zz
Verslag van de raadsvergadering over het
ontwerp-Structuurplan Binnenstad Leeuwarden, gehouden op 25 maart 1974
(vervolg van de vergadering van 18 maart 1974)
Aanwezig 35 leden: de dames E. Brandenburg-Sjoerd-
sma, J. Dijkstra-Bethlehem, G. Visscher-Bouwer en M.
M. Th. Visser-van den Bos en de heren: S. Bouma, J. ten
Brug (weth.), G. Buising, G. F. Eijgelaar, T. H. van
Haaren, J. Heetla (weth.), O. Heidinga, W. Hemstra
(tot de tweede koffiepauze), H. Jansma, J. F. Janssen,
J. de Jong, K. J. de Jong (weth.), J. Knol (tot 22.15 uur),
W. S. P. P. de Leeuw, H. Meijerhof, W. Miedema,
Ir. C. L. Rijpma, J. Schaafsma, J. B. Singelsma (tot de
eerste koffiepauze en vanaf 22.15 uur), K. Spoelstra,
N. Sterk, J. Tiekstra (weth.), Mr. B. P. van der Veen,
J. T. Vellenga, L. Visser, G. de Vries, F. van der Wal,
P. D. van der Wal, K. Weide (weth.) en J. Wiersma;
1 vakature.
Afwezig: de heer A. Klomp.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
Voorts zijn aanwezig: de heren H. Achterhof, directeur
Stedebouw en Bouwkunde van de Dienst Stadsontwik
keling, Ir. J. J. Muller, directeur Openbare Werken van de
Dienst Stadsontwikkeling, Ir. E. van der Ree, stedebouw
kundig adviseur, Ir. G. R. de Regt, adj. directeur van het
Ingenieursbureau voor Verkeerskunde, J. van der Wal,
hoofddirecteur van de Dienst Stadsontwikkeling, J. Wijn
gaarden, Hoofd van de afdeling Volkshuisvesting en
Openbare Werken, H. Bakker, Ir. J. Bakker en Drs. J. T.
de Meyier, allen ambtenaar van de afdeling Stedebouw en
Bouwkunde van de Dienst Stadsontwikkeling, en J. Mul
der, ambtenaar van de afdeling Volkshuisvesting en
Openbare Werken.
De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor dat wij met
onze werkzaamheden beginnen.
A. WAARDEN.
III. Stedebouwkundige en architectonische waar
den.
De Voorzitter: Er moet één amendement dat de vorige
week is behandeld opnieuw in discussie komen omdat de
stemmen staakten; het betreft een amendement van de
P.v.d.A.-fractie. Het amendement luidt: „Toevoegen
nieuw objectdoel 1.5-3: Geen aantasting karakteristieke
bebouwing aan de Willemskade." Daarvoor was voor
gesteld de door het College geformuleerde objectdoelen
1.5-3 en 1.5-4 te laten vervallen, maar dat amendement is
niet door de Raad aangenomen; dat betekent dus dat de
objectdoelen 1.5-3 en 1.5-4 gehandhaafd zijn. Ik heb
zojuist van de P.v.d.A.-fractie gehoord dat men het
voorstel dat in de vorige vergadering is gedaan zou willen
intrekken. Daarvoor zou men het volgende voorstel in de
plaats willen stellen. Het voorstel is in tweeën geknipt, dus
worden het twee verschillende amendementen. Nu de for-
melering „Geleidelijke overgang naar grootschaliger
bebouwing" en de nadere precisering onder 1.3-1 „Tussen
Zaailand en Willemskade" en 1.4-1 „Ten zuiden van de
Willemskade" zijn gehandhaafd, betekenen deze amende
menten dus een aanvulling op deze objectdoelen; het is een
nadere interpretatie. Zo zal het moeten worden opgevat.
Ik zie de fractie van de P.v.d.A. knikken, dus dat klopt.
Het eerste amendement luidt: „Geen aantasting karak
teristieke bebouwing aan de Willemskade zuidzijde en
noordzijde vanaf de Prins Hendrikstraat tot de Wester
kade." Het betreft dus de gehele Willemskade behalve het
stuk tussen Beurs en Prins Hendrikstraat (noordzijde).
Het tweede amendement luidt: „Willemskade noordzijde:
Geen verdere uitbreiding van grootschalige en hoge
bebouwing."
Mevr. Visscher-Bouwer: Wij hebben dus de vorige
keer de hele Willemskade aan beide zijden genomen. Toen
staakten de stemmen. Er werd toen o.a. door de heer Van
der Veen gezegd: Wat staat er eigenlijk nog aan dat stukje
Willemskade noordzijde tussen de Zuiderstraat en de
Prins Hendrikstraat? Ik ben het met hem eens dat er
staan misschien nog enkele waardevolle panden er veel
panden staan die je niet direct karakteristiek kunt noemen.
