2
le Het noodgebouwtje dat na het afbranden van
,,De Koiibri" bij de Antillenschool is geplaatst, verliest
daar binnenkort zijn functie omdat de nieuwe kleuter
school in het Nijlan bijna klaar is. Overplaatsing van
dit houten gebouw naar het Aldlan zou twee lokalen
opleveren.
2e Het huren van een gedeelte van een flat van de
woningstichting St. Joseph zou de mogelijkheid bieden
de jeugd daarin op te vangen.
3e Het laten rijden van een bus naar het Nijlan die
op zijn route zowel de openbare als de bijzondere kleu
ter- en basisscholen aandoet, dit uiteraard voor reke
ning van de Gemeente omdat dat tenslotte de instantie
is die de verantwoordelijkheid draagt dat de burgers
in staat worden gesteld om op dit punt hun wettelijke
plicht te voldoen.
Persoonlijk heb ik de indruk dat de laatste suggestie
nog de meest reële is, hoewel dat ook ten dele zal af
hangen van de vraag op watvoor termijn hij gereali
seerd kan worden. Waarschijnlijk zal dat zijn met in
gang van het nieuwe schooljaar, maar in wezen is dat
eigenlijk nog te laat, want naarmate de wijk volloopt
en dat gebeurt nu worden de moeilijkheden gro
ter. Het is eigenlijk een kwestie van liever vandaag
dan morgen".
Tot slot nog een algemene opmerking. Een geval als
dit toont toch, dacht ik, wel duidelijk de noodzaak aan
om tot de aanschaf te komen van enige noodlokalen
op wielen. Het is uiteraard onmogelijk en ook niet op
portuun dat voor het onderhavige geval nog te doen,
maar mochten er in de nabije toekomst nog eens er
gens noodvoorzieningen getroffen moeten worden, la
ten we ze dan verrijdbaar maken. Dan hebben we altijd
iets achter de hand.
De heer Rijpma: Ik kan de vragen die de heer
Buising gesteld heeft wel laten liggen. Ik zou er nog
deze vraag aan toe willen voegen. Hoe ver zijn de
bouwplannen m.b.t. het definitieve schoolgebouw en
v/at zijn de knelpunten? Ik denk hierbij o.a. aan het
feit dat de oppervlakte van de school, naar men mij
verteld heeft, aanzienlijk groter is dan de plek waarop
de school zou moeten komen te staan. Dat zou, als de
plannen van de architect, de heer Teeuw, uitgevoerd
worden, betekenen dat het enige trapveld in de wijk
voor de helft moet verdwijnen en dus geen trapveld
meer is. Als daar gebouwd zal kunnen worden en dus
eventueel het trapveld opgeofferd zou moeten of kun
nen worden, zal er, dacht ik, een art. 19-procedure op
gang gebracht moeten worden. Voordat die procedure
op gang gebracht kan worden, moet er eerst een voor-
bereidingsbesluit voor dat gebied worden genomen.
