. deze bebouwing. Ik dacht dat wij ook voor zichtig moeten zijn met de mogelijkheden voor hand having van het functiepatroon van deze binnenstad, omdat, als deze beperkingen tot functieverlies zouden leiden, wij de gaten die daardoor naar voren komen moeilijk zullen kunnen opvullen. Daarom ontraad ik de aanneming van dit amendement. De heer P. D. van der Wal: Het gaat hier om de markering van de binnenstad. Wij zijn helemaal niet tegen elk nieuw gebouw, ook niet als dat soms opvallend mocht zijn. Het gaat tegen een opvallende nieuwbouw die de markering van de binnenstad aantast. Als U ziet hoe Het Nieuwe Hoek vanaf de Groningerstraatweg gezien het uitzicht op de Bonifatiustoren belemmert, dan weet U wat ik bedoel. Wij zijn allemaal vlak voor het behoud van de Bonifatiustoren. De heer Heidinga zit in de stichting tot behoud van kerk en toren en een aannemers bedrijf van dezelfde naam zet er een gebouw naast dat half zo hoog is als de hele toren en dat vanaf een bepaalde kant de hele markering van dc binnenstad aantast. Ook aan de zuidkant van de binnenstad staan een aantal gebouwen ik noemde Amicitia al die de markering aantasten. Om dat soort gebouwen gaat het; het gaat echt niet om iedere nieuwbouw. Er zal in de toekomst hier en daar heus wel nieuwbouw moeten komen in de binnen stad. Maar we moeten er voor oppassen dat juist voor komen wordt dat er gebouwen komen die de markering aantasten. Daar moeten we extra op letten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1974 | | pagina 6