Omdat wij de indruk hadden dat men voor dit amen
dement wel voelde maar dit niet voor de hele Willemskade
wilde laten gelden, hebben wij gemeend ons voorstel te
moeten splitsen, omdat wij die andere stukken dus nog wel
karakteristiek vinden. Wij dachten dat het zo beter haal
baar was; dat hebben wij tenminste begrepen. Misschien
vindt men dit voorstel reëler.
De heer Tiekstra (weth.): Dit voorstel is in tweeën
gesplitst en het eerste voorstel bestaat uit twee stukken.
Het eerste stuk is dan: „Geen aantasting karakteristieke
bebouwing Willemskade zuidzijde." Het tweede stuk is:
„Geen aantasting karakteristieke bebouwing Willemskade
noordzijde vanaf Prins Hendrikstraat tot Westerkade."
Het tweede deel van het voorstel is ik heb enige vrees
dat het de Raad is ontgaan en daarom herhaal ik het even
„Willemskade noordzijde: Geen verdere uitbreiding van
grootschalige en hoge bebouwing." Dit is dus de complete
tekst van de amendementen.
Ik heb ook vorige week al gezegd dat naar mijn mening
de ontwikkeling deze is dat, als wij kiezen voor concentratie
van dienstverlenende functies in de randgebieden van de
binnenstad wij spreken hier nu over zo'n randgebied
we daarvoor ook de ruimte zullen moeten bieden. We we
ten allemaal wel dat de ruimte die per administratieve em
ployé gevraagd wordt zodanig is dat het hoogstonwaar-
schijnlijk is dat dat in de bestaande bebouwing kan worden
gerealiseerd. Ik meen ook dat we consequent moeten dur
ven te zijn; gegeven de aanwezigheid van de Beurs die al
een groot formaat heeft, gegeven de nieuwbouw die nu
gepleegd wordt en recent gepleegd is ik noem het
I.W.G.L.-gebouw, de Frieslandbank en de Bondsspaar
bank en gegeven het feit dat de Rijks H.B.S. toch ook
een grootschalig gebouw is, lijkt het mij niet waarschijnlijk
dat hier grootschalige bebouwing onaanvaardbaar is. Ik
moet dus zeggen dat ik persoonlijk zeker niet voor deze
amendementen zal stemmen.
De heer J. de Jong: Ik dacht dat de nieuwe amendemen
ten praktisch hetzelfde inhouden als het oude amende
ment; het komt m.i. op hetzelfde neer. Als men stelt dat
er op het stuk tussen Beurs en Prins Hendrikstraat geen
grootschalige bebouwing meer kan komen en dat het overi
ge deel van de Willemskade niet mag worden aangetast dan
vraag ik mij af of wij dan nog bezig zijn met het bespreken
van een structuurplan. Ik vind dat dit toch eigenlijk wel
wat te ver gaat. Wij zitten haast op de plaats van de
Welstandscommissie. (De hear Singelsma: Dat is sa
stadich oan ek wol nedich.) Misschien wel.
De Wethouder heeft al gesteld dat het hier gaat om een
gebied dat een bepaalde ontwikkeling heeft doorgemaakt;
die ontwikkeling kan op verschillende punten gewoon om
een grootschalige bebouwing vragen. Ik dacht dat, als er
een plan wordt ingediend waarbij we een groot stuk
karakteristieke bebouwing zouden moeten wegbreken,
daarover door B. en W. en Raad nog wel eens gepraat kon
worden. Maar ik vind het niet juist om op dit moment vast
te leggen dat de hele zaak daar op slot wordt gezet. Ik vind
dat je dan een stuk van de economie van de stad aantast;
je brengt dan schade aan de bedrijven die daar zijn geves
tigd. Je moet toch een klein beetje de mogelijkheid laten
tot ontwikkeling; die moet je niet geheel in de weg staan.
De heer P. D. van der Wal: Wij zijn zonder meer voor
het eerste deel van het amendement. Wat het amendement
betreft aangaande het noordelijke gedeelte van de Willems
kade tussen Beurs en Prins Hendrikstraat zijn wij het
totaal niet eens met hetgeen de Wethouder heeft gezegd.
Hij zegt: De Beurs is al grootschalig, wij hebben daar de
bouw van de Frieslandbank toegelaten enz. Ik moet er dan
wel op wijzen dat wij dit soort bouwaanvragen nooit in de
Raad krijgen. Ze liggen alleen ter inzage. Wij kunnen ons