Voor zover ik weet is er een voorbereidingsbesluit,
maar dat is genomen i.v.m. garagebouw. Mijn vraag is
of een voorbereidingsbesluit dat genomen is t.b.v. het
bouwen van garages ook eventueel onderhands
gebruikt kan worden voor een wijziging t.b.v. het scho
lenplan. Zo ja, is het juist dat dat gebeurt zonder dat
de Raad daarvan op de hoogte zou zijn? Wanneer ik
dit zo noem, dan heb ik het gevoel dat het nog wel even
kan duren voordat alle problemen die tot scholenbouw
in Aldlan kunnen leiden opgelost zijn. Dat betekent
dat er niet voor drie maanden enkele noodoplossingen
gevonden moeten worden, maar dat er voor een vrij
lange termijn oplossingen gezocht moeten worden. Er
zal dus niet even met een bus gereden moeten worden,
maar een kleine twee jaar, althans als men die oplos
sing zou kiezen. Dan doet zich meteen de vraag voor:
Kunnen de scholen in het Nijlan die kinderen uit Ald
lan opvangen? Hoeveel mogelijkheden voor opvang zijn
er? Moeten ook de scholen in Huizum de Jan van
Nassauschool eir de Aebingaschool en eventueel de
R.K. school meehelpen aan de oplossing van het pro
bleem? Welke mogelijkheden hebben die scholen voor
hoeveel kinderen en voor hoelang? Als de scholen in
Huizum mee kunnen helpen aan de tijdelijke opvang
van de kinderen uit Aldlan, is het dan ook wenselijk
om alvast een tegelpad aan te leggen tussen de Janso-
niusstraat en de rondweg? Dat zou betekenen dat twee
scholen dicht bij Aldlan komen te liggen. Kunnen dan
ook voorzieningen worden getroffen op een zodanige
manier dat de kinderen, nu daar nog geen tunnel is,
veilig kunnen oversteken?
De heer Van Haaren: De heer Buising heeft het
probleem van de betreffende wijk al aan de orde ge
steld en een aantal punten gesignaleerd die ook in de
brief naar voren worden gebracht. Hij heeft ook een
aantal oplossingen genoemd die we in die brief terug
kunnen vinden. De heer Rijpma heeft daar op inge
haakt en is ook ingegaan op eventuele oplossingen voor
het probleem.
Ik weet ook niet hoever de plannen zijn, maar we
weten allemaal wel dat er pas na de herfst van 1975
iets kan gebeuren. De situatie is zodanig dat er met
de grootst mogelijke spoed een oplossing moet komen.
Het is heel begrijpelijk dat U n.a.v. de brief van wijk
bewoners en de werkgroep „Aldlan" zegt dat U eerst
een preadvies wilt laten uitbrengen om deze hele ma
terie nog eens te kunnen bekijken, waarna U met dat
preadvies in de Raad terug zult komen. Het probleem
dat voor ons ligt, is natuurlijk het probleem van aller
hande nieuwe wijken. Iedere keer komen er nieuwe
wijken die vollopen met bewoners met kinderen. En
dan blijkt dat allerhande wijkvoorzieningen niet aan
wezig zijn, in ieder geval veel te laat komen. Dan komt
er een periode waarin noodsituaties ontstaan die dan
hier aan de orde worden gesteld en waarvoor dan nood
oplossingen gevonden moeten worden.
I.v.m. het feit dat een definitieve oplossing nog een
tijd op zich zal laten wachten, zou ik er voor willen
pleiten in de wijk noodlokalen in te richten.
In ieder geval wil ik er op wijzen dat deze zaak bij
zonder urgent is. Ik zou er dan ook bij de Wethouder
op aan willen dringen deze zaak met de grootst mo
gelijke spoed te behandelen. Het zou best mogelijk zijn
om b.v. in de pauze van deze vergadering onze agenda's
te trekken en voor de Commissie Onderwijs ik neem
aan dat deze zaak daar besproken zal worden een
vergaderingsdatum vast te stellen. Misschien is het dan
mogelijk over drie, of uiterlijk over zes weken met een
preadvies in de Raad te komen. Dan zou deze zaak nog
voor het zomerreces aan de orde kunnen worden ge
steld.
De heer Heidinga: Ik heb één vraag. Zou de Wet
houder in zijn antwoord de vraag willen betrekken of
de verrijdbare lokalen die wij in Bilgaard hebben daar
eventueel weg kunnen?
Mevr. D\jkstra-BethlehemHet is eigenaardig, mijn
heer de Voorzitter, dat U het nooit ziet als ik mijn vin
ger het eerst opsteek en dat ik altijd de laatste ben die
het woord krijgt. Dat wilde ik toch even zeggen.
Ik had ongeveer hetzelfde naar voren willen brengen
als de heer Buising gedaan heeft; ik ben het ook vol
ledig met hem eens. Ik ben ook van mening dat er zo
snel mogelijk een oplossing zal moeten worden gevon
den. Het rijden van een bus, hetgeen natuurlijk wel een
oplossing zou kunnen zijn, zal i.v.m, de verschillende
schooltijden van kleuter- en basisscholen m.i. niet een
juiste oplossing zijn. Vandaar dat ik zou willen pleiten
voor het inrichten van noodlokalen of ook dat is
door de wijk gesuggereerd voor het gebruik maken
van leegstaande flats. Dat zou een goede oplossing
kunnen zijn totdat er een nieuwe school gebouwd is.
De heer Ten Brug (weth.): Het was uiteraard te
verwachten dat dit brandende probleem van de wijk,
al staat het op de mededelingenlijst, niet zonder reac
ties van de Raad zou worden afgedaan hoewel de
heer Van Haaren heeft dat aangehaald wordt voor
gesteld het preadvies van B. en W. af te wachten. Ik
zou misschien kunnen zeggen: Wacht nu maar tot we
over drie of zes weken de gegevens op tafel hebben.
Dat wil ik echter niet doen, al kan ik niet tot een af
gerond voorstel komen, want als dat mogelijk was ge
weest dan was dit punt niet op de mededelingenlijst
geplaatst maar waren wij met een voorstel gekomen.
De moeilijkheden die in Aldlan bestaan m.b.t. de
scholen zijn ons natuurlijk bekend. In die wijk ont
breekt iedere schoolvoorziening. Het is ook niet te ver
wachten dat de definitieve voorzieningen daar op zeer
korte termijn zullen kunnen komen. De heer Van
Haaren heeft gesproken over de herfst van 1975; in
die buurt zou het inderdaad kunnen liggen. Ik neem
dat. onder alle voorbehoud, over. Er zou en dat is
de andere kant van de zaak op het moment ook
3
moeilijk een lagere school kunnen draaien in Aldlan.
Als U ook nog bedenkt dat het dan niet één, maar
drie zouden moeten zijn, n.l. een openbare, een
prot. christelijke en een rooms katholieke, dan is het
wel duidelijk dat het aantal leerlingen op het ogenblik
in Aldlan te gering is. Het is bijzonder moeilijk om
bij een kleuterschool gaat het iets gemakkelijker dan
bij een basisschool in Aldlan te starten met een de
pendance van aanliggende scholen, omdat je dan met
het probleem van de klassenindeling zit. Het zou dan
een éénlokalige school moeten zijn met daarin alle
leerjaren voor zover aanwezig. Dat kan geen oplossing
zijn. Deze wijk loopt minder snel vol dan voorheen het
geval was met nieuwe wijken en daardoor is, ondanks
het grote aantal kinderen in de wijk, het probleem van
de onderwijsvoorzieningen groter dan b.v. in het Bil
gaard het geval is geweest, hoewel we daar ook niet
zonder problemen tot de situatie van vandaag zijn ge
komen.
Er moet dus wat gebeuren voor het Aldlan; dat is
bijzonder duidelijk. In de brief worden een aantal voor
stellen gedaan en ook vanuit de Raad zijn suggesties
gedaan. Er is gesproken over noodlokalen, over plaat
sing van verrijdbare lokalen van elders en het laten
rijden van een bus. Wij zoeken op dit moment nog naar
de beste oplossing. Het is niet zo dat wij verrijdbare
noodlokalen beschikbaar hebben, ook niet in Bilgaard.
Wij hadden er op gerekend dat de verrijdbare lokalen
die in Bilgaard staan voor het kleuteronderwijs, be
schikbaar zouden zijn alsi de nood in Aldlan zou ont
staan. Het uitblijven van financieringsmiddelen voor
een aantal definitieve voorzieningen maakt het nood
zakelijk dat die verrijdbare lokalen in elk geval in het
komende schooljaar nog in Bilgaard blijven. De heer
Buising heeft gesproken over het overplaatsen van de
twee noodlokalen die bij de Antillenschool staan. Ik
geloof niet dat we er met die twee lokalen zouden zijn.
Bovendien zijn deze lokalen, hoewel niet meer nodig
voor het kleuter- en basisonderwijs, op die plaats hard
nodig voor andere vormen van onderwijs; ik denk dan
m.n. aan de Opleidingsschool voor Kleuterleidsters
waarvoor anders zou moeten worden gebouwd. Het zou
bovendien een vrij dure oplossing zijn; die zou niet
goedkoper zijn dan het aantrekken van nieuwe lokalen.
Het verplaatsen van dit soort lokalen kost nogal wat.
Daar hebben we in Leeuwarden een keer leergeld mee
betaald met het verplaatsen van een z.g. verplaats
bare kleuterschool. Achteraf bleek dat je voor hetzelf
de geld gemakkelijk een nieuwe houten kleuterschool
had kunnen bouwen. Een andere suggestie betrof het
inrichten voor onderwijs van een aantal leegstaande
woningen. Dat is echter niet mogelijk; dat mag niet
op grond van de eisen die de Inspectie stelt. Wij heb
ben het destijds ook in Bilgaard geprobeerd, maar dat
lukte niet.
Van de zijde van de C.C.P.-fractie is nog gevraagd
of het mogelijk is via een tegelpad een verbinding te
krijgen met de scholen in Huizum-Dorp. Afgezien van
het feit dat er dan daar is ook op gewezen spe
ciale voorzieningen zouden moeten worden getroffen
voor de oversteek van de Aldlansdyk, geeft dat eigen
lijk alleen maar voor zover ik het kan bekijken
een oplossing voor het prot. christelijke en het rooms
katholieke onderwijs, want de Aebingaschool in Hui
zum-Dorp heeft op dit moment negen leerkrachten en
heeft zeker niet de ruimte om ook nog leerlingen uit
Aldlan op te vangen.
Ik dacht dat uit het verhaal dat ik gedaan heb eigen
lijk wel een beetje de conclusie zou kunnen worden ge
trokken dat mijn persoonlijke mening tendeert naar
het laten rijden van een bus; ik zeg niet dat het een
definitieve mening is. Wij zullen ons nog over deze zaak
moeten beraden; wij zullen daarbij zeker de Commissie
Onderwijs betrekken. Misschien is het plaatsen van
noodlokalen een oplossing, maar dan moet wel afgewo
gen worden in hoeverre wij dan de definitieve scholen
voorzieningen naar het oneindige schuiven. Dat zou
dan toch wel bijzonder jammer zijn omdat wij op het
ogenblik bezig zijn een school voor die wijk te ontwer
pen zoals wij dat mag ik wel met enige trots zeg
gen; het is niet mijn ontwerp, want dan zou ik het niet
zeggen tot nu toe in Leeuwarden niet hebben ge
bouwd, een school waar de integratie tussen kleuter
en lager onderwijs mogelijk is en waarin ook alle groe
pen van onderwijs openbaar, p.c. en r.k. samen
werken. Ik zou het bijzonder betreuren als we nu een
aantal maatregelen zouden moeten nemen die dat naar
de verre toekomst schuift. Het is duidelijk dat wij op
korte termijn naar een oplossing moeten zoeken. De
heer Buising heeft gezegd: Dat zal dan wel het nieuwe
schooljaar worden, maar eigenlijk is dat te laat want
de nood is er op dit moment al. Het zal, ook om finan
ciële redenen, wel niet anders kunnen dan m.i.v. het
nieuwe schooljaar, want, welke oplossing wij ook kie
zen, er zijn uitgaven mee gemoeid. Die uitgaven moe
ten wij dan plaatsen op een begroting die niet sluit,
dus moeten wij overleg plegen met G.S. Wij moeten
ook overleg plegen met G.S. over de financieringsmid
delen voor eventuele bouw. Jk zie geen enkele kans om
een oplossing te vinden vóór het nieuwe schooljaar. Ik
ben graag bereid om te proberen over drie weken, en
als dat niet lukt over zes weken, met een preadvies te
komen. De Raad krijgt dan opnieuw de gelegenheid
over deze zaak te praten en de voorstellen die wij me
nen te moeten doen te beoordelen. (De heer Rijpma:
Ik heb nog een paar vragen gesteld op het gebied van
de ruimtelijke ordening.) Het gaat niet zo vlot met die
bouw, maar dat betekent misschien alleen dat die
school van nu af gerekend een halfjaar eerder of een
halfjaar later klaar komt. Er waren problemen met
het terrein. Die zijn opgelost. Met enig hangen en wur
gen kan de school daar wel gebouwd worden. Ik heb
deze week een gesprek met de architect; wij zijn op
het ogenblik bezig met het probleem: hoe brengen wij
de kosten van deze school terug naar een zo laag mo
gelijk maar toch nog verantwoord peil, gezien ook de
medewerking die wij t.z.t. van G.S. nodig hebben. Ik
heb het idee dat we daar op vrij korte termijn wel uit
komen. De heer Rijpma heeft dit punt gebruikt als
kapstok voor zijn vragen; dat is zijn volste recht, maar
die vragen hebben geen rechtstreeks verband met het
probleem waar we nu voor staan.
De heer Buising: Ik ben het wel met de Wethou
der eens dat door het plaatsen van noodgebouwen de
definitieve bouw niet op de lange baan geschoven moet
worden. Ik ben het niet helemaal met hem eens dat
het overplaatsen van het houten gebouwtje dat bij de
Antillenschool staat geen oplossing zou geven; dat zou
het vast wel, althans voor de kleuters. Dat zou al een
voornaam ding zijn. Ik meen wel uit de woorden van
de Wethouder te mogen opmaken dat we over drie we
ken het preadvies tegemoet mogen zien. (De heer Ten
Brug (weth.): Ik heb gezegd dat we het zullen pro
beren. Als het om de een of andere reden zes weken
wordt, moet U mij dat niet kwalijk nemen.) Als het
kan helpen dat de Onderwijscommissie vlug bijelkaar
komt, dan steun ik graag de suggestie van de heer Van
Haaren om in de pauze van deze vergadering daartoe
een afspraak te maken.
De heer Van Haaren: Ik ben bijzonder blij met de
toezegging van de Wethouder dat hij er naar wil stre
ven om over drie of uiterlijk over zes weken met een
preadvies bij de Raad te komen.
Ik heb nog één puntje. Iedereen zegt altijd: Er is
niets zo permanent als noodlokalen. Dat is een kreet
die je steeds weer hoort. We zijn nu bezig met de bouw
van een geïntegreerde school. Ik vind het erg goede
plannen. Ik begrijp niet waarom deze plannen zouden
worden vertraagd als er noodlokalen zouden komen.
Dat is mij niet duidelijk. Ik dacht dat we, omdat we
weten dat het tot de herfst van 1975 zal duren totdat
die plannen gerealiseerd kunnen worden, voor de tus
senliggende tijd noodlokalen zouden kunnen gebruiken.
Op het moment dat de geïntegreerde nieuwe school
gebruikt kan worden, kan je dan die noodlokalen weg
laten halen. Ik begrijp de vertraging niet waar de
Wethouder over sprak.
De heer Ten Brug (weth.): Dat is een financiële
kwestie: Noodlokalen zullen we in 15 a 20 jaar af moe
ten schrijven. Als we ze over vier jaar niet meer hoe
ven te gebruiken dan zijn ze nog lang niet afgeschre
ven; en waar moeten we er dan mee heen? Dat is dus
echt een zaak die we met G.S. moeten bespreken. Het
maakt het duurder en daarom kan de nieuwbouw naar